Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
5 Dec. '15. No. 2006
De zitting van den Rijksdag, die gisteren
geopend werd, kan van belang worden,
wanneer de sociaal-democratische partij
gedaan krijgt, dat de rijkskanselier de voor
waarden noemt, waarop hij in vredesonder
handelingen wil treden,
Volgens de Vorwarts is in de partijver
gadering een verder strekkend voorstel, n).
om aan de regeering een preciseering van
hare vredesvoorwaarden te vragen, met
slechts geringe meerderheid verworpen.
Het onderscheid tusschen het aangenomen
en het verworpen voorstel schijnt niet bij
zonder groot; maar misschien ligt dit alleen
aan den beknopten vorm, waarin de
Korrespondenz Norden" ze heeft overgeseind.
Mogelijk heeft de interpellatie al plaats ge
had, wanneer deze regels onder de oogen
van den lezer komen; hij zal dan al weten,
welke mededeeling de sociaal-democratische
partij in den Rijksdag aan den Kanselier
wil ontlokken.
Een half jaar geleden reeds heeft het
bestuur dezer parUj een manifest uitgevaar
digd, waarin de regeering werd uitgenoodigd
zich bereid te toonen tot het aanknoopen
van vredesonderhandelingen, waarbij geen
annexatie van gebied zou worden geëischt.
Met dit manifest is het gegaan als met
zooveel andere: het heeft den weg naar
de prullemand gevonden. De Duitsche soci
aaldemocraten hebben op hunne woorden
geen daden laten volgen; een krachtige
actie om den vrede te bevorderen bleef
uit; er is zelfs heelemaal geen actie onder
nomen; misschien zou de regeering dit ook
niet hebben toegelaten.
Voor een deel kunnen de sociaaldemo
craten hun voorzitter verontschuldigen door
te zeggen, dat hun manifest niet den minsten
weerklank heeft gevonden. De andere staat
kundige partijen in Duitschland hielden zich
zoo stil als een muis: van een vrede zonder
annexatie waren zij niet gediend. De regee
ring liet van hare meening blijken, door de
Vorwarts, waarin het bedoelde manifest
werd openbaar gemaakt, eenige dagen lang
te straffen met een verbod om te verschijnen.
Het is den Duitschen sociaal-democraten
echter meer gebeurd, dat zij bij regeering
en burgerlijke" partijen geen steun vonden,
zonder dat zij zich daardoor hebben laten
weerhouden om propaganda te maken voor
hunne meening. Maar ook bij hunne geest
verwanten in andere oorlogvoerende landen,
op wier medewerking in het manifest een
beroep was gedaan, klopten zij aan
doovemansdeur. In Frankrijk vonden zij niet het
minste gehoor; in Engeland slechts bij een
zeer kleine fractie. Niet een vrede zonder
annexaties", maar een vrede, die
ElzasLotharingen aan Frankrijk teruggeeft en het
Duitsche militarisme vernietigt, bleek de
leus te zijn van de Fransche en Engelsche
sociaal-democraten.
Misschien was dit voor de opstellers van
het manifest geen groote desillusie. Reeds
onmiddellijk na het verschijeen ervan werd
bekend, dat eerst na veel strijd in het partij
bestuur was besloten om de leus aan te
geven van een vrede zonder annexaties; of
die leus instemming vond bij de geheele
partij, werd met recht betwijfeld; sommigen
hielden het manifest alleen voor een schoon
gebaar, voor een eeresaluut aan de vaan
der sociaal-democratische leer.
In het half jaar, dat sedert de verschijning
van het manifest verliep, is er echter wel
iets veranderd. Wij gelooven, dat de poging,
die thans wederom zal gedaan worden om
tot een vredesformule te komen, ernstiger
is bedoeld dan de vorige en meer instemming
zal vinden bij een groot deel van het Duit
sche volk.
Veranderd is de stemming bij velen, die
zes maanden geleden nog van geen vrede
zonder annexatie wilden weten, daar zij
hoopten dat de oorlog weldra zou eindigen
met een vrede, waarvan de voorwaarden
door het Duitsche Rijk konden worden vast
gesteld. Misschien is het geloof in de over
winning bij de Duitschers nog vrij algemeen;
maar het getal van hen, die zich vleien met
de verwachting, dat de tegenstanders van
IHII
MEVROUW NIELS' TRIOMF
DOOR
MINCA VERSTER-BOSCH REITZ
III
Maar nu zij wég waren, ver uit haar nabij
heid, schoof zij dat gevoel van zich af...!
't Was allemaal onzin,... Ze was geen visites,
zoo maar uit De haute vólée gewoon ...
dat was 't 'm ... Maar dat zou nu wel anders
worden... en die lamme Jans moest nooit
meer, nooit zoo'n vuile rommel in de gang
laten staan ... al was 't honderdmaal Vrijdag
en werd er gewerkt...
Tjee... Nu kwam Phie in de groote
wereld! dat sprak vanzelf... Je kan er de
moeder niet inhalen en de dochter er buiten
laten ... Och lieve god .,. zijzelf gaf er
niets om... ze had al zoo'n lang leven
achter zich zonder groote wereld,,., maar
voor Phie ... Als 't kind nu op zoo'n manier
toch nog eens tot haar bestemming kwam...
Phie was knap ... 'n knap deerntje, en goed
opgevoed ook en 'n stem als 'n lijster...
ze had meer stem als misschien al die freules
bij elkaar... en zoo best van manieren ...
zou vast op haar plaats zijn bij de groote
lui... Phie kon zich toch al veel gemak
kelijker bewegen dan zij! zou nooit zoo
zot verlegen en zenuwachtig hebben gedaan
als zij daarstraks, om dat subsidie-geld ..
god ja... dat subsidie-geld moest toch in
orde komen!... had ze nu Hanna Pluysgat
vijf gulden tekort gedaan, of de freules, en
waar zou ze dat geld in's hemelsnaam van
daan halen...
Angstig peinzend bestaarden haar oogen
de kollende herderin, op 't
kurketrekkerDuitschland reeds spoedig den strijd zullen
moeten opgeven, kan niet groot meer zijn.
Veranderd is de stemming bij de volks
klasse, omdat zij hoe langer hoe dieper
gebukt gaat onder de lasten van den oorlog.
Het mag waar zijn, dat de voorraad levens
middelen in Duitschland groot genoeg is
om de bevolking te voeden, maar dat is niet
genoeg; het komt er ook op aan, of die
levensmiddelen onder het bereik van de
volksklasse kunnen worden gebracht, of
deze ze kan betalen. De klachten over de
levensmiddelenpolitiek van de regeering zijn
tot dusverre gesmoord en de scherpe censuur,
die op de Duitsche post wordt uitgeoefend,
heeft slechts weinig bekend doen worden
van de hongertumulten; maar de nood is
hoog geklommen.
Toen de veldtocht tegen Servië begon,
heeft de Duitsche pers over het algemeen
hoog opgegeven van de gevolgen, die het
openen van de verbinding met Turkije ook
voor den toevoer van levensmiddelen zou
hebben. De Rheinisch-Westfalische Zeitung
en het feit, dat de censuur deze woorden
heeft toegelaten, is op zich zelf reeds tee
kenend waarschuwde onlangs tegen deze
illusie. Het denkbeeld, dat de Balkan- en
Bagdad-spoorwegen den last van ons eco
nomische leven eenigszins zouden kunnen
helpen dragen, is een hersenschim. Het
Duitsche Rijk ligt niet aan de Dardanellen
of aan de Perzische Golf, maar aan de
Noordzee; het zal slechts vrij zijn, als de
Noordzee vrij is. Het is onmogelijk voor
ons om thans de vraag te beantwoorden,
in hoever de Engelsche heerschappij ter zee
kan worden gefnuikt. Dit kan pas blijken
in den loop van den oorlog, en wij zijn er
vast van overtuigd, dat onze leidende
mannen tot het inzicht zullen komen van
wat bereikbaar is en wat niet Maar het
Duitsche volk moet niet door Europeesche
en Aziatische fantasieën op een dwaalspoor
gebracht worden en daardoor het feit over
het hoofd zien, dat onze deur naar de
wereld draait op hengsels, die aan Engeland
vastzitten."
Die deur nu wordt door Engeland geslo
ten gehouden ; wij gelooven niet, dat er veel
Duitschers zijn, die nog vertrouwen dat in
dezen oorlog de Engelsche heerschappij ter
zee zal worden gefnuikt; ook daardoor is
de stemming veranderd.
Of dan in Frankrijk en Engeland om
geen andere landen te noemen niet even
zeer de rampen van den oorlog worden
gevoeld ?
Zeer zeker; maar de honger nijpt daar
niet, al zijn ook daar de levensbehoeften
duurder geworden. En in Engeland en
Frankrijk doet de oorlogsmoeheid zich nog
niet zoo sterk gevoelen, omdat men daar
nog voor een bepaald oorlogsdoel strijdt
en de nationale trots nog niet bevredigd is.
Maar in Duitschland is die prikkel ver
zwakt. Overwinningen zijn er genoeg be
haald ; maar al die overwinningen hebben
niet kunnen beletten, dat de
levensmiddelennood stijgt. En voor welk doel wordt de
strijd voortgezet?
Op die vraag zal de regeering het ant
woord moeten geven. Misschien nog niet
in deze Rijksdagszittingj; het is mogelijk,
dat von Bethman Hollweg de vragers nog
met een kluitje in het riet stuurt. Maar
lang zal hij het antwoord niet meer kunnen
uitstellen.
De laatste maal, dat hij in den Rijksdag
sprak, verkondigde hij: de positie van
Duitschland moet zoo sterk worden, dat
het voortaan onaantastbaar is; de andere
mogendheden moeten nooit weer aan een
omsingelingspolitiek kunnen denken; ter be
scherming van ons zelf en van alle volken
moeten wij de vrijheid der wereldzeeën
bevechten."
Indien hij ook thans deze leer verkondigt,
en ze misschien iets meer preciseert, dan
zal de poging der sociaaldemocraten om
tot vrede te komen, nog geen succes hebben.
Want, tenzij een vrede kan worden opge
legd en de zaak der Entente staat niet
zoo hopeloos, dat zij de voorwaarden moet
aanvaarden die Duitschland vaststelt is
er de toestemming van beide partijen voor
noodig; en nooit zal de Entente vrijwillig
een vrede aanvaarden, die aan Duitschland
voortaan een onaantastbare" positie geeft,
d. w. z. een positie, zoo machtig, dat niemand
Duitschland kan deren, maar evenmin weer
streven.
Wij gelooven niet aan de mogelijkheid,
dat de kanselier reeds in deze Rijksdag
achtige onderstel, alsof er verstandhouding
was tusschen haar eigen ontroering en die
van de kralen-juffrouw ...
Toch werden haar onrustgedachten af geleid
door de herinnering die ook aan dat meubelstuk
verbonden was ... och ja ... haar koperen
bruiloft, gesymboliseerd in twaalf kralen
vogels die 't luchtruim doorkliefden, en 'n
dertiende die zich voor de helft onder de
rossig mahoniehouten rand scheen te pletter
te hebben gevlogen, een treffend incident
dat alleszins de vervaarde kol-oogen van
de herderin wettigde...
't Subsidie-leed verdween achter 't lieve
van dankbare herinnering ...
Och, ja ... zoo'n tijd alweer geleden...
Nou waren ze groot... volwassen ... tón
kleine hummels, Phie en Henk allebei...
Wat zaten ze altijd met hun smoezelige
kindervingertjes die vogels te tellen ... een
... twee... vijf... twaalf... honderd, zei
Phie dan... och ja... goeie lieve Phie...
's Avonds al wist mevrouw Niels dat zij
aan mevrouw Pluysgat de tweehonderd
gulden compleet" had afgedragen.
Dus waren 't défreules die zij te kort
had gedaan...
Tja," zei Hanna Pluysgat twee dagen
later, op haar Zondagmiddagbezoek bij de
Heeleveldt's, waar zij altijd met veront
waardigde schrik, voor 't eerste aanbod
Sherry b'dankte, voor 't tweede eenigszins
weemoedig aarzelde, en 't derde, als be
zwijkend voor 'n overmachtig vijand, met
slachtoffers-berusting aanvaardde, tja, je
mag me nu gelooven of niet, maar Margreet
Niels zit in 't Vluchtelingen-comitéen niet
maar zoo'n comité-tje, maar in hét Vluchte
lingen-comitévan de upper ten" hier...
de... de... om zoo te zeggen de high-life
van 't dorp ! tja!" ...
De haute volière dus", zei mevrouw
Heeleveldt, die 'n beetje soezerig vanwege
de Zondagsche Sherry-borrel, en niet al te
vast in haar vreemde talenkennis was.
Meneer Heeleveldt was daaraan gewend;
de meisjes vonden 't alleen pijnlijk, als er
vreemden bij waren, en mevrouw Pluysgat
zitting vredesvoorwaarden zal noemen, die
voor de Entente aannemelijk klinken; maar
hoe sterk, hoe onaantastbaar sterk zou de
zaak van Duitschland voortaan staan, wan
neer het onverwachte geschiedde, wanneer
von Bethmann Hollweg zich bereid toonde
vredesonderhandelingen te beginnen, waarbij
Duitschland reeds terstond verklaarde, geen
annexatie van gebied te eischen.
Zoo n van de oorlogvoerenden thans
het eerst van vrede kan spreken, dan is
het Duitschland. Het heeft België, een deel
van Noord-Frankrijk, Koerland, Polen en
een stuk van het eigenlijke Rusland bezet;
het heeft Servië zoo goed als geheel ver
overd. Zeker, ook Oostenrijk en Bulgarije
brachten het hunne hiertoe bij; maar zoo
het tot vredesonderhandelingen komt, spreekt
Duitschland ook voor zijne bondgenooten.
Indien nu de Duitsche regeering verklaarde:
wij hebben getoond, hoe groot onze mili
taire macht is, hoe sterk onze organisatie,
hoe dapper en trouw ons volk; wij streven
niet naar de hegemonie van Europa, wij
willen alleen dat het Duitsche Rijk zal blijven
wat het was; wij verlangen onze koloniën
terug, maar zullen ook het door ons bezette
vreemde gebied ontruimen; op dien grond
slag zijn wij bereid te onderhandelen over
alle vraagstukken, die verder uit dezen oorlog
voortvloeien indien dit aanbod werd ge
daan, gelooft dan iemand, dat de Entente
het zou kunnen weigeren ? Indien deze ver
lossende woorden werden gesproken, zou
dan n regeering durven honen, dat Duitsch
land klaarblijkelijk zijne zaak verloren acht,
omdat het vrede wenscht?
Groot is de verantwoordelijkheid van hen,
die in den zomer van 1914 dezen oorlog
hebben verwekt; maar nog tienmaal zwaar
der de verantwoordelijkheid van hen, die
thans, wetende wat deze oorlog is, het
bevrijdende woord niet spreken, waardoor
de betoovering wordt verbroken, en rede
zal heersenen over geweld.
l Dec. 1915
. W. KERNKAMP
Jhr. Mr. O. F. A. M. van Nispen tot Sevenaer,
de nieuw benoemde Gezant bij de
Heilige Stoel
LOHMAN'S REDE EN DE
LINKERZIJDE
Men schrijft ons uit de kringen der Lin
kerzijde in ae Kamer :
Onder den verschen indruk van de rede
voeringen op den eersten dag der
Algemeene beschouwingen, is het wellicht goed,
eenige opmerkingen te maken in verband
met de rede, door den heer Lohman ge
houden, in verband met het waarschuwend
woord", dezer dagen in De Amsterdammer
aan het adres der Linkerzijde verschenen.
Laat dit al dadelijk gezegd zijn: na de
rede van den heer Lohman is de politieke
situatie er wél helderder, maar voor de Linker
was een te intiem-lieve vriendin" om er
aanstoot aan te nemen.
Gunst, dat vind ik echt leuk," zei Agaat
Heeleveldt, die ook aan philantropie deed,
ik heb haar nooit lastig gevallen om bij
dragen, ik dacht altijd dat 't haar niet
convenieerde, maar nu ga ik toch morgen eens
probeeren of ik niets van haar los kan
krijgen."
Misschien wordt ze dan wel lid van
ons Kraam
vrouwondersteuning-met-eierenfonds", veronderstelde haar zuster Toos,
hoopvol.
Of van ons
Bouillon-en-melk-daaldersfonds", fantaseerde haar jongste zuster Bepje
met roekeloos optimisme.
Jelui zou d'r in elk geval kunnen laten
kiezen", opperde mevrouw Heeleveldt ge
moedelijk, 'n kraamvrouw-rnet-bouillon,
offe... 'n
kraamvrouw-met-eieren-en-bouillon... offe ... misschien wil ze wel bijdragen
aan 'n
kraam-vrouw-met-eieren-en-melk-enbouillon"
Gut ma, verwar nu niet zoo! 't
Bouillonen-melk-daalderfonds is niet voor kraam
vrouwen!... dat is voor
algemeen-herstel
lende-minvermogende-voor-steun-in-aanmerking komende zieken"...
Nou?" zei mevrouw Heeleveldt wat kop
pig, wat zeg ik dan? Is 'n kraamvrouw
dan geen herstellend mensch? Enne....
bovendien, als Margreet Niels lid is van 'n
groèteiui's comité, dan kan ze ook net zoo
goed lid worden van onze gewone
burgermenschen comité's ... dat zeg ik maar ...
wat zeg jij, Hanna?"
Hanna Pluysgat sopte 'n boudoir-biscuit
in haar Sherry, keek onvergenoegd en zei
niemendal.
Och, laat ieder in z'n stand blijven" zei
meneer Heeleveldt goedig, Margreet Niels
is 'n beetje hoogerop,... dat zit 'm in het
militaire,... maar ze heeft er toch nooit
drukte over gemaakt, nooit gebluft met d r
voorname relaties, en dat vind ik toch maar
allemachtig eenvoudig' ...
Ja... daar heeft pa gelijk in" zei Agaat,
ze is niks trotsch, en ze heeft nooit van d'r
zijde niet meer geruststellend op geworden.
Hoe was, vór de mondelinge debatten
begonnen, in n woord nog de situatie?
De mogel jkheid was niet uitgesloten, en
in verschillende kringen van de Linkerzijde
der Kamer achtte men dit zelfs een waar
schijnlijkheid, dat de Rechterzijde ten op
zichte der groote hervormingen zich
concibiant zou toonen. om althans eenige der
groote onderwerpen: grondweisherziening,
de beslissing inzake de zorg voor de ouden
van dagen, en eenige belastingontwerpen,
af te doen, zij het dan ook na in eene
principieele stemming hare meening te hebben
verdedigd.
Na de rede van Lohman, is aan deze
verwachting de bodem ingeslagen, en hoe
bitter voor den Premier, die zich zoo in
alle opzichten en voortdurend heeft uitge
sloofd om de Rechterzijde te naderen en
welwillend te stemmen, hij zou, zoo is het
algemeene oordeel dezerzijds, zér wijs doen
met zich bij deze bittere werkelijkheid neer
te leggen en voor zijn program steun te
zoeken bij de Linkerzijde, liever dan nog
eens in allerlei toonaarden van
edelaardigheid en nationalisme te trachten, Lohman
en de zijnen te temmen.
Want als Lohman zoo spreekt, wat is er
dan van de anderen te wachten!
De politieke strijd is, vooral wanneer de
groote verkiezingen weder in het verschiet
komen, onverbiddelijk; sentimenteele woor
den, persoonlijke toenadering, leiding zelfs
van den meest hooggeschatten man die te
vinden is, het stuit alles, alles af op het
politieke belang, en de Rechterzijde zal
thans precies zoo doen als de Linkerzijde
deed onder het ministerie-Heemskerk: zij
waardeert en neemt gaarne aan elk bewijs
van toenadering, maar zij tuurt naar het
pogenblik, waarop zij n de Regeering, en
at hare groote en principieele wetsontwerpen
van de baan kan knikkeren.
Lohman is duidelijk; men weet het nu.
Het is klaar en duidelijk, en onrustbarend
genoeg, om nogmaals der geheele linker
zijde op het hart te drukken: Weest op
uw hoede!"
Er is reden, te gelooven, dat zij het zijn.
De rede van den heer Schaper werd vol
komen beheerscht door de overweging: wij
mogen deze regeering niet zien vajlen, en
de voorzitter der concentratie, de heer
Tydeman, heeft loyaal en ferm de vaan der
ouderdomsrente tegen de rechterzijde opge
heven, en daarmede vruchtbaar samenwerken
der geheele linkerzijde nog meer mogelijk
gemaakt.
Dit is inderdaad het juiste standpunt.
Wil dit standpunt zegevieren, dan zal er
door de geheele linkerzijde ernstig, kalm en
met bedachtzaamheid, maar vooral in een
dracht en iteeds met het groote doel voor
oogen: de grondwetsherziening en de
ouderdomsverzekering moeten in veiligheid.", ge
handeld worden.
MMMIMMimilMIIIIMIIIIIltll
GODSDIENSTWAANZIN
Naar aanleiding van het geval:
NOORDZEE V"
De tijd dien wij thans doormaken is er
niet naar om ons een overdreven waarde te
doen hechten aan eenige luttele
menschenlevens. Geen dag gaat voorbij waarop niet
duizenden een gewelddadigen dood vinden,
geen uur waarin niet tallooze gewonden de
verschrikkelijkste martelingen ondergaan.
Tegenover deze vreeselijke en
menschonteerende feiten geraken wij verhard; de
ondergang van de Lustiania", schoon op
zettelijk teweeggebracht, maakte niet half
zooveel indruk als het ongeluk van de
Titanic", en de executie van miss Cavell
heeft aan de pers slechts een fractie bezorgd
van de copie die zij aan het proces van
Beilis ontleende. Maar toch zal op de
Nederlandsche courantenlezers de zaak van de
Noordzee V", schoon het hier slechts ging
om het leven van drie eenvoudige visschers
een intensen indruk hebben gemaakt als van
iets in de uiterste mate gruwelijks.
Inderdaad zou zelfs de fantasie van Edgar
Allan Poe kwalijk iets meer afgrijselijks
kunnen verzinnen als het verhaal van den
ongelukkigen logger, van de bemanning die
in goede harmonie ter vischvangst uitloog,
en in wier midden na een reis van vier
weken de gruwelijke drievoudige moord in
leven laten merken dat ze in die kringen
ontvangen wordt" ...
Nou en daar geur je toch allicht
mee!" zei Bepje naïef.
Ik heb altijd wel iets bijzonders aan haar
gevonden" peinsde Toos, zoo iets hoe zal
ik 't zeggen ... zoo iets anders als 'n ander...
en net wat pa zegt, 'n ander zou licht op
je neerkijken, en je laten voelen dat jij niet
bij de Van Ellickhoven's komt, en zij wel."
De weeke hap Boudoir-biscuit viel, boven
matig opgezwollen van wege 't al te lange
soppen, in 't glas Sherry terug, en Hanna
Pluysgat's tot proeven geopende mond,
zakte nijdig weer dicht; wat maken jelui
nou toch allemaal 'n fuss over dat ontvangen
worden van Margreet Niels bij de van El
lickhovens, ... ik zit nét zoo goed in hun
Comitéen daar klets ik toch ook niet aan
houdend over?"
Ze zaten paf!
Dat wisten ze niet, hadden ze nooit ge
weten, nooit vermoed zelfs...
Bepje, eerlijk jong kind, durfde 't eerst
haar twijfel te openbaren; gunst... waarom
vond u 't dan zoo'n nieuwtje, dat mevrouw
Niels er ook in zit,... wist u dat dan niet...
ik bedoel... u zag haar dan toch ook, op
vergaderingen en zoo"...
Hanna Pluysgat snoof ongeduldig ... Dat
Bep-kind werd al net zooonverdragelijkals
Mies van den dokter... Ze zette haar kliekje
ondrinkbaar geworden Sherry met de
biscuit-spons er in op tafel, en zei nonchalant:
!k ga zelden of ooit naar die vergaderin
gen, ... hoogstens als een van de freules
er zoo op aandringt dat ik er niet goed af
kan. Maar 't wordt mijn tijd hoor"...
Jasses, ga je nou al", zei mevrouw Heele
veldt met 'n opfleurtje van levendigheid.
Mensch, luister 'ns,... 't is vijf uur! De
kerkklok luidt al".
Ja, de tijd staat niet stil", openbaarde
meneer Niels, en schonk zich nog eentje
sherry in.
Ze praatten nog allemaal wat; toen stond
mevrouw Pluysgat op. Nee .,. heusch, ze
moest nu naar huis".
Sanatogen
Enkele lepels daags
sterken zenuwen en lichaam.
2O.OOO Artsen
erkennen dit schriftelijk.
koelen bloede werd volbracht. De omstan
digheid dat de daders hier hun handeling
rechtvaardigden met een beroep op den
Allerhoogste geeft aan de zaak een nog
eigenaardiger aspect en zeker zal de uit
spraak die de justitie te zijner lijd vellen
gaat, in breede kringen der bevolking met
groote belangstelling worden afgewacht.
De vraag zal natuurlijk zijn: toerekenbaar
of niet. En mocht het vonnis in den laatsten
zin uitvallen, dan kan men wel zeker zijn
dat, zooals steeds, populaire critiek niet zal
uitblijven. Ik kan mij voorstellen, zal menig
een redeneeren, dat een enkel overigens
schijnbaar normaal individu in een
oogenblik van krankzinnigheid een moord begaat;
maar hoe gering moet niet de kans zijn dat
een tiental toevallig bijeengekomen mannen
alle of althans voor het meerendeel krank
zinnig zijn. Zouden we hier niet veeleer te
doen hebben met een listig gesmeed com
plot en een tooneelvoorstelling op touw
gezet om aan de hand van de straffende
gerechtigheid te ontkomen?
Alvorens de langzaam malende molens
der justitie hun werk hebben volbracht zou
het onvoegzaam zijn hierop vooruit te
loopen, gesteld al men beschikte over vol
doende gegevens en meende tot oordeelen
bevoegd te zijn. Doch het kan niet ongeoor
loofd zijn, nu de herinnering aan de feiten
nog versch is, het geval van de Noordzee
V" te vergelijken met eenige precedenten
die schijnen aan te toonen dat een dergelijke
collectieve ontoekenbaarheid in het algemeen
volkomen goed mogelijk is.
Velen zullen zich nog de zaak herinneren
die zich in 1900 afspeelde in het dorpje
Appeltern. Hierover heeft dr. L. Bouman,
thans hoogleeraar aan de Vrije Universiteit,
op het in 1901 te Amsterdam gehouden
congres voor crimineele anthropologie een
interessant rapport uitgebracht waaraan het
volgende ontleend is. (Vgl. eveneens een
artikel van Dr. Ruysch in Psychiatr. en
Neurol. Bladen, 1900).
Temidden van een in meerderheid katho
lieke bevolking leefde streng geïsoleerd in
Appeltern een betrekkelijk kleine groep van
protestanten, waarbij dientengevolge
endogamie vrijwel regel was. Men bemerkt de
overeenstemming met het Katwijksche geval:
ook daar een isolement, maar door de gol
ven van de zee, en ook daar veel endogamie,
en dus een min of meer gedegenereerd
milieu en een vruchtbare bodem voor psy
chische afwijkingen.
Begin 1900 werd Aart Scherff, een der
Appelternsche protestanten, aangegrepen
door een hevigen aanval van influenza;
tijdens deze ziekte had hij herhaaldelijk
levendige hallucinaties en godsdienstige
visioenen, die zich echter gaandeweg tot de
andere leden zijner familie uitbreidden,
evenals tot kennissen die zich dagelijks om
zijn ziekbed verzamelden op het gerucht
van Aarts bekeering. Allen geloofden vast
aan de waarheid van het door den patiënt
medegedeelde, en kwamen aldus onder den
invloed eener psychische infectie. Allen ver
keerden in een toestand van buitengewone
religieuze exaltatie; men begaf zich niet
meer te bed, verwaarloosde het vee en leefde
in afwachting van de komst van Christus.
Kort hierna werd Aart's broeder Mettinus
Scheiff op zijn beurt door influenza
bedlegerig, en het huis van dezen werd thans een
nieuw centrum van psychische infectie. Op
den avond van 2 Februari 1900 had een
jong meisje, uit het naburige Maasbommel,
Mina L. een lang onderhoud met Mettinus,
Zeg", zei Mies Steynen dien Dinsdag
daarop, tot Julie Melsert, 't jonge
candidaatnotaris-vrouwtje dat haar boezemvriendin
was, zeg, wist jij dat Agaat Heeleveldt lid
was van dat vluchtelingen-comitévan de
van Ellickhovens?... en mevrouw Pluysgat
ook... en... je raad't nooit van je leven!
Mevrouw Niels ook!"
Julie lag languit op 'n ruststoel bij de
open tuindeuren; niets in je huishoudinkje
te doen hebben, en je man nog 'n paar uur
op kantoor weten, en dan met 'n piquant
romannetje... dat was je ware! Mies kwam
nu eigenlijk over de hand, maar de nonsens
die ze nu uitkraamde, wekte haar felle
nieuwsgierigheid; bovendien, als 't waar
was, zou 't doodgewoon 'n crime zijn!...
al die burgerlijke schepsels wél in 't van
Ellickhoven-comitéen zij, de jonge
candidaat-notaris-vrouw,... de vrouw van de
eenige meester-in-de-rechten op 't heele
dorp, niét!... Maar ze zou de eer aan zich
houden! Was niet voor niemendal
grootestads-kind! En daarom rekte zij zich sloom
uit, legde haar boek open, met 't kaft naar
boven op haar beenen, kneep haar oogen
dicht, fingeerde 'n geeuw en zei: Kind,
waar heb je 't nu eigenlijk over"...
Wel, of jij wist dat Agaat Heeleveldt
lid was van dat vluchtelingen-comitévan
de Ellickhovens!"
Nee... en 't kan me niet schelen ook!"
Maar vind je 't dan niet bespottelijk?
Agaat! verbeeld je Agaat met haar
werkpootjes van huissloofje, en d'r altijd veelte
korte rokken om d'r dikke enkels, enne"...
D'r bruine toilet met dat scheeve split
waardoor je er 'n eed op zou doen dat ze
'n uitgezakte heup heefl" ...
En d'r fazanteveer op d'rvoorjaarstoque!
van de keukenmeid van de van Ellickhovens!"
Dat... dat allemaal bij mekaar, op
Vlietenburg! 't Is om om te rollen!"
En ze lachten allebei na dat kruisvuur
van spotternijen; proestten en schaterlach
ten, o, o... Agaat Heeleveldt op
Vlietenburg! 't Was om je dood te lachen!
En mevrouw Niels ook!'' zei Mies toen 't