Historisch Archief 1877-1940
31 Oct. '15. -, No. 2001
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VUUR NEDERLAND
Dr. M. S. KOSTER
Oud-lld in den Raad van Indië.
De nieuwe burgemeester van Hilversum.
«itittniminiHiiiiii
llllllllillllJlllllllllllllltlllllllllllllllllllllillllllltll
band waarin de staten door de constitutie
van dat jaar tot elkaar waren komen te
staan.
Als om aan te duiden in welke richting
de bevordering van de welvaart van het land
moest worden gezocht, droeg Washington
bij zijne installatie als president, eene klee
ding van inlandsche stof vervaardigd. Reeds
twee jaren na de invoering van het tarief
van 1789 kon de president in zijne bood
schap aan het congres het land met zijn
bloei gelukwenschen.
Terwijl aanvankelijk na den vrede van
Gent in 1815 de invoerrechten in Amerika
waren verdubbeld, werden zij in 1816 op
aandringen van belanghebbenden en theo
retici belangrijk verlaagd; ook toen had
evenals na den vrede van 1786, het land
zwaar onder de gevolgen van den vrede 1e
lijden. Immers met de verlaging der in
voerrechten kwamen de Engelsche waren
?wederom aan de markt, en veroorzaakten
een crisis in de Amerikaansche nijverheid.
In 1824 werden dan ook wederom de in
voerrechten verhoogd en in 1828 k wam een
beslist protectionistisch tarief tot stand.
Hiertoe had ook meegewerkt de inmid
dels gewijzigde handelspolitiek van Enge
land zelf, dat door de invoering van graan
rechten Amerika lot tegenmaatregelen had
gedreven. Als stelregel-had voor Engeland
steeds gegolden grondstoffen en landbouw
producten in te voeren, daarentegen slechts
fabrikaten uit te voeren. Aan de opkomst
van productieve krachten in Engeland was
altijd de meeste zorg besteed, en in ver
band hiermee waren steeds buitenlandsche
fabrikaten uit het land geweerd, terwijl aan
den invoer van grondstoffen en granen nooit
iets in den weg was gelegd. In dit laatste
nu was verandering gekomen. Tijdens de
oorlogen met Napoleon en Amerika waren
de graaninvoeren in Engeland natuurlijk zeer
verminderd, en bijgevolg hadden de land
eigenaars groote winsten gemaakt De grond
bezitters wilden niet gaarne afstand doen
van de voordeelen voor hen uit deze om
standigheden ontstaan, en wisten de invoe
ring van graanrechten door te drijven. Af
gezien nu van al de nadeelige invloeden
welke de graanrechten door de prijssteiging
der eerste levensbehoeften in Engeland heb
ben gehad, riepen zij eene concurrentie op
industrieel gebied in het leven. Het
NoordAmerikaansche graan en ook hun hout werd
in Engeland niet meer toegelaten; in ruil
voor de af te zetten fabrikaten wilde Engeland
slechts katoen ontvangen, en aangezien graan
en hout juist de uitvoerartikelen der Noorde
lijke Amerikaansche staten waren en de helft
van hun export naar Engeland ging, zagen
deze zich in hare levensbelangen ernstig
bedreigd.
Onder deze omstandigheden scheen eene
krachtige belemmering van den invoer van
Engelsche fabrikaten geboden. De aanvan
kelijk voor den landbouw minder benoodigde
arbeidskrachten, konden zich nu op de ont
wikkeling der industrie toeleggen, terwijl
toch van een blijvende achteruitgang in den
landbouw geen sprake was. Immers de
verEEN BLADZIJ, VAN EEN .VERLIEFDE
r ?'- IDOOR
B U U R M A N
H. [C.:
Toen ik je verliet zouden mijn vrienden
me uitgeleide doen. We waren immers allen
Amsterdammers? Het hinderde niet waar
we oorspronkelijk vandaan gekomen waren...
of het den Haag was, of Rotterdam of de
Provincie... We waren nu Amsterdammers.
We hadden ons hart opengelegd voor de
oude stad, er lag algeheele aanbidding
in onzen gelukkigen, nederigen glimlach als
onze blikken de droomerige huizenrijen
streelden. Onze liefde was zoo groot en zoo
ziende-blind als die van den eenvoudigen
minnaar met een trouw hart: [elk gebaar,
elke lijn, elk woord van de liefste is mooier
dan de grootsche kunst die is gebeiteld in
de beelden van oud-Griekenland en Rome.
En de gebaren van Amsterdam zijn
krachtig. Als men langs Kalverstraat of
Rokin komt op het kleine plein dat Dam
heet dat is als de zoete mond van de
liefste die met haar lippen de teerste indruk
ken overbrengt naar het hart dan zwaait
Amsterdam met een forschen arm den weg
open naar het Damrak, naar de ruimte, de
breedte, de eenige boulevard van Groszstadt
die ze bezit. Die weg is heerlijk als men
de stad inkomt, want het is of wijd geopende
armen u ontvangen... die weg is zwaar
voor wie heen gaat, want bij iedere schrede
is het alsof de Dam kleiner wordt als een
meerdering der bevolking, tengevolge der
ontwikkeling der industrie, bracht eene toe
nemende vraag in het land zelf naar de
landbouwproducten met zich mede.
In'1815 voerde Frankrijk invoerrechten op
vreemde fabrikaten in, om de Engelsche
artikelen te weren, en den ondergang van
eigen industrieën te verhoeden. Aan Frank
rijk waren voor dien tijd ontzaggelijke
oorIpgsschattingen opgelegd, met de bedoe-,
ling om het door den druk dezer lasten
voor geruimen tijd te verlammen. Dit resul
taat werd echter allerminst bereikt. De
beschermende rechten belemmerden
eenerzijds de invoeren en begunstigden bijgevolg
de Fransche belastingbalans, anderzijds
bevorderden zij de opkomst der eigen
nijverheid en hiermee de productieve kracht
van het land. In het tijdperk van 1815 tot
1827 heef t Frankrijk zijn industrieel productie
vermogen weten te verdubbelen *). Tegen
over de nadeelen welke de oorlogslasten
voor Frankrijk hebben gehad, staat het
groote en blijvende voordeel dat zij de
productieve krachten van het land niet
weinig hebben gestimuleerd.
Duitschland werd, na de Napoleontische
oorlogen meer dan ooit met Engelsche
waren overstroomd, zeer ten nadeele der
eigen industrieën, welke zich bovendien
door binnenlandsche tolgrenzen in hun afzet
gebied beperkt zagen, Pruisen voerde in
1818 een gematigd beschermend tarief jn,
waardoor vele der eigen riijverheidsp.roducten
op inlandsche markten tegen 'de Engelsche
waren konden concurreereri. Het voorbeeld
van Pruisen wekte in vele kleinere Duitsche
staten het verlangen tot navolging, eneenige
kleinere tplunies kwamen in den loop der
volgende jaren tot stand. De pogingen aan
gewend om te geraken tot een algemeen
Duitsch tolverbond, mislukten echter voor
alsnog.
Evenals Amerika zouden Duitsche Staten
door Engeland zelf er toe gebracht worden,
de invoeren uit dat land te bemoeilijken,
want ook in Duitschland zag men zich door
de corn laws in zijn afzetgebied der voor
naamste exportartikelen, graan en hout,
sterk beperkt.
Onder den drang van deze omstandig
heden zegevierden de voorstanders van
bescherming der eigen nijverheid zoowel in
Duitschland als in Amerika, voor de keuze
gesteld als men was, om de nieuw opge
komen productieve krachten te laten ver
stikken, of door eene wijziging van handels
politiek, tot krachtig leven te brengen.
* *
De tegenwoordige gebeurtenissen
vertoonen in meerdere opzichten gelijkenis met
die van omstreeks 100 jaren geleden. Om
bij de vermelding van enkele voorbeelden
te blijven, noemen we hier de
stikstofindustrie, in Duitschland ontstaan, en de pogin
gen tot fabrikage van kleurstoffen, in Enge
land aangewend. Ook in ons land is eene
groote verlevendiging in verschillende tak
ken van industrie te constateeren.
In dit verband mag ook gewezen worden
op eene zinsnede uit het laatste verslag van
den President der Javasche Bank, dat de
moeilijkheden in den import waarschijnlijk
in de toekomst oorzaak zullen zijn, dat men
zich ook in Nederlandsch-Indië meer op
eigen fabricage zal gaan toeleggen, terwijl
bovendien Japan en Amerika zich meer van
de markt in Nederlandsch-Indië zullen mees
ter maken.
Het is niet wél denbaar dat de regeeringen
de industrieën, met opoffering van groote
kapitalen en veelal op instigatie der over
heid ontstaan, na den oorlog aan hun lot
zullen overlaten en zoodoende eene ver
nietiging van kapitalen en productieve krach
ten zullen gedoogen.
In Duitschland schijnt een
stikstof-monopolie te worden gevestigd, teneinde de jonge
industrie tegen overrompeling uit het buiten
land te vrijwaren. De prijzen zullen lager
worden gesteld dan de gemiddelde prijzen
gedurende de laatste 10 jaren bedroegen.
Van eene sterke tijdelijke prijsdaling, ten
gevolge eener concurrentie op leven en dood,
zal het consument echter niet kunnen
profiteeren, immers overvoering der markt door
de oude leveranciers, met het doel om jonge
industrie te fnuiken, zal door deze maat
regel uitgesloten zijn.
Dat Engeland zijne nieuwe industrieën in
de steek zal laten is ook moeilijk denkbaar,
daarvoor schijnt de overheid zich nu te veel
aan hare ontwikkeling gelegen te laten
liggen,
En ons land ? Zeker is dat de bloei van
Nederland voor een groot deel zal afhangen
van de handelspolitiek na den oorlog te
volgen. Te voorzien is dat de buitenlandsche
mond die stroef zich sluiten gaat en de
breede armzwaai van het Damrak wijst naar
den forschen, hoogen steenen wal aan het
einde: het station.
Haast moederlijk-zacht is de liefde waar
mee Amsterdam wie haar liefheeft beant
woordt. In den vertrouwelijken avond is het
of een weeken arm steunend om den rug
wordt gelegd en wie van Amsterdam houdt
loopt nooit alleen door haar straten. De
stad is met hem, praat met hem, koestert
hem. Men voelt zich gelukkig, zalig, warm,
licht van gedachten. Haar stem spreekt met
het vertrouwde, oude geluid als men slentert
door de Kalverstraat of over een bruggetje
dat bolt over een stille gracht. Het licht uit
haar winkels des avonds, is zachter, voller,
inniger dan in welke stad ook...
Als de portier van American de deuren
van de groote zaal opentrekt, gaat men zijn
huiskamer binnen en een loggia of de lees
tafel daar, is het hoekje aan het venster
thuis, waar men droomend staart naar het
leven buiten, naar een intellectueel gezicht
of een mooie vrouw. Een strijkje in de Bor"
de American-Bar of op het Rembrandts-plein
is niet het gewone accompagnement bij het
café-geroes, zooals in den Haag of
Scheveningen. Het wordt de vermaning die zachtjes
spreekt en die roert het hart dat in zijn
onzuivere hoekjes de vermaning voelt. De
muziek vleit zich om dat hart, prangt te
zamen, grijpt het hart beet, knijpt het...
knijpt het tot men met een lichten snik zich
bewust wordt dat hél ver de gedachten
waren en hél diep de droom was. En diep
zuigt men de rook van zijn cigaret in,
onbestemd staren de oogen en men voelt
zich gelukkig in zijn lichte
Weltschmerzstemming die uitgaat naar de wereld en
nooit bevrediging vond.
Ik zou nog kunnen spreken over je kleu
ren, Amsterdam, over het fletse groen van
je water, het deftig-grijze van je
koopmansvraag naar onze levensmiddelen, aanmerkelijk
zal verflauwen. Daartegenover zullen onze
markten waarschijnlijk overstroomd worden
met buitenlandsche waren. Immers de bui
tenlandsche producten welke voor den oorlog
hier een afzetgebied plachten te vinden,
zullen trachten dit te herwinnen, hiernaast
is ook een toevloed te verwachten van waren,
welke door den oorlog hun afzetgebied heb
ben verloren, en hier een nieuwe markt zul
len zoeken.
Het zal bij deze en dergelijke omstandig
heden voor ons land niet gemakkelijk zijn
den besten weg te vinden. Op het
oogenblik schijnt de toekomst nog te onzeker om
eene richting te kunnen kiezen. Men zal
echter in elk geval goed doen in het oog
te houden, dat eene natie lang niet altijd
door eene toevloed van goedkoope artikelen
wordt gebaat, vooral niet wanneer die toe
vloed de opkomst van eigen productieve
krachten zal schaden of verhinderen.
Mr. H. F. VAN LEEUWEN
*) Dupin. Forces productivesdelaFrance.
Beeldhouwkunst
EEN NOODZAKELIJK IETS
De Schilderkunst in Holland heeft hare
genootschappen en haren kunsthandel; zij
is georganiseerd op velerlei wijs. Zij brengt
op tijd, en soms te on-tij, tentoonstellingen.
Zij is onophoudelijk voor onze oogen. En
er is in deze onophoudelijkheid, in deze
continuteit, dat goede, dat zij de koopers
niet loslaat en hen haast tot koopend win gt
door de kracht harer volharding. Zij kan niet
voorbij gezien word n.
En de beeldhouwkunst?
Zij vormt hiermee een te scherpe tegen
stelling; zij wordt sporadisch gevonden op
de tentoonstellingen van schilderijen; zij
heeft geen eigen genootschap, dat de krachten
van ons lana vereenigt; zij heeft geen orga
nisatie, die een vertegenwoordiging mee
brengt; zij is de schamel gehoudene.
Een groepeering is hier noodzakelijk.
En deze is noodzakelijk, omdat zij, gezien
tegenover haar (nu onwillekeurige) tegen
standster, de schilderkunst, belangrijk genoeg
is, n door haar kunnen n door 't aantal
harer beoefenaars. Want het is mij onmo
gelijk te begrijpen, dat Zijl, Mendes da Costa,
Raedecker, Rachel van Dantzig, Schreve
Yzermans, Minca de Bosch Reitz, Krop, S.
de Swait, Jacobs, Altorf, Jeltsema, Dupuis,
van Wijk, Carbasius, Dea Meeter, B. Richters,
Jacob de Graaff, Tjipke Visser, v. d. Hoef,
Bronner, G. Schwartze, Th. van Hall, en de
overigen, niet dikwijls meeren dikwijls beter
zijn naar kunnen en naar inhoud dan vele
der schilderijen, die ge overal meer dan eens
uitgestald vindt.
Een groepeering, een genootschap is noodig;
tentoonstellingen zijn gewenscht; onderling
verband dient gevonden Ik zie deze orga
nisatie met een hoofdzetel (te Amsterdam
wellicht) en met vertegenwoordigers in de
twee overige der drie steden, die ik de
beslissende steden" noem: in den Haag,
in Rotterdam. Ik zie deze groepeering ten
toonstellingen in mekaar zettend; liefst
beurtelings in een der genoemde steden,
in de meest daarvoor geschikte zalen. Ik
zie ze naast tentoonstellingen van 't werk
harer leden in 't algemeen, afzonderlijke
geven van sommige harer leden, die daar
voor de noodige geestelijke verdienste bezit
ten. Ik zie deze organisatie niet bekrompen,
niet kleinsteedsch. Ik zie haar de groote
beeldhouwers der andere landen, Frankrijk,
etc. ons voor oogen brengen; ook tot leering
der eigen leden, op dat deze zichzelf niet
alleen zalig gelooven ('t Hollandsch gevaar).
Een bibliotheek mag door haar gevormd
worden, waarin de werken van de vroegere
te vinden zijn, van de oudste periode tot
den jongsten tijd; ik zie het mooglijk, dat
een tijdschrift een paar keer 'sjaars ver
schijnt, waarin kritische besprekingen de
waarde van 't werk van 't jaar en van
anderen tijd trachten te bepalen. Ik zie dit
alles als zeer wél mooglijk.
Wanneer vangen de beeldhouwers dit
mogelijke en dit noodige werk aan ?
PLASSCHAERT
huizen en het oud-bruin van je oude gevels.
Men zou slechts meer nog merken dat ik
verliefd op je ben, van je hou, dat mijn
hart verlangt naar je. Toch heb je me vaak
van je laten weggaan met koude, harde
oogen, wreed toeziende hoe ik langzaam
s'ap voor stap zette, wanhopig, desolaat,
tot schreiens toe bewogen .., en medelijden
kende je niet. Je volle vrouwelijkheid, je
heerlijke rijpheid waren voor een ander. Je
sloeg je armen reeds koesterend om een
ander die uit het hooge station kwam waar
ik heen moest. Als ik van je wegspoorde
verlangde ik de emotie nog eens te door
leven die ik zoo goed kende: je armen te
voelen om me heen .. . eerst even maar me
aanrakend, zoodat ik zacht tril van verruk
king en diep adem ... dan te voelen hoe
je je armen toesnoert... zacht, langzaam,
maar steeds sterker... hoe je me trekt naar
je mond, naar je hart, tot ik niet meer weet
dat ik ooit je haatte en gelukkig en
bezwijmeld met je dwaal, terwijl je arm steunend
ligt om me heen.
Ik hou van je... zooveel als een mensch
van je kan houden.
Die la <tste keer... Ik zou weggaan uit
Amsterdam en zat met mijn vrienden in de
Lunchroom boven. In het midden van het
zaaltje waar alle menschen om je draaien
als ze naar een stoel zoeken. We rookten
cigaretten omdat het niet mag van de juf
frouw en cholerische ouwe heeren zou
prettig woest er om zitten te snuiven.
Te voelen dat 't zaaltje kijkt naar het
leven van vier jonge mannen die lachend
van den eenen dag in den anderen gaan, is
heerijk. De een strijkt er zijn blonden kuif
om op, de ander laat zijn ring zien, de derde
trekt wijs zijn wenkbrauwen samen en de
vierde kijkt rond alsof hij niets zag van wie
er om hem heen bewonderen.
Zie je, we zijn thuis bij haar waar we
allen van houden en die van ons houdt en
EDWARD TROE,
Koningsplein 8, Amsterdam.
DE BESTE SPECIALIST VOOR
OVERHEMDEN naar maat.
BOUWT TE HUNSPEET.
Mooie boschrtJketerrelnen.Spoor.Tram,
Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen
Mfl. DE VELUWE", Nunspeet.
TAMINIAÜ'S
? JAM ?
- American
-Eau de Cologne
wordt hei MEEST gevraagde Merk.
Imp.: JEAN MULDER, Sloterdijk.
vRAAgr
TANDMIDDELEN
Amsterdamsch Strijkkwartet"
De heeren Zimmermann, Herbschleb,
Meerloo en Qaillard hadden voor hun eerste
concert in dit seizoen kwartetten gekozen
van Mozart (C gr: t:) Debussy en v. Beet
hoven (op 127). Verschillende stijlen dus;
wat de laatste beide betreft, afwijkend
van den gewonen norm, die liefhebbers
door kwartetspel binnenshuis hebben leeren
kennen en waardeeren. Inderdaad weten de
meeste dilettanten, die overigens serieus en
we lachen omdat n van ons allén wel
treuren mag, maar niet als er twee of meer
tezamen zijn. Dan moet men lachen. Dat is
een wet die ergens geschreven moet staan
al weet ik niet waar.
De blonde ging weg en de dikke ging
weg en ze hielden lang mijn hand in de
hunne en schudden hem tien, twintig maal.
Ze zeiden: Nou kerel, kom gauw weer eens
terug hoor en wij komen jou ook eens
opzoeken." Toen was de vroolijke er nog.
Hij lachte om een l eertje met een spitsen
kuif op zijn hoofd, schudde zijn vroolijke
kop en riep: tok, tok. De menschen om ons
lachten en ik lachte. De vroolijke vroeg of
die vent geen gat in zijn hoed zou prikken
met zijn haarpunt en de man die het aan
ging werd van kwaadheid gloeiend-rood.
Lachend betaalden we, lachend gingen we
het zaaltje uit, de trap af. We stonden in
de Kalverstraat en de vroolijke schudde
mijn hand nog langer dan de beide anderen
hadden gedaan. Hij lei zijn arm op mijn
schouder en zei: Jongen... kom gauw
weer eens terug om te lachen... Ik ga
rechts, jij gaat naar het station, hè?... Hou
LIBCRTY
ceiLLUSTReeRDe CATALOGUS FRAHCO
HOCO VAM Fl_UWeCL
m
tl LA en
.75
MCTZ&G
lODSdteSTRAAT
AMSTCRDAM
etrace vERTeoenvooBDiceRS m neDeRLwm
iiiimilillllliiliiiiimillliliimilllHimiiiiiiiilimMiiiiliiliiiiiiiiiilliiiiiiii
met echte toewijding de kamermuziek-kunst
beoefenen niet wat zij met de laatste kwar
tetten van Beethoven noch met die der
modernen moeten beginnen. En daarom
mag men het zeer op prijs stellen dat het
Amsterdamsch kwartet deze werken op het
programma heeft geplaatst.
De keuze van Mozart was niet zoo ge
lukkig; er zijn van hem mooiere kwartetten.
En het was ook of de uitvoerenden niet er
in waren bij dit werk. Het andante cantabile
dat toch al vrij eentonig is met de voort
durende herhalingen der motieven werd niet
op bijzonder gelukkige wijze geëxposeerd.
Evenmin de menuet die aardig is en geestige
melodie-wendingen vertoont.
Met Debussy kwamen wij ongeveer een
eeuw verder in de geschiedenis der muziek.
In dat tijdsverloop is naar verhouding
weinig voor strijkkwartet geschreven, als
men bedenkt welk een onnoemelijk aantal
piano-werken en werkjes, liederen en orkest
stukken in dien tijd werd voortgebracht.
Dat is zeer te betreuren, te meer daar het
blijkt dat het innige, intieme van het genre
dat zich voor de uitdrukking van hevige
hartstocht, voor uitvoering in groote
ruimten niet leent, ook de lateren aantrekt.
Of misschien juist die lateren, die beu van
opgezweepte uiterlijkheid, van
krachtsvertoon en emotievolle gebaren, de voorkeur
geven aan de uiting van een sereniteit van
gevoel, een dieper geconcentreerd innerlijk
leven, dat weinig volume behoeft om stem
ming op te wekken?
Het ligt voor de hand dat Wagner, Berlioz
en hunne directe adepten niet aan kamer
muziek dachten. Des te verblijdender dat
een nieuwe strooming aanwezig is die pok
in de orkestbezetting streeft naar verfijning,
naar differentiëering, hetgeen kan wijzen op
een komende herleving der intieme kunst,
welke onafhankelhk is van uiterlijke dingen.
Debussy's kwartet is anders dan de klas
sieken en toch ook weer er aan gelijk. Zijn
themas, die uitmunten door eenvoud, ka
rakteristieke rhythmiek en gratie zijn
wel verschillend van de afgeronde
sinfonische motieven der klassieken, en steken
bijv. sterk af bij Mozarts gemakkelijk
zich buigende motieven. De opbouw der
afzonderlijke deelen echter is klassiek in de
beteekenis van onaantastbaar, logisch. Als
men de architectuur van het eerste deel
nader beschouwt staat men er, in weerwil
van het vreemde dat velen in Debussys
muziek hooren, heusch niet verwonderd over
dat hij destijds Prix de Rome-winner is
geweest. Hij zal het ruimschoots hebben
verdiend !
Het 2e deel dat in aard verwantschap met
een scherzo vertoont, heeft als thema een
omvorming van de hoofdgedachte uit het
eerste, waaruit kan blijken dat ook in dit
opzicht de meester economie, het kenmerk
van den echten kunstenaar, betracht.
Het kwartet van het hoofd der nieuwe
Fransche school vond grooten bijval bij het
publiek, hetgeen ik met genoegen constateer.
Wij zijn het Amsterdamsch kwartet dank
baar voor de uitvoering, die wel het beste
was van den avond.
SEM DRESDEN
je taai hoor... Daag." En we schudden nog
een keer elkaar de hand.
Met mijn jas over mijn schouder gegooid,
mijn valies in mijn hand, ben ik door
de Jong-Roelensteeg naar de Nieuwezijds
Voorburgwal geslopen om den Dam te ver
mijden. De wet dat ik lachen moet is ge
schreven niet voor n en dus was ik treurig.
Ik heb getracht in de lijnen der huizenrijen
meelij te vinden, maar Amsterdam had dat
niet. Ze liet me gaan, weer zooals vroeger...
Ik denk dat ze geraakt was omdat ik niet
lief en leed met haar bleef deelen. Toen
heb ik nog een poosje gezeten voor Palais
Royal, benijdend wie daar binnenging. Ik
liep treurig de Dam op, de mond die ge
voelloos nu leek en ik volgde het trotsche
gebaar dat mij het Damrak wees om te
gaan naar het station... Toen jij geen meefij
met me had, had ik het met mezelf omdat
ik je verlaten moest. En het was me alsof
de tocht naar het station een begrafenis
voor ons beider geluk was.
Ik was sentimenteel, zooals ik dat nu wér
ben en altijd ben als ik aan je denk. Ik hou
nu eenmaal van je.