De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 12 december pagina 7

12 december 1915 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

12 Dec. '15. No. 2007 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Panorama van de Wereldtentoonstelling te San Francisco. Naar een fotografie. Nederland op de Wereldten toonstelling te San Francisco Uit een artikel, dat de heer J. W. Prins ons uit San Francisco toezendt, nemen wij het volgende: Wat men op de tentoonstelling te San Francisco telkens weer bewonderen moet is de artistieke zin waarmede planten en hoornen geplaatst zijn. Wanneer men weet dat hier voor een paar jaar niets groeide, dat dus alle boomen overgeplant zijn en die daarbij stierven weer door de nieuwe ver vangen moesten worden, dan krijgt men een idee van de moeilijkheden aan dit onderdeel verbonden. De mooie palmenlaan, aan beide zijden door keurige perken begrensd is zeker ?én K.M. lang, het tuinbouw-paleis is door veel groen omgeven, waaronder de Hollandsche tuin met z'n weelderige begonia's een zeer goed figuur maakt. Aardige, witte Zeister tuinmeubelen komen goed uit en geven het geheel een frisschen, netten in druk. Echt Hollandsch! Vooral toen in het voorjaar de tulpen en hyacinten bloeiden heeft onze tuin duizenden bezoekers getrokken en is de eer van ons land, als the country of the bulbs" waardig opgehouden. Gelukkig is ook de keuze van de bruingele kleur, waarin de gebouwen gehouden zijn; wit zou in de felle Californische zon pynlijk voor de oogen geweest zijn. Nu kreeg men pok minder den indruk van Sui kergoed huisjes", die bijv. de White City" in Londen sterk gaf. Buiten het Officieele Nederlandsche ge bouw, heeft ons land nog in verscheidene der groote hallen belangrijke exposities on dergebracht. Wij zouden deze te zamen het niet officieele gedeelte der inzending kunnen noemen. Het zijn bekende vaderlandsche firma's, die hier vertegenwoordigd zijn en in deze Nederlandsche afdeelingen in de diverse hallen plaatsruimte van de Regeering hebben gehuurd. Deze afdeelingen vinden we in: The '?'alaces of Liberal Arts, Fine Arts, Varied Industries, Transportation" en let Food Palace." Overal .herkent men het vaderlandsche stukje grond in de reusachtige hal reeds van verre aan de eenvoudige massieve piJaren, die het omgeven. Tusschen deze zacht groen getinte zuilen van sobere rechte lijnen, verbonden door keurige oranje draperieën en fijn latwerk, is een podium, niet hoog, maar met de pilaren toch den indruk ge vende dat men hier in iets aparts is, iets dat van het andere is afgesloten. Het kwam mij en velen anderen voor, dat de heer H. Rosse, de ontwerper en decorateur, bijzonder goed geslaagd is in dit deel van zijn arbeid, waarmee hij een harmonieus en flink geheel bereikt heeft, wat zelfs door den vluchtigsten bezoeker niet verborgen kan blijven. In The Palaice of Liberal Art," een hal die een oppervlakte van 24 H.A. heeft, wordt een vierde van de ruimte inge nomen door officieele exposities, ingezon den door de regeering der Vereenigde Staten, n vijfde door de inzendingen van vreemde naties, het overblijvende deel door particuliere exposanten. Men ziet er van alles: gekleurde fotografieën, boekwerken. telescopen, vazen, glaswerk, muziek-instrumenten en nog veel meer. Ook in de Ne derlandsche afdeeling vindt men de meest verscheiden voorwerpen, als het ware een allegaartje, dat nergens anders kon onder gebracht worden. De groote klok, uit tegels, is er, die onspronkelijk bedoeld was voor den toren van het Officieele Hollandsche gebouw en daar ontegenzeggelijk een beter figuur zou gemaakt hebben dan haar plaatsvervangster doet, echter te laat aankwam en nu lang niet de belangstelling geniet, waarvan ze misschien