De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 28 november pagina 1

28 november 1915 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N°. 2005 Zondag 28 November A°. 1915 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE GASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en Mr. G. KELLER Abonnement per 3 maanden f 1.65 Voor het Buitenl. en de Koloniën p. j., bij vooruitbetaling fr. p. mail . 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken en Stations verkrijgbaar 0.12* UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM Advertentiën van 1 5 regels/ 1.25, elke regel meer . . Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina, per regel Reclames, per regel . . ?0.25 . . .0.30 . . , 0.40 IN HOU n i Bladz. 1: Labberkoelte, door v. H. Bnitenlandsch Overzicht, door G. W. Kornkamp. Confetti. 2: De nood-toestand voor den kleinen man", door A. Spiekman. De toestand van de arbeidersbevolking te Amsterdam na 15 maanden oorlog, door J. Douwes Jr. Vredeswerk in Oorlogstrjd I, door dr. Aletta H. Jacobs. 3: Mr. G. Vissering, door G. M. Boissevain. 5: Voor Vrouwen, door Elis. M. Rogge. Uit de Natuur, door Jao. P. Thrjsse. 6: Frans Zwollo, edelsmid, door Corn. v. d. Slnys. Dramatische Kroniek, door Quibs. Onze Tooneelspelers over zichzelve, naverteld door Nan Znikerberg. Het Tconeelsehool-gebonw, (slot), door J. H. Bö'ssing. 1: De Drommedaris te ukhuizen. door A. Jansen. Hnib Luns, Arti, door Plasschaert. Najaarsveiling bvj Fred. Muller, door H. Boekverkooping te Leiden Boekbesprekingen van F. v. E., en P.P. Josef Pembaur, door C. J. Stroër, ill. van Joan Collette. 9: Van Vlaanderen: Het Schoolwezen in Vlaanderen, door Edward Peeters. Nu en Straks, teekening van F. v. d. Berghe. De bedreigde Italiaansche kunstwerken, teekening door George van Baemdonck. Hospitaal Soldaten, door Militair Dokter. 11: Financieele en Economische Kroniek. door J. D. Sautilhano. 12: J. F. Orelio, door C. J. Ströer. J. 8. Menwsen, door M. H. G. Th. Fiedeldy Dop, Leekenspiegel. Bym-Kronyck, door Melis Stoke, ill. Joan Collette. Een droevig Teeken des Tijds.?13: De Boero-kraat", teekening van Joh. Braakensiek. Schaakspel, red. dr. A. G. Olland, Damrubriek, red. K. C. de Jonge. Bijvoegsel: De politieke positie van Griekenland, teekening van Joh. Braakensiek. LABBERKOELTE Voorteekenen wijzen er op, dat de Regeering in de aanstaande Kamer debatten, ook van bevriende zijde, niet met rust zal worden gelaten. En dit hopen wij ook. Niet, dat men de pogingen zou willen zien gesteund, welke onder de tegenstanders zeker hier en daar broeien, om het Kabinet stokken tusschen de beenen te werpen. Geen enkel algemeen belang is zeker gediend met in de kaart der rechterzijde te spelen. Doch het is dringend noodig, dat de volksvertegenwoordiging de regeering oproepe, tot een meer bezielende staat kunde, die levenswekkender inslaat in den volksgeest. Wij dobberen, gelijk een schip in windstilte. Er is geen opgewektheid. Er is geen vooruitzicht. Er is geen uitdrukke lijke wil voor de toekomst. Labber koelte ! Niet alleen voor de politieke aange legenheden luttel belangstelling. Maar zelfs voor de nationale vraagstukken geen levendig bewustzijn. Geen opgewekte politieke geest houdt de gemoederen wakker. Geen duidelijk uitgesproken mee ningen bieden houvast. De burgerij laat 't bestuur des lands over zich heenen komen. Wij staan er voor wat het medeleven met de openbare zaak, wat het verband tusschen regeering en natie betreft, stel lig minder gunstig bij, dan vór den oorlog. En de regeering is er harerzijds op den duur niet in geslaagd daartoe alles aan te wenden. Integendeel, aan de heerschende en gevaarlijke labberkoelte, is haar systeem voor een groot deel schuld. Zij ziet voorbij, wat stemming waard is. Daarom is het meer dan tijd, dat de volksvertegenwoordiging hierop wijst, en haar waarschuwt om een frisscheren bries te gaan opzoeken. Een volk heeft in tijden als deze juist in dubbele mate wilskracht noodig, zelfbewustzijn, en idealisme. Het heeft ze noodig: nationaal, om er de energie en den gemeenschapszin in te houden; internationaal, om zijne positie zoo sterk mogelijk te bevestigen. Laat de algemeene geest aftakelen tot onverschilligheid en kleinmoedigheid, en ge kunt zeker zijn van het gevaar van verzakking. Ook de grootste kundig heden der regeerders, en hunne teederste zorgen, vrijwaren daartegen niet, als de volksgeest in de verflauwing komt. Helaas is in het systeem van 't Mini sterie Cort van der Linden daaraan, tenminste na de bemoedigende houding in de eerste oorlogsdagen, te weinig aandacht gegeven. Eerder is overal, waar zich de gelegenheid bood, op de natio nale geestkracht de domper gezet.... Te zeer lijkt men te hebben gemeend, voor Nederland te kunnen zorgen..., zonder Nederland. Wanneer tot tweemalen toe, zich spon tane stroomingen van offervaardigheid en gemeenschapszin hebben geopenbaard: eerst bij de deelneming aan den vrijwil ligen landstorm; en dan bij den aandrang tot eene heffing ineens, weet de regeering deze niet ernstig op te nemen; en laat ze de aan den dag getreden gevoelens dood loopen. Nog eens, wanneer het denkbeeld van de oorlogswinstbelasting doorbreekt, dat zoo verzoenend en versterkend zou kun nen werken, wordt het uitgekookt tot een langdraderig commissie-vraagstuk. Uit sympathieën van veelvuldigen kant, werd de geheele beweging geboren, om door eene flinke landstormorganisatie den oefenplicht en de weerbaarheid in zoo groot mogelijken kring, met zoo weinig mogelijk lasten, door te voeren. Wat wist de regeering met dien impuls anders te doen, dan hem te smoren? Trouwens, hoe wijst het hardnekkig vasthouden van den onveranderden, mobilisatietoestand, ondanks den demoraliseerenden invloed, op hetzelfde gebrek! Ook in het beleid der buitenlandsche zaken is het aan den dag gekomen. Het ware mogelijk geweest de natie duidelijk en telkens weer te doordringen van haar onafhankelijkheidsgevoel: de protesten n tegen de Britsche blokkadepolitiek, n tegen de Duitsche Zeppelintochten bevatten daartoe stof te over! Zij zouden, terstond aan het publiek medegedeeld, het nationaal gevoel van eigenwaarde ontzaglijk hebben gesterkt. Nu is door de betreurenswaardige ge heimhouding der verschillende nota's tot maanden en maanden na dato, integen deel, nog wel in strijd met de feiten, een gevoel van onmacht en gedweeheid aangekweekt. Trouwens, de geheele diplomatieke onverschiligheid tegenover wat de pers en de publieke opinie in het buitenland op ons hadden te zeggen, heeft ook aan Nederland zelf, voor 't besef van zijn prestige kwaad gedaan. Zeer veel is er zoo te loor gegaan, aan publieken geest en nationale kracht. Maar het ergste is misschien wel dit, dat de natie zelfs huiverig is gemaakt, om hare gewichtigste internationale be langen, de belangen van haar toekomstig bestaan, onder de oogen te zien! Hier is het de binnenlandsche pers geweest aan wie is opgesuggereerd ge worden, dat het onbeleefd en bedenkelijk zou zijn, openlijk de kansen te bespreken, welke Nederland van den kant der verschillendegrootemogendheden bedreigen. En wanneer de grootste kringen van ons volk, op 't oogenblik nog, zich van onze toekomst en van onze belangen in de inter nationale conflicten volstrekt geen deug delijke rekenschap geven, dan is het wel hierdoor, dat de regeering ook in dezen de publieke opinie heeft gesust; vergetend, dat zij in eene weldoordachte publieke opinie toch te zijner tijd ook haar grootste kracht zal moeten vinden! Ook het orgaan, dat toch in 't bijzonder geroepen is om de volksmeeningen tot leven en in voeling met de regeering te brengen: het parlement, is verwaarloosd geworden. De verhouding van de regee ring tegenover de Kamers heeft almede de heerschende labberkoelte in de hand gewerkt. Door de volksvertegenwoordi ging ook niet in 't geringste vertrouwen te nemen ; door telkens, als er tegen spraak dreigde, eenvoudig haren wil op te leggen; en door het parlement niet mede op te heffen tot de hoogte harer ongetwijfeld zwaar verantwoordelijke taak, heeft de regeering nagelaten n de vertegenwoordiging, n de natie, op te wekken tot de kracht, die de tijd toch eischt. * * * Wij wenschen met deze voorbeelden aan te toonen, dat liet kabinet Cort van der Linden in den oorlogstijd, van onzen politieken geest niet gemaakt heeft, wat noodig ware geweest, om een krachtig volksbewustzijn te voeden. Het systeem is in zooverre te patri archaal, is niet populair, niet inspiree rend genoeg geweest. Men kan, goede hemel, een volwassen staatsgemeenschap toch niet op 't sterke peil houden met, overigens zeer prijzens waardige maatregelen als steuncomité's, levensmiddelenvoorziening, uitvoerboden, consenten en neutraliteitspolitiek allén ! Ook wanneer Nederland in vollen vrede en volle onaantastbaarheid mag blijven, zal toch dit tijdvak zonder be zieling, nog nawcrken. Daarom is het zaak en tijd, dat hierop, ter daarvoor aangewezen plaatse, in het parlement, gewezen worde. Ook de volks vertegenwoordiging heeft in dezen iets te herstellen, en de mondigheid van het geregeerde volk, te doen gevoelen. Dit is eene verantwoordelijkheid, waarvan niet mag worden teruggeschrikt, al zoude zij soms moeilijkheden kunnen baren. Ten deele is het misschien nog de oorspronkelijke fout in het ontstaan van het kabinet Cort van der Linden, welke zich hier wreekt. Deze regeering moge nog zoo zeer de leerstellingen van den volkswil in hare papieren hebben ge schreven, dit doet niet af aan het feit, dat zij, in 1913, buiten dien volks wil om, is tot stand gekomen. Zij is, vooral door 't toedoen van de conser vatieve elementen der linkerzijde, aan 't bewind getreden, feitelijk bij wijze van curateele op eigen verzoek van den belanghebbende, wegens zwakheid van vermogens. Vandaar die zekere verhevenheid boven het werkelijke nationale leven. Met hoe gloed- en geestdriftlooze motiveering is b.v. nog laatstelijk zelfs een zaak als het algemeen kiesrecht, toch een machtig democratisch denkbeeld, ten slotte inge leid geworden! En nu mogen uit den aard der zaak de verhoudingen langzamerhand al weer wat zijn recht gezet, het is toch nog noodig tegen elke gedachte van onge schiktheid der natie om haar eigene belangen behoorlijk waar te nemen", op te komen ; en vast te stellen, dat, ook in deze zware tijden, onze grootste be langen niet zijn regeeringszaak, maar de zaak van het gansche vol!' Alleen wanneer regeering en parlement weten te handelen mét het volk, en mét de publieke opinie, kunnen ook het volk en de publieke opinie de vereischte geestkracht ontwikkelen, zonder welke geene regeering den staat sturen kan. Anders blijven we verzeild in de labber koelte. v. H. iiiiiMMtiiiiiiiiiini OVERZICHT Björn Björnson heeft verleden Zondag te Malmöeen dankbaarder gehoor gehad dan een week tevoren in Kopenhagen, waar .een aantal conservatieve studenten zooveel spek takel maakten, dat de redenaar zelfs niet aan het woord kon komen. Maar te Malmöheeft hij zijne schade in gehaald. Hij hield daar dezelfde voordracht, die hij te Kopenhagen had willen houden, maar niet af had kunnen vuren: Indrukken van drie fronten." Dank zij een kort verslag, dat de Kölnische Zeitung zich heeft laten seinen, weten wij nu tenminste, van welk genot de leden der Vereeniging voor volks ontwikkeling" te Kopenhagen gespeend zijn gebleven. Björnson vertelde van zijn bezoek aan het front in Oost-Pruisen, Gallicië en Frankrijk. Volgens de Kölnische roerde hij zijne hoorders tot tranen door de aangrijpende tooneelen uit den inval der Russen in Oost-Pruisen en Gallicië. Der Redner bestrebte sich ersichtlich, nur die menschliche Seite des Krieges zu beleuchten, ohne für irgend eine Seite Partei zu ergreifen." Met dat in het licht stellen van de menschelijke zijde" zal wel bedoeld zijn, dat hij op het verhaal van de onmenschelijke zijde" den inval der Russen liet volgen allerlei tafereelen van de manier, waarop de Duitschers oorlog voeren en hun leven te velde leiden: van die aardige, pakkende, voor de Duitschers rooit ongunstige schetsjes, zooals die bij dozijnen door een groote fabriek te Berlijn worden gemaakt en kant en klaar ver taald! toegezonden aan allerlei goed gezinde bladen in onzijdige Staten, ook in Nederland, die ze gaarne opnemen, alleen reeds om deze reden, dat ze bijzonder goed geschreven zijn en er bij de lezers als koek" ingaan. Dat Björnson, toen hij aan de menschelijke zijde" van den oorlog toekwam, uit het Duit sche vaatje begon te tappen, schijnt in strijd met de verzekering, dat hij voor geen van de oorlogvoerenden partij koos. Maar op de aangehaalde woorden laat de Kölnische terstond volgen: Es war aber nicht schwer, zu verstehen, auf welcher Seite er mit seinem Herzen steht." Dat geloof ik graag; het publiek te Malmöheeft het ook wel gemerkt en zich er niet aan geërgerd ; in plaats van Björnson uit te fluiten, zooals aan de over zijde van de Sont, heeft het hem geest driftig gehuldigd." Auf Wunsch derMalmöer Bevölkerung" er schijnt een plebisciet te zijn gehouden zal a.s. Zondag de voor dracht opnieuw gehoudeu worden. Björnson kan dus tevreden zijn; de Köl nische Zeitung ook; de nederlaag te Kopen hagen is gewroken door de zege van Malmö; de dubbele zege: want ik durf voorspellen, dat a.s. Zondag de hoorders niet minder geroerd zullen worden en aan het slot der voordracht den spreker niet minder geest driftig zullen toejubelen dan bij den eer sten keer. Intusschen is er over den mislukten avond te Kopenhagen in de pers heel wat meer te doen geweest dan over den gelukten te Malmö. Men heeft opgehaald, dat Björnson het al dadelijk in het begin van den oorlog bij zijne Noorscne landgenooten verkorven heeft, omdat hij te Berlijn de Korrespondenz Norden" oprichtte, een nieuwsbureau, dat aan de Duitsche zaak bijna even goede diensten bewijst als dat van Wolff. De Noren, zoo werd er geschreven, zijn in overgroote meerderheid anti-Duitschgezind en beschouwen Björnson eigenlijk als een afvallige; maar in Denemarken is het rel letje tegen hem door de conservatieven aan gestookt; de radicalen en sociaal-democraten zijn daar volstrekt niet vijandig gestemd tegen Duitschland. Ongeveer terzelfder tijd, dat deze discussie werd gevoerd, verscheen er in de Times een artikel, waarin het Zweedsche volk werd gewaarschuwd tegen het drijven der zoo genaamde activisten, die Zweden als bond genoot van Duitschlard in den oorlog willen sleperi. De heele Zweedsche pers heeft zich toen druk geweerd om te betoogen, dat de activisten maar een klein groepje uitmaakten en dat de gezindheid van het geheele volk niet mocht worden beoordeeld naar hun onbekookte uitingen. Zoo is er in de laatste weken veel geschreven over het onderwerp de onzijdigheid der Skandinavische volken". Wie zich uit de kranten van een of ander onzijdig volk een oordeel wil vormen over de gezindheid van dat volk ten opzichte der oorlogvoerende partijen, loopt groot gevaar een averechtsche conclusie te trek ken; ik meen althans, dat dit het geval zou zijn met een vreemdeling, die uit de lectuur van de groote Nederlandsche bladen zou willen opmaken, hoe ons volk tegenover de gebeurtenissen van dezen tijd staat. Maar er blijven nog andere middelen over, met name om zich op de hoogte te stellen van de meening der Skandinavische volken. Voor eenige maanden verscheen in Zweden een boekje, geschreven door eenige vurige activisten; hun naam hebben zij niet ge noemd. De strekking ervan is, aan het Zweedsche volk te beduiden, dat het aan de zijde van Duitschland moet staan. Een sterk Duitsch rijk, dat de kaart van Europa vast stelt, is een levensbelang voor Zweden." Zoo noodig moet Zweden door de daad d. i. door in dezen oorlog mede te strijden met Duitschland voor dit levensbelang opkomen, omdat het anders later gevaar loopt, door Rusland ten onder te worden gebracht. In Duitschland vond men dit een prachtig boekje: durchaus sachliche Beobachtung der Lage," unwiderleglicner Beweis der engen Stammesverwandtschaft mit den germanischen Brüdern in Schweden" enz. Dr. Friedrich Stieve heeft zich gehaast het te vertalen: Schwedische Stimmen zum Weltkrieg." Uit dit boekje nu blijkt immers van de auteurs mag men verwachten, dat zij weten, in hoeverre hun streven instemming zal vin den bij de beide andere Skandinavische volken dat Noorwegen en Denemarken er niet in het minst aan denken om steun te geven aan zulk een actieve pro-Duitsche politiek. Van Noorwegen wordt gezegd: het heeft de hoogste belangen met Zweden gemeen (omdat Rusland tuk is op het bezit van de ijsvrije havens, die Noorwegen aan de N. Yszee heeft), maar is zich bitter weinig van die gemeenschap bewust. Het Noorsche volk voelt niets voor de hooge politiek" (met name niet voor de politiek van de Zweedsche activisten); economisch is het zoozeer afhan kelijk van Engeland, dat het tegenover dit rijk geen zelfstandige positie kan innemen ; zijn voornaamste middel van bestaan, de koop vaardij, wordt geheel beheerscht door En gelsen kapitaal. Op Noorwegen valt dus niet te rekenen voor een anti-Duitsche politiek. Maar ook op Denemarken niet. De auteurs van de Zweedsche stemmen" maken zich niet de minste illusie, dat Denemarken voor hunne zaak zou kunnen worden gewonnen; zij weten te goed, hoe diep de vijandschap tegen Duitschland bij de meerderheid van het Deensche volk zit. Over de sympathie van Deensche radicalen en sociaal-demo craten voor Duitschland spreken zij zelfs niet; klaarblijkelijk schatten zij de beteekenis daarvan voor de internationale politiek van Denemarken gering. Daarentegen geven zij niet onduidelijk te kennen, dat de oude na ijver tusschen Denemarken en Zweden een sta-in-den-weglis voor de vervulling van hunne wenschen. Want die wenschen gaan hierheen, dat Zweden, door den steun van Duitschland, de machtigste van de drie Skandinavische staten wordt. Van een drieeenheid van Denemarken, Zweden en Noor wegen willen zij niet weten. De drif eenheid hoort in het hemelrijk tehuis; ook bij de innigste samenwerking moet de leiding bij n berusten, bij den machtigste". Voor die taak is Zweden aangewezen, omdat het meer inwoners heeft en zoowel in economisch als in militair opzicht sterker is dan Dene marken. Het oude Skandinavisme" wilde Inzendingen voor deze rubriek gelieve men te adresseeren aan het Redactiebureau, met op den omslag het motto: Confettf. Als een buitengewoon verschijnsel mag wel vermeld worden, dat bij den koopman De N., te Aalst (N.-B.) een koe het levens licht schonk aan twee kalveren, waarvan het eene acht dagen na het andere ter we reld kwam. De nakomer werd dood geboren. (Het Vod.) Inderdaad is dit verschijnsel buitengewoon. In den regel toch wordt aan doodgeborenen het levenslicht niet geschonken. Examens wiskunde L. O. geslaagd de heeren, dëT60 eeaz geaw yscrz wkcrz wsrz weazz. (Het Vad.) We kennen dien heer niet, maar het ver wondert ons meer, dat iemand met zoo'n wiskundige naam zich aan de akte L. O. verslingert inplaats dadelijk voor M. O. op te gaan, dan dat hij met heel gewone menschen als geslaagd genoteerd wordt. Raadsel Welk verschil tusschen Reuzel en St. Nicolaas ? Oplossing Le saindoux est un Saint, doux aux grands commercants S. Nicolas un Saint doux aux petits enfants. Het Vaderland meldt, dat, ter gelegenheid van de kroning van den Mikado, de Tsaar den Mikado een kostbare vaas van geweldige afmetingen, wegende 200 K.G., door een bijzondere ambassade plechtig zal doen overreiken. Het schijnt nu, dat voor deze bijzondere ambassade een aantal amateur-gewichtheffers aangewezen zal worden, teneinde deze ceremonie naar behooren te doen verloopen. Een Nederlandsche schrijfster: ... hij begreep dat hij hier 'n geheim op de teenen trapte." Schrok, trad terug en maakte z'n veront schuldigingen, 't Geheim" zeide niets; lachte alleen. aan elk der drie broedervolken gelijke rechten geven; dat was een ijdele droom; in de reëele politiek kan het Skandinavisme alleen beteekenen: Zweden zómachtig, dat het voor Denemarken en Noorwegen onmogelijk is, zich aan zijne leiding te onttrekken. Men ziet: de Zweedsche activisten zijn volkomen zuiver in de Duitsche leer. Z zuiver, dat er niet de minste vrees behoeft te bestaan, dat hun leer door het Deensche volk wordt overgenomen. Maar ook in Zweden zelf vinden deze Zweedsche stemmen" geen weerklank. Zoo lang de activisten alleen verkondigden, dat er zich omstandigheden konden voordoen, waardoor Zweden gedwongen kon worden zijne onzijdigheid te laten varen; dat de onzijdigheidspolitiek niet als een doel mocht worden beschouwd, maar als een middel, waardoor Zweden zijne zelfstandigheid hand haafde zoolang zij dus alleen strijd voer den tegen de meening, dat Zweden in geen geval in den oorlog mocht worden betrok ken, vonden zij bij velen instemming; alleen een fractie van de sociaal-democraten is van meening, dat Zweden onder alle omstandig heden onzijdig moet blijven. Nu echter een deel der activisten zich ontpopt heeft als partijgangers van de Duitsche politiek en, openlijk of bedekt, propaganda maakt voor een wapenbroederschap met Duitschland tegen Rusland, vin den zij ternauwernood gehoor meer. De Bond der Liberalen heeft onlangs op zijn algemeene vergadering te Stockholm met algemeene stemmen de oorlogspropaganda der activisten afgekeurd; de sociaal-demo craten de sterkste partij in den Rijks dag willen van geen oorlog weten; alleen onder de conservatieven zullen er eenigen zijn, die naar de Zweedsche stem men" luisteren. Zoo hebben de Zweedsche stemmen" dit gemeen met schrifturen, die in andere onzijdige landen worden uitgegeven om de Duitsche idee te verheerlijken: zij schaden de zaak, die zij willen dienen; man merkt die Absicht, und wird verstimmt." 24 Nov. 1915 G. W. KERNKAMP W

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl