De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 7 november pagina 2

7 november 1915 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 7 Nov. '15. No. 2002 ieder Minister, veel geld vragen. Hij hield echter steeds in het oog, dat slechts zooveel gevraagd moest worden als noodig was om het resultaat, waaraan behoefte was, te bereiken. Natuurlijk bleef ook hem de critiek, dat het niet genoeg was, niet gespaard, maar hij schoot nimmer te kort in zijne verantwoording en in de verdediging zijner stelling. Zijn redenaarstalent was ver boven het gewone. Hij was logisch in zijn opzet, sierlijk van taal, rijk in détails, en zoo vlot liep zijn betoog steeds van stapel, dat de tegenstander niet vermocht hem terug te dringen, en zijn gehoor bijna gedwongen werd zich gewonnen te geven. Hem hoerende meende men bijna, dat het alles van zelf kwam. Toch was dit zoo niet. Wel behoefde hij niet, als Demosthenes, zich te oefe nen met een steentje in den mond om een spraakgebrek te overwinnen. Maar hij maakte zijn betoog van te voren ge reed ; de schakels waren zorgvuldig ineengevoegd reeds als hij begon, en een heel enkele maal speelde dit hem parten wan neer de bestrijding niet zoo was opgezet als hij had verwacht. Doch slechts een heel enkele maal. En zoo bleef hij in staat om, zoowel in zijn kabinet, als naar buiten optre dende, met helder hoofd en vaste hand de leiding in handen te houden. En niemand zal het aan partijdigheid of voor ingenomenheid toeschrijven, wanneer ik zeg, dat hij de verwachtingen, die op hem waren gebouwd, ten volle heeft vervuld. Na zijne verkiezing tot lid der Pro vinciale Staten van Limburg is hij geroe pen tot het lidmaatschap der Gedepu teerde Staten dier provincie. Het was zijn eerste openbare ambt, dat hij moest op geven, toen hij werd verkozen tot lid der Eerste Kamer voor Limburg. Van daar uit kwam hij in het Kabinet; in den zomer van 1918 brachten de Provinciale Staten van Noordbrabant hem weder in de Eerste Kamer, en toen hij wegens zijne benoeming tot tijdelijk gezant bij het Vaticaan het lidmaatschap der Eerste Kamer had verloren, hernieuwden de Sta ten zijn mandaat. Ook voor de Eerste Kamer is zijn dood een verlies, dat niet gemakkelijk is te herstellen. Een man als Mr Louis Regout was daar juist op zijne plaats. Wie meent, dat aan de Eerste Kamer geenerlei in vloed op den gang van 's Lands zaken toekomt, zal wellicht zekere bedruktheid voor het optreden van krachtige persoonlijkheden in dit college niet kun nen onderdrukken, want van zulke per soonlijkheden zal zeker allicht eenige politieke invloed uitgaan. Natuurlijk moeten zij zich daarbij, waar het noodig is, weten in te toornen, en ik blijf, even natuurlijk, hier buiten de vraag, welke maat zij moeten houden. Maar bij Louis Regout trad het zakelijke altijd meer op den voorgrond dan het politieke, en meest daarom zal zijn helder en rijk betoog daar zeer worden gemist. Wat hij als tijdelijk gezant bij het Vaticaan had kunnen doen, wie zal het zeggen ? Was, in de benauwende ellende, die Europa drukt, daar een uitzicht op heil? Hij moet er zeker iets van gehoopt hebben, toen hij daarheen vertrok. Maar dat hij, zijne nieuwe taak aanvaardend, is vertrokken om nimmer weder te keeren, maakt zijn scheiden dubbel weemoedig. Zooveel had hij gedaan; zooveel hoopte men nog van hem. Van de smart van de zijnen gewaag ik niet. God schenke hun zijn troost. En moge, bij zijn uiteinde, de vrede Gods zijn deel geweest zijn. 'sGravenhage, 3 Nov. 1915. i?4; vü« *?*?? "' Wiiimiii!»iii»iiiinii»iiii»iii«!i ilniiiiiiiiiiiuMliiniiiiiilliinnuiiiliilliwiiiiiHlilliillluilMUIl HET EINDE VAN DEN OORLOG De uitvinding van Ingenieur Berkel DOOR MARBÖPAS Hij was binnengekomen op zijn gewone kalme manier, hing zijn hoed aan de bovenste punt van mijn boekenkast en zette het blijk baar zware kistje, dat hij als een koffertje in de hand droeg, op tafel. Toen ging hij zitten en zei doodbedaard: Frits ik heb een schat gevonden." ..Een schat van een vrouw ?" waagde ik. Hij antwoordde niet dadelijk; trok zijn linkerbeen op zijn rechterknie, stak een sigaar op uit mijn kistje, en sprak met iets van koele minachting in zijn stem: Frits, je weet dat je geen greintje geestig heid in je heele ziel hebt, en toch wil je altijd aardig zijn!" Ik voelde dat deze wreede miskenning het bloed naar mijn voorhoofd joeg en mij driftig maakte. Hij zag het en onverstoord ging hij door: En nu wij toch over je gebreken praten, wil ik dit nog zeggen: je hebt geen zelfbeheersching. Je kunt niet verdragen dat iemand je een aanmerking maakt al is die nog zoo verdiend. Dat wijst op een be denkelijk ... Ben je nu bijna klaar!" riep ik, eindelijk oprecht boos over zijn meesterachtig optre den. En wil je zoo goed zijn het paarden haar in mijn sofa te laten zitten. Moet dat gat nóg grooter worden?" 't Is geen paardenhaar, Frits, geloof me, het is echt hooi! Vind je het zelf niet een beetje protzerig over paardenhaar te spreken, terwijl je heel goed weet dat er niets dan hooi in zit?" Asquith heeft de groote redevoering' gehouden. Dagen tevoren was zij aange kondigd. Na het uittreden van Sir Edward Carson uit het Kabinet spitste men zich op wat de eerste minister zou openbaar maken over de onderhandelingen, die op den Balkan waren gevoerd, met name over de redenen, waarom eerst zoo laat, vermoedelijk te laat, aan Servië hulp werd gebracht. Men wist, dat Carson heengegaan was, omdat hij de Balkan-politiek van zijne collega's afkeurde. Dit had hij reeds te kennen gegeven in een korte redevoering in het Lagerhuis; maar Asquith was toen afwezig; daarom had Carson zich beperkt. Ditmaal zou hij uit voeriger wezen, ook scherper; de Times, die aan Carson de taak heeft toegedacht om in het Lagerhuis de oppositie te leiden, al schrijft zij tevens, dat hij zelf daar volstrekt geen plan op heeft kondigde gisteren uitdrukkelijk aan, dat Carson zou spreken, vermoedelijk terstond na Asquith en dat zijne redevoering met bijna evenveel spanning werd tegemoet gezien als die van Asquith. Wat wij nu van beide redevoeringen weten uit de groote brokstukken, die Reuter er van geseind heeft, beantwoordt niet aan de verwachtingen, die gewekt waren. Het minst de rede van Carson; maar wat heeft Asquith ten slotte gezegd, dat men niet reeds wist? En juist over de groote vraag: de houding van Griekenland, sprak hij zó, dat het kar dinale punt niet werd aangeroerd. Maar het zou onbillijk zijn, de rede van den eersten minister alleen te beoordeelen naar de dingen, die men er in mist. Zijn doel was in de eerste plaats: te doen uit komen, dat Engeland niet, zooals vaak ge klaagd wordt, met halve, maar met volle kracht den oorlog voert; vandaar zijne op somming van de manschappen, die het vrij willigersstelsel in het Vereenigde Koninkrijk onder de wapenen had gebracht, van de contingenten, door de koloniën geleverd, van het werk, door de transportafdeeling van de vloot verricht, van het werk van de vloot zelf, die niet alleen Engeland tegen een inval beveiligt, maar de zeeën schoon heeft geveegd, zoowel van vijandelijke kruisers als van Duitsche handelsschepen Kan Engeland dan niet nog grooter kracht ontwikkelen, wanneer het dienstplicht in voert ? Asquith meent, dat het recruteeringsplan, door Lord Derby opgemaakt en onder zijne leiding, in volkomen samenwerking met de leiders der arbeiders uitgevoerd, over het algemeen zeer bevredigend werkt." Zoo de nood ertoe dwingt, zal hij zich echter niet door theoretische bezwaren laten weer houden, tot invoering van dienstplicht over te gaan. Toen kwam hij tot de vervulling der belofte, in den aanhef zijner rede gedaan: mede te deelen, hoe het staat met de zaak van Enge land en zijne bondgenooten. De verschillende gevechtsterreinen passeerden de revue. Op het westelijk front wordende Duitschers in evenwicht gehouden; sinds April wonnen zij geen voetbreed gronds. Als een voor zichtig man, sprak hij niet van de toekomst. Het behoud van den evenwichtstoestand brengt de Duitschers niet verder, maar ook de geallieerden niet. Zoo de Duitschers blijven waar ze zijn, stellen zij de vredesvoorwaarden vast tenzij gebrek aan levens middelen en oorlogsbenoodigheden hunne militaire successen vruchteloos voor hen maakt. De geallieerden zullen, tenzij al hun vertrouwen gesteld is in de blokkade van Duitschland, den evenwichtstoestand aan het front moeten verbreken. Of dat mogelijk zal zijn, en zoo ja wanneer - daarover liet Asquith zich niet uit. Aan het oostelijk front gekomen, kon hij alleen het grootste vertrouwen" stellen in het vermogen van Rusland om binnen niet te langen tijd" den toestand daar geheel anders te maken dan nu. Het was, alsof hij even aarzelde, voordat hij de neteligste onderwerpen aanvoerde: de Dardanellen, en het Servische vraagstuk. Eerst sprak hij nog van den veldtocht, die, na de verovering van Zuid-West-Afrika, het Je hebt gelijk! Maar geef jij, die een schat hebt gevonden, mij wat beters. Over zeventien jaren ben ik vijf en twintig jaar redacteur van De Wereld. Niets hoeft je echter te beletten mij nu reeds een cadeau te vereeren... Aangenomen," riep hij kortaf. Toen stond hij op en droeg het kistje in den versten hoek van mijn kamer, waar hij het op de piano plaatste en voorzichtig opende. Nieuwsgierig was ik hem gevolgd. En ik zag nu een zeer samengestelde machine van glas en koper en eboniet. Het voetstuk was een vrij groote glanzend-zwarte rol, veel gelijkend op het ding, dat mij vroeger op de H. B. S. als inductieklos' was voor gesteld. Zonder acht te slaan op mijne verbazing, morrelde hij intusschen aan draadjes en schroefjes en scheen iets nauwkeurig te regelen. Daarna drukte hij op een contact maker en twee lange knetterende vonken sprongen over; nog eens en nog eens scha kelde hij den stroom in en liet het blauwe bliksempje kwaadaardig dansen. Toen keek hij mij zegevierend aan en wees met zijn hand achter mijn rug: Daar heb je de proef!" Ik keerde mij om en gilde het uit: Mijn sofa! Brand! Brand!" Dikke rookwolken sloegen uit het oude meubel en vulden de kamer met een prik kelende brandlucht. Ik stond zoo hulpeloos alsof ik een flauwgevallen dame moest bij brengen, en zag niet eens dat Berkel met de lampetkan uit mijn slaapkamer kwam en zijn blusschingswerk begon. Mijn sofa! Mijn arme sofa!" Maak geen spektakel, Frits," knorde Berkel bestraffend, terwijl hij een straal water m het vuur liet sissen, je weet dat ik je een nieuwe heb beloofd." Meteen riiste zijn mes het bekleedsel open om het smeulende vuur te kunnen bereiken en hatelijk grinnikte hij: Zie je wel, dat het echt hooi is ?" Toen hij klaar was, nam hij koflertje en hoed, en terwijl hij mij een papier over handigde, dat hij uit zijn borstzak had gehaald, hoorde ik hem nog zeggen: Zet dit vanavond in de krant. Tot ziens." grootste" Enpelsche succes is: de expeditie in Mesopotamië, waar de troepen van generaal Nixon reeds niet ver meer van Bagdad staan; in den geheelen oorlog zijn er geen schitte render krijgsverrichtingen uitgevoerd." Meende hij dat zijne hoorders nu williger zouden luisteren naar het verhaal van de minst gelukte expeditie? Hij nam de volle verantwoordelijkheid op zich voor de onderneming tegen de Darda nellen een onderwerp, dat aan den heer Winston Churchill vermoedelijk aanleiding zal geven er wat breeder over uit te weiden", had de Times gehoond ; maar Asquith dekte hem met zijn schild. Wat er goeds was te zeggen: het prachtige werk" van de duikbooten, die in de Zee van Marmora 2 slagschepen, 5 kanonreerbooten, l torpedoboot, 8 transporfchepen en 197 proviandschepen in den grond hadden geboord of be schadigd"?; het vasthouden op Gallipoli van 200,000 Turken, die anders elders on berekenbaar kwaad hadden kunnen doen: hij verzuimde niet dit aan zijn hoorders te herinneren. Maar een ander resultaat was verwacht; het niet bereiken ervan werd niet uitdrukkelijk door hem geconstateerd; waar toe ook? de verliespost was-geboekt; dan zwijgt men er verder over. De toestand aan de Dardanellen is bij de regeering in ern tige overweging, niet als een op zich zelf staande zaak, maar als onderdeel van een grooter strategisch vraag stuk, dat door de jongste gebeurtenissen op den Balkan aan de orde is gesteld." Dat wil dus zeggen: of de troepen op Gallipoli zullen blijven, hanet af van de uitvoering van het nieuwe oorlogsplan. Welk dit plan is, werd natuurlijk niet aangegeven; alleen hoorde men, dat het in overleg met Joffre was vastgesteld. Dat er een nieuw plan gemaakt was moe ten worden, kwam door de onverwachte wending in de houding van Griekenland. Tot op het laatste oogen^Iïk was er reden geweest te vertrouwen, dat Griekenland zijn verdragsplichten jegens Servië zou nakomen. Het was in dit gedeelte van zijn rede, dat Asquith eenige belangrijke dingen niet zeide. Op 21 September had Venizelos aan Frankrijk en Engeland gevraagd 150.000 man te sturen; niet vór 2 October had hij toe gestemd, dat er, onder een protest voor den vorm, Engelsche en Fransche troepen in Saloniki landden. Hier rijzen allerlei vragen, die Asquith niet beantwoordde. Waarom is het verzoek van 21 September niet terstond ingewilligd ? Omdat Frankrijk en Engeland daar niet toe in staat waren, wegens het verzuimen van tijdige voorbereidingsmaatregelen ? Of omdat er moeilijkheden kwamen van Grieksche zijde ? En verder : waarom stemde Venizelos op 2 October in de landing van een kleine troepenmacht toe, terwijl hij vroeger om een grooter aantal verzocht had? Uit Carson's kritiek blijkt, dat hij aan de regeering niet alleen verwijt, dat zij zich te lang aan de praat heeft laten houden door Boelgarije en op het beslissende oogenblik geen plan gereed had, maar ook dat zij niet kras is opgetreden tegen Griekenland en dit rijk niet door een bombardement van Griek sche havens gedwongen heeft ja, waartoe eigenlijk? Meent Carson, dat men op die wijze Griekenland tot bondgenoot zou heb ben gekregen? Alleen om practische redenen reeds mocht geen geweld worden gebruikt, daar dit den toestand verergerd zou hebben in plaats van verbeterd; en er zijn nog tienmaal betere redenen aan te voeren, waar om de bondgenooten zich daarvan moesten onthouden. Asquith liei in het midden, waarom Koning Konstantijn geweigerd heeft Servië te hulp te komen, en waarom eerst op het laatste oogenblik het verschil van meening tusschen den Koning en zijn minister is gebleken; hij kon ook geen kritiek uitoefenen op de houding van een regeering, die thans een welwillende onzijdigheid" tegenover de ge allieerden betracht, en niet aan haar verwij ten, dat de hulp aan Servië thans vermoe delijk te laat zal komen. Dit laatste heeft hij ook niet met zooveel woorden gezegd. Hij heeft alleen beloofd, dat de onafhankelijk heid van Servië een der wezenlijke doel einden" van den oorlog zou zijn. Toen de oorlogsterreinen de revue waren gepasseerd, kwamen de maatregelen aan de beurt, in Engeland zelf te nemen om de zware taak, waarvoor het stond, naar beRustig ging hij heen en ik bleef langen tijd verwezen staan. 's Avonds om tien uur zat de ingenieur op den nieuwen luilak, dien hij zelf had gekocht en uitgezocht, omdat ik geen smaak had" naar hij beweerde. In zijn hand hield hij het avondblad en las voor de derde maal met blijkbare voldoening: EEN NIEUW VERDELGJNGSMIDDEL De bekende Amsterdamsche ingenieur H. W. Berkel heeft een nieuw werktuig ter verdelging uitgedacht. Hij heeft het middel gevonden om de electrische Hertziaansche golven, die zich van de bron uit in concentrische kringen ver breiden, in n enkele richting te pro jecteeren. In het snijpunt van twee zulke electrische stralen geraakt de zuurstof der lucht in gloeiïng en verspreidt eene ontzettende hitte, die zelfs de meest weerbarstige metalen tot smelten brengt. De uitwerkingsfeer dezer electrische golven is theoretisch gelijk met die der draadlooze telegrafie; doch practisch is deze limiet nog niet te bereiken. Toch heeft nu reeds de uitvinder eene machine gebouwd, waarmede hij op een afstand van ongeveer 500 kilometer elk schip, gebouw en kruitmagazijn, alles wat brandbaar is, in brand kan zetten. Een onzer redacteuren werd in de gelegenheid gesteld eene proef op be scheiden schaal bij te wonen. Doch dit was ruim voldoende om hem te over tuigen van de geweldige verwoestings kracht dezer nieuwe ui'vinding. De heer Berkel zelf houdt vol, dat het gebruik dezer vinding door eender oorlogvoerende partijen zonder eenigen twijfel den oorlog in haar voordeel zou beslissen binnen denkorst mogelijken tijd. Hij heeft echter besloten, om strikt neutraal te blijven, zijne uitvinding ge heim te houden tot na den noodlottigen strijd, die thans Europa verwoest en ontvolkt. Wij kunnen niet anders dan dit besluit De heer A. W. F. IDENBURG, aftredend Gouvern.-Generaal van Nederlandsen-Indië. hooren te vervullen: de instelling van een oorlogscomité, uit 3 of 5 ministers bestalmde, opdat er sneller en krachtiger zou kunnen worden gehandeld; het betrachten van zuinigheid, door regeering en door volk, opdat de zware financieele lasten zouden kunnen worden gedragen. Toch was er geen reden tot pessimisme: financ'eel stond Engeland er veel beter voor dan Duitschland. Aan het slot: de plechtige verklaring dat hij, de minister, die de meeste verantwoor delijkheid droeg voor Engeland's besluit om in den oorlog te gaan, nu, na vijftien maanden, dat groote besluit niet ongedaan zou willen maken; de verzekering van zijn vasten wil om te volharden, tot de over winning was bevochten, en een dankbare hulde aan de voortreffelijke eigenschappen, door de mannen en vrouwen van Engeland in de ure der beproeving aan den dag gelegd. Een redevoering, die aan het Engelsche volk bijna niets heeft geleerd, wat het niet reeds wist; die geen nieuwe vergezichten heeft geopend; die geen illusies heeft gewekt van een spoedigen keer ten goede. Maar een rede, die het vertrouwen van het volk in zijne regeering zal hebben versterkt; die den toestand naar waarheid aangeeft, in al zijn ernst, in al zijn onverbiddelijk heid ; die getuigt van moed en kracht, van eenheid en vastberadenheid een rede voering ook, die bewijst, dat het einde van den oorlog nog verre is, spijt alle geruchten van vrede. 3 Nov. 1915 G. W. KERNRAMP * * * Overbrugging van het Y Toen ik in het nummer van 24 October 1.1. met een enkel woord uiteenzette, waarom m. i. een overbrugging van het Y te rekenen was onder de onvermijdelijke toekomstige gebeurtenissen, ben ik van meer dan n zijde daarover aangesproken. Het vriende lijkste woord.dat men tegenover mij gebruikte was utopist". Men scheen mij zelfs de op vatting te willen toedichten, dat we over een half dozijn jaren met vrouw en kinde ren over de Ybrug naar de Volewijk zouden kunnen kuieren ! Nu, we leven wel snel tegenwoordig, doch dit zou toch een snelheid zijn, zoo over matig groot, dat zelfs de ergste optimist daardoor zijn verwachtingen zou overtrof fen zien. Ik stel me de zaken zoo voor, dat, als eenmaal de haven West in gebruik is ge nomen wat altijd nog een aardig jaartje zal duren - onze scheepvaart als vanzelf daarheen zal verhuizen, gelijk men reeds eenige malen verhuisd is sinds de eerste booten van de stoomvaartmaatschappij Nederland" aan de Suez-steigers in de Riet landen meerden en, naar beweerd wordt, hier de muskieten importeerden. Dat kan 20, maar ook 25 jaren duren, d"Ch als in tusschen het ontworpen kanaal door de polders aan den overkant van het Y zal zijn gegraven, zal zich dat eerder geschieden iiimiiiiiimii eerbiedigen, ofschoon wij persoonlijk anders wenschen. * * * Als een forel schoot het gerucht door de wereld, over water en land. De knappe journalisten gaven verklaringen van de nieuwe uitvinding, die spotten met alle physieke wetten. Amerikaansche reporters interviewden de menschen, die het geluk hadden Berkel of Barclay te heeten, en vonden levensbizonheden van den plotseling beroemden inge nieur, die hem zelf onbekend waren. Madame de Thèbes voorspelde, zoodra zij het bericht had vernomen, nog dienzelfden avond: dat een groot man zou op staan en gansch alleen den oorlog der millioenen tot een einde brengen. Piofessoren schreven in wetenschappelijke tijdschriften zware artikelen, om te bewijzen dat in de nagelaten papieren van Leonardo da Vinci schetsmatige teekeningen waren te vinden, die het vermoeden wettigden, dat deze geniale man, geleerde en kunstenaar, al meer dan vier eeuwen geleden een soort gelijk plan had trachten te verwezenlijken. Sommige Duitsche bladen eischten op heftigen toon van de Regeering, dat zij zich met geweld zou meester maken van den Hollander en hem met foltering en doods bedreiging dwingen, zijn geheim te open baren. En uit papieren, gevonden in een soldatenbroek van Engelsch laken, haalden zij het bewijs, oat het trouwelooze Albion hen voor wilde zijn en dus hun gewelddadig ingrijpen was te rechtvaardig als etn geval van wettige noodweer. In Londen hielden de voornaamste poli tieke leiders elk een half dozijn redevoeringen; zij verzekerden onder geweldige toejuiching des volks, dat Engeland, nu alles tot in de kleinste bijzondergeden was geregeld, binnen de twintig jaren een leger zou kunnen op brengen van minstens vijf millioen geoefende soldaten, de officieren niet mee geteld. Maar zij ht opten dat de oorlog vór den winter zou zijn gfëindigd en gewonnen. Daarom spoorden zij alle burgers aan, die nog niet waren betrokken in een der ontelbare reor ganisaties van het land, een nationaal fonds Mr. J. P. GRAAF VAN LIMBURG STIRUM, de] nieuwbenoemde Gouverneur Generaal ?** .van Nederlandsch-Indië. dan men vermoedt. Zoo hebben, gelukkig, ook anderen erover gedacht. In de raadsvergadering van Vrijdag 29 October 1.1. toch kwam in een voorstel van de leden Mr. B E. Asscher, Mr. H. J. C. van Tienen, J. N. .Hendrix en J. van den Tempel, luidende: BB de Gemeenteraad, met het college van B. en W. overtuigd, dat het vraagstuk van eene directe en vaste verbinding met de overzijde van het Y niet zeer lang meer te ontwijken zal zijn, van oordeel, dat het daarom reeds nu gewenscht is de oplossing van dit vraagstuk door eene commissie van deskundigen te doen voorbereiden, noodigt Burgemeester en Wethouders uit, de daartoe noodige voorstellen aan den Raad te doen." Men zal het met me eens zijn, dat dit een zeer voorzichtig gesteld voorstel is, dat de Raad zich door aanneming er van formeel nog tot niets anders zou binden dan tot de toe kenning van een crediet tot honoreering van eenige adviseurs. Doch feitelijk wordt daar mede een zeer belangrijke stap gedaan, omdat daarmede erkend wordt de noodza kelijkheid van eene oplossing der quaestie van de overbrugging van het Y, en de mogelijkheid. Het voorstel Is in de raads vergadering van 3 November aangenomen, echter met die wijziging, dat geen speciale commissie van deskundigen zal worden be noemd, doch dat B. en W. zullen rappor teeren, na voorlichting van deskundigen te hebben ingewonnen. Men kan ook hiermede vrede hebben. De zaak is nu aan de gang gebracht, laten we hopen, dat ze niet in den doofpot terecht komt! De wijze toch waarop thans de communi catie tusschen de beide deelen der gemeente Amsterdam aan de oevers van het Y wordt onderhouden, is en blijft duur en onvoldoende. Ze kan verbeteren, en met waardeering mag erkend worden, dat B. en W. zich daartoe beijveren, maar afdoende wordt ze nooit, zoolang men ponten gebruikt, en duurder wordt ze ongetwijfeld, daar het moeilijk is aan te nemen, dat men zal terugkomen van het besluit om voor de voornaamste pontveren geen overzetgeld te vorderen. Uit de begrootings discussie van dit jaar is wel gebleken, dat de neiging daartoe niet groot is. Rest dus verwezenlijking van het door mij voorgestane denkbeeld om een brug te sla in over het Y. Of dat een hooge brug, of een draaibrug, een schipbrug of een pont transbordeur zal er aan wezen de Raad weet het niet, daaromtrent te adviseeren zal de taak zijn van het college van B. en W. onder voorlichting van deskundigen, doch dat nu het balletje van de Ybrug aan het rollen is gebracht, constateer ik met groote en begrijpelijke ingenomenheid. KELLER te stichten, om gedurende eene eeuw telken jare een nieuw standbeeld op te richten in een andere stad voor den roemruchten heer Berkel. D'Annunzio baarde een gloeiend lyrisch gedicht, zonder rijm, ter eere van zich zelven en den genialen technicus en zond hem twee afdrukken op geschept oud-Hollandsch papier. Het adres had hij eigenhandig ge schreven. En in Nederland stelde een kranig lid der Tweede Kamer den Minister de schriftelijke vraag: of een zoo gewichtige uitvinding wel overeen te brengen was met de strikte neutraliteit van het land. Te midden van die algemeene opgewon denheid hield alleen Berkel zich koel en rustig, alsof de heele zaak hem niet aanging. Het leger van bezoekers, dat dag aan dag zijn deur bestormde, kreeg onverbiddelijk niet thuis"; de honderden brieven stapelde hij ongeopend in een hoek van zijn kamer. En als soms een ijverig verslaggever hem wist te ontmoeten en voorzichtig met zijn vragen begon, blikte Berkel peinzend naar de lucht en vroeg met de grootste belangstel ling: zou er nog onweer komen vandaag?" Maar zij, die teleurgesteld werden, voel den zich onvriendelijk gestemd. Hier en daar verschenen reeds ingezonden stuk ken", waarin twijfel aan de waarachtigheid der uitvinding doorschemerde. Een enkele inzender die veelzeggend onderteekende met den naam Humbug", durfJe zelfs het ver moeden opperen, dat een ernstig man als ingenieur Berkel door een zonderlinge afdwa ling zich een ongepaste grap scheen ver oorloofd te hebben in deze droevige tijden. Toen verseheen op eens het bericht van een correspondentiebureau, dat al die booze vermoedens wegdreef als kaf voorden wind. *»* Wij vernemen uit goede bron dat de heer Berkel, de uitvinder van het veelbesproken nieuwe verdei>;ingsmiddel, op verzoek onzer Regeering eene proef zal doen op grooten afstand Een uitgesirekt terrein werd reeds aangewezen en eene lading stroo, toebehoorend aan het Rijk der Nederlanden, wordt kos teloos ter beschikking gesteld. De heer

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl