De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 31 oktober pagina 13

31 oktober 1915 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

31 Oct. '15. No. 2001 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 Nadruk verboden De Bulgaren wenschten een Koning.... (VRIJ NAAR DE FABEL VAN LAFONTAINE) (Teekening voor de Amsterdammer' van Joh. Braakensiek) De kikkers bidden Jupiter zólang, totdat ze eindelijk tot den rang van koninkrijk werden verheven. Daar viel een vreedzaam koning uit de lucht, die spoedig door hen werd verdreven.' ... zij morden: Een koning willen wij die zich bewegen kan. Zij zullen hebben wat zij vragen." Denkt Jupiter, en zendt een kraan. Maar deze valt de kikkers aan, misbruikt ze naar zijn welbehagen. De kikkers slaan opnieuw aan 't klagen, En nu spreekt Jupiter: Waart zonder koning dan gebleven! 'k heb eens een lobbes van een koning u gegeven. Gij hebt hem schandelijk weggedreven ... Nu houdt ge dien ge hebt, of lot uw ergernis zend ik een derde, die nog tienmaal erger is." tmmmiiiiiMimiiimmmitntiimYmiinimmmtttimmtttttttmuuiiiiitimi itmiiiiimiiiimimiitttnmmiitittiimimttttiiimiiiiiiiiiH Redacteur: Dr. A. G. OLLAND Predikheerenkerkhof l, Utrecht Alle berichten,deze rubriekbetreff ende,gelieve men te adresseeren aan bovenstaand adres. PROBLEEM No. 29 VAN CHR. CHRISTENSEN TE KOPENHAGEN (Tidskrift för Schack) ZWART ? il d e WIT f g Wit: Ke7, Dg5, Tb4 en h8, La2, Pa4 en d4, pionnen e3 en g2. Zwart: Ke4. Dd2, Th3 en h4, Lb8 en c6, Phl, pionnen d3, d6, g6 en g7. Wit geeft mat in twee zetten. Oplossing over 14 dagen. OPLOSSING PROBLEEM No. 28 VAN A. J. FINK Wit: Kd8, Dfl, Tc4 en e6, Lal en h3, Pb7 en c2, pionnen b6 en c6. Zwart: Kd5, Da5, Tdl en h6, Lb3 en el Pg2 en g6, pionnen a4, a6, c7, f3, h4 en h7. 1. Te6-e2, Kd5Xc4f, 2. Te2-d2f. l , f3<e2, 2. Dfl-f7f. l Pg2-f4, 2. Pc2-e3f. l , Da5?c5, 2. Tc4 x c5f. l Lb3Xc4, 2. Dfl-f3f enz. Goede oplossing ontvingen we van: J. Koopmans te Amsterdam, H. Vos te Zutphen, M. Dolman te Zeist, dr. M. B. Oerlemans te Heusden, H. J. Haas te Utrecht, J. S. te Zeist, J. Rietman te Dieren en J. E. Visser te Rotterdam. Verscheidene oplossers hebben zich door dezen oolijken tweezet laten verschalken. Noch 1. Te4, waarop l... Dc5, noch l.Te3, waarop 1... Pg2?f4 leiden echter tot een mat op den tweeden zet. Zesde match-partij, gespeeld 8 Juli 1915. RUSSISCHE PARTIJ Wit G. J. van Gelder 2. 3. 4. 5. e2-e4 Pgl-f3 Pf3Xe5 Pe5-f3 Ddi?e2 De zet ziet is wel goed: zet veroordeeld. 5 d2-d3 Lel?g5 Pbl?c3 Lg5-h4 Zwatt dr. A. G. Olland e7?e5 Pg8-f6 d7?d6 Pf6Xe4 er wat vreemd uit, maar hij zwart wordt tot denzelfden 6. 7. 8. 9. 10. Lh4-g3 De opspeling van Dd8-e7 Pe4-f6 Lc8?e6 h7?h6 g7-g5 de g- en h-pionnen werkt tweesnijdend; wordt de witte looper op een voorloopig weinig sterken post terug gedrongen, de opgespeelde vleugel wordt, in geval van rochade aan die zijde, voor den koning een minder veilig oord. 10 Pb8-c6 11. 0-0-0 Lf8-g7? Dit lijkt niet geheel juist te zijn. Beter was Lg4 of a6. 12. d3?d4! Want nu dreigt tegelijk d5 en Db5. 12 Pf6-d5? Waartegen deze zet een onvoldoend ver weer is; het beste was d5, maar dit ver groot de werkzaamheid van Lg3 en maakt het veld e5 voor wit heel sterk. 13. De2-b5! PdSXcS Ook Pdb4 14. d5 Lc3: 15. bc3: helpt niet. 14. b2Xc3 0-0 Zwart besluit het stuk maar te offeren en te trachten een aanval te krijgen. Anders had hij al moeten spelen 14... g4 15. Pel Ld7, 16. Pd3 0-0 hetgeen m. i. wel beter was geweest. 15. d4-d5 Le6-d7 16. d5Xc6 b7xc6 17. Db5 a5 Het is eigenlijk wel wat erg, dat wit deze partij nog verliest. 17 Ta8-b8 Wat zal zwart doen ? Voor de hand ligt f5, maar dan vervolgt wit des noods met 18. Dc7: f4 19. Td6: Tad8 20. Lc4f gevolgd door Tel. 18. Lfl-d3? Wit had maar te kiezen tusschen voorde hand liggende zetten als Pd4 of Dc7:, waarna zwart niet de minste kans heeft. In plaats daarvan laat hij toe en, nu de toren niet op d6 kan werken, zonder vergoeding dat de looper g3 wordt ingesloten. 18 f7?f5 19. h2-h4 Waardoor de insluiting erger dreigt te worden; h3 was de zet, om het dreigende g4 te voorkomen. 19. 20. 21. 22. 23. 24. g5?g4 f5?f4 c6 c5 Ld7Xb5 Lg7-e51 Pf3?d4 Lg3-h2 Pd4?b5 Ld3Xb5 Lb5-C4f Meer in aanmerking kwam c4 om de dame weer naar het centrum te kunnen brengen. 24 Kg8-h8 25. f2?f3 12e Jaargang 31 October 1915 Redacteur: K. C. DE JONGE Van Woustraat 112", Amsterdam Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. AUTEURSOPLOSSING PROBLEEM No. 60 Motto Hout" Stand. Zwart: 2, 7/9, 13, 16/19, 21, 23, 24, 29. Stand. Wit: 26/28, 32, 34, 37/40, 42, 44, 47, 48. Wit: 27-22, 37-31, 47-41, 28-22, 42:31 Zwart: 18:27, 27:36, 36:47, 17:37, 47:33 39:28, 34:11 23:32 Naspel. Wit: 31 r 22. 26-21. 1:41 en wint. Zwart: 21-27, 32-37, 16:18 Wit: 31:22, 26:17, 1-23 en wint. Zwart: 21-27, 16-21, 32-37 Wit: 31:22, 26:17, 48-42, 44-39 Zwart: 21-27, 16-21, 32-37, 37:48,48:45 17-12, 1:20! 45:7 Van dit probleem ontvingen wij nog de navolgende ontledingen. Ie Ontleding. Wit: 27-22, 38-33. 37-31. 34:1. 1:341 Zwart: 18:27, 21:38 A, ^3:32, 38:^9 A -LJ?42 : 33, 37-31 B, 34 : l! 29:38," 27:29, 23.32 B 47-41, 34:1! 23:32 Deze ontleding is winnend! De inzenders ontvangen dus l punt extra! 2e Ontleding. _Wit :_27-22,L J7-3K._32-27 Zwart: 18 : 27, 26737723 : 43? Zwart is niet verplicht 23:43 te slaan, maar slaat 21 :43 de beste en het spel wordt remise. Deze oplossing gaat dus niet op! MERKWAARDIGE STANDEN Wij ontvingen onderstaanden stand die voorgekomen is in eene partij. Zwart (15 schijven) l 6 11 16 21 26 31 36 41 46 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Wit (16 schijven) Stand. Zwart: 57, 10/15,17,18.20,22,23,30. Stand. Wit: 16, 25, 26, 29, 31, 33/36, 38, 39, 42, 44, 45, 47, 50. Zwart heeft niet veel keus van zetten, een schijf verloren en een tweede wordt door wit gewaagd. Er kunnen zich nu, wanneer zwart 23-28 speelt aardige afwikkelingen voordoen b.v. 23-28 35:34 18-23 29 : 9 A 20: 49 9:20 15:24 B 31-27 49:21 16:18 12:23 33:22 17:28 en zwart heeft de verloren schijven terug gewonnen ! A 29 : 27 20 : 49 33 : 22 49 : 21 16:27 17:28 en zwart wint ook de verloren schijven terug. Voor de hand ligt Thel maar beter dan de gespeelde is die zet geenszins. Want er zou volgen 25... g3 26. fg3: (Lgl f3) fg3: 27. Lgl Lf4f. Daarom verhindert wit dat de zwarte looper het gewichtige veld f4 bezet. Nu echter worden looper h2 en toren hl grootendeels verlamd. 25 De7-g7 26. Tdl?d3 g4-g3? Na den 14den zet heeft zwart zeer goed gespeeld, maar hier had hij veel sterker kunnen voortzetten. Want na gf3: 27. gf3: (Tf3: Dg2: 28. Tffl De4 29. Lb3 De3f 30. Kbl c4) Dg2 28. Tddl Df3: 29. Ld3 c4 is wit verloren. Nu echter wordt de uitslag twijfelachtig. 27. Lh2?gl Tb8?b6 28. Kcl?d2 In aanmerking kwam Lb3 om met c4 en Del te vervolgen en ook 28. Lc5:. 28 Tb6-bl Zwart bezet natuurlijk dadelijk de onderste lijn. 29. Lc4-b3 Wit heeft de verkeerde gedachte dat hij de b-lijn moet afdammen ; het is echter de e-lijn, waarlangs de ondergang dreigt te komen. Hij had Ld5 moeten spelen. Ook na dien zet blijven m. i. de winstkansen aan zwart ten gevolge van den zeer slechten stand der witten stukken: een snel tot de overwinning voerende weg is er voor zwart dan evenwel niet. Op 29... c6 bijv. zou dan volgen 30. Lc6: c4 31. Td6: en op 29... Te8 30. Le4 c4 31. Da4, terwijl op 29... De7 30. Le4 c4 31. Td4 en op 29... Tfb8 30. Da7: kon gespeeld worden. 29 Dg7?e7! 30. Da5-a4 Nu is Ld5 niet meer voldoende, want er zou volgen 30... c4 31. Td4 (Lc4: Lg7) Tgl: 32. Te4 Tg2:f 33. Kcl Df6 en wit moet door den pion g3 winnen. 30 Tbl?el! Tegen zulke krachtzetten is het witte spel niet meer bestand. Er dreigt Lg7. On 31. Kei volgt natuurlijk Lc3 f, terwijl, indien wit door 31. Ld5 enz. de e-lijn denkt af te zetten, zwart met de vreeslijke dreiging Tf8?b8 bl?dlf aankomt. B 49:32 45-40 15:24 31-27 22:31 Op 32:21 volgt wit 16:18, zwart 12:23, wit 33:22, zwart 17:28 met gelijk aantal schijven; dus 36:38 17-22 en zwart heeft n schijf verloren l Wanneer wij nu nog eens de stelling opzetten zpoals het diagram aangeeft, dan kunnen wij voor zwart nog anders spelen, aldus 14-19?? 25:14 de beste 22-28 of ? 34:25 de beste 2 <: 32 14:23! 18:38 42:22 17:28 31-27 32:21 26:19 !! met verloren stand voor zwart! PROBLEEM No. 63 Motto Lobs" No. XI van den wedstrijd Zwart (12 schijven) l C 11 16 21 26 31 36 41 46 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Wit (12 schijven) Stand. Zwart: 2, 6, 8, 12, 14/18, 20, 23, 25. Stand. Wit: 24, 26, 27, 29/31, 34, 35, 37, 38, 44, 46. PROBLEEM No. 64 VAN DEN AUTEUR L. LA PORTE, GOES (Ie Publicatie) Buiten mededinging Wit (11 schijven l dam) 6 11 16 21 26 31 36 41 46 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Wit (12 schijven) Stand. Zwart: 5, 7/10, 14, 17, 18, 21, 23,26, dam op 50. Stand. Wit: 24, 29/32, 34, 37, 38, 40, 41, 43,49. Oplossingen in te zenden vór 13 November aan bovenstaand adres. CORRESPONDENTIE M. Th. Ch. te A. Binnen 8 dagen kunt u de remise inzenden. H. v. S. te N. Uwe zienswijze is vol komen juist. Aan alle oplossers wordt in herinnering gebracht dat de inzendingen in ons bezit moeten zijn op den door ons gestelden datum. In de rubriek van 11 Juli hebben wij dit uitvoerig vermeld. Inzendingen die te laat worden ontvangen, kunnen niet meer ge accepteerd worden. (Stand der partij na 30. Da5?a4) ZWART d e WIT f g 31. Td3?d4 TelXgl 32. ThlXgl Le5Xd4 33. Tgl-el Ld4Xc3f Hier had wit het gerust kunnen opgeven. 34. Kd2 - c3 De7Xel 35. Kc3-b2 Del?e5f 36. Kb2?a3 De5?c3 Eenvoudiger is c4 37. Lc4: Tb8 38. Lb3 Tb5. 37. Da4?e4 Want nu had wit zij het noodeloos de partij met Dd7 Db4f (c4 38. Dc7:) 38. Kb2 c4(?) 39. De6 nog eenige zetten kunnen rekken. 37 Dc3-b4f 38. De4Xb4 c5Xb4f Geeft op. Een interessante partij. Zij het ver van correct gespeeld. Maar het spel van deze heeren is bijna altijd een zoo vinnig hand gemeen wijlen Pinedo zou zeker van hen gezegd hebben: als leeuwen gingen ze elkaar te lijf" dat het waarlijk niet te verwonderen is dat ze een enkele maal iets overzien. I. D. T.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl