Historisch Archief 1877-1940
14 Nov. '15. No. 2003
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Een slachtoffer van den oorlog
Het is maar een klein kerkgenootschap,
dat der Doopsgezinden, hetwelk getrouw
aan zijne tradities, blijk heeft gegeven van
zijne van ouds bekende vrijzinnigheid, door
het eerst in ons land, eene vrouw toe te
laten tot het predikambt. De Remonstranten
zijn gevolgd, hebben onlangs in beginsel
aangenomen, dat ook de vrouw voorganger
der gemeente zal kunnen zijn, maar er is er
nog geene bij hunne broederschap aangesteld,
al is mej. dr. Gerlings reeds gepromoveerd
op een veelgeprezen proefschrift, 't Zal echter
nog we_I lang duren, vór de Ned. Herv.
Kerk, die men onze Staatskerk zou kunnen
noemen, dit voorbeeld volgt, indien 't al
ooit zoover komt.
Hoe zou men dan kunnen vermoeden, dat
in Engeland, het land op allerlei gebied,
maar vooral op dat van den godsdienst,
zooveel behoudender dan het onze reeds
sedert eenigc jaren, eene vrouw het beroep
van predikant uitoefent. Natuurlijk niet in
de Anglicaansche kerk, dat bolwerk van het
orthodoxe Christendom. Bij de verschillende
secten, die er zich van hebben losgemaakt:
de Kwakers, Wekleyanen, Baptisten, enz.,
die worden samengevat onder den
algemeenen naam Dissenters, d. i. Afgescheidenen,
is 't zeker voorgekomen, dat van tijd tot tijd,
ook vrouwen in de openbare samenkomsten
zijn opgetreden. Maar eene vrouw officieel
aanstellen tot predikant, dat hebben, voor
enkele jaren, de Unitarians gedaan, met
welken naam men de vrijzinnig
godsdienstigen aanduidt. Zij ontleenen die benaming
aan het feit, dat zij, in tegenstelling met de
leden der Staatskerk, die nog altijd het leer
stuk der Drie-eenheid aannemen God in
three persons,blessed Trinity ,zooals 'tluidt
in een hunner kerkgezangen, zich de God
heid als eenheid voorstellen. Elke Engelsche
stad van eenige beteekenis, heeft tegen
woordig hare unitarische kerk; Londen heeft
er zelfs verscheidene.
't Is in Birmingham, eene der drie groote
steden van Engeland, dikwijls little London
genoemd, dat de Reverend Gertrude von
Petzold werd aangesteld als predikant in
eene der voorsteden, bij eene afdeeling der
Unitariërs, die er drie predikanten hebben;
het is van daar, dat zij nu door het Ministerie
van Binnenlandsche Zaken is verbannen en
uitgewezen, een slachtoffer van den oorlog.
Gertrude von Petzold is, zooals haar naam
aanduidt, eene Duitsche. Dochter van een
Pruisisch officier werd zij opgevoed in 't
streng orthodox Luthersch geloof.Benauwend
en beklemmend scheen haar die atmosfeer;
de wind waait waarheen hij wil. Aangeboren
vrijheidszucht werd versterkt door het ver
keer met eene Engelsche gouvernante van
vrijzinnige beginselen. Zij werd geboren in
Thora, eene Pruisische vesting op de Rus
sische grens, en ging naar school in Stettin.
Later heeft zij aan de universiteit te Berlijn
philosofie en theologie gestudeerd, maar daar
zij er niet kon promoveeren, begaf zij zich
naar Edinburgh, waar zij aan St. Andrew's
College haar academischer! graad verwierf,
M. A. (Master of Arts) ongeveer gelijkstaande
met dr. in detheologie, ten onzent. Daarna ging
zij naar Oxford, waar zij aan Manchester Col
lege, dat aan de Universiteit de vrijzinnige
richting vertegenwoordigt, nog drie jaar lang
hare studiën voortzette. Zij was daarop
gedurende vier jaar voorganger aan de vrije
christelijke kerk te Leicester. De Vereenigde
Staten, waar reeds zoovele vrouwen het
predikambt uitoefenen, vooral in de verspreide
Unitarische gemeenten, trokken haar aan.
Zij werd uitgenoodigd om er gedurende twee
jaar, nu hier dan daar op te treden. Na
afloop keerde zij terug naar Engeland, voelde
behoefte zich te laten naturaliseeren, in 't
land, dat voor haar een geestelijk vaderland
was gebleken. Maar nu k wam't een dan't ander
tusschen beide en wettig Britsch onderdaan
is zij nooit geworden. Tot onverwachts de
oorlog kwam en zij begon in te zien welk
gevaar haar als vreemdelinge dreigde, hoe
zij kans liep den werkkring te verliezen,
dien zij zich met zooveel moeite en inspan
ning verworven had. Hernieuwde pogingen
van haar zelve en hare gemeente om haar
nog te laten naturaliseeren mochten niet
baten, en op den gestelden termijn, 31 Juli,
heefi zij Engeland verlaten.
Wat haar wacht op 't punt van godsdien
stige verdraagzaamheid, in haar eigen land,
Het Wondere Leven der
Paddestoelen
Dit is de klinkende titel van een klein
boekje dat ons ter recensie werd toegezonden,
een deeltje van de bekende Meulenhoff-editie.
Het kost 95 cent, is gedrukt op middelmatig
papier en gestoken in een aardig bandje met
kleungen omslag, 't Is zijn geld best waard,
al was het alleen maar om de vele op kunst
drukpapier gereproduceerde foto's van padde
stoelen, de meeste vervaardigd door mej.
Bijl, en daar zijn heel mooie onder. Natuurlijk
konden op de acht en tachtig platen niet
alle paddestoelen afgebeeld worden, zelfs
niet alle zeer gewone en de schrijver ver
wacht dan ook dat sommige lezers niet met
zijn keus tevreden zullen zijn. Tot onze
verbazing missen wij onder andere de
aardsterren, die den auteur anders zoo prachtig
in zijn poëtischen kraam te pas zouden zijn
gekomen en van de echte champignons, de
Psalliota soorten, krijgen wij niet anders te
zien dan kleine dingetjes op cultuurbedden
in kelders. Maar de afbeeldingen van
parasolzwam en inktzwam zijn prachtig, evenals
die van de mild bedeelde honigzwam.
Misschien had de uitgever beter gedaan
met du illustraties niet in een bundel te ver
eenigen, maar ze te verspreiden door het
boek heen, want de eigenaardige stijl van
den schrijver, den vaardigen publicist D. J.
van der Ven, kan zoo'n onderbrekinkje best
velen Om het maar eens opzijn eigen manier
het land dat Jatho heeft gedaagd voor zijne
geestelijke rechtbank en ontzet uit zijn ambt,
daarvan heeft zij een voorproefje gehad,
toen zij, in 1907, 't dorst bestaan om in
Berlijn te preeken. Haar vader, hare ortho
doxe familiebetrekkingen tn kennissen had
den van den aanvang af, zich heftig gekant
tegen hare oproerige inzichten. En degenen
die bij deze gelegenheid allicht kwamen
uit nieuwsgierigheid om eene vrouw op den
kansel te zien, bleken tegen dit ongewone
schouwspel niet bestand. Er ontstond een
tumult en de godsdienstoefening kon geen
voortgang hebben.
Engeland zou Engeland niet zijn, als zelfs
in deze moeilijke omstandigheden, de bladen,
die dan toch de afspiegeling zijn van wat
men in een land wenscht en behoeft, bij 't
verhaal van al dit gebeuren, verzuimden
het licht te laten vallen ook op den buiten
kant der persoonlijkheid en der questie.
Ten behoeve van gelijkgezinde lezeressen,
wil ik 't zelfde doen: meedeelen dat 't aca
demisch gewaad, met de witte kap, die
volgens Engelsch gebruik aanduidt tot welke
faculteit men behoort, haar uitstekend kleedt,
terwijl haar manieren zeer innemend zijn.
Haar trekken zijn zuiver en fijn besneden,
zij heeft weelderig donker haar, donkere
oogen, een hoog voorhoofd en een volle,
muzikale stem. Zij is nog geen 40 jaar oud.
Volgens degenen die haar hoorden preeken,
bezit zij in hooge mate de gave der wel
sprekendheid : toen zij eenige jaren geleden,
in B rmingham optrad in de Townhall, het
fraaie, antieke gebouw, dat nog dagteekent
uit den tijd van Oud-Birmingham, en 3000
menschen bevatten kan, was dit tot aan den
nok gevuld.
Er is geen enkel werk in de wereld,"
moet ze eens gezegd hebben uitgenomen
misschien 't vermoorden van medemenschen,
dat eene vrouw niet even goed doen kan
als een man, wanneer zij maar dezelfde
opleiding en dezelfde kansen krijgt." Eene
volbloed feministe dus. Dat zij evenwel niet
tekort schiet in vrouwelijke beminnelijkheid
en, in haar ambt, genegenheid en achting
heeft weten te winnen, schijnen we te mogen
afleiden uit het feit, dat bij 't afscheid op
31 Juli, haar vele geschenken werden aan
geboden en haar voorstel dat deze bijeen
komst geen vaarwel maar een tot weerziens
zijn zou na den oorlog, met hartelijke in
stemming werd begroet. Zij heeft 't haren
gemeenteleden op 't hart gebonden, in dezen
tijd van beproeving, de kerk en hare instel
lingen te steunen, zooals tot nu toe, opdat,
bij hare terugkomst, zij weer zouden kunnen
samenwerken voor de zaak van het Christen
dom en de verbroedering der menschen.
M. K.
Vossenbont
Nauw heeft de herfst met merkbare
geelroodbruine tinten ingezet en dwarrelt hier
en daar een blad, of onze zomersche kleedij
maakt plaats voor stemmiger dracht, waar
van men de soepel-warme vacht van meer
of minder zeldzaam dier, van lieverlede als
een onmisbaar onderdeel ging beschouwen.
Voor het dragen van licht pelswerk, wacht
men tegenwoordig zelfs het najaar en den
winter niet af.
Reeds in vorige zpmerseizoens droeg men
het in vollen zomertijd, weliswaar op koelere
dagen of in den avondstond en dan zoo
los mogelijk om hals of schouders geslagen.
Zoo zag men in de elegante badplaatsen
vooral veel vossen dragen. Het afgeloopen
zotnerseizoen bracht uitbreiding van die
vossenmode.en in Scheveningen, dat in dezen
oorlogstijd de buitenlandsche badplaatsen
veelal moest vervangen, kreeg men als 't
ware eene complete vossententoonstelling"
te zien en te bewonderen.
Bijna uitsluitend met poolvos zag men er
de dames getooid, naturel poolvos van fijnste,
kostbaarste kwaliteit, verre overheerschend
'n enkele fraaidoende imitatie.
Poolvos, blank en licht van huid en naar
mate van kwaliteit te sneeuwiger van hr
arvacht, is dadelijk te herkennen aan de grootte
van het vel, de lengte der zijdigzachte haren
en den forschen wollig-pluimigen staart.
Wie ooit den slimmen bezitter van een
vossenpels in natura aanschouwde, zij 't dan
ook in den vorm van doodgewonen
inlandschen soortgenoot, zal zich van het uiterlijk
van alle mogelijke vossenhuiden eene tamelijk
juiste voorstelling weten te maken. Immers
'n vos blijft 'n vos, al moge z'n huid in
bereiden toestand aan lengte winnen wat zij
aan breedte moest inboeten of omgekeerd,
al verandert het beest ook van naam «aar
gelang van zijne groepsoort en van de streek
uit te drukken, hij is diffuus en grandiloquent.
Hij noemt To Cool de grootste mycophage
van Nederland" en deelt met milde hand
meer dergelijke eeretitels uit. Ook heeft
volgens hem de Utrechtsche keldercham
pignon zijn afzetgebied gevonden onder de
hoogste kringen der Nederlandsche aristo
cratie en verschaffen de nietigste micros
copische zwammctjcs aan een heelen staf
van plantendokters en -artsen met den wak
keren en on vermoeiden professor Ritzema Bos
aan het hoofd, een veld van nuttigen arbeid."
Stil in een boschhoekje stonden
degrilligzwarte Totentrompeten, door Be^nink naar
Arnhem gebracht uit de zwamrijke bosschen
van het Denekampsche natuurland". Ook
spreekt hij van kevers en andere coleopteren"
en overstelpt hij zijn lezers met allerlei
onverklaarde aanhalingen, zinspelingen en
uitdrukkingen in op zijn minst vijf talen,
vier levende en een doode. Dat is nu wel
erg vleiend voor de lezers, maar voor een
boekje, dat blijkens zijn geheelen opzet als
volksboekje bedoeld is, toch wel ietwat ge
waagd. Ook gaat het niet aan, om Antonie
van Leeuwenhoek den ontdekker der
bakteriën te noemen.
Niettemin is het een aardig boekje en ik
heb het met plezier gelezen, al verloopt het
op de laatste pagina ook in hoofdzeer en
praatzieke kappers. In 't eerste hoofdstuk
ontwerpt de schrijver een beeld van het
herfstbosch en van het leven der padde
stoelen hoe zij zich voeden, sporen voort
brengen en uitstrooien, en waar zij al zoo
groeien. Dan komt een overzicht van de
voornaamste vormen en eindelijk een ge
schiedenis van de studie der paddestoelen,
die heel aardig uitloopt op een verslag van
de Paddestoeltentoonstelling te Arnhem in
1912 en een korte bespreking van padde
stoel-schilderijen.
Het tweede hoofdstuk behandelt de
padwaaruit het afkomstig is. Zoo treffen we in
de Poolstreken den poolvos aan, den
zilvervos in de Siberische sneeuwvelden, terwijl
de rood-vos in Virginië thuis behoort.
De witte poolvos is voorwaar eene bont
soort om met handschoentjes aan te raken l
Vooreerst staat de heldere blankheid der
haren aan spoedig smetten bloot en vordert
hunne teere broosheid aanraking met zachte
hand. Ook dient gewaakt tegen
atmospherische invloeden, die in 't glanzende wit
gele plekken te voorschijn roepen.
Daarom verdient het aanbeveling om
poolvos, na het dragen, losjes even uit te
kloppen, op 'n droge, niet warme plaats een
poosje uit te hangen en steeds op te bergen
in blauw papier gewikkeld.
Deze aanbeveling geldt alleen voor de
echte onvervalschte witte vossenvacht! Voor
het afbreken en geweldig uitvallen der haren,
voor het spoedig scheuren der huid van den
bij uitstek onsolieden namaak, welke uit
onkunde of winstbejag als Renard Polaire"
wordt aangeboden is geen kruid gewassen.
Met het schoonklinkende Renrad Polaire"
wordt vaak ten onrechte betiteld eene min
derwaardige bontsoort, welke door een vak
man op het eerste gezicht als wit
konijnenvel, bij grootere haarlengte meestal als
sneeuwhaasbuik onderkend wordt.
Het is niet alles Vos" wat Renard" heet!
Blauwvos is een bontsoort wier be
naming veelvuldig misbruikt wordt en waar
van de namaak schier algemeene bekendheid
verkreeg.
Hoe mogen ze zich in populaire gunst
verheugen, de blauwgeverfde schobbe en
z.g. Japansche vos, op zich zelf lang geen
verwerpelijke bontsoorten,doch niet de gering
ste overeenkomst vertoonend met den waren
natuurlijken blauwvos! Dat dit zomerspecimen
van den poolvos, in zijn zomertenue van
beige-bruine tot licht kastanjebruine kleur,
met dicht wollig onderhaar en niet zeer
lang zachtzijdig bovenhaar waarlijk blauw
vos ' heet... zie dat is nu juist niet bij
ieder bekend. Aan dit vosexemplaar valt
volgens leekenbegrip dan ook geen siertje
blauw te bekennen. Toch, de ervaren vak
man met het geoefend oog zal altijd spreken
van mooie blauwe vellen, eenvoudig omdat
hij in het onderhaar van first class vellen
die [eigenaardige tint ontdekt die in
bontwe kerskringen als blauw" bekend staat.
De pels dan van dezen zomerpoolvos is
zoodanig in trek, dat men ze vaak met het
dubbele van het witte winterexemplaar be
taald.
Deze hooge vellenwaarde wordt nog verre
overtroffen door die van den primus inter
pares onder de vossen, den zeldzaam mooien
z i l v e r v o s. Zijn haarkleur loopt van
beige-bruin tot bruin-zwart, sporadisch tot
geheel zwart, zij vertoont op het rugmidden
eene glanzend zwarte streep door zilver be
grensd met zilveren uitloopers naar de flan
ken. Een zware donkergetinte staart met
helderwitte puntvlok, is als unicum in de
bontwereld een der voornaamste
kenteekenen van echtheid. Buitengewoon is zeker
dat de huid kostbaarder wordt, naarmate de
donkere kleur der rugstreep zich verder
uitstrekt. Zoo is een el dat slechts zilver
vertoont bij de achterste pooten oneindig
meer waard dan eene sterk met zilver be
dekte huid. Om der wille der zeldzaamheid
brengt de geheel zwarte zilvervos, als groot
natuurwonder uit het vossenrijk, fabelachtige
prijzen op. O.a. werd eenige jaren geleden
op eene Londensche veiling voor een
prachtexemplaar de kapitale som van 5000 pond
sterling (60,000 gulden) gemaakt.
Omdat ter vervanging, de vellen van den
veel en veel goedkooperen roodvos in de
verlangde tint zwart geverfd kunnen wor
den, terwijl het effect van rugstreep en
zilver verkregen wordt door ingezette witte
haren, moest men zich voor het aanschaffen
van dergelijk kostbaar bontwerk uitsluitend
tot zaken van gevestigd vertrouwen wenden.
Een kenner moge zich misschien een
oogenblik laten misleiden, doch zal bij nadere
beschouwing, nauwkeurig kunnen vaststellen
welke bontsoort hij voor zich heeft.
Onder de betere vossensoorten is rood
vos al een zeer dankbaar materiaal. Toe
bedeeld met alle gotde eigenschappen der
edeler soorten, kan de roode haardos 't
zij door verven of oxideeren vrijwel tot in
't oneindige afgewisseld worden. Zoo heet
deze rossige klant in zwart gewaad
Canadavos, in roodbruine tint Zibeline-vos, en in
zwarte-witgespitste kleur Amourskij-vos. In
grauw-grijs noemt men hem Smoke-vos en is
als zoodanig bij de Engelschen zeer in tel, in
donkerder grijs vindt hij als Alaska-vos vele
afnemers.
Russuia's.
destoelen als volksvoedsel. De heer Van der
Ven is een groot voorstander van het eten
van paddestoelen en heeft dan ook in de
Amsterdammer van 14 October 1914 er op
gewezen, dat juist in deze tijden er aan
gedacht moet worden, om niet duizenden
en duizenden kilogrammen goed voedsel te
loor te laten gaan. Wat tot nu toe een ver
snapering en een buitenissigheidje was voor
de gegoeden, kan een belangrijke steun wor
den voor het algemeen. Er wordt al lang in
ons land op dit aanbeeld gehamerd en de
heer Van der Ven, die blijkbaar geen
enkel tijdschriftartikel uit de laatste twintig
jaren ongelezen heeft gelaten, had wel kunnen
vermelden dat mijn vriend E. Heimans jaren
geleden op een algemeene vergadering van
de Nederlandsche Heidemaatschappij te
's-Gravenhage een belangrijke voordracht
over paddestoelen als volksvoedsel heeft
Ook brengt hij als Amourskij-vos (imitatie
zilvervos) of onder een der vorige bena
mingen beduidend meer op dan in eigen
natuurkleur.
Als rood-vos bracht de mode hem eenige
jaren geleden terug in de rij der gewilde
bontsoorten en voerde daardoor ook de roode
vacht tijdelijk tot hooge geldswaarde op.
Vossenbont is voor den aankoop eene der
voordeeligste bontsoorten. Nu de tegen
woordige mode de korte schouderkraag in
eere herstelde, zien we daartoe veelvuldig
n enkel vpssenvel, met eigen kop en pooten
als garneering, aangewend. Plat uitgelegd
en door zijden ruches aan weerskanten ver
breed, is deze nvellige vossenkraag het
bontmodel voor dit seizoen.
L. K.
Over Boeken
EEN MOOI KINDERBOEK
Ja, 't is met recht een mooi kinderboek
dat voor ons ligt. Het is getiteld Het kleine
volkje" en bevat teekeningen in kleur van mej.
H. Willebeek leMair met kinderlijke,oorspron
kelijke, versjes. Onwillekeurig vergelijken
wij deze plaatjes bij de eerste van deze
begaafde teekenares naar wij meenen in het
Dalcroze-album. Welk een groote vooruitgang
in uitbeeldingen lijn en vorm is waar te nemen.
Thans kindertooneeltjes die voor ons leven,
voorheen etherische figuurtjes sierlijk en
bevallig in hun bewegen, doch prentjes,
meer niet.
Teer van lijn en kleur staan ze daar thans
voor ons: Klein Paultje die aan 't rommelen
ging in den grooten naaimand en bij de
bestraffing van groote zus 't kopje zoo
schuldbewust laat hangen. Dat was je toch
verboden en telkens doe je 't weer." Hugo
die zijn teddybeer, en schaapje, en konijntje
een hapje gunt van zijn ontbijt. De wijze
paardjes, en dan dat aardige tafereeltje waar
klein broertje omhoog wordt geheven om
lorre klontjes te geven:
Hopsa! Klein manneke,
Kan je er wel bij ?
Lorre kijkt al,
Een slimmert is hij!
Hij houdt van lekkers,
Van koek en beschuit,
Kijk, kijk eens daar komt hij
Zijn kooitje al uit.
Met smaak en talent heeft mej. Willebeek
Ie Mair dit alles geteekend, en in teere
aquarel-tonen heeft de uitgever Augener Ltd.
te Londen het smaakvol verzorgd weten weer
te geven.
Dat little people" ook een Hollandsch
boekje werd, dat waardeeren wij Het werk
onzer begaafde landgenoote komt zoodoende
ook ten goede aan onze Nederlandsche jeugd
Het is waarlijk een mooi St. Nicolaas
geschenk!
Van alles wat
De Vereeniging van Hoofden van
Industrieschelen v. Meisjes zal na 1916 een
examen in dameskleedermaken afnemen voor
meisjes, die niet de vakscholen bezochten;
dit examen staat gelijk aan dat voor het
diploma A (driejarige cursus in wollenaaien)
der Industriescholen. Verder zullen aan het
examen voor leerares (diploma B) kunnen
deelnemen:
l o. Allen, die diploma A en een bewijs
van tweejarige werkzaamheid op een atelier
kunnen overleggen.
2o. Zij, die na haar 16e jaar 5 jaar een
atelier bezochten.
Secretaresse is mej. G. N. Bader, direc
trice derlndustrieschool v. Meisjes te Arnhem.
Naar aanleiding van ons bericht in t 'Nr.
van 23 Oct. werd ons gemeld dat de
Remonstrantsche Gemeente te Meppel reeds
een half jaar geleden twee vrouwen benoemde
in het Kerkbestuur om deel te nemen aan
de armverzorging der gemeente.
Mogen de andere gemeenten dit goede
voorbeeld spoedig volgen!
Op het oogenblik zijn er 3 vrouwelijke
Eerste Kamerleden in Amerika. Miss Kathrin
Clarke in Oregon, mrs. Helen Ring Robinson
in Colorado en mrs Frances Willard Munds
in Arizona. Laatstgenoemde viel de bijzondere
onderscheiding te beurt van het presidium.
Kleine moffen zijn de voorloopers van het
winter-bont. Ze zijn gemaakt van zijde en
bengelen vroolijk en luchtig versierd met
strikken en kopveertjes aan een zijden lint,
dat aan gelijkkleurig halsstuk is bevestigd.
De voorliefde voor bepaalde kleuren is
gehouden en dat daar reeds in beginsel is
besloten hetzij vanwege de Heidemaat
schappij, hetzij van regeeringswege de
paddestoelen in dat opzicht meer bekend
te maken door populaire geschriften, geïllu
streerd met gekleurde platen. Daar is verder
niets van gekomen en nog altijd zou het
goed zijn als de Regeering of het Steun
comitéof de Nederlandsche
Heidemaatschappij of eenig ander lichaam dit nuttig
en noodig werk op zich wilde nemen. Het
geld, ermee gemoeid, kon moeilijk beter
worden besteed. Ik ben het met den heer
Van der Ven eens, dat zulk werk het best
verricht kan worden door de Nederlandsche
Mycologische Vereeniging, natuurlijk met
regeeringssubsidie. In de vijftig bladzijden,
aan het eten van paddestoelen gewijd, ver
telt de schrijver veel aardigs, interessants
en griezeligs, alles behoorlijk en overvloedig
toegelicht. Over de eetbaarheid van vele
paddestoelen loopen de meeningen nog
uiteen. De stemming wordt over het algemeen
hoe langer hoe gunstiger: veel soorten, die
men vroeger als giftig beschouwde, blijken
onschadelijk te zijn of zelfs eetbaar.
Voorzichtigheid is hier echter geboden;
de heer Van der Ven wil dan ook van de
i Satanszwam of de Peper melkzwam maar
liever niets hebben en ook niet veiligheids
halve van de mooie Russuia's, omdat die
zoo moeilijk zijn te onderscheiden. Een paar
weken geleden bij gelegenheid van de
Haagsche paddestoeltentoonstelling hebben
; alle groote dagbladen verteld, dat het geslacht
: Russuia geen enkele eetbare soort bevat.
i Het getuigt wel van apathie op
zwammengebied, dat niemand die bewering heeft
tegengesproken, daarom doe ik het hier nu
maar even. Er zijn meer eetbare dan ver
giftige Russuia's en ze zijn ook niet zoo
heel moeilijk van elkaar te onderscheiden.
Het gaat niet aan om deze prachtige pad
een gevoelskwestie. Wij spreken niet meer
van niodekleuren als voorheen, toen gril en
luim van .enkele modehuizen deze of gene
kleur tot een heerschende maakte. Onze
smaak voegt zich naar onze stemming en
deze wordt weder beheerscht door den tijd
waarin wij leven. Ook dit as. seizoen zal
dus zwart wel weder het record slaan. Zwarte
zijde, zwart fluweel, zwarte tule, zwart
taffet, keuze genoeg. Zwart met wit!
O! die wijde klokrokkcn! Ze gaan oude
gansche garderobe beheerschen. Men ziet
reeds de uitwerking op het schoeisel. Grijze,
bruine, ja zelfs paarsche laklaarzen zijn niet
zeldzaam en geheel up to date." En nu
het koude, vochtige jaargetijde de dunne
kousjes voor straatdracht wel wat onprak
tisch maakt, doen witte slobkousen den
intocht en steken gril af bij de donkere
winterstoffen.
De hooge laars bij de jupe-trotteur eischt
weinig belangstelling voor de kous. Een
gladde, effen zijden kous is de kleur van
het bovenstofstuk van de laars is zeer smaak
vol en gedistingeerd. Ook de z.g.n.
Harmonika-kousen met gekleurden ondergrond:
blauw en zwart, grijs of groen, of blauw
en brons zijn voor de koele maanden
practisch en elegant.
Dat in Engeland de vrouwen hoe langer
hoe meer belangrijke functies gaan vervullen
blijkt uit 't bericht dat dr. Everett Maclaren,
lid van de afd. Glasgow der Ver. v. Vrou
wenkiesrecht, hoofd der medische dienst
aan het Oakbank Hospitaal te Glasgow (250
bedden) welk hospitaal dezer dagen over
genomen was door het Departement van
Oorlog, de officieele aanzegging heeft ont
vangen dat zij door de militaire autoriteiten
tot Hoofd-Patholoog en Bacterioloog is aan
gesteld. Tevens kreeg dr. Maclaren verlof
haar functie als Medisch Inspectrice van
het Glasgower schooltoezicht te blijven ver
vullen. Haar nieuwe betrekking, is, naar wij
gelooven, de eenige in Schotland en geeft
haar de rang van Kapitein. Toen de
Schotsche Roode Kruis-Brigade door het Depar
tement van Oorlog was erkend, was dr.
Maclaren n der eersten die, toen de oorlog
uitbrak, als Commandant aan het hoofd van
een Detachement stond.
Volgens een Reutertelegram is dr. Helon
Sexton, Directrice van het Australisch Hos
pitaal te Auteuil, welks hospitaal nu ook
onder de militaire autoriteiten staat, den
rang toegekend van officier van gezondheid
met den rang van majoor.
De geheele staf van dit hospitaal bestaat
uit vrouwen. Het is opgericht door het ini
tiatief van eenige dames uit Melbourne,
Mrs. Smith, haar beide dochters en Mrs.
Blackwood, die ook de fondsen verstrekken,
die voor de instandhouding noodig zijn.
Correspondentie
Mevr. T. C. v. D. Vriendelijk dank voor
uwe recepten. Wij zullen ze gaarne plaatsen.
Den heer J. W. Wij zullen in een der
volgende Nrs. aan uw verzoek voldoen.
nilllHIIIIMIIIMIIUIIIlmmiMlllllmimillllllllllmillmlIlllllllllllllllIlm
Verzoeke alle stukken voor de
rubriek Voor Vrouwen" in te zenden
Koninginneweg 93, Haarlem.
IIIIHIIIIIIIII n imnmiiiuiiiiiim mi iiiiiniiiiiii
KONIKGSPLEIN - AMSTERDAM
TM)g!IH)UT8!N
AU D
ZIIPENi
voorStJieolaas-Cadpaux
destoeltjes in een ongunstig daglicht te
plaatsen, daarvoor zijn ze ook veel te mooi.
Geeneen paddestoel heeft zulke mooie,
strak gespannen, onafgebroken plaatjes en
zulke sterke kleuren op zijn hoed.
In het derde hoofdstuk worden de be
trekkingen behandeld die bestaan tusschen
de paddestoelen en de andere planten van
het bosch, zoowel vriendschappelijk als vij
andig, Het fijne draadweefsel der padde
stoelen onder den grond helpt niet alleen
het bleeke stofzaad om aan den kost te
komen, maar evengoed ook de eiken en de
beuken, de berken en de sparren, ja zelfs
de boschbessen en de heideplanten. Daar
staat tegenover dat andere, waaronder de
Armillaria-soorten en de wortelzwammen
veel boomen ten val brengen.
In het hoofdstuk Waarheid en Verdichting
in Mycologie" krijgen we behalve veel folklo
ristische aardigheidjes een goede schets van
het ontstaan en de uitbreiding der
heksenkringen en ook van de merkwaardige ver
kleuringen zooals iedereen die wel eens
gezien heeft bij 't doorsnijden van een
satanszwam of een daarmede verwante soort.
Ook parasiteeren van paddestoelen op padde
stoelen krijgt een beurt en daaraan knoopt
zich dan ook het laatste hoofdstuk vatt,
waarin de brand- en roestschimmels, de
gistzwammen en bacteriën behandeld worden
en dat eindigt dan met dien kapper.
Alles met alles beveel ik dit boekje gaarne
aan, vooral omdat ik verwacht, dat de lezers
er door aangespoord zullen worden, om nog
wat meer van die belangrijke planten te
weten te komen. De boeken die daarbij
kunnen helpen, worden door den heer Van
der Ven in zijn eerste hoofdstuk genoemd.
JAC. P. THIJSSE