Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
10 Oct. '15. No. 1998
L
f t r
De genummerde" boomen, van den Laarder Hoogte af gezien
De genummerde" boomen, van Laren uit gezien
In Hooger Beroep
Plant een boom, en het nageslacht
zegent U vel een boom en
de tijdgenoot laakt U!
OUDE SPREUK
De Amsterdammer" meent in deze regelen
uitdrukking te geven van het gevoelen van
velen, die de boomen aan den weg bij Laren
bedreigd zien. Men kan verwachten dat ook
de vereeniging Heemschut" zich in dezen
niet onbetuigd zal laten.
Drie dingen, zegt een Oostersch spreek
woord, maken een mensch tot man, n.l. het
gewinnen van een zoon, het delven van
een waterput en... het planten van een
boom. En deze uitspraak ik weet niet
wie de wijze was, die haar het eerst deed
hooren behoeft zeker wel geen nadere
verklaring. Naast de instandhouding van
het menschelijk geslacht, werd als een daad
van manlijkheid beschouwd, het tegemoet
komen aan een der eerste behoeften van
mensch en dier, het verschaffen van drink
water, hetwelk inzonderheid in de heete
landen vaak zoo moeilijk te verkrijgen en
daarom van onschatbare waarde was. Van
zeer groot belang, vooral voor den reiziger,
gold een boom aan den weg, oader welks
schaduw hij verkwikking en rust kan vinden.
Wat voor den Oosterling geldt, heeft ook
beteekenis voor ons Westerlingen. Er moge
eenige overdrijving in zijn, toch, cum grano
salis opgevat, ligt er waarheid in het woord,
eens door iemand neergeschreven dat Ni.
hij, die boomen plantte voor het nageslacht,
zich verdienstelijker jegens de menschheid
maakte, dan die wijsgeerige stelsels uitdacht.
De dankbaaarheid van 't nageslacht jegens
den man, die aan 't landschap bekoring wist
te geven door het aanplanten van boomen,
sprak zich meer dan eens op onverholen
wijze uit.
leder, die het Gooi bezoekt en daarbij
niet verzuimde zijn schreden te richten naar
het schilderachtige Valkeveen, heeft, op
korten afstand van de uitspanning van dien
naam, het eenvoudig monument op den
ouden Venus berg" thans Leeuwen
berg" gezien, aldaar opgericht ter nage
dachtenis van den Amsterdamschen burge
meester, Andries De Graaft, die, toen hij de
landstreek bij Oud-Naarden, naar hem het
Graeffenveld" genoemd, in bezit kreeg,
het zich hier uitstrekkend terrein met boomen
beplantte. Dit laatste bleek belangrijk genoeg
om het aan de vergetelheid te ontrukken door
oprichting van genoemd monument, waarvan
het inschrift begint met deze woorden:
lek ben door last van die
Op Venusberg verheven
Die eerst aan Venus-Neug
De boomen heeft gegeven.
Aan dit alles werd ik herinnerd bij 't
lezen van een bericht in onze nieuwsbladen,
volgens hetwelk de boomen aan den
Amersfoortschen Straatweg bij Laren ten doode
opgeschreven zijn, d. w. z. vallen moeten
ten offer aan ons druk modern verkeer.
Ach, was het niet met evenveel ontzet
ting, als weemoed, dat andren met mij, in
de eerste dagen der mobilisatie, getuigen
moesten zijn van het raseeren van de ter
reinen rond onze vesting. Wij hebben ze
toen, de een na den ander, zien vallen, die
statige boomen met hun breede kruinen,
die zulk een prachtige verbingslaan vormden
tusschen ons stadje en het bosch. Elke
houw van den bijl des vellers deed ons
zeer, maar, waar het landsbelang sprak,
restte ons slechts te zwijgen. Het kon niet
anders, het moest, de boomen stonden in
den weg, bij een eventueele verdediging
der vesting. Gelukkig gold de ontsiering
slechts een klein gedeelte van den
Laarderweg, er bleef ons nog zooveel moois over,
ons en den stedelingen, die hier in 't Gooi
zooals reeds Naarden's rector Lambertus
Hortensius in zijn Chorographia
Gooilandiae" zegt uit de nabijheid te zamen
komen en zich verkwikken, gezeten in de
schaduw van een wijdgetakten boom". 1)
1) Hic lassus gelida recubare viator in
umbra Huc e vicinis vir mulierque venit.
De Amersfoortsche Straatweg met de
genummerde" boomen, bij Laren
IIIHIIIIIIII1IIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMI1IIIIII1IIIIIIHIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIHHIIII
Een Opwekkend Boek
Education through Play by Henry S'
Curtis, New-York, The Macmillan
Company, 1915. Price: Dollar 1.50.
Het is in dezen tijd van vernieling en
oorlogsgeweld een verademing een boek
als Opvoeding door Spel" te lezen; de
kundige schrijver Henry S. Curtis, die zijn
onderwerp geheel meester is en tal van
speelvelden in Europa en Amerika bezocht
heeft, is een enthousiast voor het spel in
de school en hij draagt zijn boek dan ook
op aan de twintig millioen schoolkinderen
in de Vereenigde Staten. Maar hij bepleit
niet alleen het nut en de noodzakelijkheid
van het spel in de voorbereidende en de
lagere school, maar hij wenscht het op alle
scholen, ja zelfs op de hoogescholen te zien
ingevoerd, terwijl hij ten slotte, even buiten
het door hem zelf gekozen terrein gaande,
de nog niet talrijke Amerikaansche gemeenten
prijst, waar het schoolgebouw met zijn
bijbehoorende terreinen het middelpunt ge
worden is van het geheele maatschappelijk
leven in zulk een gemeente.
Ook in ons land begint men steeds meer
in te zien en te erkennen, dat het spel in
derdaad van groote opvoedende waarde is.
De volwassene, die voor twintig jaren en
thousiast over de verschillende
openluchtspelen sprak, werd als een wonderlijke kerel
beschouwd, die al evel wat raars" had.
Maar sterker voor een jaar of vijf zou zeker
nog niemand gedacht hebben, dat een
Nederlandsch minister bij de Tweede Kamer
een wetsontwerp zou indienen zooals 23 juli
j.l. geschiedde, tot verklaring van het alge
meen nut der onteigening van eigendommen
noodig voor het aanleggen van een voetbal
veld en vaneen zweminrichting te Veendam.
En ongetwijfeld verdienen het gemeente
bestuur van Veendam, de Gedeputeerde
Staten van Groningen en de Minister van
Binnenlandsche Zaken een woord van lof,
dat zij voetballen en zwemmen van zoodanig
algemeen nut oordeelen, dat er een ont
eigeningswet voor wordt voorgesteld.
Het spel ligt immers ook in ieders aard;
de eenvoudige man neemt dit waar en is
er tevreden mee, de geleerde zocht naar de
verklaring van dit verschijnsel. Spencer
noemt het bij de dieren het overschot van
kracht, dat niet voor het levensbehoud noodig
is. De locomotief, die stilstaat aan het station,
moet stoom afblazen; het gezonde kind,
dat niets anders te doen heeft moet spelen,
aldus paraphraseert Curtis deze stelling.
G. Stanley Hall noemt alle spel de over
blijfselen van de vroegere eigenschappen
van ons ras, die in wat gewijzigde vormen
tot ons gekomen zijn. Men zou deze uit
spraak een onderdeel kunnen noemen van
een stelling, die Dr. Holmes aldus uitdrukt:
De mensch is een omnibus, waarin al zijn
voorvaderen een ritje doen".
Het is ruim dertig jaren geleden, dat de
eerste openbare speeltuin in het Wetering
plantsoen te Amsterdam werd geopend; het
doel was de kinderen van de straat te hou
den' en op die wijze kattekwaad te voorko
men. Met dat doel zijn overal in de wereld
de speelterreinen geopend, maar later is
gebleken, dat dit van-de-straat-houden
slechts een bijkomend voordeel is; het hoofd
doel moet zijn de lichamelijke ontwikkeling.
Maar die ontwikkeling komt niet tot haar
recht en tot haar hoogste kracht, indien
ook niet de belangstelling van den speler
tot zijn hoogste punt is opgevoerd. Een
jager zei eens: Ik kan vijf en twintig mijl
wandelen met een geweer op mijn rug, maar
geen vijf zonder". Ziedaar een man, die een
volkomen juiste psychologische en
physiologische stelling uitsprak, zonder er zich
in het minst van bewust te zijn.
Zulke aardige voorbeelden uit het
volksEen groot aantal boomen, die het sieraad
uitmaken van den weg naar Laren, het dorp
der meesters in de schilderkunst, zijn ten
1 doode opgeschreven. De weg moet ver
breed, het belang van ons modern verkeer
eischt het, wij zullen het in 't vervolg
moeten stellen zonder groen, zonder scha
duw, zonder verkwikking, zonder
natuurschoon. Wat eens een mooie laan was, zal
worden een breede verkeersweg, wat eens
als lieflijke poëzie was, zal zijn als dor proza.
