Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
19 Dec. '15. No. 2008
GEORGE VAN RAEMDONCK
Kunsthandel Regaard
Ongeveer een jaar geleden was in den
zelfden kunsthandel een schilderijtje van
van Raemdonck te zien. Het stelde een
zonnigen ochtend voor verrijzend boven een
nog slapend dorpje. Fijn stond een kerktoren
tegen een lichtende lucht. Van de teedere
wedergave ging een stille bekoring en een
zachte ontroering uit. Het verbaast mij altijd
dat dit schilderijtje en de sedert verschenen
oorlogsteekeningen daaraan hoofdzakelijk
is deze tentoonstelling gewijd van dezelfde
hand zijn. Wat van het eene eenigermate
uitging, vermogen de andere niet te geven:
ontroering. Zelden of niet ondergaat men
iets van den hartstocht haat, toorn, mede
lijden die aan deze teekeningen ten grond
slag zou liggen. Zij zijn geen terugslag;
allerminst een felle, met moeite bedwongen
uiting. Integendeel. Een soms pikant, soms
luimig, soms griezelig idee wordt er met
zorgzame zich in kleinigheden vooral
vermijende behagelijkheid, tot een compositie
uitgesponnen. Sommige omschrijvingen
wijzen het al uit. Afgepakt", zeg eens,
hoe kom jij zoo dik", wat er kwam uit een
schot", luiden de huiselijke en populaire
titels. Als oorlogsteekeningen, als uitingen van
den terugslag van een geweldige gebeur
tenis op een menschelijk gemoed, komen van
Raemdoncks teekeningen mij dan ook minder
belangrijk voor. Als wel een tamme, maar met
met groote vaardigheid en veel goeden luim
uitgevoerde illustraties van een aan den oorlog
ontleend idee, hebben zij ongetwijfeld ver
dienste. Die verdienste zit vooral in de details;
al voortwerkende krijgt de teekenaar invallen,
waaraan men voelt, dat hij zijn genoegen
heeft. Zijn werk zit vol verrassende bijzonder
heden die met gemak en behendigheid in
de compositie verwerkt zijn en waarvan het
opsporen een pikante en curieuze bezigheid
is. Een enkele maal is er een bijzonder
telukkige harmonie tusschen denkbeeld en
uitvoering. Ondanks zijne, geen plooi en
geen knoop voorbijziende uitvoerigheid,
brengt hij het dan tot een karakteristiek, zoo
als die van den gemoedelijken Nederlandschen
soldaat, die tegen een bom geleund, den
weenenden dood, toegrijnst (afgepakt). In
van Raemdoncks genre komt mij dit een van
de meest geslaagde teekeningen voor, al zou
ik aan no. 35 de geslaagde overwinnaar"
de voorkeur geven, het eenige blad waarin
ik beweging voel en bewogenheid. Slotsom:
als pikante illustraties in een wekelijks ver
schijnend blad, als breedvoerige omschrij
vingen van een wel eens luimig idee, door
snaaksche invallen bevallig omspeeld, zijn
deze teekeningen volkomen en zeer geniet
baar; dieper en blijvender beteekenis en
waarschijnlijk ook grooter pretenties, hebben
zij voorloopig m. i. niet. De teekenaar moge
Hollandsche Impressies
(Teekening voor
,de Amsterdammer" van George van Raemdonck)
CHNISCHE RUBRIE
Het Fotografeeren uit
Luchtvaartuigen
De tegenwoordige oorlog heeft duidelijk
de waarde doen uitkomen van het vliegtuig
als waarnemingsmidde!. In de meeste
geFig. 1. Verteekende afbeelding van het
paleis op den Dam
vallen is het een speciale waarnemer, die
uit de hoogte allerlei gegevens over het
land beneden hem tracht te weten te komen
en de plaats tracht te bepalen van vijande
lijke kanonnen, troepen, etc. In vele gevallen,
waar het een orienteering over een groote
uitgestrektheid betreft, kan een waarnemer
niet snel genoeg aanteekeningen maken om
een duidelijke kaart te krijgen. In dit geval
komt de fotografie te hulp. Schijnbaar is
fotografisch in een oogenblikje een juist
beeld te krijgen van een uitgestrekt gebied.
I. Het Landschap
het schilderen er niet om verzuimen.
De heeren Regnard stellen nog werk van
Jan Wittenberg en Dirk Roggeveen ten toon.
In eene inleiding tot de kunst van dezen
laatste lees ik in den catalogus moge hem
de waardeering te beurt vallen, die zijn
streven zoo ruimschoots verdient."
Inderdaad. Het streven van den heer Rog
geveen verdient waardeering.
H.
fiimiMitiitiiiiiiiftii
iiiiiiMimiiiiiiinii
LOUIS COUPERUS
Lezing van Humoristische schetsen
(Kleine zaal, Concertgebouw)
Couperus ('s een humorist....
Ge bemerkt het kort vór en ook na de
pauze.
Want allereerst doen de precieuse
cadanseeringen en verklinkingen van zijn stem
een vreemd vraaggevoel u bekruipen, wan
neer het de eerste maal is, dat ge hem zijne
humoristische schetsen hoort lezen.
Ge vraagt u af, hoe het mogelijk is, dat
hij met zooveel nadruk leest; want nimmer
bereikten u de vertellingen, die hij als feuil
letons en later in boekvorm bood, anders
Fig. 3. De 7 fototoestellen op zij ten
van onderen gezien
In werkelijkheid zijn echter ook hieraan
groote bezwaren verbonden, wegens het
verteekenen" van elke lens,ihoe volmaakt
die ook overigens mag zijn.
Onderstellen we even, dat het fototoestel
loodrecht naar beneden is gericht, dan zulllen
de plaatsen, bijna loodrecht onder het toestel
gelegen, zoo afgebeeld worden op de ge
voelige plaat, dat hun onderlinge verhou
dingen bijna precies gelijk blijven. De
voorwerpen, die echter ver van de loodlijn
verwijderd zijn, zullen naar verhouding veel
te klein op de plaat komen. Als toelichting
bespreken we even het fotografeeren van
een groot gebouw, zooals b.v. het Paleis
op den Dam. Fig. l vertoont hiervan een
afbeelding opgenomen met een toestel,
opdan als nonchalant en welwillend toege
zwaaid : vluchtige charmantigheden, waartoe
de groote meester zijn pen wel wilde leenen,
en die in het verre vaderland dankbaar
werden aanvaard.
En nu, denkt ge, acht hij het de moeite
waard, om u die vertellingen zelve te komen
voorlezen: nauwgezet, tot in de geringste
détails volgend de beelding, die hij u als een
welwillend gebaar had doen waardeeren...
Vertelt men ons niet, dat Heine zijn zoet
ste versjes, die klinken als in vreugde
los-weg aangestooten kristal, moeizaam en
langzaam smeedde naar zijn wil? Zoo moet
ook Couperus anders dan vluchtigjes den
goud- en agathen pen gehanteerd hebben,
dan hij ons zelve verhaalt. Zijn humor is
niet van delicht-gevonden-en-vergeten-soort,
die de clubman van uit zijn stoel vermoeid
van zich afzucht. Zijn humor is doorwrochter
en gesmeeder dan hij ons heeft willen doen
gelooven.
Dat heeft ons zijn voordracht verraden.
Bébcrt Ie Boucher, en Andrc Ie Pccheur
heeft hij gekend, en met den ouden Lion
heeft hij médegeleefd in diens verval.
Want dood en verval zijn de schrikbeelden
van een figuur als Couperus.
Fig. 4.
Doorsnede van het gezichtsveld van het
centrale foto-toestel en twee der andere
gesteld aan den rechterkant van den Dam.
Het gedeelte, dat loodrecht tegenover het
toestel was, is in vergelijking met het meest
linksche deel veel grooter en duidelijker.
Omdat een gebouw altijd betrekkelijk klein
is en ook omdat we gewend zijn aan per
spectivische figuren, valt de fout ons niet
erg op. Het is echter gemakkelijk aan de
hand van dit voorbeeld in te zien, dat een
foto van een landstreek, die zich over dui
zenden meters uitstrekt een absoluut verkeerd
beeld van die streek moet geven. Daarom
is het van belang zoo'n foto door een een
voudige handeling om te kunnen vormen
in een andere, die wel de ware verhoudin
gen weergeeft. Dit kan gebeuren met een
toestel, dat vergelijkbaar is met een
vergrootingstoestel. (Zie fig. 2). In het linker
gedeelte kan het verteekende negatief ge
plaatst worden en in het rechtsche een
gevoelige plaat. Tusschen die twee deelen
bevindt zich een balg, waarin een lens aan
gebracht is. De beide platen kunnen zoo
gesteld worden, dat ze den verlangden hoek
insluiten en nu kan van het verkeerde
negetief een goed diapositief gemaakt worden.
Nu heeft een gewoon fotografisch toestel
steeds het nadeel van een vrij beperkt ge
zichtsveld, terwijl voori het opnemen van
landschappen in oorlogstijd verlangd wordt,
dat een zoo groot mogelijk gebied zoo snel
mogelijk overzien wordt. Hierin is voorzien
door een toestel uitgedacht door den
Oostenrijkschen kapitein Scheimpflug. Deze
groepeert om een centraal toestel, dat
loodII. Het Gezinsleven
In het verhaal van Vendetta, den roover,
had hij de gelegenheid tot grooter beelding,
en bleef nochtans als auteur boven het ge
heel staan, de meest futiele bewegings
draadjes in zijne handen vereenigend.
Want het is anders wanneer een auteur
zijn eigen werk leest, dan als een déclamator
de personen eruit sprekend in voert."
Ten slotte was hij weer in uniform of
geen uniform de superieure beheerscher van
zijn humor, waarover hij altijd zelve
heenkijkt 'zooals men hem ook uit de blad
zijden ziet, wanneer men hem leest.
Couperus bij ons Amsterdammers, doet
denken aan het fijne Japaneesje dat door
de morsige Kalverstraat placht te gaan;
des te meer verheugde het een niet-extatisch
publiek gewonnen gezien te hebben door
eene uiting die niet de hunne is, door een
wijze van beweging waarvan het verre staat.
Hijzelve vond de zaal te licht, de stem
ming der vele lampen wat schreeuwerig;
wij daarentegen hebben hem gezien op goed
Amsterdamsche wijze, in vol-licht... zoo
nuchter mogelijk En toch, en tóch is ons
de stemming gebleven dat het iets anders
was dan een medcmenscti die daar las...
iets meer gestijlds en iets precieusers, en
zeer ego-centrisch.
Zooals wij gaarne in onze soliede huis
houding een voorwerp gebruiken, dat anders
is dan de dagelijksche behoeften het eischen :
Zoo hebben wij, Amsterdammers, Couperus
in ons midden gezien ... wij, Amsterdam
mers, die gevaar loopen als schablone voor
het begrip hamorist het soort der lieden te
gaan beschouwen die onder dien naam zin
ledige liederen zingen in café-concerts.
S.
Nieuwe boeken van deze week:
Met z'n zessen. Liedjes voor kleine kleuters.
Muziek van ALBERT SLUYTER, woorden van
DORA MUSBACH, illustraties van ANDR
VLAANDEREN.Amsterdam.ScheltensenGiltay.
Dr. C. J. WIJNAENDTS FRANCKEN, Gedach
ten uit de werken van A. S. C. WALLIS,
verzameld door Haarlem, H. D. Tjeenk
Willink & Zoon.
F. J. VAN DER MOLEN, Het Kind in de
Literatuur, 298 pag., f 2.40, geb. f 2.90
Zwolle, J. Ploegsma.
C. S. ADAMA VAN SCHELTEMA, Van Zon
en Zomer, (vierde druk). Rotterdam, W. L.
en J. Brusse's Uitgevers-Mij.
recht naar beneden gericht is,
zes andere die onder hoeken van
45°werken. (Zie fig. 3). De af
sluiters van deze zeven toestellen
werken volkomen gelijktijdig,
zoodat zeven foto's genomen
worden, die samen over een veel
grooter veld gaan, dan met n
mogelijk geweest zou zijn. Fig. 4
vertoont een doorsnede van het
gezichtsveld van het centrale
toestel en van twee andere. Hier
uit blijkt, dat de verkregen
fotografien gedeeltelijk aan den rand
hetzelfde stuk afbeelden en ook,
dat de verteekening van de
zijdelingsche toestellen aanzien
lijk is. De zes foto's dienen dus
alle door het toestel afgebeeld
in fig. 2 omgevormd te worden.
Er worden dan totaal zeven foto's
verkregen, die gedeeltelijk over
elkaar gelegd moeten worden
om een geheel te geven. Fig. 5
heeft deze zeven foto's in den
oorspronkelijken toestand, terwijl
fig. 6 dezelfde voorstelt, maar
nu getransformeerd en op elkaar
gelegd, zoodat de afb. van een
groote uitgestrektheid in de
goede proporties verkregen is.
Als men deze afbeelding vergelijkt met
fig. 7, die een reproductie is van de staf
kaart van hetzelfde stuk van het land, dan
blijkt, dat ze zeer goed overeenstemmen,
maar ook, dat alle bijzonderheden van de
foto vergeleken kunnen worden met die van
de kaart en dat hierdoor al heel spoedig
afwijkingen ontdekt zullen worden, die het
gevolg zijn van allerlei militaire stellingen.
waardoor het vuur van de artillerie met
meer succes zijn uitwerking kan hebben.
Het toestel is gemakkelijk te bevestigen
onder aan de mand van een ballon of onder
een vijegmachine. Het kan ook in vredestijd
goede diensten bewijzen, vooral voor het
in kaart brengen van bergachtige streken
of van boschrijke landen.
Het is te hoopen, dat het weldra uitslui
tend voor deze vreedzame doeleinden
gezal worden.
J. F. v. O.
Fig. G. De zeven foto's na transformatie op elkaar
gelegd, zoodat n contime beeld verkregen is
CORRESPONDENTIE
V., te 's-Gravenhage. Was de gyroskoop
precies op den aequator geplaatst, als ze
aan het draaien gebracht wordt, dan zou
werkelijk de evenwichtstand willekeurig zijn.
Is ze echter eenmaal goed gericht, dan blijft
de richting constant, omdat, zooals in het
bewuste artikel aangetoond is, uitwendige
kraditen bijna geen invloed kunnen doen
gelden.
J. W. M., te's-Gravenhage. Uw opmerkig
over die drukfout is volkomen juist. Het
getal 7 is genomen om zooveel mogelijk
breuken te vermijden. Uw opmerking over
perspectivische teekening wordt ter harte
genomen. Dat de krachtlijnen, die een ijzeren
wand loodrecht treffen wel doorgelaten wor
den werd buiten beschouwing gelaten ais
te speciaal voor een populaire behandeling.
Fig. 2. Toestel tot het in juiste verhoudingen reproduceeren van het
verteekende negatief
Fig. 5.
Zeven gelijktijdig genomen foto's
Fig. 7. Reproductie van een stafkaart, die hetzelfde
stuk voorstelt als in fig. 6