Historisch Archief 1877-1940
26 Dec. '15. No. 2009
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
IRHOCDi Bladz. 1: Edropa, teekening van H.
Bauer. Europa, door v. H. Confetli. i: Het
Lied v«n Behfen en Weezen, door Fredetik van
Beden. L'ame de la France, door Maurioe
Barrès. Booker T. Washington, door dr. Henry
T«n Dyke. 3: Afscheid Tan een Marrejenier, door
? J. H. Bpeenhoff. Une page d'Amonr, door Johan
de Meester. - JaoqnesvauLooy.doorF.Bobeldljk.
Beleedigiog Tan bevriende Staatshoofden, tijdens
ome Bepnbliek, door mr. K. Jansma. 5: Kerstmis
1916, tetjkening van Nico de Laaf. Boven den
Waterval, door Aart van der Leeuw,. Tot Moeder
. Aarde, door Noto Soeroto De Heilige Fiskus en
de Dichter, door O. van Hnlzen. Zij die Wachten,
door Oyriel Bnysse. 6: Het Sterfbed van Napoleon,
door dr. A. Aletrino. Anton Lang f, door J. H.
Bössing. Feuilleton: Jan Snuffels ging nit vrflen,
V, Jaak Boonen. 7: Vier Kerstmis platen van
Joh. Braakensiek. Het Kerstfeest nadert, door
Henriette Boll. De roode Sterren, door Giza
Bitschl. Uit de Natunr, door Jao. P. Thysse.
9. Buitenlandsch Overzicht, door G. W.Kernkamp.
Verzen van Frans Bastiaanse. Beeltenis, door
J. van Oudshoorn. 11: Indrukken van het Water
sport-Congres, van onzen teekenaar flenri van de
Velde. Boll. Kanstkring, door Plasschaert.
Zeevaartknndig Onderwijs, door P. Tjebbes. 12:
Nederl. Klokkenraad, door A. Brom Jr. 13: De
jongste Tentoonstellingen van 8t. Lnkas en van het
Kol. Inatitant, door J. C. van Eerde. De ware
beoefening der Poëzie, door Bernard Ganter.
15: Van Vlaanderen: Aan een Duitschen Jonrnalist,
door J. Hoste. December in Vlaanderen, door
Joh Demaegt. De Konijntjes, door Melis Stoke,
teekeniugen van Henri van de Velde, 17: Voor
Vrouwen, door Elis. M. Rogge. 18: Boekbe
spreking van Th. M. K. De laatste wensen, door
Sander. Een ets van Everbag.?19: Indrukken
vam het Kunstenaars-congres, v. Martin
Monnickendam. Esther de Boer-v. Eijck over ziohzelve.
Kerstmis 1915, door Labaski. 21: Balkan-Sym
pathieën, door v. d. S. 22: Paarlen, verzameld door
B I. Stonri. Hollandsche Impressies, door George
van Baemdonck. Damrnbriek, .red. K. O. de
Jonge. 23: Het Plan van Kernkamp, teek. van
Joh. Braakensiek. Schaakrubriek, red. dr. A. G.
Olland.
Bijvoegsels: 1. Kerstnacht 1915, teekening van
Joh. Braakensiek. 2. Onze Schilders, J. van
Looy, geteekend door F. Bobeldjjk. 3:
erstliedje, w< orden van Abel Croon, muziek van
,J, F. Keja.
Het is benauwend stil geworden in den
oorlog zóslil dat men elk oogenblik
den ratelenden donderslag kan verwachten
van de opnieuw losbarstende bui; want
zelfs onder de optimisten zullen weinigen
zich vleien met de hoop, dat het onweer
bezig is weg te trekken.
Er zijn maar weinig gedeelten van het
front, waar niet plotseling groote dingen
kunnen gebeuren: Bijna overal dreigt er iets.
Het minst aan het Isonzo-front. Was het
de derde of de vierde slag," die daar nu
geleverd is ? Men raakt den tel kwijt. Wat
men ook kwalijk kan behouden, is het ge
loof aan de mogelijkheid voor de Italianen,
om hier door te breken. Görz zal nu wel
ongeveer plat zijn geschoten; dat is ook
met Yperen gebeurd; maar zoo min als de
verwoesting van de Viaamsche Stad voor
de Duitschers den weg naar de Fransche
Noordzee-havens heeft gebaand, even wei
nig zijn de Italianen dichter genaderd tot
hun doel door het bombardement van Görz.
Overigens erken ik onmiddellijk het on
voorzichtige van deze vergelijking; want
niet alleen moet, door toevallige omstandig
heden, dit overzicht reeds in het begin
worden geschreven van de week, aan het
einde waarvan het in druk zal verschijnen,
maar nog om een andere reden is het juist
op dit oogenblik minder geraden, den toe
stand in Vlaanderen in n adem te noe
men met dien aan het Isonzo-front.
iiimiMiitimmtiniMiiimiMiiiiiiiMi u i iiiiiiiiu mm
Aalmoezeniersweeshuis en
Inrichting voor Stadsbestedelingen
door W. F. VAN VOORST
III Hoe Amsterdam thans voor de aan hare
zorgen toevertrouwde kinderen zorgt
Welke kinderen worden thans in de
stichting verpleegd?
In het kort gezegd: Kinderen, die hunne
wettige verzorgers missen en geene hulp
van andere instellingen van weldadigheid
kunnen erlangen, worden, zoo zij beneden
16 jaar oud zijn, ter verpleging opgenomen.
Wij noemen in de eerste plaats de weezen.
Er zijn verscheidene weezen, die niet in een
kerkelijke stichting kunnen worden opge
nomen, omdat de ouders geene lidmaten
waren. Er zijn ook onechte weezen, en voor
diekinderen zorgt het Burgerlijk Armbestuur.
Voorheen waren het Aalmoezeniersweeshuis
en later het Bestedelingenhuis de eenige in
stellingen van weldadigheid, die zich het lot
van de onechte weezen aantrokken. Kerke
lijke weeshuizen hielden voor het kind, dat
moeder miste en vader niet noemen kon, de
Gisteren en heden werd op verschillende
plaatsen van Zuid-Holland en Zeeland on
afgebroken zwaar geschutvuur gehoord,
heviger nog dan bij het bombardement
van Antwerpen. Engelsche monitors hebben
Westende onder vuur genomen en de
Duitsche kustbatterijen zullen het antwoord niet
schuldig zijn gebleven; maar bovendien wordt
bericht, dat in de buurt van Yperen, en
zuidelijker, bij Messines, de Duitsche artil
lerie zich geweldig weert; ook deed de
Duitsche infanterie daar een aanval op de
Engelsche linie, die alweer volgens het
Reuter-telegram werd afgeslagen.
Zoo is er kans, dat de week vór Kerst
mis storm in Vlaanderland' zal luiden; dat
daar het eerst de nieuwe bui zal losbreken.
Sinds het einde van de vorige maand heeft
de sluiting van de Duitsche grens, die dit
maal langer duurde dan bij vorige gelegen
heden, geruchten doen loopen over groote
troepenverplaatsingen. Waarheen? dit
gegeheim bleef goed bewaard; maar aan gis
singen ontbrak het niet.
Naar het oostelijke front, kon men in som
mige Zwitsefsche couranten lezen; en er
werd verteld van een bezoek, dat de Duitsche
Keizer zou hebben gebracht aan het leger
van von Hindenburg en hoe hij persoonlijk
de troepen zou hebben opgewekt om de
Dunaflnie te veroveren. Dat klonk zoo vreemd
niet; ook al houdt men het niet voor waar
schijnlijk, dat de Duitschers heel veel verder
in Rusland hebben willen komen dan zij pp
het oogenblik staan, men kan er moeilijk
aan twijfelen, dat zij Riga en Dunaburg
hebben willen bezetten. Nu al maanden lang
is het oostelijk front nagenoeg hetzelfde
gebleven ; althans wat Koerland betreft, kan
die toestand niet als het door het Duitsche
legerbestuur gewenschte resultaat worden
beschouwd; het was dus mogelijk, dat
Hindenburg's leger versterking zou krijgen
om een nieuwen aanval te doen op de door
de Russen zoo hardnekkig verdedigde
Duna-Hnie.
Maar al zou de verovering van Riga en
Dunaburg een welkom Kerstgeschenk zijn
voor het Duitsche volk, de beslissing van
dezen oorlog zal er niet door worden ge
bracht. Zoo de Russische legers in den veld
tocht van dezen zomer grootendeels ver
nietigd waren geworden, zou Rusland mis
schien een afzonderlijken vrede hebben
moeten sluiten; nu dit niet is geschied en
Rusland zijne kracht van tegenweer heeft
kunnen vernieuwen, is er geen reden om aan
te nemen, dat het zich gewonnen zou moeten
geven, ook al kon het Riga en Dunaburg
niet houden.
Hoe gecompliceerder deze oorlog wordt,
hoe moeilijker het zal vallen hem ten einde
te brengen door een afzonderlijke overwin
ning op n van de vele strijdtooneelen;
maar zoo het den Duitschers gelukte, hetzij
naar Parijs, hetzij naar Calais en Boulogne
te komen, zouden zij toch de stelling hun
ner tegenstanders aanmerkelijk verzwakt
hebben, ook al zou men zelfs dan nog niet
van een beslissende overwinning kunnen
spreken. Want, zooals het zich thans laat
aanzien, zal de beslissing waarschijnlijk
hiervan afhangen, welke partij den oorlog
het langst kan volhouden; zoolang
Engeland's heerschappij ter zee niet kan worden
gefnuikt, zal de partij der Entente een goe
den gooi doen naar het meesterschap in
het volhouden.
Met dat al is er voor de Duitschers veel
aan gelegen, op het westelijk front een
overwinning te behalen, die hen bv. in het
bezit zou stellen van de lang begeerde
havens in Noord-Frankrijk; zij zouden dan
althans een poging kunnen doen om Enge
land ook ter zee te bestoken; de waarde
van het door hen bezette gebied het
pand, dat bij de vredesonderhandelingen
door de Entente moet worden gelost
zou er aanzienlijk grooter door worden.
Vandaar dat de dezer dagen in Vlaan
deren begonnen actie met groote belang
stelling moet worden gevolgd, vooral nu
van verschillende kanten wordt bericht, dat
de Duitsche strijdmacht daar in de jongste
De poort van het voormalig Aalmoeze
niersweeshuis, naar een schilderij
van Jelgerhuis in 1821.
poerten gesloten. Maar gelukkig komt er
kentering!
Er worden ook verlatenen opgenomen. Hoe
menigmaal gebeurt het niet, dat ouders hunne
kinderen onverzorgd achterlaten. Zoodra de
ouders opgespoord worden, of zij zich zelven
komen aanmelden, krijgen zij hun kroost
terug, om ze spoedig daarna weder aan de
openbare liefdadigheid prijs te geven. Ge
lukkig is de toevloed van moedwillig
verlatenen in de laatste jaren tengevolge van de
invoeringder Kinderwetten minder geworden.
In ernstige gevallen wordt den voogdijraad
kennis gegeven, ontzetting uit de ouderlijke
macht of de voogdij volgt en de kinderen
worden dan tot hunne meerderjarigheid aan
de eene of andere vereeniging toevertrouwd.
Kinderen van gevangenen en krankzinnigen,
die wij tijdelijk huisvesten, rekenen wij tot de
onvrijwillig verlatenen.
Een groot aantal kinderen wordt ons jaar
lijks voor tijdelijke verpleging door de gast
huizen aangeboden. De vader weduwnaar of
de moeder weduwe worden in een gasthuis
opgenomen. Zoolang de ouders in het zieken
huis zijn, verplegen wij de kinderen. Bij het
'verlaten van het gasthuis krijgen zij ze weer
terug. Zoo wordt ook thans voor de kinderen
van militairen gezorgd. Is een gemobiliseerde
weduwnaar of bevindt zich zijne vrouw in
een ziekenhuis, krankzinnigengesticht of ge
vangenis, dan behoeft hij over zijne kinderen
geen zorg te hebben. Ieder begrijpt nu wel
dat er jaarlijks honderden binnenkomen en
weer afgeschreven worden. Het is eene echt
vlottende bevolking. Het gesticht is vaak een
logement voor doortrekkende reizigers. Wij
verplegen ook voogdijraadkinderen. Als de
Officier van Justitie meent, dat kinderen
dadelijk aan de ouders moeten onttrokken
worden, vaardigt hij een bevelschrift uit en
vertrouwt de kinderen aan een der beide
voogdijraden toe. Zij brengen ze zoolang bij
ons tot het pntzettingsproces is afgeloopen
en eene vereeniging met de voogdij belast
wordt en ze overneemt.
Ook Armenhuiskinderen voeden wij op.
Als de ouders in het Stedelijk Armenhuis
zijn, zorgt onze instelling voor de kinderen.
Ten slotte worden ook vondelingen aan
gebracht en opgenomen. Ach, wat zijn ze
vaak verarmd en vervuild. Maar eenmaal
binnen, dan knappen ze spoedig genoeg op.
Het allereerste werk is ontkleeden en baden
en ieder begrijpt, dat tegenwoordig, vooral
na de uitbreiding van het gesticht, de
badgelegenheden in orde zijn. Kleine kindertjes
blijven niet in het gesticht, doch worden bij
weken belangrijk versterkt is. Voor ons,
Nederlanders, is er een dubbele reden daar
toe; zoodra er aan het westelijke front
groote dingen gebeuren, dient onze waak
zaamheid te worden verscherpt; het voor
beeld van Griekenland heeft ons kunnen
leeren, dat de onzijdigheid van een land
gevaar loopt, zoodra de nood een der strij
dende partijen dwingt, het te gebruiken als
operatiebasis.
Maar ook op andere oorlogstooneelen dan
in Vlaanderen en Noord-Frankrijk zijn ver
rassingen niet uitgesloten.
Nu de veldtocht in Servië is afgeloopen
en slechts een deel van de
Duitsch-Oostenrijksche troepen wordt gebruikt voor den
oorlog in Montenegro en Albanië, staat men
voor allerlei vragen betreffende de verdere
ontwikkeling der gebeurtenissen op het
Balkan-Schiereiland en in Azië.
Voorloopig schijnen de Centrale mogend
heden geen plan te hebben, de vervolging
van de Franschen en Engelschen op Grieksch
gebied voort te zetten; maar elke dag kan
hier verandering brengen in den toestand.
De Italianen hebben reeds troepen in Alba
nië ontscheept om aan het overschot van
het Servische leger hulp te bieden; zooeven
komt de tijding, dat de Engelschen het
schiereiland van Gallipoli, hetzij geheel,
hetzij voor een groot deel hebben ontruimd ;
ook al blijven zij enkele punten daarvan
bezetten, dan toch beteekent dit bericht, dat
de expeditie tegen de Dardanellen is ge
staakt. Zal nu Saloniki het punt van uitgang
worden voor een poging om de verbinding
van Belgrado met Constantinopel te ver
breken? En zullen Duitschland en zijne
bondgenooten de onzijdigheid van Grieken
land zoo men daarvan nog spreken mag
blijven ontzien en aan de Entente de
gelegenheid laten, te Saloniki toebereidselen
te maken voor een veldtocht, die het op
Gallipoli geleden echec moet goedmaken ?
In elk geval zal er nog heel wat tijd
moeten verloopen, voordat de Entente deze
onderneming kan beginnen; de ervaring,
aan de Dardanellen opgedaan, zal haar wel
weerhouden van een tweede onvoldoende
voorbereide expeditie. En van dien
tusschentijd zal Turkije, dat nu weer ruimer adem
haalt, wel gebruik maken om buiten Europa
den strijd tegen Engeland krachtiger te
voeren; vermoedelijk zal het daarbij ge
steund worden door de Duitsche troepen,
die voorloopig op het Balkanschiereiland
zelf kunnen worden gemist.
Het zijn Mesopotamië en Egypte, waar
men het eerst de gevolgen zal kunnen be
speuren van de jongste gebeurtenissen op
het Balkan-schiereiland.
In Mesopotamië heeft men reeds kunnen
bemerken, dat de Turken versterking heb
ben gekregen. De Engelsche expeditie tegen
dit land was tot voor kort geleden zeer
voorspoedig; maar sinds het laatst van de
vorige maand is dit anders geworden; na
de nederlaag, die hun ten Z. van Bagdad
werd toegebracht, zijn de Engelschen een
eind ver terug moeten trekken, tot aan hun
vorige stelling bij Koet-el-amara. Of zij
hier stand kunnen houden, zal weldra blijken.
Von der Goltz-Pasja is reeds op het Azi
atische oorlogspad getrokKn; vier weken
geleden was hij te Aleppo; heeft hij sedert
de leiding in handen genomen van den
veldtocht in het Twee-Stroomen-land? of
zal hij de Turksch-Duitsche legermacht aan
voeren, die tegen Egypte moet optrekken?
Al maanden lang is er gezegd, dat in
Syrië de groote expeditie wordt uitgerust,
die de Engelschen van het Suez-kanaal zal
moeten verdrijven. Half November, zoo
heette het, zal de nieuwe aanval worden
ondernomen. Die termijn is verstreken,
zonder dat er iets gebeurde; maar het was
geen officieel vastgestelde datum! Het be
sluit van de Nederlandsche
Stoomvaartmaatschappijen, dat voortaan de passagierssche
pen de oude route om de Kaap zullen
nemen, heeft velen doen vermoeden, dat de
vaart door het Suezkanaal weldra onveilig
zal zijn; de opgegeven reden, dat de
kolenvoorziening zooveel moeilijkheden baarde,
pleegmoeders hier ter stede ondergebracht.
Wie loopen kan, wordt in het gesticht
verpleegd.
Het behoeft geen betoog, dat daar alles
gedaan wordt, om de kinderen goed te aben.
Een tiental opzichteressen, een opzichter en
de noodige dienstboden zijn voortdurend
bezig, niet alleen om de lichamelijke opvoe
ding te behartigen, maar ook om de kinderen
nuttig en aangenaam bezig te houden.
Overdag gaan de verpleegden naar de
verschillende scholen, bijzondere zoowel als
openbare. Voor kinderen, die weinig onder
wijs hebben genoten of die buiten den in
vloed van familie moeten blijven, is in het
gesticht eene school opgericht. Eene onder
wijzeres geeft daar meestal hoofdelijk onder
wijs. Ook voor godsdienstonderwijs wordt
zorg gedragen. En 's avonds worden de
verpleegden met spel en handenarbeid nuttig
bezig gehouden. Het is aardig, hoe spoedig
de bengels, want die zijn er onder, in het
gareel loopen. Op tijd eten, drinken, slapen,
school gaan, werken en spelen, alles werkt
mede om den kleinen straatvogel, die vaak
de schrik van de buurt was, aan orde te
gewennen.
Zomers in de vacantie worden er uitstapjes
gemaakt. Van den Bond van lichamelijke
opvoeding huren wij een speelterrein, waar
allerlei bewegingspelen worden beoefend.
In de speelzaal van het gesticht en op de
binnenplaats is ruimte te over om de kin
deren prettig bezig te houden En als op
Sinterklaasavond de Heilige met zijn knecht
verschijnt en goede gaven uitdeelt, dan ge
niet men zelf mede van die opgewekte
kindergezichten. Geen wonder, dat ze vaak
noode het gesticht verlaten om aan hunne
ouders te worden teruggegeven. Kleine kin
dertjes, we zeiden het reeds, gaan naar de
pleegmoeders te dezer stede. De hoofdvorm
onzer verpleging is de opvoeding in het
huisgezin ten plattelande.
Het is ontegenzeggelijk de grootste ver
dienste van Beudeker geweest, dat hij heeft
ingezien, toen de verpleging in de
Rijksweezengestichten zooveel te wenschen over
liet, dat de gezinsverpleging buiten Amster
dam voor de Stads-Bestedelingen een zegen
zou zijn. Hij heeft dien vorm van verpleging
uitstekend geregeld, zoodat zelfs na een
halve eeuw in hoofdzaak dezelfde regels
worden gevolgd. In een tiental plaatsen in
Nederland worden onder toezicht van Ge
machtigden de kinderen, die wij blijvend
moeten verzorgen, in gezinnen onderge
bracht. Het spreekt van zelf, dat de
pleegis in Engeland zelf met eenige verwonde
ring vernomen.
Zoo is, in deze donkere dagen voor Kerst
mis, de onzekerheid groot, welke gebeur
tenissen de eerstvolgende weken zullen
brengen. Minder dan ooit ziet het uit naar
vrede; veel eerder is te verwachten, dat de
oorlogsvlam weer feller zal uitslaan, waar
dan ook: in Vlaanderen, in Egypte, of elders:
things must go worse, before ihey go betten
21 December 1915. G. W. KERNKAMP
Beeltenis
door J. VAN OUDSHOORN
Hij leefde zoo slapjes en teruggetrokken,
dat toen hij dien morgen weder het
vlieringraampje openzette en nog in zijn nacht-hemd
op het berstens toe uitbottend groezelig
geboomte langs het mattig grachtje neerzag
en over de steenrood en blauwzwart
saamgedrongen daken tot het lauw-nevelig ver
schiet, hij nauwelijks aan een nieuwen dag
vermocht te gelooven. Der laatste maanden
dagen waren te kleurloos hem voorbij gegaan.
Misschien wanneer de zon nog doorbrak.
Maar, als gewoonlijk te laat opgestaan, bleef
er tot dralen geen tijd. De bolle voorjaars
wind dartelde even aan zijn bed-zwoele
hals, gedachteloos trad hij in het behangsel
papieren hokje terug en, terwijl hij zijn
bloed-warm aangezicht in de waskom dom
pelde, was de dag bereids voorbij, zocht
hij naar uitkomst voor den leeg-dreigenden
avond. Misschien had hij zich te vermetel
in eenzaamheid begeven. Hij begon zich
aan te kleeden, nam zijn bretels van de
koffer onder het schuine dak-venster, schoot
zijn vest en buisje aan en stond ten voete
toe uitgerust voor het naakte buiten. De
regen-zon kwam door, in doffe kringentjes
om de bloemen van het verschaald behang.
De rulle wind stoeide blindelings het kotje
binnen. Hij begon de schuin-bedrukkende
donkere vliering te verlaten. Het kamertje
bleef nog slechts een matte licht-schamp
in zijn herinnering met enkele fijne omlij
ningen van dingen. Dan een luchte openheid.
De wind was lekker. In het nauwe trapgat
afdalend scheen het als kwam hij daar pas
tot vrij uitzicht over het glanslooze pano
rama van daken en geboomte. Als kwam
hij er in zijn volle lengte boven over te
liggen, luiweg, met n arm naar het lichtere
verschiet gerekt en aan de beschutting van
zijn hol-gewelfde hand de open-bruischende
zee. Binnenshuis was het donker, buiten
licht. Heen en terug. Heen en terug.
Bij het betreden van zijn zitkamer stokte
zijn deinend denken in herinnering aan
allerhand kamers. Lichte en schemere, in
velerlei zachte kleuren ergens trapsgewijze
achter hem. Ontvolkt verleden. Hij ging
aan de ontbijttafel. De ramen stonden aan
en onder de gordijnranden zag hij soms
donkere menschen klein over het
afgeregende plaveisel gaan. Week klepel-spel ver
loor zich over de buurt. Hij had melk inge
schonken en wilde de krant ter hand nemen,
tot hij getroffen door de donkere nawerking
van een schier uitgedoofden blik, spottend
onwillig naar het oude schilderij opzag. Hij
had er nooit bijzondere aandacht aan gewijd.
Het behoorde hem niet. Het was een erfstuk
van het joden-gezin, waarbij hij reeds jaren
inwoonde. Het stelde geen verwante voor
maar toch een jodin. Het donkere schilderij
moest hem zoo even wel opgevallen zijn,
omdat het buiten onverwacht helder gewor
den was. De achtergrond was veel te donker
gehouden en daarbij droeg de bejaarde
vrouw een zwart zijden japon. Het was
geen slecht werk maar evenmin iets bij
zonders. De eenigszins gebogen figuur stond,
met de hand aan een stoel, in een te ge
dwongen houding van uitgeschilderd te
worden. Alleen de kanten omslagen aan de
handen brachten eenig leven in detoonlooze
onderpartij. Vooral op het aangezicht, dat
hem gewoon kil technisch nagebootst leek,
was het vernis hinderlijk gebarsten. Van
het hoofdhaar was nog slechts een grauwe
schimmering zichtbaar. Hij begreep niet
hoe dit doffe stuk hem had kunnen ont
roeren. Nochthans bleef hij, zonder te lezen,
in nadenken verzonken. Op glazen scho
teltjes met wat zand stonden bloembollen
in de open ramen. Sommige hadden al
een groen of rozig tipje. Deuren sloegen
open en dicht. De eerste zoele dag. In ver
beelding liep hij reeds langs zee en snoof
het prikkelend zilt der ziedende branding.
Misschien waren het wel laag-uitloopende
heldere golfjes. Een tintelende warmte steeg
aan zijn gelaat, het oude verlangen kroop
in hem op, tot een zelfde kommervolle blik
uit donkerst verleden op hem rustte. Hij
schrok tot de omgeving terug. Was er dan
reden om zózwaar bezorgd te zijn. Hij
haalde de schouders op. Om hem niet, zijn
weg lag streng afgebakend voor hem. Maar
uit den zoo schuchter aangevangen dag
leken licht en liefde reeds reddeloos ver
zonken. Bestaan bleef voor immer onbe
grijpelijk. Alle leven was in de weemoed
dezer oogen teruggevloeid, die hij beter dan
zijn eigene meende te doorgronden, als wa
ren zij wezenlijk spiegels eener ziel. Weer
blikte hij naar het donkere schilderij op,
waarvan de oogen glacsloos waren uitge
doofd. Het trof hem nu, dat juist de
halfgedwongen houding aan de ouderwetsche
figuur een zweem van raadselachtig leven
gaf. Zuiver menschelijk leven van leed en
overgave, dat hem voor immer vreemd ge
bleven was. Dat hij angstvallig en opzettelijk
had vermeden. Die vrouw was dood en
vermocht thans nog hare gloedvolle atmosfeer
van waarachtig leven te bestendigen. Van
hem zou nooit iets uitgaan. Heimelijk be
vreesd de liefdevol-bezorgde oogen te ont
moeten, stond hij onwillig op. Het verhel
derde grachtje had nog slechts bekoring als
beweeglijke achtergrond van oud altaarstuk.
De donkere beeltenis leefde.
7 en 8 Dec. '15.
* * *
Het Vale Paard
Langs vocht'ge heiden waait de Noordenwind,
Grauw wordt de hemel in het zilvren Westen,
Waar, nu de nacht de bleeke zon verblindt.
Het licht sterft, dat de winterwereld restte ...
De boomen wiegen traag de'armoedige nesten
Beroofd van vrpolijk broed, en droefgezind
Ruischt er de wind doorheen, maar zwijgt ten
leste
Als een die klaagde en 't antwoord nimmer
vindt.
Stil: de eeuw'ge rust van donker zwerk en
heide,
Als de ongeborenheid voor dat een schepper
Het leven wekte uit de chaotische aard'.
Dan: vreemd-onwerkeHjk klinkend door het
wijde,
Op verren afstand eenzaam hoefgeklepper
Van een vaal paard door 't duister op de vaart.
ouders menschen moeten zijn, die te goeder
naam en faam bekend staan. Zij mogen niet
tot de bedeelden behooren, moeten denzelf
den godsdienst belijden als de verpleegden
en in staat en bereid zijn de kinderen eene
eenvoudige doch degelijke opvoeding te
geven. Zij zijn verplicht de kinderen als
hunne eigene te behandelen.
Tot in bijzonderheden worden de rechten
en verplichtingen der pleegouders in een
contract omschreven.
Het opvoeden in een degelijk gezin ten
plattelande biedt zooveel voordeelen aan.
Denk maar eens hoe goed het is, dat kin
deren aan den invloed van vaak minder
waardige familieleden worden onttrokken.
Ge zoudt ook verwonderd staan, als ge met
mij na eenigen tijd de kinderen in de
verpleegplaats bezocht en ge zaagt, hoe die
bleekneuzige Amsterdammertjes in gezond
heid zijn toegenomen. Ge zoudt ook kunnen '
opmerken, hoe de kinderen, vooral als zij
jong naar buiten gaan, zich aan hunne
pleegouders hechten. Later als zij volwassen
zijn en de wereld zijn ingegaan, beschouwen
zij het huis van hunne verzorgers als hun
tehuis. En wat vooral niet uit het oog ver
loren moet worden is het feit, dat het gezin,
veel meer dan eenig gesticht, opvoedt voor
het leven. De kinderen deelen niet alleen
in het lief maar ook in het leed der pleeg
ouders. Zij zien, dat er gewerkt moet worden
voor het dagelijksch brood. In een gesticht
staat de tafel altijd gedekt en ziet het kind
niet, wat er gedaan moet worden om de
schalen gevuld te krijgen.
Onze geheele gezinsverpleging is er op
ingericht om het kind langzamerhand tot
zelfstandigheid te brengen. Zoodra het op
zekeren leeftijd, in den regel 14 jaar, iets
begint te verdienen, draagt het zelf in zijne
verpleging bij en als het 18 jaar is geworden
en in staat is voor het grootste deel in eigen
onderhoud te kunnen voorzien, trekken wij
ons langzamerhand financieel terug. Nu is
de overgang naar de maatschappij niet
moeielijk en dat is juist de fout van vele gestichten:
het kind heeft eerst geene zorgen gekend
en staat dan plotseling op eigen beenen.
De uitkomsten hebben het bewezen, dat de
gezinsverpleging, mits goed georganiseerd
en steeds nauwkeurig gecontroleerd, uit
stekende resultaten oplevert.
Onder de oud-Stads-Bestedelingen komen
menschen voor die eene zeer eervolle positie
in de maatschappij bekleeden, menschen,
die het oogenblik zegenen, dat zij door die
Inrichting zijn opgenomen en grootgebracht
* e *
Maar ook zijn er onder, dienaar Amsterdam
terugkeerden en in slechte handen vielen,
die alle moeite en zorgen aan hen besteed,
vergeefs deden zijn. Maar, eilieve, dat
komt in groote gezinnen toch ook voor!
Wij kunnen niet meer doen dan het kind in
eene reine omgeving brengen, het gelegen
heid geven maatschappelijk godsdienst- en
vakonderwijs te krijgen, het met raad en
daad ter zijde te staan. Van de vermogens
en de neigingen van het kind hangt het af
of onze zorgen zullen worden beloond,
Wat zou ik u veel kunnen vertellen van
gewezen straatbpefjes, die thans knappe
ambachtslieden zijn, van meisjes, afkomstig
uit eene slechte omgeving, die knappe dienst
boden zijn geworden of gehuwd zijn in de
plaats waar zij zijn groot gebracht.
iimiiimiMiiiiiiittiiiiiiiiMiiiiiiimiiiiii
Blouses
SchcfacheTyde JapanscheTyde
**- -??L merhpqge kraag
zw. 7yden halsqarni
tuur. U)it,
tictrtblauuj en Rose
Modern kraagje
375
,
3)e ftyenkorf
Orrfshsrdom