De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 26 december pagina 11

26 december 1915 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

26 Dec. '15. No. 2009 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 Indrukken van het Watersportcongres van onzen teekenaar Henri van de Velde DE OPENINGSDAG Zonschieten. Geen Boorden en Manchetten, maar hersens ZEEVAARTKUNDIG ONDERWIJS Door P. TJEBBES, Directeur van de Zeevaartschool in het Zeemanshuis Wanneer men een oordeel wenscht te vormen over een of anderen tak van vak onderwijs, heeft men voornamelijk op twee zaken te letten: Ie. Op welk peil staat het onderwijs, dat aan de betreffende scholen gegeven wordt ? 2e. Hoe sluit het onderwijs op die scholen aan bij de praktijk van het vak? Er is gedurende de laatste jaren meer dan ooit een streven merkbaar om het vak onderwijs van boven af te regelen (zie ont werp van wet op vak-onderwijs), teneinde eenvormigheid te brengen in de stelsels van onderwijs en tevens eenige meerdere vast heid te geven aan de maatschappelijke be trekking van hen, die bij het vak-onderwijs werkzaam zijn. Dat een en ander van gunstigen in vloed zal zijn op het onder Ie genoemde staat wel vast, maar dat bij het aanbrengen van eenvormigheid groote voorzichtigheid moet worden betracht t.o. van het onder 2e genoemde niet minder. De kans dat hier door vooral het zeevaartkundig vak onderwijs met zijn eigenaardige toestanden en verhoudingen in een keurslijf zal worden geperst dat niet in alle deelen past, is niet denkbeeldig, blijkens het adres, dat de Vereeniging ter Bevordering van het Zeevaart kundig Onderwijs, den Minister van Binnenl. Zaken kortelings deed toekomen. Genoemd onderwijs was waarschijnlijk wel het eerste dat in ons land bloeide en den naam van vak-onderwijs verdiende. Reeds in de 17e eeuw wordt melding ge maakt van Stuurmans-Collegiën te Amster dam, o.a. ± 1630 het college Inde vergulde Gread-boogh" in de Haarlemmerstraat van Cor's jansz. Lastman, terwijl reeds kort na de opening van de Doorlughte School" (Universiteit) te Amsterdam in 1632aldaar een leerstoel werd gevestigd voor Zeevaartkunde. De Stuurmans-Collegiën blijven ook de beide volgende eeuwen bloeien, als voor beelden die van: Pieter Holm (1737?1775) Kattegat No. l genaamd: 't Schip Regt door Zee", Cornelis Douwes, de groote Nederlandsche Zeevaartkundige, medestichter en een der eerste directeuren van de Holl. Mpij van Weten schappen, die belast werd met de leiding van het Zeemanscollege in 1747 door de Admiraliteit van Amsterdam in het O. I. huis geopend. Van dezen uitstekenden ge leerde, wiens zeevaartkundige formules wegens hun groote draagkracht door de meest moderne navigatie weer nieuw leven is ingeblazen, is bekend de volgende uiting, die hij stelde onder een zijner zeevaart kundige geschriften: Gedaan in het belang van het Vaderland, het groote schip, waaraan w ij allen r e e d e n." Antoni Struick, werkzaam aan het Rotterdamsche College, dat in 1754 door de Admi raliteit van de Maze werd gesticht. In 1785 werd de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam geopend, mede door het ijveren van den bekenden geleerde op Zeevaartkundig gebied Jan Hendrik van Swinden; terzelfder tijd maakt O. Bangma naam met zijn bekend college over Stuurmans kunst, terwijl ± 1830 Pieter Jonkhert op den voorgrond treedt. ' In 1856 werd in het Zeemanshuis te Amsterdam een Zeevaartschool geopend, onder leiding van Lector A. van Slee, het geen oorzaak werd van het verdwijnen der verschillende stuurmans-collegiën te Amster dam. Als een der laatste mag genoemd worden, dat van Heybrock op de Egelantiers Gracht (± 1870). Merkwaardig is ook de invloed op het Zeevaartkundig Onderwijs in Duitschland, van Holland uitgaande. Hollandsche boeken (o.a. Klaas de Vries Schatkamer ofte Kunst der Stuurlieden 1777) en kaarten werden aldaar gebruikt en Hollandsche leer meesters gaven daar les in de Hollandsche taal, welke op de groote Zeevaartschool te Bremen tot 1846 de taal was in welke uit sluitend het onderwijs gegeven werd. De catalogus van 1802 van de Zeevaart school te Hamburg geeft naast een 70-tal Hollandsche werken slechts 18 Duitsche en enkele Engelsche, Fransche, Spaansche en Latijnsche. Ook de Russische en Japansche Zeevaart kunde draagt de sporen van sterke Holland sche beïnvloeding. Het heden is in schrille tegenstelling met de oude brieven, die het Hollandsche ZeeTrappenhuis, verbouwd door den architect. H. A. T. Baanders GRAFISCHE VOORSTELLING VAN DE ORGANISATIE DER ZEEVAARTSCHOOL IN HET ZEEMA1MSHUIS TE AMSTERDAM Itei Ui\yei\ Uie *\t\cer\ 1 O Kt1>ïn.i\ J o yu\eUr\ XAIIVA \i4j~uuu\uv\tikoiU T ny \yer\ die yrx <1 orvjjtt leytl zyr\"''r /1 <NTItrvr/er\(ler (i .iterrf\1 cfK/c! tU kiintoortyiik. : ?; 2-jfintj M l.O -tUolux GAAN;VARÏ\ TUT Hf.T HtHALKN DF li BV I*:. i \Vl~T NÏ-W.I.-iCHIl-. .36.1 T>:JYCT1SCI 'IK. ? 1 1 UAtxf N nft'f^elytct' %v ?'l ccrlinycrv. dir t>vf «jiirJlf. tiyfri* icrvolylrtrnw.-. l' S /lm bovortU-i-tl tol <U>3fMuuf>i 1\ " ? * - i i '' l q.L,J,ivy .; t -' - \ li'pp(inyorv tT\rf tliplornji *-(.l-l .l1 cpHrnyrn met rïm cimUly>lo H. H S -Vinrii/c < uril, ? ? ^ «^v'ar^'liinKikr . Mvkvi\\oJvkivNk. ^XrtiL^rt^VKrt'r. DtNDi M-\^L j s,lA 1 ..,.?., . 2-Jin VAWLN 1 L.L12I Vr. M in urn ctrsi,> . 11 CLP^S \0v.,i L! LRLINO!: \ .1)11. til .LD" OlAAUi.N ! l! !MM.\ Qo«lc Iwrliryjerv . vk' !)ipU 1" -MLlliM\s ,. Cuv vaartkundig Onderwijs kan doen gelden. Tot op den huldigen dag is in de Neder landsche Schoolwetgeving nergens sprake van Zeevaartkundig Onderwijs, Zeevaart scholen of van het personeel aan die scholen verbonden. Eenige uitzondering vormt het noemen van de acte I. in de Wet van Mid delbaar Onderwijs, maar in deze acte M. O. voor Zeevaartkunde, heeft men merkwaar diger wijze het hoofdvak Zeevaartkunde geheel vergeten. Het is alsof deze scholen en dit vak in het geheel niet be staan, en men vraagt zich af, hoe het mogelijk is, dat de Wetgever in verschillende perioden zoo ten eenen male onverschillig was voor alles, wat de Zeevaartkundige Opleiding betreft, waar toch de Scheepvaart door alle eeuwen heen een belangrijke steun pilaar was van Neerlands Welvaart. Niettegenstaande den onwil van den Wet gever om zich er mede te bemoeien (of juist daardoor?) heeft het Zeevaartkundig Onder wijs zich ontwikkeld tot een elastisch stelsel van Onderwijs, dat zoo harmonisch bij het vak, waarvoor het opleidt, aanpast, dat het niet licht zal vallen de wedergade ervan te vinden op eenig ander terrein van Vak onderwijs. Tot verduidelijking geef ik hierbij een grafische voorstelling van de organisatie van de Amsterdamsche Zeevaartschool, waarbij dan bedacht moet worden dat de andere Zeevaartscholen in ons land in hoofdzaak daarmede overeenkomen, maar afwijkingen vertoonen door plaatselijke toestanden. Om zeer begrijpelijke redenen laat ik mij niet uit over het peil, waarop het Onderwijs staat en spreek ik slechts over het type, zooals het zich in de School-organisatie weerspiegelt. Blijkens het schema bestaat de School in hoofdzaak uit 2 groote Afdeelingen: 1. De Afdeelingen voor Onbevarenen, ge naamd 2-jarige Cursus (met voorbereidende Klasse), die in hoofdzaak Stuurlieden kweekt voor de Groote Stoomvaartlijnen. Deze Afd. heeft 3 Klassen, tezamen thans 65 leerlingen tellende. 2. De Afdeeling vour Bevarenen, genaamd de Stuurlieden Afdeeling, waarin wordt opgeleid voor het Rijks-Diploma voor 3de, 2de en 1ste Stuurman. Deze Afdeeling heeft in sommige kringen een stroöming aan te duiden, die deze elasticiteit van het vak onderwijs afbreuk wil doen en slagboomen wil oprichten, welke oorzaak zouden wor den, dat het zeer democratische stelsel zou plaats maken voor een ander, waarin maat schappelijke welstand een groote rol zou spelen bij het verkrijgen van toegang tot onze Zeevaartscholen. Wie als lid van een of ander regeerend lichaam een stem in het Kapittel heeft en voelt voor democratisch Onderwijs, hebbe toe te zien, dat in de naaste toekomst geen maatregelen genomen worden, die de levenssappen aan het ge noemde stelsel zouden kunnen ontrooven. In ons land zijn thans, buiten de Visscherijscholen, 12 Scholen voor Zeevaartkundig Onderwijs. Elf daarvan hebben een karakter dat overeenkomt met het hier geschetste en zijn plaatselijke instellingen zonder Inter naat; n school, de Kweekschool voor de Zeevaart staat als nationale instelling boven de andere en is een uitsluitend internaat, waar jongens uit Limburg of Groningen op geheel dezelfde voorwaarden worden ge plaatst als jongens uit Rotterdam of AmIIIIIIIIIIMUIIIIIIIIIIIIIIIIMHIII Hollandsche Kunstkring, in Puichri Studio i Leo Gestel is, op zijne teekeningen van de vlucht uit België, degene die de Menigte gaf. Hij was in staat op deze werken in zwart en wit, en met weinig rood soms, de opstapelingen te doen zien van menschen en dieren en have. Hij kon de Menigte doen voortgaan in haar op elkaar geklonte massaas; hij kon .ze, gestremd even in haar angstigen uittocht, doen stilstaan en toch deinen in dat stilstaan; hij kon daarnaast, als voor de jammerlijkste kermis, in luchtige kleuren, een opeenhpoping doen zien van bizarre kleedij in bizarre combinatie. Dit, dit kunnen, is bij de beschouwing zijner werken hier niet te vergeten. Het vermindert de fouten; het geeft vertrouwen in een zich ten slotte rustig vereenen van zooveel mogelijkheden in hem : gevoelige kleur bij vormend vermogen. Hetgeen hier den eigenschappen het meest schae doet, Is dat zoo goed als ieder werk zonder evenwicht is, 't zij in de kleuren, 't zij (en dat het meest) in de lijnen. Het toppunt van onrust is decompositie: Bloemen, waar de kleuren, als in spiralen gegroepeerd, tegen malkanderen in, en door malkaar wentelen. Het portret van Rensburg (uit 1912) verfijndfransch van allure is eveneens onrustig zoo wel in de lijnen die het lichaam doen zien, als in die, die den achtergrond verdeelen. Toch is hier te prijzen de karakteriseering van den voorgestelde, die uit den onrust van het geheel typisch naar voren komt. PLASSCHAERT iiiiiniiiiii iiiiniiiiiiinnimiiuint' 4 Klassen,tezamen thans69 leerlingen tellende. Het schema zelf is duidelijk genoeg en behoeft geen nadere verklaring. Neemt men nog in aanmerking, dat op de School in alle Afdeelingen gelegenheid bestaat tot kostelooze plaatsing en dat bovendien groote Stoomvaartmaatschappijen gaarne bereid zijn om goede leerlingen, die beloven tot bruik bare Stuurlieden op te groeien financieel te steunen bij hun studies, dan ziet men dat van het Zeev. onderw. terecht gezegd kan worden, dat het geen leerlingen, die over voldoende verstandelijke vermogens beschik ken uitsluit om welstandsredenen. Indien slechts een enkele toegangsweg openstaat naar het uit te oefenen vak, dan gebeurt het dikwijls, dat ouders hunne kinderen dien weg om geldelijke redenen niet kunnen laten volgen, daar die kinderen reeds vroeg in de Maatschappij voor eigen onderhoud moeten zorgen. Vrijstelling van schoolgelden is hier niet voldoende; de gelegenheid om later, als eenig geld door den jongen is opgespaard, toch nog het gewenschte onderricht te ontvangen, moet open blijven. Op zeer gelukkige wijze past het Zeev. Onderw. zich bij deze maatschap pelijke toestanden aan. Dit schijnt sommigen een doorn in het oog te wezen. Althans den laatsten tijd is Een der lokalen sterdam. Het behoeft dus in 't geheel geen bevreemding te wekken dat in Amsterdam twee groote Zeevaartscholen staan, want er is geen enkele reden waarom de verhouding tusschen de Kweekschool en de Amsterdamsche school een andere zou zijn dan tusschen de Kweekschool en de Rotterdamsche instelling, afgezien nog van het karakteristieke verschil in organisatie. De maatschappelijke betrekking van het onderwijzend personeel der Zeevaartscholen is dikwijls zeer slecht te noemen en in hooge mate schadelijk voor dat onderwijs. De leeraren aan de Amsterdamsche school bijv. hebben een max. salaris van f 2000, terwijl zij in het bezit zijn van dezelfde of gelijkwaardige akten voor middelbaar onder wijs als de leeraren H. B. S. 3 j. c., wier maximum tot f3800, d.i. bijna het dubbele gaat. Het zeevaartk. onderwijs berust op het H. B. S. onderwijs als onderbouw, terwijl het zeer zeker met het oog op het bijzonder soort leerlingen en de eigenaardige toestanden veel zwaarder is te noemen. Voegt men hieraa nog toe dat de leeraren niet zijn opgenome11 in eenige pensioen-regeling voor hen zen of voor hun weduwen en weezen, dan be hoeft het geen verwondering te wekken, dat deze toestanden jaren lang hebben gewerkt als een zeef, waardoor de beste krachten aan het zeevaartkundig onderwijs werden onttrokken en zich haastten naar het alge meen vormend onderwijs over te gaan. In November 1911 werden dan ook door den Amsterdamschen Raad de middelen toege staan om in deze erkende misstanden ver andering aan te brengen, op voorwaarde dat het Rijk dit eveneens zou doen. Het gaat hier niet om lotsverbetering van personen in hoofdzaak, maar om het opheffen van toestanden die zeer nadeelig werken voor een zeer nuttige tak van vak-onderwijs, het geen met feiten kan worden aangetoond. Wat de steun van Rijkswege betreft ver dient te worden genoemd dat alleen de extra-kosten voor de eindexamens H.B.S. 5 j. c. nmaal per jaar hooger zijn dan alle Rijksbijdragen over een vol jaar aan alle zeevaartscholen te zamen! En de Provincie? Och arme! op de lijst der subsidies voor onderwijs prijkt de Zeevaartschool te Am sterdam met een bedrag van f800 (gén nul vergeten!), terwijl de school een be grooting heeft van bijna f 40.000 per jaar. Hoe pijnlijk de tegenstelling met den tijd, toen de gevoelens wakker waren dat arbeid, gedaan in 't belang van de scheepvaart, was in 't belang van het groote schip waaraan wij allen reeden." Wordt het geen tijd dat bij een herziening van ons kiesrecht ook de zeelieden worden gehaald uit den beroemden hoek van landloopers, idioten en- vrouwen, zoodat de stemmen-tellende democraten met den mond" zich ook eens warm gaan maken voor zeevaart-belangen en ook deze opnemen in hun ellenlange redevoeringen in hun uiterst democratische colleges gehouden. Nu is het Zeevaart-Onderwijs alleen maar democratisch, er zit geen stembus-winste aan en daarom laten de heeren het er maar bij!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl