Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
7 Nov. '15. No. 2002
ieder Minister, veel geld vragen. Hij hield
echter steeds in het oog, dat slechts
zooveel gevraagd moest worden als
noodig was om het resultaat, waaraan
behoefte was, te bereiken.
Natuurlijk bleef ook hem de critiek,
dat het niet genoeg was, niet gespaard,
maar hij schoot nimmer te kort in zijne
verantwoording en in de verdediging
zijner stelling.
Zijn redenaarstalent was ver boven
het gewone. Hij was logisch in zijn opzet,
sierlijk van taal, rijk in détails, en zoo
vlot liep zijn betoog steeds van stapel,
dat de tegenstander niet vermocht hem
terug te dringen, en zijn gehoor bijna
gedwongen werd zich gewonnen te geven.
Hem hoerende meende men bijna, dat
het alles van zelf kwam.
Toch was dit zoo niet. Wel behoefde
hij niet, als Demosthenes, zich te oefe
nen met een steentje in den mond om
een spraakgebrek te overwinnen. Maar
hij maakte zijn betoog van te voren ge
reed ; de schakels waren zorgvuldig
ineengevoegd reeds als hij begon, en een heel
enkele maal speelde dit hem parten wan
neer de bestrijding niet zoo was opgezet
als hij had verwacht. Doch slechts een
heel enkele maal.
En zoo bleef hij in staat om, zoowel
in zijn kabinet, als naar buiten optre
dende, met helder hoofd en vaste hand
de leiding in handen te houden. En
niemand zal het aan partijdigheid of voor
ingenomenheid toeschrijven, wanneer ik
zeg, dat hij de verwachtingen, die op hem
waren gebouwd, ten volle heeft vervuld.
Na zijne verkiezing tot lid der Pro
vinciale Staten van Limburg is hij geroe
pen tot het lidmaatschap der Gedepu
teerde Staten dier provincie. Het was zijn
eerste openbare ambt, dat hij moest op
geven, toen hij werd verkozen tot lid
der Eerste Kamer voor Limburg. Van
daar uit kwam hij in het Kabinet; in den
zomer van 1918 brachten de Provinciale
Staten van Noordbrabant hem weder in
de Eerste Kamer, en toen hij wegens
zijne benoeming tot tijdelijk gezant bij
het Vaticaan het lidmaatschap der Eerste
Kamer had verloren, hernieuwden de Sta
ten zijn mandaat.
Ook voor de Eerste Kamer is zijn dood
een verlies, dat niet gemakkelijk is te
herstellen. Een man als Mr Louis Regout
was daar juist op zijne plaats. Wie meent,
dat aan de Eerste Kamer geenerlei in
vloed op den gang van 's Lands zaken
toekomt, zal wellicht zekere
bedruktheid voor het optreden van krachtige
persoonlijkheden in dit college niet kun
nen onderdrukken, want van zulke per
soonlijkheden zal zeker allicht eenige
politieke invloed uitgaan. Natuurlijk
moeten zij zich daarbij, waar het noodig
is, weten in te toornen, en ik blijf, even
natuurlijk, hier buiten de vraag, welke
maat zij moeten houden. Maar bij Louis
Regout trad het zakelijke altijd meer op
den voorgrond dan het politieke, en
meest daarom zal zijn helder en rijk
betoog daar zeer worden gemist.
Wat hij als tijdelijk gezant bij het
Vaticaan had kunnen doen, wie zal het
zeggen ? Was, in de benauwende ellende,
die Europa drukt, daar een uitzicht op
heil? Hij moet er zeker iets van gehoopt
hebben, toen hij daarheen vertrok. Maar
dat hij, zijne nieuwe taak aanvaardend,
is vertrokken om nimmer weder te keeren,
maakt zijn scheiden dubbel weemoedig.
Zooveel had hij gedaan; zooveel hoopte
men nog van hem.
Van de smart van de zijnen gewaag
ik niet. God schenke hun zijn troost.
En moge, bij zijn uiteinde, de vrede
Gods zijn deel geweest zijn.
'sGravenhage, 3 Nov. 1915.
i?4; vü« *?*?? "'
Wiiimiii!»iii»iiiinii»iiii»iii«!i ilniiiiiiiiiiiuMliiniiiiiilliinnuiiiliilliwiiiiiHlilliillluilMUIl
HET EINDE VAN DEN OORLOG
De uitvinding van Ingenieur Berkel
DOOR
MARBÖPAS
Hij was binnengekomen op zijn gewone
kalme manier, hing zijn hoed aan de bovenste
punt van mijn boekenkast en zette het blijk
baar zware kistje, dat hij als een koffertje
in de hand droeg, op tafel.
Toen ging hij zitten en zei doodbedaard:
Frits ik heb een schat gevonden."
..Een schat van een vrouw ?" waagde ik.
Hij antwoordde niet dadelijk; trok zijn
linkerbeen op zijn rechterknie, stak een
sigaar op uit mijn kistje, en sprak met iets
van koele minachting in zijn stem:
Frits, je weet dat je geen greintje geestig
heid in je heele ziel hebt, en toch wil je
altijd aardig zijn!"
Ik voelde dat deze wreede miskenning het
bloed naar mijn voorhoofd joeg en mij
driftig maakte.
Hij zag het en onverstoord ging hij door:
En nu wij toch over je gebreken praten,
wil ik dit nog zeggen: je hebt geen
zelfbeheersching. Je kunt niet verdragen dat
iemand je een aanmerking maakt al is die
nog zoo verdiend. Dat wijst op een be
denkelijk ...
Ben je nu bijna klaar!" riep ik, eindelijk
oprecht boos over zijn meesterachtig optre
den. En wil je zoo goed zijn het paarden
haar in mijn sofa te laten zitten. Moet dat
gat nóg grooter worden?"
't Is geen paardenhaar, Frits, geloof me,
het is echt hooi! Vind je het zelf niet een
beetje protzerig over paardenhaar te spreken,
terwijl je heel goed weet dat er niets dan
hooi in zit?"
Asquith heeft de groote redevoering'
gehouden. Dagen tevoren was zij aange
kondigd. Na het uittreden van Sir Edward
Carson uit het Kabinet spitste men zich op wat
de eerste minister zou openbaar maken over
de onderhandelingen, die op den Balkan
waren gevoerd, met name over de redenen,
waarom eerst zoo laat, vermoedelijk te laat,
aan Servië hulp werd gebracht. Men wist,
dat Carson heengegaan was, omdat hij de
Balkan-politiek van zijne collega's afkeurde.
Dit had hij reeds te kennen gegeven in een
korte redevoering in het Lagerhuis; maar
Asquith was toen afwezig; daarom had
Carson zich beperkt. Ditmaal zou hij uit
voeriger wezen, ook scherper; de Times,
die aan Carson de taak heeft toegedacht om
in het Lagerhuis de oppositie te leiden,
al schrijft zij tevens, dat hij zelf daar
volstrekt geen plan op heeft kondigde
gisteren uitdrukkelijk aan, dat Carson zou
spreken, vermoedelijk terstond na Asquith
en dat zijne redevoering met bijna evenveel
spanning werd tegemoet gezien als die van
Asquith.
Wat wij nu van beide redevoeringen weten
uit de groote brokstukken, die Reuter er
van geseind heeft, beantwoordt niet aan de
verwachtingen, die gewekt waren. Het minst
de rede van Carson; maar wat heeft Asquith
ten slotte gezegd, dat men niet reeds wist?
En juist over de groote vraag: de houding
van Griekenland, sprak hij zó, dat het kar
dinale punt niet werd aangeroerd.
Maar het zou onbillijk zijn, de rede van
den eersten minister alleen te beoordeelen
naar de dingen, die men er in mist. Zijn
doel was in de eerste plaats: te doen uit
komen, dat Engeland niet, zooals vaak ge
klaagd wordt, met halve, maar met volle
kracht den oorlog voert; vandaar zijne op
somming van de manschappen, die het vrij
willigersstelsel in het Vereenigde Koninkrijk
onder de wapenen had gebracht, van de
contingenten, door de koloniën geleverd,
van het werk, door de transportafdeeling
van de vloot verricht, van het werk van de
vloot zelf, die niet alleen Engeland tegen
een inval beveiligt, maar de zeeën schoon
heeft geveegd, zoowel van vijandelijke
kruisers als van Duitsche handelsschepen
Kan Engeland dan niet nog grooter kracht
ontwikkelen, wanneer het dienstplicht in
voert ? Asquith meent, dat het
recruteeringsplan, door Lord Derby opgemaakt en onder
zijne leiding, in volkomen samenwerking
met de leiders der arbeiders uitgevoerd,
over het algemeen zeer bevredigend werkt."
Zoo de nood ertoe dwingt, zal hij zich echter
niet door theoretische bezwaren laten weer
houden, tot invoering van dienstplicht over
te gaan.
Toen kwam hij tot de vervulling der belofte,
in den aanhef zijner rede gedaan: mede te
deelen, hoe het staat met de zaak van Enge
land en zijne bondgenooten. De verschillende
gevechtsterreinen passeerden de revue.
Op het westelijk front wordende Duitschers
in evenwicht gehouden; sinds April wonnen
zij geen voetbreed gronds. Als een voor
zichtig man, sprak hij niet van de toekomst.
Het behoud van den evenwichtstoestand
brengt de Duitschers niet verder, maar ook
de geallieerden niet. Zoo de Duitschers
blijven waar ze zijn, stellen zij de
vredesvoorwaarden vast tenzij gebrek aan levens
middelen en oorlogsbenoodigheden hunne
militaire successen vruchteloos voor hen
maakt. De geallieerden zullen, tenzij al hun
vertrouwen gesteld is in de blokkade van
Duitschland, den evenwichtstoestand aan het
front moeten verbreken. Of dat mogelijk
zal zijn, en zoo ja wanneer - daarover liet
Asquith zich niet uit.
Aan het oostelijk front gekomen, kon hij
alleen het grootste vertrouwen" stellen in
het vermogen van Rusland om binnen niet
te langen tijd" den toestand daar geheel
anders te maken dan nu.
Het was, alsof hij even aarzelde, voordat
hij de neteligste onderwerpen aanvoerde:
de Dardanellen, en het Servische vraagstuk.
Eerst sprak hij nog van den veldtocht, die,
na de verovering van Zuid-West-Afrika, het
Je hebt gelijk! Maar geef jij, die een
schat hebt gevonden, mij wat beters. Over
zeventien jaren ben ik vijf en twintig jaar
redacteur van De Wereld. Niets hoeft je
echter te beletten mij nu reeds een cadeau
te vereeren...
Aangenomen," riep hij kortaf. Toen stond
hij op en droeg het kistje in den versten
hoek van mijn kamer, waar hij het op de
piano plaatste en voorzichtig opende.
Nieuwsgierig was ik hem gevolgd. En ik
zag nu een zeer samengestelde machine van
glas en koper en eboniet. Het voetstuk was
een vrij groote glanzend-zwarte rol, veel
gelijkend op het ding, dat mij vroeger op
de H. B. S. als inductieklos' was voor
gesteld.
Zonder acht te slaan op mijne verbazing,
morrelde hij intusschen aan draadjes en
schroefjes en scheen iets nauwkeurig te
regelen. Daarna drukte hij op een contact
maker en twee lange knetterende vonken
sprongen over; nog eens en nog eens scha
kelde hij den stroom in en liet het blauwe
bliksempje kwaadaardig dansen.
Toen keek hij mij zegevierend aan en
wees met zijn hand achter mijn rug:
Daar heb je de proef!"
Ik keerde mij om en gilde het uit: Mijn
sofa! Brand! Brand!"
Dikke rookwolken sloegen uit het oude
meubel en vulden de kamer met een prik
kelende brandlucht. Ik stond zoo hulpeloos
alsof ik een flauwgevallen dame moest bij
brengen, en zag niet eens dat Berkel met
de lampetkan uit mijn slaapkamer kwam en
zijn blusschingswerk begon.
Mijn sofa! Mijn arme sofa!"
Maak geen spektakel, Frits," knorde Berkel
bestraffend, terwijl hij een straal water m
het vuur liet sissen, je weet dat ik je een
nieuwe heb beloofd." Meteen riiste zijn mes
het bekleedsel open om het smeulende vuur
te kunnen bereiken en hatelijk grinnikte hij:
Zie je wel, dat het echt hooi is ?"
Toen hij klaar was, nam hij koflertje en
hoed, en terwijl hij mij een papier over
handigde, dat hij uit zijn borstzak had
gehaald, hoorde ik hem nog zeggen: Zet
dit vanavond in de krant. Tot ziens."
grootste" Enpelsche succes is: de expeditie
in Mesopotamië, waar de troepen van generaal
Nixon reeds niet ver meer van Bagdad staan;
in den geheelen oorlog zijn er geen schitte
render krijgsverrichtingen uitgevoerd."
Meende hij dat zijne hoorders nu williger
zouden luisteren naar het verhaal van de
minst gelukte expeditie?
Hij nam de volle verantwoordelijkheid op
zich voor de onderneming tegen de Darda
nellen een onderwerp, dat aan den heer
Winston Churchill vermoedelijk aanleiding
zal geven er wat breeder over uit te weiden",
had de Times gehoond ; maar Asquith dekte
hem met zijn schild. Wat er goeds was te
zeggen: het prachtige werk" van de
duikbooten, die in de Zee van Marmora 2
slagschepen, 5 kanonreerbooten, l torpedoboot,
8 transporfchepen en 197 proviandschepen
in den grond hadden geboord of be
schadigd"?; het vasthouden op Gallipoli
van 200,000 Turken, die anders elders on
berekenbaar kwaad hadden kunnen doen:
hij verzuimde niet dit aan zijn hoorders te
herinneren. Maar een ander resultaat was
verwacht; het niet bereiken ervan werd niet
uitdrukkelijk door hem geconstateerd; waar
toe ook? de verliespost was-geboekt; dan
zwijgt men er verder over.
De toestand aan de Dardanellen is bij
de regeering in ern tige overweging, niet
als een op zich zelf staande zaak, maar als
onderdeel van een grooter strategisch vraag
stuk, dat door de jongste gebeurtenissen op
den Balkan aan de orde is gesteld." Dat
wil dus zeggen: of de troepen op Gallipoli
zullen blijven, hanet af van de uitvoering
van het nieuwe oorlogsplan. Welk dit plan
is, werd natuurlijk niet aangegeven; alleen
hoorde men, dat het in overleg met Joffre
was vastgesteld.
Dat er een nieuw plan gemaakt was moe
ten worden, kwam door de onverwachte
wending in de houding van Griekenland.
Tot op het laatste oogen^Iïk was er reden
geweest te vertrouwen, dat Griekenland zijn
verdragsplichten jegens Servië zou nakomen.
Het was in dit gedeelte van zijn rede,
dat Asquith eenige belangrijke dingen niet
zeide. Op 21 September had Venizelos aan
Frankrijk en Engeland gevraagd 150.000 man
te sturen; niet vór 2 October had hij toe
gestemd, dat er, onder een protest voor
den vorm, Engelsche en Fransche troepen
in Saloniki landden. Hier rijzen allerlei
vragen, die Asquith niet beantwoordde.
Waarom is het verzoek van 21 September
niet terstond ingewilligd ?
Omdat Frankrijk en Engeland daar niet
toe in staat waren, wegens het verzuimen
van tijdige voorbereidingsmaatregelen ? Of
omdat er moeilijkheden kwamen van
Grieksche zijde ? En verder : waarom stemde
Venizelos op 2 October in de landing van
een kleine troepenmacht toe, terwijl hij
vroeger om een grooter aantal verzocht had?
Uit Carson's kritiek blijkt, dat hij aan de
regeering niet alleen verwijt, dat zij zich
te lang aan de praat heeft laten houden door
Boelgarije en op het beslissende oogenblik
geen plan gereed had, maar ook dat zij niet
kras is opgetreden tegen Griekenland en dit
rijk niet door een bombardement van Griek
sche havens gedwongen heeft ja, waartoe
eigenlijk? Meent Carson, dat men op die
wijze Griekenland tot bondgenoot zou heb
ben gekregen? Alleen om practische redenen
reeds mocht geen geweld worden gebruikt,
daar dit den toestand verergerd zou hebben
in plaats van verbeterd; en er zijn nog
tienmaal betere redenen aan te voeren, waar
om de bondgenooten zich daarvan moesten
onthouden.
Asquith liei in het midden, waarom Koning
Konstantijn geweigerd heeft Servië te hulp
te komen, en waarom eerst op het laatste
oogenblik het verschil van meening tusschen
den Koning en zijn minister is gebleken;
hij kon ook geen kritiek uitoefenen op de
houding van een regeering, die thans een
welwillende onzijdigheid" tegenover de ge
allieerden betracht, en niet aan haar verwij
ten, dat de hulp aan Servië thans vermoe
delijk te laat zal komen. Dit laatste heeft hij
ook niet met zooveel woorden gezegd. Hij
heeft alleen beloofd, dat de onafhankelijk
heid van Servië een der wezenlijke doel
einden" van den oorlog zou zijn.
Toen de oorlogsterreinen de revue waren
gepasseerd, kwamen de maatregelen aan de
beurt, in Engeland zelf te nemen om de
zware taak, waarvoor het stond, naar
beRustig ging hij heen en ik bleef langen
tijd verwezen staan.
's Avonds om tien uur zat de ingenieur
op den nieuwen luilak, dien hij zelf had
gekocht en uitgezocht, omdat ik geen
smaak had" naar hij beweerde. In zijn hand
hield hij het avondblad en las voor de derde
maal met blijkbare voldoening:
EEN NIEUW VERDELGJNGSMIDDEL
De bekende Amsterdamsche ingenieur
H. W. Berkel heeft een nieuw werktuig
ter verdelging uitgedacht. Hij heeft het
middel gevonden om de electrische
Hertziaansche golven, die zich van de
bron uit in concentrische kringen ver
breiden, in n enkele richting te pro
jecteeren. In het snijpunt van twee zulke
electrische stralen geraakt de zuurstof
der lucht in gloeiïng en verspreidt eene
ontzettende hitte, die zelfs de meest
weerbarstige metalen tot smelten brengt.
De uitwerkingsfeer dezer electrische
golven is theoretisch gelijk met die der
draadlooze telegrafie; doch practisch is
deze limiet nog niet te bereiken. Toch
heeft nu reeds de uitvinder eene machine
gebouwd, waarmede hij op een afstand
van ongeveer 500 kilometer elk schip,
gebouw en kruitmagazijn, alles wat
brandbaar is, in brand kan zetten.
Een onzer redacteuren werd in de
gelegenheid gesteld eene proef op be
scheiden schaal bij te wonen. Doch dit
was ruim voldoende om hem te over
tuigen van de geweldige verwoestings
kracht dezer nieuwe ui'vinding.
De heer Berkel zelf houdt vol, dat
het gebruik dezer vinding door eender
oorlogvoerende partijen zonder eenigen
twijfel den oorlog in haar voordeel zou
beslissen binnen denkorst mogelijken tijd.
Hij heeft echter besloten, om strikt
neutraal te blijven, zijne uitvinding ge
heim te houden tot na den noodlottigen
strijd, die thans Europa verwoest en
ontvolkt.
Wij kunnen niet anders dan dit besluit
De heer A. W. F. IDENBURG, aftredend
Gouvern.-Generaal van Nederlandsen-Indië.
hooren te vervullen: de instelling van een
oorlogscomité, uit 3 of 5 ministers bestalmde,
opdat er sneller en krachtiger zou kunnen
worden gehandeld; het betrachten van
zuinigheid, door regeering en door volk,
opdat de zware financieele lasten zouden
kunnen worden gedragen. Toch was er
geen reden tot pessimisme: financ'eel stond
Engeland er veel beter voor dan Duitschland.
Aan het slot: de plechtige verklaring dat
hij, de minister, die de meeste verantwoor
delijkheid droeg voor Engeland's besluit
om in den oorlog te gaan, nu, na vijftien
maanden, dat groote besluit niet ongedaan
zou willen maken; de verzekering van zijn
vasten wil om te volharden, tot de over
winning was bevochten, en een dankbare
hulde aan de voortreffelijke eigenschappen,
door de mannen en vrouwen van Engeland
in de ure der beproeving aan den dag gelegd.
Een redevoering, die aan het Engelsche
volk bijna niets heeft geleerd, wat het niet
reeds wist; die geen nieuwe vergezichten
heeft geopend; die geen illusies heeft
gewekt van een spoedigen keer ten goede.
Maar een rede, die het vertrouwen van het
volk in zijne regeering zal hebben versterkt;
die den toestand naar waarheid aangeeft,
in al zijn ernst, in al zijn onverbiddelijk
heid ; die getuigt van moed en kracht, van
eenheid en vastberadenheid een rede
voering ook, die bewijst, dat het einde van
den oorlog nog verre is, spijt alle geruchten
van vrede.
3 Nov. 1915 G. W. KERNRAMP
* * *
Overbrugging van het Y
Toen ik in het nummer van 24 October
1.1. met een enkel woord uiteenzette, waarom
m. i. een overbrugging van het Y te rekenen
was onder de onvermijdelijke toekomstige
gebeurtenissen, ben ik van meer dan n
zijde daarover aangesproken. Het vriende
lijkste woord.dat men tegenover mij gebruikte
was utopist". Men scheen mij zelfs de op
vatting te willen toedichten, dat we over
een half dozijn jaren met vrouw en kinde
ren over de Ybrug naar de Volewijk zouden
kunnen kuieren !
Nu, we leven wel snel tegenwoordig, doch
dit zou toch een snelheid zijn, zoo over
matig groot, dat zelfs de ergste optimist
daardoor zijn verwachtingen zou overtrof
fen zien.
Ik stel me de zaken zoo voor, dat, als
eenmaal de haven West in gebruik is ge
nomen wat altijd nog een aardig jaartje
zal duren - onze scheepvaart als vanzelf
daarheen zal verhuizen, gelijk men reeds
eenige malen verhuisd is sinds de eerste
booten van de stoomvaartmaatschappij
Nederland" aan de Suez-steigers in de Riet
landen meerden en, naar beweerd wordt,
hier de muskieten importeerden. Dat kan
20, maar ook 25 jaren duren, d"Ch als in
tusschen het ontworpen kanaal door de
polders aan den overkant van het Y zal
zijn gegraven, zal zich dat eerder geschieden
iiimiiiiiimii
eerbiedigen, ofschoon wij persoonlijk
anders wenschen.
* *
*
Als een forel schoot het gerucht door de
wereld, over water en land. De knappe
journalisten gaven verklaringen van de
nieuwe uitvinding, die spotten met alle
physieke wetten.
Amerikaansche reporters interviewden de
menschen, die het geluk hadden Berkel of
Barclay te heeten, en vonden
levensbizonheden van den plotseling beroemden inge
nieur, die hem zelf onbekend waren.
Madame de Thèbes voorspelde, zoodra
zij het bericht had vernomen, nog
dienzelfden avond: dat een groot man zou op
staan en gansch alleen den oorlog der
millioenen tot een einde brengen.
Piofessoren schreven in wetenschappelijke
tijdschriften zware artikelen, om te bewijzen
dat in de nagelaten papieren van Leonardo
da Vinci schetsmatige teekeningen waren
te vinden, die het vermoeden wettigden,
dat deze geniale man, geleerde en kunstenaar,
al meer dan vier eeuwen geleden een soort
gelijk plan had trachten te verwezenlijken.
Sommige Duitsche bladen eischten op
heftigen toon van de Regeering, dat zij zich
met geweld zou meester maken van den
Hollander en hem met foltering en doods
bedreiging dwingen, zijn geheim te open
baren. En uit papieren, gevonden in een
soldatenbroek van Engelsch laken, haalden
zij het bewijs, oat het trouwelooze Albion
hen voor wilde zijn en dus hun gewelddadig
ingrijpen was te rechtvaardig als etn geval
van wettige noodweer.
In Londen hielden de voornaamste poli
tieke leiders elk een half dozijn redevoeringen;
zij verzekerden onder geweldige toejuiching
des volks, dat Engeland, nu alles tot in de
kleinste bijzondergeden was geregeld, binnen
de twintig jaren een leger zou kunnen op
brengen van minstens vijf millioen geoefende
soldaten, de officieren niet mee geteld. Maar
zij ht opten dat de oorlog vór den winter
zou zijn gfëindigd en gewonnen. Daarom
spoorden zij alle burgers aan, die nog niet
waren betrokken in een der ontelbare reor
ganisaties van het land, een nationaal fonds
Mr. J. P. GRAAF VAN LIMBURG STIRUM,
de] nieuwbenoemde Gouverneur Generaal
?** .van Nederlandsch-Indië.
dan men vermoedt.
Zoo hebben, gelukkig, ook anderen erover
gedacht. In de raadsvergadering van Vrijdag
29 October 1.1. toch kwam in een voorstel
van de leden Mr. B E. Asscher, Mr. H. J. C.
van Tienen, J. N. .Hendrix en J. van den
Tempel, luidende:
BB de Gemeenteraad, met het college van
B. en W. overtuigd, dat het vraagstuk van
eene directe en vaste verbinding met de
overzijde van het Y niet zeer lang meer te
ontwijken zal zijn,
van oordeel, dat het daarom reeds nu
gewenscht is de oplossing van dit vraagstuk
door eene commissie van deskundigen te
doen voorbereiden,
noodigt Burgemeester en Wethouders uit,
de daartoe noodige voorstellen aan den
Raad te doen."
Men zal het met me eens zijn, dat dit een
zeer voorzichtig gesteld voorstel is, dat de
Raad zich door aanneming er van formeel
nog tot niets anders zou binden dan tot de toe
kenning van een crediet tot honoreering van
eenige adviseurs. Doch feitelijk wordt daar
mede een zeer belangrijke stap gedaan,
omdat daarmede erkend wordt de noodza
kelijkheid van eene oplossing der quaestie
van de overbrugging van het Y, en de
mogelijkheid. Het voorstel Is in de raads
vergadering van 3 November aangenomen,
echter met die wijziging, dat geen speciale
commissie van deskundigen zal worden be
noemd, doch dat B. en W. zullen rappor
teeren, na voorlichting van deskundigen te
hebben ingewonnen. Men kan ook hiermede
vrede hebben. De zaak is nu aan de gang
gebracht, laten we hopen, dat ze niet in
den doofpot terecht komt!
De wijze toch waarop thans de communi
catie tusschen de beide deelen der gemeente
Amsterdam aan de oevers van het Y wordt
onderhouden, is en blijft duur en onvoldoende.
Ze kan verbeteren, en met waardeering mag
erkend worden, dat B. en W. zich daartoe
beijveren, maar afdoende wordt ze nooit,
zoolang men ponten gebruikt, en duurder
wordt ze ongetwijfeld, daar het moeilijk is
aan te nemen, dat men zal terugkomen van
het besluit om voor de voornaamste
pontveren geen overzetgeld te vorderen. Uit de
begrootings discussie van dit jaar is wel
gebleken, dat de neiging daartoe niet groot
is. Rest dus verwezenlijking van het door
mij voorgestane denkbeeld om een brug te
sla in over het Y. Of dat een hooge brug,
of een draaibrug, een schipbrug of een pont
transbordeur zal er aan wezen de Raad
weet het niet, daaromtrent te adviseeren
zal de taak zijn van het college van B. en W.
onder voorlichting van deskundigen, doch
dat nu het balletje van de Ybrug aan het
rollen is gebracht, constateer ik met groote
en begrijpelijke ingenomenheid. KELLER
te stichten, om gedurende eene eeuw telken
jare een nieuw standbeeld op te richten in
een andere stad voor den roemruchten heer
Berkel.
D'Annunzio baarde een gloeiend lyrisch
gedicht, zonder rijm, ter eere van zich
zelven en den genialen technicus en zond hem
twee afdrukken op geschept oud-Hollandsch
papier. Het adres had hij eigenhandig ge
schreven.
En in Nederland stelde een kranig lid der
Tweede Kamer den Minister de schriftelijke
vraag: of een zoo gewichtige uitvinding
wel overeen te brengen was met de strikte
neutraliteit van het land.
Te midden van die algemeene opgewon
denheid hield alleen Berkel zich koel en
rustig, alsof de heele zaak hem niet aanging.
Het leger van bezoekers, dat dag aan dag
zijn deur bestormde, kreeg onverbiddelijk
niet thuis"; de honderden brieven stapelde
hij ongeopend in een hoek van zijn kamer.
En als soms een ijverig verslaggever hem
wist te ontmoeten en voorzichtig met zijn
vragen begon, blikte Berkel peinzend naar
de lucht en vroeg met de grootste belangstel
ling: zou er nog onweer komen vandaag?"
Maar zij, die teleurgesteld werden, voel
den zich onvriendelijk gestemd. Hier en
daar verschenen reeds ingezonden stuk
ken", waarin twijfel aan de waarachtigheid
der uitvinding doorschemerde. Een enkele
inzender die veelzeggend onderteekende met
den naam Humbug", durfJe zelfs het ver
moeden opperen, dat een ernstig man als
ingenieur Berkel door een zonderlinge afdwa
ling zich een ongepaste grap scheen ver
oorloofd te hebben in deze droevige tijden.
Toen verseheen op eens het bericht van
een correspondentiebureau, dat al die booze
vermoedens wegdreef als kaf voorden wind.
*»* Wij vernemen uit goede bron dat
de heer Berkel, de uitvinder van het
veelbesproken nieuwe
verdei>;ingsmiddel, op verzoek onzer Regeering eene
proef zal doen op grooten afstand Een
uitgesirekt terrein werd reeds aangewezen
en eene lading stroo, toebehoorend aan
het Rijk der Nederlanden, wordt kos
teloos ter beschikking gesteld. De heer