De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 31 oktober pagina 3

31 oktober 1915 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

31 Oct. '15. -, No. 2001 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VUUR NEDERLAND Dr. M. S. KOSTER Oud-lld in den Raad van Indië. De nieuwe burgemeester van Hilversum. «itittniminiHiiiiii llllllllillllJlllllllllllllltlllllllllllllllllllllillllllltll band waarin de staten door de constitutie van dat jaar tot elkaar waren komen te staan. Als om aan te duiden in welke richting de bevordering van de welvaart van het land moest worden gezocht, droeg Washington bij zijne installatie als president, eene klee ding van inlandsche stof vervaardigd. Reeds twee jaren na de invoering van het tarief van 1789 kon de president in zijne bood schap aan het congres het land met zijn bloei gelukwenschen. Terwijl aanvankelijk na den vrede van Gent in 1815 de invoerrechten in Amerika waren verdubbeld, werden zij in 1816 op aandringen van belanghebbenden en theo retici belangrijk verlaagd; ook toen had evenals na den vrede van 1786, het land zwaar onder de gevolgen van den vrede 1e lijden. Immers met de verlaging der in voerrechten kwamen de Engelsche waren ?wederom aan de markt, en veroorzaakten een crisis in de Amerikaansche nijverheid. In 1824 werden dan ook wederom de in voerrechten verhoogd en in 1828 k wam een beslist protectionistisch tarief tot stand. Hiertoe had ook meegewerkt de inmid dels gewijzigde handelspolitiek van Enge land zelf, dat door de invoering van graan rechten Amerika lot tegenmaatregelen had gedreven. Als stelregel-had voor Engeland steeds gegolden grondstoffen en landbouw producten in te voeren, daarentegen slechts fabrikaten uit te voeren. Aan de opkomst van productieve krachten in Engeland was altijd de meeste zorg besteed, en in ver band hiermee waren steeds buitenlandsche fabrikaten uit het land geweerd, terwijl aan den invoer van grondstoffen en granen nooit iets in den weg was gelegd. In dit laatste nu was verandering gekomen. Tijdens de oorlogen met Napoleon en Amerika waren de graaninvoeren in Engeland natuurlijk zeer verminderd, en bijgevolg hadden de land eigenaars groote winsten gemaakt De grond bezitters wilden niet gaarne afstand doen van de voordeelen voor hen uit deze om standigheden ontstaan, en wisten de invoe ring van graanrechten door te drijven. Af gezien nu van al de nadeelige invloeden welke de graanrechten door de prijssteiging der eerste levensbehoeften in Engeland heb ben gehad, riepen zij eene concurrentie op industrieel gebied in het leven. Het NoordAmerikaansche graan en ook hun hout werd in Engeland niet meer toegelaten; in ruil voor de af te zetten fabrikaten wilde Engeland slechts katoen ontvangen, en aangezien graan en hout juist de uitvoerartikelen der Noorde lijke Amerikaansche staten waren en de helft van hun export naar Engeland ging, zagen deze zich in hare levensbelangen ernstig bedreigd. Onder deze omstandigheden scheen eene krachtige belemmering van den invoer van Engelsche fabrikaten geboden. De aanvan kelijk voor den landbouw minder benoodigde arbeidskrachten, konden zich nu op de ont wikkeling der industrie toeleggen, terwijl toch van een blijvende achteruitgang in den landbouw geen sprake was. Immers de verEEN BLADZIJ, VAN EEN .VERLIEFDE r ?'- IDOOR B U U R M A N H. [C.: Toen ik je verliet zouden mijn vrienden me uitgeleide doen. We waren immers allen Amsterdammers? Het hinderde niet waar we oorspronkelijk vandaan gekomen waren... of het den Haag was, of Rotterdam of de Provincie... We waren nu Amsterdammers. We hadden ons hart opengelegd voor de oude stad, er lag algeheele aanbidding in onzen gelukkigen, nederigen glimlach als onze blikken de droomerige huizenrijen streelden. Onze liefde was zoo groot en zoo ziende-blind als die van den eenvoudigen minnaar met een trouw hart: [elk gebaar, elke lijn, elk woord van de liefste is mooier dan de grootsche kunst die is gebeiteld in de beelden van oud-Griekenland en Rome. En de gebaren van Amsterdam zijn krachtig. Als men langs Kalverstraat of Rokin komt op het kleine plein dat Dam heet dat is als de zoete mond van de liefste die met haar lippen de teerste indruk ken overbrengt naar het hart dan zwaait Amsterdam met een forschen arm den weg open naar het Damrak, naar de ruimte, de breedte, de eenige boulevard van Groszstadt die ze bezit. Die weg is heerlijk als men de stad inkomt, want het is of wijd geopende armen u ontvangen... die weg is zwaar voor wie heen gaat, want bij iedere schrede is het alsof de Dam kleiner wordt als een meerdering der bevolking, tengevolge der ontwikkeling der industrie, bracht eene toe nemende vraag in het land zelf naar de landbouwproducten met zich mede. In'1815 voerde Frankrijk invoerrechten op vreemde fabrikaten in, om de Engelsche artikelen te weren, en den ondergang van eigen industrieën te verhoeden. Aan Frank rijk waren voor dien tijd ontzaggelijke oorIpgsschattingen opgelegd, met de bedoe-, ling om het door den druk dezer lasten voor geruimen tijd te verlammen. Dit resul taat werd echter allerminst bereikt. De beschermende rechten belemmerden eenerzijds de invoeren en begunstigden bijgevolg de Fransche belastingbalans, anderzijds bevorderden zij de opkomst der eigen nijverheid en hiermee de productieve kracht van het land. In het tijdperk van 1815 tot 1827 heef t Frankrijk zijn industrieel productie vermogen weten te verdubbelen *). Tegen over de nadeelen welke de oorlogslasten voor Frankrijk hebben gehad, staat het groote en blijvende voordeel dat zij de productieve krachten van het land niet weinig hebben gestimuleerd. Duitschland werd, na de Napoleontische oorlogen meer dan ooit met Engelsche waren overstroomd, zeer ten nadeele der eigen industrieën, welke zich bovendien door binnenlandsche tolgrenzen in hun afzet gebied beperkt zagen, Pruisen voerde in 1818 een gematigd beschermend tarief jn, waardoor vele der eigen riijverheidsp.roducten op inlandsche markten tegen 'de Engelsche waren konden concurreereri. Het voorbeeld van Pruisen wekte in vele kleinere Duitsche staten het verlangen tot navolging, eneenige kleinere tplunies kwamen in den loop der volgende jaren tot stand. De pogingen aan gewend om te geraken tot een algemeen Duitsch tolverbond, mislukten echter voor alsnog. Evenals Amerika zouden Duitsche Staten door Engeland zelf er toe gebracht worden, de invoeren uit dat land te bemoeilijken, want ook in Duitschland zag men zich door de corn laws in zijn afzetgebied der voor naamste exportartikelen, graan en hout, sterk beperkt. Onder den drang van deze omstandig heden zegevierden de voorstanders van bescherming der eigen nijverheid zoowel in Duitschland als in Amerika, voor de keuze gesteld als men was, om de nieuw opge komen productieve krachten te laten ver stikken, of door eene wijziging van handels politiek, tot krachtig leven te brengen. * * De tegenwoordige gebeurtenissen vertoonen in meerdere opzichten gelijkenis met die van omstreeks 100 jaren geleden. Om bij de vermelding van enkele voorbeelden te blijven, noemen we hier de stikstofindustrie, in Duitschland ontstaan, en de pogin gen tot fabrikage van kleurstoffen, in Enge land aangewend. Ook in ons land is eene groote verlevendiging in verschillende tak ken van industrie te constateeren. In dit verband mag ook gewezen worden op eene zinsnede uit het laatste verslag van den President der Javasche Bank, dat de moeilijkheden in den import waarschijnlijk in de toekomst oorzaak zullen zijn, dat men zich ook in Nederlandsch-Indië meer op eigen fabricage zal gaan toeleggen, terwijl bovendien Japan en Amerika zich meer van de markt in Nederlandsch-Indië zullen mees ter maken. Het is niet wél denbaar dat de regeeringen de industrieën, met opoffering van groote kapitalen en veelal op instigatie der over heid ontstaan, na den oorlog aan hun lot zullen overlaten en zoodoende eene ver nietiging van kapitalen en productieve krach ten zullen gedoogen. In Duitschland schijnt een stikstof-monopolie te worden gevestigd, teneinde de jonge industrie tegen overrompeling uit het buiten land te vrijwaren. De prijzen zullen lager worden gesteld dan de gemiddelde prijzen gedurende de laatste 10 jaren bedroegen. Van eene sterke tijdelijke prijsdaling, ten gevolge eener concurrentie op leven en dood, zal het consument echter niet kunnen profiteeren, immers overvoering der markt door de oude leveranciers, met het doel om jonge industrie te fnuiken, zal door deze maat regel uitgesloten zijn. Dat Engeland zijne nieuwe industrieën in de steek zal laten is ook moeilijk denkbaar, daarvoor schijnt de overheid zich nu te veel aan hare ontwikkeling gelegen te laten liggen, En ons land ? Zeker is dat de bloei van Nederland voor een groot deel zal afhangen van de handelspolitiek na den oorlog te volgen. Te voorzien is dat de buitenlandsche mond die stroef zich sluiten gaat en de breede armzwaai van het Damrak wijst naar den forschen, hoogen steenen wal aan het einde: het station. Haast moederlijk-zacht is de liefde waar mee Amsterdam wie haar liefheeft beant woordt. In den vertrouwelijken avond is het of een weeken arm steunend om den rug wordt gelegd en wie van Amsterdam houdt loopt nooit alleen door haar straten. De stad is met hem, praat met hem, koestert hem. Men voelt zich gelukkig, zalig, warm, licht van gedachten. Haar stem spreekt met het vertrouwde, oude geluid als men slentert door de Kalverstraat of over een bruggetje dat bolt over een stille gracht. Het licht uit haar winkels des avonds, is zachter, voller, inniger dan in welke stad ook... Als de portier van American de deuren van de groote zaal opentrekt, gaat men zijn huiskamer binnen en een loggia of de lees tafel daar, is het hoekje aan het venster thuis, waar men droomend staart naar het leven buiten, naar een intellectueel gezicht of een mooie vrouw. Een strijkje in de Bor" de American-Bar of op het Rembrandts-plein is niet het gewone accompagnement bij het café-geroes, zooals in den Haag of Scheveningen. Het wordt de vermaning die zachtjes spreekt en die roert het hart dat in zijn onzuivere hoekjes de vermaning voelt. De muziek vleit zich om dat hart, prangt te zamen, grijpt het hart beet, knijpt het... knijpt het tot men met een lichten snik zich bewust wordt dat hél ver de gedachten waren en hél diep de droom was. En diep zuigt men de rook van zijn cigaret in, onbestemd staren de oogen en men voelt zich gelukkig in zijn lichte Weltschmerzstemming die uitgaat naar de wereld en nooit bevrediging vond. Ik zou nog kunnen spreken over je kleu ren, Amsterdam, over het fletse groen van je water, het deftig-grijze van je koopmansvraag naar onze levensmiddelen, aanmerkelijk zal verflauwen. Daartegenover zullen onze markten waarschijnlijk overstroomd worden met buitenlandsche waren. Immers de bui tenlandsche producten welke voor den oorlog hier een afzetgebied plachten te vinden, zullen trachten dit te herwinnen, hiernaast is ook een toevloed te verwachten van waren, welke door den oorlog hun afzetgebied heb ben verloren, en hier een nieuwe markt zul len zoeken. Het zal bij deze en dergelijke omstandig heden voor ons land niet gemakkelijk zijn den besten weg te vinden. Op het oogenblik schijnt de toekomst nog te onzeker om eene richting te kunnen kiezen. Men zal echter in elk geval goed doen in het oog te houden, dat eene natie lang niet altijd door eene toevloed van goedkoope artikelen wordt gebaat, vooral niet wanneer die toe vloed de opkomst van eigen productieve krachten zal schaden of verhinderen. Mr. H. F. VAN LEEUWEN *) Dupin. Forces productivesdelaFrance. Beeldhouwkunst EEN NOODZAKELIJK IETS De Schilderkunst in Holland heeft hare genootschappen en haren kunsthandel; zij is georganiseerd op velerlei wijs. Zij brengt op tijd, en soms te on-tij, tentoonstellingen. Zij is onophoudelijk voor onze oogen. En er is in deze onophoudelijkheid, in deze continuteit, dat goede, dat zij de koopers niet loslaat en hen haast tot koopend win gt door de kracht harer volharding. Zij kan niet voorbij gezien word n. En de beeldhouwkunst? Zij vormt hiermee een te scherpe tegen stelling; zij wordt sporadisch gevonden op de tentoonstellingen van schilderijen; zij heeft geen eigen genootschap, dat de krachten van ons lana vereenigt; zij heeft geen orga nisatie, die een vertegenwoordiging mee brengt; zij is de schamel gehoudene. Een groepeering is hier noodzakelijk. En deze is noodzakelijk, omdat zij, gezien tegenover haar (nu onwillekeurige) tegen standster, de schilderkunst, belangrijk genoeg is, n door haar kunnen n door 't aantal harer beoefenaars. Want het is mij onmo gelijk te begrijpen, dat Zijl, Mendes da Costa, Raedecker, Rachel van Dantzig, Schreve Yzermans, Minca de Bosch Reitz, Krop, S. de Swait, Jacobs, Altorf, Jeltsema, Dupuis, van Wijk, Carbasius, Dea Meeter, B. Richters, Jacob de Graaff, Tjipke Visser, v. d. Hoef, Bronner, G. Schwartze, Th. van Hall, en de overigen, niet dikwijls meeren dikwijls beter zijn naar kunnen en naar inhoud dan vele der schilderijen, die ge overal meer dan eens uitgestald vindt. Een groepeering, een genootschap is noodig; tentoonstellingen zijn gewenscht; onderling verband dient gevonden Ik zie deze orga nisatie met een hoofdzetel (te Amsterdam wellicht) en met vertegenwoordigers in de twee overige der drie steden, die ik de beslissende steden" noem: in den Haag, in Rotterdam. Ik zie deze groepeering ten toonstellingen in mekaar zettend; liefst beurtelings in een der genoemde steden, in de meest daarvoor geschikte zalen. Ik zie ze naast tentoonstellingen van 't werk harer leden in 't algemeen, afzonderlijke geven van sommige harer leden, die daar voor de noodige geestelijke verdienste bezit ten. Ik zie deze organisatie niet bekrompen, niet kleinsteedsch. Ik zie haar de groote beeldhouwers der andere landen, Frankrijk, etc. ons voor oogen brengen; ook tot leering der eigen leden, op dat deze zichzelf niet alleen zalig gelooven ('t Hollandsch gevaar). Een bibliotheek mag door haar gevormd worden, waarin de werken van de vroegere te vinden zijn, van de oudste periode tot den jongsten tijd; ik zie het mooglijk, dat een tijdschrift een paar keer 'sjaars ver schijnt, waarin kritische besprekingen de waarde van 't werk van 't jaar en van anderen tijd trachten te bepalen. Ik zie dit alles als zeer wél mooglijk. Wanneer vangen de beeldhouwers dit mogelijke en dit noodige werk aan ? PLASSCHAERT huizen en het oud-bruin van je oude gevels. Men zou slechts meer nog merken dat ik verliefd op je ben, van je hou, dat mijn hart verlangt naar je. Toch heb je me vaak van je laten weggaan met koude, harde oogen, wreed toeziende hoe ik langzaam s'ap voor stap zette, wanhopig, desolaat, tot schreiens toe bewogen .., en medelijden kende je niet. Je volle vrouwelijkheid, je heerlijke rijpheid waren voor een ander. Je sloeg je armen reeds koesterend om een ander die uit het hooge station kwam waar ik heen moest. Als ik van je wegspoorde verlangde ik de emotie nog eens te door leven die ik zoo goed kende: je armen te voelen om me heen .. . eerst even maar me aanrakend, zoodat ik zacht tril van verruk king en diep adem ... dan te voelen hoe je je armen toesnoert... zacht, langzaam, maar steeds sterker... hoe je me trekt naar je mond, naar je hart, tot ik niet meer weet dat ik ooit je haatte en gelukkig en bezwijmeld met je dwaal, terwijl je arm steunend ligt om me heen. Ik hou van je... zooveel als een mensch van je kan houden. Die la <tste keer... Ik zou weggaan uit Amsterdam en zat met mijn vrienden in de Lunchroom boven. In het midden van het zaaltje waar alle menschen om je draaien als ze naar een stoel zoeken. We rookten cigaretten omdat het niet mag van de juf frouw en cholerische ouwe heeren zou prettig woest er om zitten te snuiven. Te voelen dat 't zaaltje kijkt naar het leven van vier jonge mannen die lachend van den eenen dag in den anderen gaan, is heerijk. De een strijkt er zijn blonden kuif om op, de ander laat zijn ring zien, de derde trekt wijs zijn wenkbrauwen samen en de vierde kijkt rond alsof hij niets zag van wie er om hem heen bewonderen. Zie je, we zijn thuis bij haar waar we allen van houden en die van ons houdt en EDWARD TROE, Koningsplein 8, Amsterdam. DE BESTE SPECIALIST VOOR OVERHEMDEN naar maat. BOUWT TE HUNSPEET. Mooie boschrtJketerrelnen.Spoor.Tram, Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen Mfl. DE VELUWE", Nunspeet. TAMINIAÜ'S ? JAM ? - American -Eau de Cologne wordt hei MEEST gevraagde Merk. Imp.: JEAN MULDER, Sloterdijk. vRAAgr TANDMIDDELEN Amsterdamsch Strijkkwartet" De heeren Zimmermann, Herbschleb, Meerloo en Qaillard hadden voor hun eerste concert in dit seizoen kwartetten gekozen van Mozart (C gr: t:) Debussy en v. Beet hoven (op 127). Verschillende stijlen dus; wat de laatste beide betreft, afwijkend van den gewonen norm, die liefhebbers door kwartetspel binnenshuis hebben leeren kennen en waardeeren. Inderdaad weten de meeste dilettanten, die overigens serieus en we lachen omdat n van ons allén wel treuren mag, maar niet als er twee of meer tezamen zijn. Dan moet men lachen. Dat is een wet die ergens geschreven moet staan al weet ik niet waar. De blonde ging weg en de dikke ging weg en ze hielden lang mijn hand in de hunne en schudden hem tien, twintig maal. Ze zeiden: Nou kerel, kom gauw weer eens terug hoor en wij komen jou ook eens opzoeken." Toen was de vroolijke er nog. Hij lachte om een l eertje met een spitsen kuif op zijn hoofd, schudde zijn vroolijke kop en riep: tok, tok. De menschen om ons lachten en ik lachte. De vroolijke vroeg of die vent geen gat in zijn hoed zou prikken met zijn haarpunt en de man die het aan ging werd van kwaadheid gloeiend-rood. Lachend betaalden we, lachend gingen we het zaaltje uit, de trap af. We stonden in de Kalverstraat en de vroolijke schudde mijn hand nog langer dan de beide anderen hadden gedaan. Hij lei zijn arm op mijn schouder en zei: Jongen... kom gauw weer eens terug om te lachen... Ik ga rechts, jij gaat naar het station, hè?... Hou LIBCRTY ceiLLUSTReeRDe CATALOGUS FRAHCO HOCO VAM Fl_UWeCL m tl LA en .75 MCTZ&G lODSdteSTRAAT AMSTCRDAM etrace vERTeoenvooBDiceRS m neDeRLwm iiiimilillllliiliiiiimillliliimilllHimiiiiiiiilimMiiiiliiliiiiiiiiiilliiiiiiii met echte toewijding de kamermuziek-kunst beoefenen niet wat zij met de laatste kwar tetten van Beethoven noch met die der modernen moeten beginnen. En daarom mag men het zeer op prijs stellen dat het Amsterdamsch kwartet deze werken op het programma heeft geplaatst. De keuze van Mozart was niet zoo ge lukkig; er zijn van hem mooiere kwartetten. En het was ook of de uitvoerenden niet er in waren bij dit werk. Het andante cantabile dat toch al vrij eentonig is met de voort durende herhalingen der motieven werd niet op bijzonder gelukkige wijze geëxposeerd. Evenmin de menuet die aardig is en geestige melodie-wendingen vertoont. Met Debussy kwamen wij ongeveer een eeuw verder in de geschiedenis der muziek. In dat tijdsverloop is naar verhouding weinig voor strijkkwartet geschreven, als men bedenkt welk een onnoemelijk aantal piano-werken en werkjes, liederen en orkest stukken in dien tijd werd voortgebracht. Dat is zeer te betreuren, te meer daar het blijkt dat het innige, intieme van het genre dat zich voor de uitdrukking van hevige hartstocht, voor uitvoering in groote ruimten niet leent, ook de lateren aantrekt. Of misschien juist die lateren, die beu van opgezweepte uiterlijkheid, van krachtsvertoon en emotievolle gebaren, de voorkeur geven aan de uiting van een sereniteit van gevoel, een dieper geconcentreerd innerlijk leven, dat weinig volume behoeft om stem ming op te wekken? Het ligt voor de hand dat Wagner, Berlioz en hunne directe adepten niet aan kamer muziek dachten. Des te verblijdender dat een nieuwe strooming aanwezig is die pok in de orkestbezetting streeft naar verfijning, naar differentiëering, hetgeen kan wijzen op een komende herleving der intieme kunst, welke onafhankelhk is van uiterlijke dingen. Debussy's kwartet is anders dan de klas sieken en toch ook weer er aan gelijk. Zijn themas, die uitmunten door eenvoud, ka rakteristieke rhythmiek en gratie zijn wel verschillend van de afgeronde sinfonische motieven der klassieken, en steken bijv. sterk af bij Mozarts gemakkelijk zich buigende motieven. De opbouw der afzonderlijke deelen echter is klassiek in de beteekenis van onaantastbaar, logisch. Als men de architectuur van het eerste deel nader beschouwt staat men er, in weerwil van het vreemde dat velen in Debussys muziek hooren, heusch niet verwonderd over dat hij destijds Prix de Rome-winner is geweest. Hij zal het ruimschoots hebben verdiend ! Het 2e deel dat in aard verwantschap met een scherzo vertoont, heeft als thema een omvorming van de hoofdgedachte uit het eerste, waaruit kan blijken dat ook in dit opzicht de meester economie, het kenmerk van den echten kunstenaar, betracht. Het kwartet van het hoofd der nieuwe Fransche school vond grooten bijval bij het publiek, hetgeen ik met genoegen constateer. Wij zijn het Amsterdamsch kwartet dank baar voor de uitvoering, die wel het beste was van den avond. SEM DRESDEN je taai hoor... Daag." En we schudden nog een keer elkaar de hand. Met mijn jas over mijn schouder gegooid, mijn valies in mijn hand, ben ik door de Jong-Roelensteeg naar de Nieuwezijds Voorburgwal geslopen om den Dam te ver mijden. De wet dat ik lachen moet is ge schreven niet voor n en dus was ik treurig. Ik heb getracht in de lijnen der huizenrijen meelij te vinden, maar Amsterdam had dat niet. Ze liet me gaan, weer zooals vroeger... Ik denk dat ze geraakt was omdat ik niet lief en leed met haar bleef deelen. Toen heb ik nog een poosje gezeten voor Palais Royal, benijdend wie daar binnenging. Ik liep treurig de Dam op, de mond die ge voelloos nu leek en ik volgde het trotsche gebaar dat mij het Damrak wees om te gaan naar het station... Toen jij geen meefij met me had, had ik het met mezelf omdat ik je verlaten moest. En het was me alsof de tocht naar het station een begrafenis voor ons beider geluk was. Ik was sentimenteel, zooals ik dat nu wér ben en altijd ben als ik aan je denk. Ik hou nu eenmaal van je.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl