Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
31 Oct. '15. No. 2001
Waschinrichting voor kleeren
Kromoblanda. Over het vraagstuk van
het wonen in Kromo's groote land",
1ste deel, door H. F. TILLEMA,
19151916. Met 86 fotografieën en een groot
aantal kaarten.
Op Java is Batavia de stad van de
regeeringscolleges, Soerabaia die der handels
kringen, maar Semarang is een stad waar
men uren lang met iemand kan praten,
zonder dat bepaalde personen of persoonlijke
zaken worden besproken." Deze eigenaar
dige, schijnbaar zoo weinig samenhangende
karakteriseering van de derde Javaansche
havenstad, kan men menigmaal in Indië
hooren en wanneer men dan, niet als toerist
maar als iemand die daar een bepaald werk
te doen heeft, Samarang bezoekt, krijgt men
den indruk dat er veel juists is in deze
kenschetsing. In Samarang vindt men een
levendige belangstelling voor vele zaken,
men laat zich door lezingen en excursies
met bevoegde personen over allerlei vraag
stukken op technisch en wetenschappelijk
gebied inlichten, maar de belangstelling is
misschien wel het grootst op het gebied
der hygiëne, wat mogelijk daaraan is toe
te schrijven dat vooral de malaria deze stad
ernstig benadeeld heeft en dit nog doet.
Vele van onze voormannen op
tropenhygiënisch gebied hebben in deze stad ge
werkt of doen dit nog. Ik herinner aan de
belangwekkende controversen tusschen de
Vogel en Terburgh over de beste
bestrijdingswijze der malaria, het groote werk
van de Vogel voor de stichting van de
Semarangsche waterleiding en de verplaat
sing van een gedeelte der stad (ook der
inlandsche wijken) naar het gezonde heu
velgebied van Nova Semawis," en de krach
tige voortzetting van de Vogel's streven
door zijn opvolger Lim., de onvermoeide
pogingen van de arts mevr. Stokvis en zoo
vele andere prestaties op hygiënisch gebied,
te veel om op te noemen, die getuigen van
een warme belangstelling voor het welzijn
van den inlander. Dat zich deze belangstel
ling voor de hygiëne eok bij andere dan
gouvernementsambtenaren, in daden weet
om te zetten, leerde mij de bezichtiging
van een inrichting tot het bereiden van
hygiënisch zuivere dranken, waar alle zorg
besteed werd om verontreiniging der vloei
stoffen te voorkomen, niet alleen door het
gebruik van steriel water, maar ook door
het handhaven van de grootste reinheid
onder het inlandsche personeel, waarbij
vooral op goede waschinrichtingen en on
berispelijke W.C.'s gelet werd. De zorg
dezer inrichting ging zoover, dat voor de
kleinere beurzen van de klerken der han
delskantoren, in ijs gekoeld steriel water in
fleschjes voor geringen prijs ter beschikking
werd gesteld, zoodat zich ook dezen, zonder
gevaar voor besmetting door het lang niet
altijd zuivere ijs, met een koelen dronk
konden laven. De oprichter en leider dezer
inrichting was Tillema, de schrijver van
het hier te bespreken werk, die, geheel n
met het boven in enkele trekken geschil
derde Semarangsche milieu, ook in zijn
functie als gemeenteraadslid van Semarang
de pogingen der hygiënisten steeds met
warme belangstelling ontving en met kracht
steunde.
In dit boek, waarvan ik den oorsprong
hier in het kort aangaf en dat door den
schrijver met den naam Kromoblanda" dat
is Javaan-Hollander" is betiteld, met welken
titel hij heeft willen aangeven de verhouding
van den Hollander tot den Javaan en de
verplichtingen die de eerste ten opzichte
van den laatsten heeft, wordt na een
algemeene inleiding, vooral de drink-,
waschen badwater voorziening in verschillende
centra van onzen Archipel behandeld. Dat
iiilliiiiiiiillllliitiiiiiiiiiiMiiiifiliiiiiiiiiiiunillliilliiiiMiiiiiiiiMiiiiiiiliiiiniiiiiiitiiiiiiiitMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiliiiiniiiii
De Schenking-BURGER aan het
Rotterdamsche Archief
C. P. Burger omstreeks 1850
Sinds lang was het te Rotterdam geen
geheim meer, dat heel in 't noorden van ons
land, te Leeuwarden, een rijke collectie
Rotterdamsche prenten berustte. Er waren
na den dood van den eigenaar, zelfs reeds
stemmen vernomen, die zeiden, dat naar alle
waarschijnlijkheid, de verzamelingaan het Rot
terdamsche gemeente-archief geschonken zou
worden ; want men wist dat de verzamelaar,
van geboorte en afkomst Rotterdammer, voor
zijn vaderstad altijd een bijzondere liefde
gehouden had. Het was dan ook in overeen
stemming met zijnen wensch, dat zijne
erfgenamen, nu eenige maanden geleden, de
verzameling aan het gemeentebestuur van
Rotterdam aanboden, met het verzoek er
alle prenten uit te kiezen, waarvan de ge
meente nog geen exemplaar bezat.
Dat van dit zeldzame aanbod gaarne ge
bruik gemaakt werd, spreekt vanzelf en het
resultaat was, dat de atlas van Rotterdam,
Roterodamum Illustratum, die bewaard wordt
in het archiefgebouw aan de Mathenesserlaan,
met een 115-tal nummers verrijkt werd.
Deze zijn daar thans gedurende eenige
dagen voor alle belangstellenden ter be
zichtiging gesteld. Ten einde ook buiten
Rotterdam de aandacht op deze rijke schenking
te vestigen, voldoe ik gaarne aan het ver
zoek der redactie om hier enkele der be
langrijkste stukken uit de verzameling te
bespreken.
Vooraf nog een enkel woord over hem,
die al deze voor de topographie en de
historie van onze stad zoo waardevolle
stukken bij elkaar bracht.
Combertus Pieter Burger werd geboren
te Rotterdam 25 April 1825. Zijn vader,
Dionijs Burger, was hier cargadoor en consul
van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika.
De vader legde den grondslag voor de
verzameling, die door den zoon, wien waar
schijnlijk ook van de zijde zijner moeder,
Anna van Ryckevorsel, de verzamellust in
het bloed zat, tot een der belangrijkste
Roterodamiana van ons heele land zou
worden gemaakt.
Nadat deze in 1851 tot phil. nat. dr. ge
promoveerd was en op verschillende plaatsen
als leeraar bij het hooger onderwijs was
werkzaam geweest, werd hij in 1864 tot
hoogleeraar aan de Polytechnische school
De rivier als badplaats en W. C.
De oude Delftsche poort, afgebroken in 1766
Javaansche vrouw die haar waterkruik aan
de rivier gevuld heeft. Men lette op de niet
zeer hygiënische wijze waarop zij de kruik
vasthoudt
hierbij Semarang een belangrijke plaats in
neemt is niet te verwonderen en vergeefelijk
is het, wanneer de schrijver den lezer op
menige bijzonderheid van den soms weinig
verkwikkelijken strijd, die aan de opening
der Semarangsche waterleiding voorafging
vergast. Die strijd, waaraan hij zulk een
werkzaam aandeel nam, lag hem nog zoo
versch in het geheugen!
Naast deze plaatselijke bijzonderheden,
die Tillema op grond van beantwoordingen
eener door hem rondgezonden vragenlijst
verzamelde, die voor latere werkers op dit
gebied zonder twijfel van groote waarde
zullen zijn en die dan ook als het belang
rijkste deel van het werk moeten worden
beschouwd, geeft schrijver meer algemeene
beschouwingen over zijn onderwerp, die
ook voor den belangstellenden leek van
waarde zijn. Hij wijst in de inleiding op
grond van de reeds opgedane ervaringen,
op de groote oeconomische beteekenis van
de tropenhygiene. De ontwikkeling van
cultuurondernemingen hangt niet uitsluitend
af van den toevoer van kapitaal, maar staat
ook in nauw verband met dien van voldoende
werkvolk en met den gezondheidstoestand
van dit werkvolk, zoowel tijdens als nadien
aanvoer. Wil men" zoo zegt Tillema,
Borneo, Celebes, Sumatra landen die be
volkingen van een werelddeel kunnen be
vatten en voeden tot ontwikkeling brengen,
dan dient naast den pionier te staan "de
hygiënist met als hoogste raadslieden den
leider van den Burgerlijken Geneeskundigen
Dienst en de hygiënisten van het Koloniaal
Instituut."
Wanneer schrijver tot zijn eigenlijk
onderwerp, het water, overgaat, wijst hij
op de groote misstanden die op dit ge
bied heersenen: Drinkwaterputten die in
de onmiddellijke nabijheid van open riolen
gelegen zijn, waardoor de mogelijkheid van
sterke verontreiniging met menschelijke uit
werpselen gegeven is; touwen van water
emmers, verontreinigd door handen die
zooeven een choleralijder geholpen of een
Waschplaats voor rijst
choleralijk afgelegd hebben; baden, ontlasten
en mondspoelen van verschillende personen
in elkanders onmiddellijke nabijheid in n
rivier en wasschen van lijfgoederen in die
zelfde rivier, enz. Dat ook het als zuiver
bekend staande bergwater dezen naam ten
onrechte draagt en van groot gevaar kan
zijn voor verbruiker, wordt, evenals vele
andere door Tillema betoogde stellingen,
met belangwekkende fotografieën toegelicht.
Deze fotografiieën, waarvan er hier enkele
worden gereproduceerd, vormen niet het
minst waardevolle resultaat van schrijver's
vlijt.
Het werk, dat een ieder die in de Indisch
hygiënische vraagstukken belangstelt, warm
ter lezing kan worden aanbevolen, eindigt
met een samen-vatting van het gesprokene
en een opwekking aan allen die dit aangaat,
om een algemeene watervoorziening tot
stand te doen komen, waarvan niet alleen
de Europeaan, maar vooral de inlander,
die werkelijk niet zoo gesteld is op vuil
water als men wel eens uit gemakzucht
wil aannemen, gratis gebruik kan maken.
Dr. N. H. SWELLENGREBEL
Inhoud van Tijdschriften:
La Revue de Hollande, Oct. '15: J. G.
Prod'homme, Richard Wagner et Ie public
frangais. Ph. Zilcken, Le Musée Mesdag
a Ia Haye. AndréDumas, Amour.
Augusta de Witt, Le chasseur. N.
Beauduin, J'imagine. A. v. Schendel, Le
Vagabond Amoreux. Journal inedit. P. C.
Boutens, A. Elisabeth. - G. S. de Solpray,
Vérités toutes mees. Lettres d'un chinois.
Revue des Revues.
*
*
te Delft benoemd, welk ambt hij drie jaren
bekleedde, om daarna, met behoud van den
hoogleeraarstitel, van 1867?1892 directeur
der rijks hoogere burgerschool te Leeuwarden
te zijn, waar hij 15 Januari 1908 overleed.
Ofschoon hij eigenlijk zijn heele leven lang
verzamelde, zal vooral het neerleggen van
zijn ambtelijke bezigheden hem tijd en ge
legenheid gegeven hebben om de collectie
te completeeren en te ordenen.
De fraaiste stukken uit de verzameling
zijn ongetwijfeld de beide teekeningen, door
den Rotterdamschen teekenaar Gerrit Groene
wegen (1754?1826) omstreeks 1800 ver
vaardigd. De eerste stelt de witte
arduinsteenen Wester Nieuwe hoofdpoort voor aan
den westkant van de Leuvehaven, terwijl de
andere een kijkje geeft op den achterkant
van de bekende Oude hoofdpoort. Beide
prachtige poorten zijn thans helaas ver
dwenen, de eerste werd afgebroken in 1854,
de laatste onderging twee jaar later het
zelfde lot.
Ook van de andere Rotterdamsche poorten
zijn belangrijke afbeeldingen aaswezig, de
oude Delftsche poort, die afgebroken werd
in 1766, prijkt er in al haar luister op een
gewasschen teekening in O.-I. inkt; de
nieuwe Delftsche Poort (de eenige thans
nogaanwezigejiseveneens vertegenwoordigd,
de Goudsche Poort, deBinnenwegsche Poort,
de Schiedamsche Poort en de Oostpoort
komen er voor op gekleurde kopergravures.
Dan zijn er vier oolijke teekeningen, waar
schijnlijk van Adriaan Groenendijk, die in
1755 te Rotterdam geboren werd. De eene
stelt voor de Schie met St. Laurens en
Delftsche Poort op den achtergrond, de drie
andere zijn gezichten op en bij Rotterdam.
De St. Laurenstoren uit den tijd, dat deze
een houten spits droeg 1621?1645, en de
Zuiderkerk zijn in teekening aanwezig.
Een fijne penteekening, hoewel topografisch
van minder belang, is er nog van de Leuve
haven, terwijl enkele aquarellen van
Maangezichten de archiefverzameling completeeren.
Bijzonder aardig zijn twee gekleurde
kinderprenten uit het begin der 19de eeuw,
beide uitgegeven bij D. Versnel te Rotterdam.
De eene is een gezicht op het
Gemeentelandshuis van Schieland (het tegenwoordige
Museum Borgmans), waarboven deFransche
vlag wappert; deze is merkwaardig om de
kleederdrachten, de andere geeft een aan
trekkelijke voorstelling van een Rotterdamsch
schoolinterieur. De meester, met een Rotter
damsch stadsgezicht in de hand, doet blijk
baar zijn best, den jongens de topographie
hunner stad in te prenten, terwijl een van
hen nog met een kaart van de Rotte komt
aandragen. Deze schoolprent die waarschijn
lijk een unicum is, werd gegraveerd door
I. H. Hoedt.
De moraal ontbreekt natuurlijk niet. Ineen
tweeregelig versje leest men onder de prent:
Leert lezen, schrijven, gij o jeugd,
Het verstrekt u tot de grooste vreugd!
De aanwinst der portretten is niet groot;
toch is nog een ontbrekend Erasmusportret
verworven kunnen worden.
Noemen we nog de talrijke plattegronden,
spotprenten en opticaprenten, dan is de
hoofdinhoud der schenking opgegeven. Maar
ook de foto's, waarbij vele van ouden datum,
hoewel minder fraai voor het oog, mogen
als van veel topografisch belang niet onver
meld blijven.
k
De Oude Hoofdpoort, afgebroken in 1856
En ten slotte het doel van deze tentoon
stelling?
In de eerste plaats is zij ingericht om
hulde te brengen aan den man, die jaren
lang moeite noch kosten gespaard heeft
om deze zeldzame stukken bijeen te brengen.
Maar daarnaast het zij vrijmoedig uitge
sproken koesteren wij de hoop, dat andere
bezitters van Rotterdamsche prenten door
het zien van deze collectie er toe opgewekt
zullen worden om zijn goede voorbeeld te
volgen. In elk geval zal deze tentoonstelling
hier er nog eens aan herinneren, dat wij onze
archief-verzamelingen zoo bekend mogelijk
trachten te maken. En dat is toch wel steeds
de weg om van een openbare verzameling
het meeste profijt te trekken.
Rotterdam, Oct. 1915 E. WIERSUM
De Wester Nieuwe Hoofdpoort, afgebroken in 1854