De boomen aan den Laarderweg moeten
geveld. Maar wij, die hen l:ef gekregen
hebben, wij willen en kunnen onze vrienden
in den nood niet verlaten. Met een traan
in het oog hebben wij het doodvonnis ge
lezen, en aanstonds maken wij ons op, om
in hooger beroep te gaan tegen die uit
spraak. En ook ik schaar mij gaarne in de
voorste gelederen van hen, die in deze aan
gelegenheid hun stem doen hooren.
Ik doe een beroep op den eerbied, ver
schuldigd aan de natuur en haar schoonheid,
in casu het schoon van dezen Laarderweg.
Ik doe een beroep pp de piëteit, ver
schuldigd jegens hen, die eens die boomen
daar plantten, een erfenis beschikkend aan
het nageslacht.
Ik doe een beroep op de welwillende
medewerking van heJi, die in deze zaak te
beschikken en te beslissen hebben ... zoo
lang er nog n redmiddel is, laat dan deze
wegbeplanting ongemoeid. Moet de weg
breeder gemaakt, welnu, ziet uit naar een
middel om hem te yerbreeden, maar met
behoud van zijn mooie boomen!
Gij herinnert u toch, wat eens Ypsilon in
een van zijn Sermoentjes" schreef:
De boom richt door zijn statigen vorm
ons oog naar den hemel, wanneer het
mijmerend de golvingen volgt van zijn
opwaarts strevende twijgen. Zijn ruischen
vertaalt ons de stem van den wind. Zijn
groen is voor ons oog als balsem, voor
ons gemoed als de kleur der hope. Zijn
gebladerte spreidt over de aarde een koel
tapijt en vlecht tegen het vlammend zwerk
een gordijn van zachtkens wiegelende
loofgestalten. De Boom is geschenk en
voortbrenger, drenker en beschutter, sieraad
en verkwikker, zinnebeeld en leeraar
tegelijk!"
Gij, die hier te handelen, te bevelen hebt,
spaart de boomen aan den Laarderweg ...,
laat ons Gooi-land toch Mooi-land blijven!
Naarden, 2 Oct. '15.
F. W. DRIJVER
leven vlecht Curtis herhaaldelijk tusschen
zijn betoogen. Neem b.v. dit verhaaltje.
Een kleine jongen wees op een
zwaargebouwden politieagent en zei: Kijk, daar
heb je ouwe Bathles, de smeris. Hij hoeft
ons niet meer te pakken, nu we een speel
veld hebben. Dat speelveld is een buiten
kansje voor hen en voor ons."
Hoe zoo ?" vroeg de direkteur.
Dat kan je wel zien; vroeger, toen hij
ons altijd moest opjagen, was oude Bathles
zoo stom als een stopnaald, maar nou is-i
zoo dun als een tonnetje, omdat hij niets
meer te doen heeft."
En is het dan niet wonder, dat de speel
plaatsen bij de scholen veel te weinig ge
bruikt worden en buiten de schooluren vooral
doelloos liggen, al staan er dan ook niet overal
bordjes aan, als in een vrij groote stad van
Arkansas, met het opschrift: Vijftig dollars
boete voor ieder, die na schooltijd op deze
speelplaats na schooltijd aangetroffen wordt.
Curtis propageert het openstellen der
speelplaatsen ook buiten de schooluren,
maar wil daartoe veel ruimere speelplaat
sen dan tegenwoordig en verschillende
regeerings-colleges staan hem hierin reeds
ter zijde. De Engelsche Education Board
vraagt 30 vierkante voet (pl.m. 280 dM2.)
speelterrein per kind, In den staat Washington
werd een wet aangenomen die honderd vier
kante voet per kind verplichtend stelde, doch
hierover sprak de gouverneur zijn veto uit.
Intusschen gaan meer en meer Amerikaan
sche gemeenten ertoe over een geheel bouw
blok voor elke school te bestemmen. Curtis
zegt, dat in de Zuidelijke en Westelijke
staten dat thans regel is en men in vele
plaatsen zelfs verder gaat. De kleinste blok
ken zijn ongeveer twee acres, dat wil zeg
gen 80 A. In Gary (Ind.), dat ten opzichte
der speelterreinen om de scholen een voor
beeld mag genoemd worden, had de eerste
school 2 acres, de tweede 4, de derde 11 en
een terrein, onlangs gekocht voor de vierde
school meet 20 acres, dus 8 H.A. Natuurlijk
is dit een ideaal, dat niet overal kan gevolgd
worden, maar het blijft toch teekenend.
Twee jaar geleden [gaf de stad Houston
(Texas) een leening uit van 500.000 dollars
om de speelplaatsen van verschillende oude
scholen te vergrooten en de raad van
Galveston nam voor eenige maanden een leening
van 100.000 dollars voor hetzelfde doel aan.
Wat zeggen onze wethouder Den Hertog
en ons raadslid Klaas de Vries wel van
deze getallen?
En als zij dan nog de verbluffende
mededeeling van den schrijver lezen, dat op een
speelplaats van 2 acres of minder menig
spel toch eigenlijk niet tot zijn recht komt,
dan zullen zij in wanhoop de
Amsterdamsche schoolplaatsjes aanzien en een reis
naar Amerika willen doen, zoodra de
duikbooten-oorlpg voorbij is.
Curtis wil zooveel mogelijk nut van de
terreinen trekken en ze dan ook 's avonds
verlichten en openstellen voor de jongens
en meisjes, die reeds in werkplaatsen en
fabrieken werkzaam zijn; dit geschiedt reeds
in vele gemeenten en met succes.
Na de opening 's avonds van zulk een
terrein te Chicago werden vier danszalen
in den omtrek gesloten, maar of deze beide
gebeurtenissen nu wel geheel in oorzakelijk
verband met elkaar staan, waag ik te be
twijfelen.
Het hoofdstuk over de speelplaatsen te
Gary behoort eigenlijk niet alleen ieder voor
stander van het spel als opvoedingsmiddel
te lezen, maar vooral ook ieder tegenstander.
Zeker, daar is waarschijnlijk wat over
drijving; met iets minder zou het ook wel
kunnen. Maar hoe gelukkig, dat er zulke
enthousiasten als de inspecteur William A.
Wirt zijn. Toen Comenius met zijn eerste
aanschouwelijk onderwijs begon, werd hij
door de echte schoolmeesters ook uitge
lachen.
Trouwens het geheele schoolstelsel te
Gary is geheel anders dan elders en ik
waag mij er niet aan, hier van verre daar
over een oordeel uit te spreken. Alle onder
wijzers zijn specialisten en alle kinderen
gaan voor hun lessen van het eene lokaal
naar het andere, zooals elders op middel
bare scholen en gymnasia. Er zijn onge
woon groote laboratoria en gehoorzalen,
zoodat de kinderen hierin meer vertoeven
dan in de klasselokalen en elke school is
dan ook bestemd voor tweemaal zooveel
kinderen als de klasselokalen kunnen be
vatten. Dit maakt het mogelijk zonder extra
onkosten allerlei specialisten voor verschil
lende vakken aan te stellen en er is dan ook
maar een onderwijzer per klasse, het hoofd
inbegrepen. Een vierde deel van alle onder
wijzers is uitsluitend bestemd voor de
lichamelijke opvoeding.
De Emersonschool die slechts 160 A.
speelterrein heeft en weldra met 20 A.
zal vergroot worden, bevat alle klassen van
de Fröbelklasse af tot de hoogste van het
gymnasium. Er zijn twee gymnastiekzalen,
een voor de jongens eneen voorde meisjes;
verder een flink zwembad. Deze school is
nog niet de best ingerichte te Gary.
De speelplaatsen zijn voor de
schoolbevolking op werkdagen van 8 uur 's mor
gens tot 5 uur 's namiddags open; verder
alle avonden, ook Zaterdags en Zondags en
eveneens gedurende de vacanties. De raad
van Gary geeft veel geld voor zijn scholen
uit, maar trekt er dan ook een maximum
nut van.
De verleiding is groot nog veel meer uit
dit prettige boek aan te halen. Maar ook
dan zou ik nog moeten zeggen: koop het
boek, ais gij in het onderwerp belang stelt.
Er worden nieuwe perspectieven in geopend,
die ongetwijfeld van het grootste belang
voor het onderwijs en de opvoeding der
zijn. Het spel, de lichamelijke opvoeding in
het algemeen, kunnen hierbij slechts wel
varen.
TH. M. KETELAAR
Zielsverwanten
WOLFGANG VON GOETHE,
Zielsverwanten, uit het Duitsch vertaald door Nico
VAN SUCHTELEN. Uitgave van de Mij.
voor Goede en goedkoope lectuur.
Vooral in dezen tijd achten wij het van
belang, dat Goethe's werk door velen wordt
gelezen : Het is immers een weldaad; er aan
te worden herinnerd, dat de grondlegger van
de Duitsche cultuur zich zoo geheel anders
uit als zijn hedendaagsche epigonen, die met
woorden van wijsheid op de lippen onbe
zonnen toe-grijpen. En nu wij gevaar loopen,
ons vertrouwen te verliezen in machten, die
wij eens als steunpunten voor ons levens
gedrag beschouwden; nu wij ons
zelf-bewustzijn opgeven en al te zeer vervuld zijn
van aandacht voor de ontzaglijke gebeurte
nissen buiten ons is het gewenscht, dat
wij verkeeren met dezen bestrijder van het
Pruisendom, die de verhouding tusschen
individu en buiten-wereld niet zag als wij
thans geneigd zijn dit te doen. Voor hem is
eik-een een cosmos op zich zelf, een per
soonlijkheid die, eenzaam onder het hemel
gewelf, worstelt met zijn noodlot. In de
verte moge de oorlog woeden, deze strijdende
persoonlijkheid blijft in het centrum van zijn
aandacht staan.
Wellicht is er geen proza-werk van Goethe,
dat deze zienswijze zoo zuiver vertegen
woordigt als Die Wahlverwantschaften":
Nauwlijks een half dozijn menschen, schijn
baar toevallig saamgekomen op een stil en
uitgestrekt landgoed, hebben onderling eenige
verbindtenissen aangegaan. In een bedacht
zaam uiteengelegd ontwikkelings-proces,
waarin aan aanvankelijk onbelangrijke
gebeurtenisjes ingrijpende beteekenis wordt
toegemeten, (in de verte nog steeds de oorlog!)
worden deze verbintenissen gaandeweg losser:
de elementen vallen uit elkander en gaan
nu nieuwe verbindingen aan met elementen,
tot welke zij zich krachtiger voelen aange
trokken. Maar al weidt de schrijver met zijn
beminnelijke breedsprakigheid wier
dieperen grond wij zooeven raakten herhaal
delijk uit over een soort van parallelisme
tusschen menschelijke verhoudingen en che
mische, al maakt hij zijn personen schijnbaar
afhankelijk van aard-magnetisme,
mesmerisme en andere occulte invloeden, wij ver
geten geen oogenblik dat zij vrije menschen
zijn; en terwijl aan het slot de handeling
al sneller zich voortbeweegt en al meer
doet denken aan tragische onafwendbaar
heid, blijven zij strijden voor hun zelf
bestemming, d. i. hun zedelijke vrijheid. Als
de beste onder hen door uiterste wils
spanning uit dit leven treedt, redt zij haar
grootste schat, haar ik onbevlekt uit de
catastrophe
En heel in de verte woedt zoo iets als een
oorlog.
* * *
Schrijver dezes is geen vriend van ver
talingen. Hij gelooft maar de helft van de
leuze, in zijn omgeving zoo vaak aange
heven, dat een vertaling een her-schepping
van een kunstwerk moet (en dus kan) zijn.
Een literair kunstwerk hebben wij elders
betoogd is met de taal, waarin het werd
gesteld, even onverbreeklijk en noodzaaklijk
saamgegroeid als een stuk plastieke kunst"
met het materiaal, waarin het werd ge
houwen, of een schilderij met zijn verwen
en zijn lichten. En men vergunne ons de,
in haar zotheid veelzeggende, vraag: Wie
vertaalt ons de Venus van Milo in het
lersch of Rembrandt's Nachtwacht in het
Finsch?... Dit inzicht indien het juist is
is misschien niet troostrijk voor hen,
die geen vreemde talen verstaan. Maar het
zet zich natuurlijk om in een streven, in
afwachting van meer verlichte tijden, kunst
werken langs indirecten weg toegankelijk te
maken. Doch wil men vertalen, dan voldoe
men ook aan zér hooge eischen, dan
benadere men vooral ook den toonaard van
het kunstwerk, juist omdat de gemiddelde
lezer van vertalingen de correctheid daar
van niet vermag te toetsen. Het staat te be
twijfelen of de heer Van Suchtelen zich wel
onverdeeld op dit standpunt heeft gesteld. Wij
krijgen den indruk, alsof twee handen in dit
werkstuk zijn te herkennen. In het tweede deel
komt Goethe's cierelijkeen diepzinnige breed
sprakigheid, in Hollandsche bewoording en
schrijftrant omgezet, beter tot haar recht
dan in het eerste. Maar ook in den loop
van het geheele boek wisselt de stem, die
bijv. een spiegel" in gerechtvaardigd koes
teren van archaïsme als een foelie" betitelt,
en gist" als zuurdeesem", af met de min
der voorname, doch wellicht meer geoefende
stem, die groepen" of geledingen" of
standen" in de samenleving erg
fln-desiècle massa's noemt, en een chirurgijn",
barbier" of heelmeester" met de zér
moderne benaming chirurg" onderscheidt,
waarmede deze laat-achtiende-eeuwer aller
minst gecoiffeerd is. Deze hand" zoekt
vooral zijn kracht in het vermijden van
ongewenschte rijmen en assonanties. Goethe
was in zijn over 't algemeen intellectualis
tisch proza daarop niet zoo keurig. De titel
Zielsverwanten" geeft Die Wahlverwant
schaften" in de beteekenis die er hier aan
gehecht moet worden slechts ten halve weer.
Bij geduldig zoeken waren allicht beter te
vinden geweest. Vergissen wij ons niet, dan
gebruikt de vertaler, ter plaatse waar van
chemische affiniteit sprake is, een treffender
woord (blz. 42). Trouwens, waarom dit
woord niet veel liever omschreven ? Het is
typisch eind-negentiend'eewsch, op een titel
blad n veel-zeggcnd naamwoord zonder
lidwoord te zetten, bijv. Weemoed",
Wereldvrede", Hartstocht". Goethe gaf in
andere opzichten van zijn classiek
taalgevoel blijk.
Intusschen, de vertaler heeft zich, over
het geheel althans, niet op ons standpunt
geplaatst. Hij trachtte te geven wat men
noemt een vloeiende vertaling, in zuiver
modern Nederlandsch. De toonaard is zoo
doende hier en daar verloren gegaan, hoe
wel het werk ook in dit opzicht kostelijke
brokken bevat, bijv. het begin van het zevende,
en het slot van het elfde hoofdstuk. Zeer
verdienstelijk ook is de wijze waarop Van
Suchtelen langademige, inén-gewikkelde
Duitsche volzinnen ontleedt en om-zet in
een minder concentrische, echt-Hollandsche
phraseering. Wij Zagen zelden een vertaler
daarin zoo goed slagen.
Wij noodigen den Nederlandschen lezer,
die niet in het oorspronkelijke boek van den
rijperen Goethe kan doordringen, dus harte
lijk uit, deze vertaling ter hand te nemen.
Het is wel geen spannende dagblad-lectuur.
Maar als men de, helaas, dreigende verveling
overwint en de zér langzaam zich ontwik
kelende expositie op zich laat inwerken,
krijgt men tot zijn voordeel voeling met
een Man, wiens levenshouding sterk ver
schilt van de levenshouding die thans vrij
algemeen gehuldigd wordt, al was ook hij
een diplomaat.
E. D'OLIVEIRA
Vertroostinge
aan den Vertoornden Meester
Wat treurt gij, Doctor Abraham,
En fronst het voorhoofd van verdriet?
Benijd aan Theo de eere niet;
De eere trok, Ai wees niet gram.
Ai, staak deze ijdle starren wat,
En gun toch, welgetroost en blij,
Uw broeder in den Heere vrij
Van al uw eer een drop, een spat.
Wat nood als 't onder vrienden spant,
Wanneer zij spoedig, rijkbelaan
Met stemmen, op ter stembus gaan
Tot heil van dit verheidenscht land?
Men klage als uw Regeering stort
En 't Calvinisme krijgt een deuk,
Doch niet om maar een vriendschapsbreuk,
Zoo 't wagenschot behouden wordt.
Zoo draait de politiek: Hetzij
De leerling zit in 's meesters weg
Of hem brutaal de waarheid zeg,
De stembus maakt ze koek en ei.
De stembus paart weer oude deugd
Met nieuw en jolig Christendom,
Zij slaat de taal der starren stom,
Tot niets van de oude veete heug.
Gelukkig is een vaste hand
Die trouw aan God den Standaard zwaait,
En met zijn morgensterren*) aait
Wie sprongen uit des Leiders band.
THOMAS DE RIJMER,
die aan Vondels schim om vergeving bidt
voor het gepleegde plagiaat.
*) Morgenster = knots van prikkels
(van Dale).
tt * *