gedroomd heeft en die ze zeker verdiende. Er zijn tuinmeubelen, steenen uit Geldermalsen, tandpasta van Pool, jene verkruiken, sarongs, cocosmatten, zilverwerk, van Gebr. v. Niekerk, Schoonhoven, en leege flesschen, onder welke laatste het grappige nationale kogelfleschje zich in een bijzon dere belangstelling mag verheugen. Vele nemen het op, houden het omhoog, schudden het en zetten het weer neer met een gezicht dat zegt: wat beteekent dat nu?" Het simpele kogelfleschje bleek het dark norse" in de race te zijn. De Koninklijke Fabriek van Verbandstoffen heeft er een kast en de firma John Ensched Het Paleis der Schoone Kunsten, met vijver. 'iiiiimtitiiiiniiiii Amsterdam's Opkomst als Handelsstad *) Volkomen terecht is in December van het vorige jaar, ter gelegenheid van den hon derdsten geboortedag van Jan ter Gouw, nog eens de aandacht gevestigd op den arbeid van dezen uitnemenden kenner van Amsterdams historie. Ter Gouw heeft in de zeven of, wanneer men de uitgebreide registers medetelt, acht deelen zijner Geschiedenis van Amsterdam ontegenzeg gelijk zeer verdienstelijk werk geleverd. Hij doet de stad van vór 1578 voor ons leven. Niettemin kleven ook aan dezen arbeid gebreken. Het blijft te betreuren dat de auteur geesteskind van die richting in het Protestantisme, die de April-beweging verwekte, en tevens lid der Loge niet den rechten kijk heeft gehad op de beteekenis der Kerk, zooals zij zich in haren RoomschKatholieken vorm in de Middeleeuwen open baarde. En daarnaast is het eene leemte, dat aan de geschiedenis van het economi sche leven, met name aan die van den handel, in zijn werk niet de plaats is toe bedeeld, die zij behoorde in te nemen. Een te sterk verwijt mag men echter den schrij ver van dit laatste niet maken: de weten*) De Opkomst van den Handel van Amsterdam. Onderzoekingen naar de eco nomische ontwikkeling der stad tot 1441, -door dr. H. J. Smit. Amst, A. H.Kruyt, 1914. schappelijke beoefening van dien kant der historie was in zijn tijd nog slechts weinig gevorderd. Op dit gebied valt nog zeer veel te verrichten, en het was dan ook eene gelukkige gedachte, die den heer H. J. Smit er toe bracht onderzoekingen naar de economische ontwikkeling der stad tot 1441 in te stellen, en die hem het proefschrift, waarop hij ten vorigen jare aan de Amsterdamsche stedelijke Universiteit dan graad van Doctor in de Nederlandsche Letteren verwierf, deed wijden aan de opkomst van den handel van Amsterdam. Dr. Smit kon de bronnen voor zijne omvangrijke studie niet in de eerste plaats, zooals men allicht zou verwachten, in de Amsterdamsche archieven vinden. De bran den van 1421, 1452 en 1652 hebben helaas daarvoor teveel bescheiden in vlammen doen opgaan. Hoeveel belangrijk historisch mate riaal zouden we uit de stads-rekeningen kunnen putten, indien deze niet eerst met 1531 aanvingen! Hoe gaarne zouden we de correspondentie der Amsterdamsche overheid uit de minuut-boeken leeren kennen, doch wij zoeken deze te vergeefs! Hoe jammer is het, dat van de stedelijke keuren vór 1452 niet meer is bewaard dan de perkamenten codex uit den jare 1413! Behalve de laatst genoemde verzameling, o.a. door mij in de Rechtsbronnen van Amsterdam afgedrukt, kon het Amsterdamsen archief den promo vendus slechts een groot aantal schepenbrieven bieden, waarvan een belangrijk gedeelte door mr. W. R. Veder in zijn Inventaris van het archief der gasthuizen in regest is gebracht. Met noeste vlijt heeft hij deze doorgeplozen en er het een en ander uit bijeengelezen over bezit, beroep en woonplaats van verscheidene middeleeuwsche Amsterdammers. Meer leverde het Algemeen Rijks-Archief, waarin o.a. schoutsrekeningen en tolregisters, van Haariem drukproeven en gravures, waaronde vooral de bekende gekleurde Rembrandt-reproducties een goed figuur maken. Lectuur ter nadere kennismaking met het tentoongestelde is overal ruim schoots voorhanden, de meeste fabrikanten hebben de reclame op Amerikaansche wijze opgevat en een stapel keurig uitgevoerde boekjes of statistieken bij hun inzendingen gevoegd, die dengene die in nadere relaties met hen wil treden, alle mogelijke inlich tingen geven. Ook de Regeering heeft in dit opzicht het hare gedaan. In het Palace of Transportation', hetwelk een oppervlak van bijna 3 H.A. beslaat en een half millioen dollars gekost heeft, kan men geheele ontwikkeling van het verkeer gedurende de laatste eeuw aan de hand van de inzendingen bestudeeren. Holland is er waardig vertegenwoordigd. En ik denk hierbij in de eerste plaats aan de Holland-Amerika lijn, die een deel van de Statendam" op ware grootte gecopieerd heeft, zoodat de bezoeker zich werkelijk een oogenblik op een groote boot waant. Wanneer we over den valbrug gaan en de kajuiten binnentreden want het is vooral het interieur geweest, dat men heeft willen toonen merken we dadelijk op hoezeer dit nieuwste schip van deze lijn het in afwerking en geriefelijkheid van de Rotter dam" wint. Je vraagt je af, hoe het mogelijk is om voor slechts $ 35.?de menschen in zoo'n derde klas over te brengen, want werkelijk die is bijna gelijk te stellen met de tweede van de Rotterdam". Keuken en hutten voor twee en vier personen, alles is keurig in orde, de kleine kamers der tweede klas bevatten aardige meubelen, losse bedden, hooge kleerkasten, enz. de state rooms" in Louis XVI stijl zijn een voudig overbluffend. De Grand Prix", die de Maatschappij werd toegekend, is dan ook dubbel en dwars verdiend. De werf Conrad, Haarlem, maakt goede reclame, geeft interessante statistieken van de bestellingen die ze sinds de oprichting uitvoerde, Van de 484 schepen, meest baggermolens, die ze gebouwd heeft, blijken Rusland, Frankrijk en Argentinië de beste afnemers te zijn. Ze staan respectievelijk met 47, 41 en 36 bovenaan de lijst, op den voet gevolgd door Duitschland en de Neder landsche koloniën, ieder met 85. Er zijn verder modellen van schepen, de boogbrug over de Serajoe in het klein en veel statistieken en gegevens. De Koninklijke Pakketvaart Maatschappij en de Koninklijke West-Indische Maildienst maken met smaakvolle boekjes en kaarten effectieve reclame, exposeeren tevens model len van hunne schepen. Goed doet ook hier weer het massieve Hollandsche ensemble in de groen en oranje kleuren aan naast de overladen witte pilaren, die de afdeeling van Westinghouse omgeven. Onze expositie in het Food Palace" kon uit den aard der zaak niet zooveel belang stelling wekken als de andere, waaronder zich die in het Palace of Varied Industries" bijzonder onderscheidt met haar buiten gewone collectie aardewerk. Van der Sluijs, te Rotterdam, zouthandelaar, heeft er een mooie kiosk, die jammer genoeg, niet geheel tot zijn recht komt. Betkes' cacao en Hulskamp's jenever zijn vertegenwoordigd, ook vindt men hier meerdere Indische pro ducten. De sigarenfabriek De Huifkar'' heeft helaas over niet vele jaren, zijn bewaard gebleven, die voor de kennis van den Amsterdamschen handel vrij wat stof bevatten. Voorts zocht de schrijver nog in enkele andere archieven, vaak slechts met negatief resultaat. Veel heeft hij echter kunnen putten uit de belangrijke uitgaven van de Hansische Geschichtsverein, als de Hanserecesse, het Hansisches Urkundenbuch, en andere. Al deze nasporingen hebben dr. Smit genoeg gegevens verschaft, om in een boek van 318 bladzijden een belangwekkend over zicht van het ontstaan en de ontwikkeling van den Amsterdamschen handel te geven. Het eerste van de vijf hoofdstukken, waarin het werk is verdeeld, begint met eenige beschouwingen over den Hollandschen han del in de 13e eeuw, toen Dordrecht daarvan het middenpunt was. In de tweede helft dier eeuw vangt de ontwikkeling van Am sterdam aan. Wanneer het dorp aan den Amstelerdam in 1300 stadsrecht ontvangt, kan het worden geteekend als een platte,landsstad, met eene bevolking van landbouwers, visschers en schippers, alleen door grachten verdedigd, met een van den landsheer in alle opzichten afhankelijk bestuur en een recht, dat van het landsrecht weinig zal hebben verschild; met wat marktverkeer en scheepvaart, die echter de grenzen van Holland niet overschreed." Honderd jaar later is Amsterdam reeds eene aanzienlijke stad, met vrij uitgebreiden eigen handel." In het tweede en derde hoofdstuk wordt deze ontwikkeling geschetst. De schrijver verwerpt de meening, dat de opkomst der stad een gevolg zou zijn van het verkeer der Duitsche kooplieden met Vlaanderen, langs de Hollandsche water wegen ; dit verkeer toch volgde niet deze binnen-wateren, maar ging over zee. Neen, dat Amsterdam een handelscentrum is ge worden, is te danken aan den biertol, dien een kast gezonden, die reeds op 27 tentoon stellingen heeft geprijkt. De Nederlandsche afdeeling in het Palace of Varied Industries" behoort onder het mooiste dat ons land heeft geleverd. Het zou me werkelijk te ver voeren om alles op te sommen wat hier zoo keurig is uit gestald, laat ik ze daarom tot de voornaamste industrieën, hier vertegenwoordigd beperken. De bekende firma Begees van Utrecht heeft er een mooie collectie diamanten en medaljes, welke eerste vooral de bijzondere aandacht van de Amerikaansche schoonen trekt. Ook de lampen van de firma N. J. Stokvis, Arnhem, in verschillende nissen aan een der zijkanten van de afdeeling geplaatst, vormen een mooi en kleurig geheel. Maar de kroon spant to h wel het zaaltje, waar het aardewerk een plaats gevonden heeft. Alles is hier in een lichte tint gehouden, die goed harmonieert met de kleur van de vierkante zuilen, die ook deze afdeeling weer omgeven. Tegen het grijze fluweel komen de verschillende tinten, het Delftsche blauw en groen, het rood van St. Lukas (Utrecht) uitstekend uit. In het midden der kamer is van dezelfde grijze kleur een gemakkelijke ronde sofa onder een palm geplaatst. Aan weerskanten en langs de wanden zijn de etalages. De duidelijk getoonde waardeering voor deze afdeeling moet men op prijs stellen want waar zoo overvloedig veel schoons geboden wordt als in het Palace of Varied Indus trie," daar trekt alleen het allermooiste de aandacht en maakt indruk. Het kan zijn dat het Engelsche aardewerk op zich zelf beschouwd het Hollandsche overtreft, het fijne ensemble echter maakt dat onze afdee ling veel meer in het oog valt en daardoor veel nauwkeuriger bekeken wordt dan de Engelsche. Onze beste fabrieken hebben hier het beste geleverd wat ze hadden, is het dan een wonder, dat bijna alles wat hier uitgestald is, verkocht wordt ? Delft, Gouda, Utrecht, Amsterdam, Makkum en Leidendorp vechten hier om de eerepalm, ze verdienen er elk een, ze hebben getoond wat Holland op dit gebied vermag. Aan den anderen zijkant, tegenover dien van Stokvis, heeft Jager uit Hilversum een expo sitie van gekleurd (aardewerk, niet zoo artis tiek als het andere, maar door de hellere kleuren beter tot den doorsnee-Amerikaan sprekend, J. W. PRINS Avondgracht Verglaasd en verdwaasd ligt de avondgracht Te wachten op nacht, Alsof er een groote, grauwe dood Zijn inkten verdooving over goot. Verglaasd en verdwaasd ligt de avondgracht En wacht op den nacht. Zooeven kwam 't leven er over gezweefd Deed even beven 't bewusteloos vlak: i Eén rimpeling lang heeft het water geleefd, ! De bonkige booten bewogen en plasten; Toen nee-knikten moed'loos de magere masten. Nu strekt zich het stroevige vlak w«er strak En lijdzaam wacht, martelmoe, de gracht Den langen nacht... MARTIN PERMYS Buitenaanzicht der Nederlandsche afdeeling in het Liberal Arts Palace. graaf Willem III er vór 1323 vestigde. Al het uit Hamburg aangevoerde bier kwam, ten gevolge van deze tolheffing, naar Am sterdam, waar de Hamburgers alras hunne liggers deden verblijf houden, die hunne zaken in de stad en in het graafschap moesten behartigen. Van zelf leidde dit tot meer uitgebreid handelsverkeer,waarin Amsterdamsche schip pers een belangrijk aandeel hadden. In de eerste helft der 14e eeuw ontstond zoo eene klasse van grondbezittende kooplieden, die voornamelijk handel dreven in landbouw producten en visch. Van de grafelijke regee ring, die voortdurend de belangen van den Dordtschen stapel zocht te bevorderen, ondervonden deze handelaars echter weinig medewerking, en zoo laat het zich ver klaren dat na den dood van graaf Willem IV in 1345, in den strijd tusschen de Hoekschen en Kabeljauwschen, de stad de zijde der laatstgenoemden koos en Willem V steunde. In 1351 verschijnen de afgevaardigden van Amsterdam voor het eerst ter dagvaart van Holland, en sinds nemen de bloei en de invloed der stad voortdurend toe. De Graven uit het Beiersche huis volgden eene politiek, die niet meer enkel het Dordtsche, maar het geheele Hollandsche verkeer bevorderen wilde en gericht was op aansluiting bij de Hanze. De Amsterdammers trokken daarvan voordeel; langzamerhand ontstond nu eene klasse van niet grondbezittende, kapitalis tische groothandelaars. Op den duur konden dezen de Hanzische staatkunde niet blijven steunen, daar zij de concurrenten der Hanze werden. Dit gaf, naar het 4e hoofdstuk aan toont, aanleiding tot strijd met den magi straat, die nog door de grondbezitters werd gevormd en thans Hoekschgezind was. Vooral na den dood van Willem VI nemen de geschillen een ernstig karakter aan: de kooplieden, gesteund door de handwerkers, houden het dan, als Kabeljauwschgezinden, met Jan van Beieren en Filips van Bourgondië. De triomf van Filips is ook hunne overwinning. De Amsterdamsche handel ontwikkelt zich nu snel, in voortdurenden strijd met de Hanze, totdat op 23 Augustus 1441 te Kopenhagen het tien-jarig bestand met de Hanzesteden wordt gesloten, waarbij handel en verkeer voor de Hollanders en dus in de eerste plaats voor de Amsterdammers geheel en al vrij worden. In het bovenstaande wees ik, als ik het zoo mag noemen, den draad aan van het geheele werk. Zoowel over den aard van den Amsterdamschen handel als over de ge schiedenis van den strijd, waarin hij zich heeft ontwikkeld, bevat het boek voorts tal van gegevens, waarop hier niet nader kan worden ingegaan, maar die voor den beoe fenaar der Amsterdamsche geschiedenis van veel belang zijn. De heer Smit geeft in dit proefschrift blijk dat hij de juiste methode voor historisch onderzoek onder de knie heeft, en dat hij de verkregen resultaten in goeden vorm kan mededeelen. Tot kritiek geven zijne beschou wingen mij geene aanleiding. Alleen zou het mijns inziens niet verkeerd zijn geweest, indien dr. Smit duidelijk stelling had geno men tegenover het historisch materialisme. Waar zijn werk geheel aan de beschrijving van den economischen kant der samenleving gewijd is, krijgen de lezers gemakkelijk den onjuisten indruk, alsof de schrijver deze wereldbeschouwing zou zijn toegedaan. Een beetje philosophie zou het boek geen kwaad hebben gedaan. Niettemin vormt het ook zoo eene hoog te waardeeren bijdrage tot de kennis van het Middeleeuwsch Amsterdam. Dr. JOH. C. BREEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl