De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 26 december pagina 9

26 december 1915 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

26 Dec. '15. No. 2009 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND IRHOCDi Bladz. 1: Edropa, teekening van H. Bauer. Europa, door v. H. Confetli. i: Het Lied v«n Behfen en Weezen, door Fredetik van Beden. L'ame de la France, door Maurioe Barrès. Booker T. Washington, door dr. Henry T«n Dyke. 3: Afscheid Tan een Marrejenier, door ? J. H. Bpeenhoff. Une page d'Amonr, door Johan de Meester. - JaoqnesvauLooy.doorF.Bobeldljk. Beleedigiog Tan bevriende Staatshoofden, tijdens ome Bepnbliek, door mr. K. Jansma. 5: Kerstmis 1916, tetjkening van Nico de Laaf. Boven den Waterval, door Aart van der Leeuw,. Tot Moeder . Aarde, door Noto Soeroto De Heilige Fiskus en de Dichter, door O. van Hnlzen. Zij die Wachten, door Oyriel Bnysse. 6: Het Sterfbed van Napoleon, door dr. A. Aletrino. Anton Lang f, door J. H. Bössing. Feuilleton: Jan Snuffels ging nit vrflen, V, Jaak Boonen. 7: Vier Kerstmis platen van Joh. Braakensiek. Het Kerstfeest nadert, door Henriette Boll. De roode Sterren, door Giza Bitschl. Uit de Natunr, door Jao. P. Thysse. 9. Buitenlandsch Overzicht, door G. W.Kernkamp. Verzen van Frans Bastiaanse. Beeltenis, door J. van Oudshoorn. 11: Indrukken van het Water sport-Congres, van onzen teekenaar flenri van de Velde. Boll. Kanstkring, door Plasschaert. Zeevaartknndig Onderwijs, door P. Tjebbes. 12: Nederl. Klokkenraad, door A. Brom Jr. 13: De jongste Tentoonstellingen van 8t. Lnkas en van het Kol. Inatitant, door J. C. van Eerde. De ware beoefening der Poëzie, door Bernard Ganter. 15: Van Vlaanderen: Aan een Duitschen Jonrnalist, door J. Hoste. December in Vlaanderen, door Joh Demaegt. De Konijntjes, door Melis Stoke, teekeniugen van Henri van de Velde, 17: Voor Vrouwen, door Elis. M. Rogge. 18: Boekbe spreking van Th. M. K. De laatste wensen, door Sander. Een ets van Everbag.?19: Indrukken vam het Kunstenaars-congres, v. Martin Monnickendam. Esther de Boer-v. Eijck over ziohzelve. Kerstmis 1915, door Labaski. 21: Balkan-Sym pathieën, door v. d. S. 22: Paarlen, verzameld door B I. Stonri. Hollandsche Impressies, door George van Baemdonck. Damrnbriek, .red. K. O. de Jonge. 23: Het Plan van Kernkamp, teek. van Joh. Braakensiek. Schaakrubriek, red. dr. A. G. Olland. Bijvoegsels: 1. Kerstnacht 1915, teekening van Joh. Braakensiek. 2. Onze Schilders, J. van Looy, geteekend door F. Bobeldjjk. 3: erstliedje, w< orden van Abel Croon, muziek van ,J, F. Keja. Het is benauwend stil geworden in den oorlog zóslil dat men elk oogenblik den ratelenden donderslag kan verwachten van de opnieuw losbarstende bui; want zelfs onder de optimisten zullen weinigen zich vleien met de hoop, dat het onweer bezig is weg te trekken. Er zijn maar weinig gedeelten van het front, waar niet plotseling groote dingen kunnen gebeuren: Bijna overal dreigt er iets. Het minst aan het Isonzo-front. Was het de derde of de vierde slag," die daar nu geleverd is ? Men raakt den tel kwijt. Wat men ook kwalijk kan behouden, is het ge loof aan de mogelijkheid voor de Italianen, om hier door te breken. Görz zal nu wel ongeveer plat zijn geschoten; dat is ook met Yperen gebeurd; maar zoo min als de verwoesting van de Viaamsche Stad voor de Duitschers den weg naar de Fransche Noordzee-havens heeft gebaand, even wei nig zijn de Italianen dichter genaderd tot hun doel door het bombardement van Görz. Overigens erken ik onmiddellijk het on voorzichtige van deze vergelijking; want niet alleen moet, door toevallige omstandig heden, dit overzicht reeds in het begin worden geschreven van de week, aan het einde waarvan het in druk zal verschijnen, maar nog om een andere reden is het juist op dit oogenblik minder geraden, den toe stand in Vlaanderen in n adem te noe men met dien aan het Isonzo-front. iiimiMiitimmtiniMiiimiMiiiiiiiMi u i iiiiiiiiu mm Aalmoezeniersweeshuis en Inrichting voor Stadsbestedelingen door W. F. VAN VOORST III Hoe Amsterdam thans voor de aan hare zorgen toevertrouwde kinderen zorgt Welke kinderen worden thans in de stichting verpleegd? In het kort gezegd: Kinderen, die hunne wettige verzorgers missen en geene hulp van andere instellingen van weldadigheid kunnen erlangen, worden, zoo zij beneden 16 jaar oud zijn, ter verpleging opgenomen. Wij noemen in de eerste plaats de weezen. Er zijn verscheidene weezen, die niet in een kerkelijke stichting kunnen worden opge nomen, omdat de ouders geene lidmaten waren. Er zijn ook onechte weezen, en voor diekinderen zorgt het Burgerlijk Armbestuur. Voorheen waren het Aalmoezeniersweeshuis en later het Bestedelingenhuis de eenige in stellingen van weldadigheid, die zich het lot van de onechte weezen aantrokken. Kerke lijke weeshuizen hielden voor het kind, dat moeder miste en vader niet noemen kon, de Gisteren en heden werd op verschillende plaatsen van Zuid-Holland en Zeeland on afgebroken zwaar geschutvuur gehoord, heviger nog dan bij het bombardement van Antwerpen. Engelsche monitors hebben Westende onder vuur genomen en de Duitsche kustbatterijen zullen het antwoord niet schuldig zijn gebleven; maar bovendien wordt bericht, dat in de buurt van Yperen, en zuidelijker, bij Messines, de Duitsche artil lerie zich geweldig weert; ook deed de Duitsche infanterie daar een aanval op de Engelsche linie, die alweer volgens het Reuter-telegram werd afgeslagen. Zoo is er kans, dat de week vór Kerst mis storm in Vlaanderland' zal luiden; dat daar het eerst de nieuwe bui zal losbreken. Sinds het einde van de vorige maand heeft de sluiting van de Duitsche grens, die dit maal langer duurde dan bij vorige gelegen heden, geruchten doen loopen over groote troepenverplaatsingen. Waarheen? dit gegeheim bleef goed bewaard; maar aan gis singen ontbrak het niet. Naar het oostelijke front, kon men in som mige Zwitsefsche couranten lezen; en er werd verteld van een bezoek, dat de Duitsche Keizer zou hebben gebracht aan het leger van von Hindenburg en hoe hij persoonlijk de troepen zou hebben opgewekt om de Dunaflnie te veroveren. Dat klonk zoo vreemd niet; ook al houdt men het niet voor waar schijnlijk, dat de Duitschers heel veel verder in Rusland hebben willen komen dan zij pp het oogenblik staan, men kan er moeilijk aan twijfelen, dat zij Riga en Dunaburg hebben willen bezetten. Nu al maanden lang is het oostelijk front nagenoeg hetzelfde gebleven ; althans wat Koerland betreft, kan die toestand niet als het door het Duitsche legerbestuur gewenschte resultaat worden beschouwd; het was dus mogelijk, dat Hindenburg's leger versterking zou krijgen om een nieuwen aanval te doen op de door de Russen zoo hardnekkig verdedigde Duna-Hnie. Maar al zou de verovering van Riga en Dunaburg een welkom Kerstgeschenk zijn voor het Duitsche volk, de beslissing van dezen oorlog zal er niet door worden ge bracht. Zoo de Russische legers in den veld tocht van dezen zomer grootendeels ver nietigd waren geworden, zou Rusland mis schien een afzonderlijken vrede hebben moeten sluiten; nu dit niet is geschied en Rusland zijne kracht van tegenweer heeft kunnen vernieuwen, is er geen reden om aan te nemen, dat het zich gewonnen zou moeten geven, ook al kon het Riga en Dunaburg niet houden. Hoe gecompliceerder deze oorlog wordt, hoe moeilijker het zal vallen hem ten einde te brengen door een afzonderlijke overwin ning op n van de vele strijdtooneelen; maar zoo het den Duitschers gelukte, hetzij naar Parijs, hetzij naar Calais en Boulogne te komen, zouden zij toch de stelling hun ner tegenstanders aanmerkelijk verzwakt hebben, ook al zou men zelfs dan nog niet van een beslissende overwinning kunnen spreken. Want, zooals het zich thans laat aanzien, zal de beslissing waarschijnlijk hiervan afhangen, welke partij den oorlog het langst kan volhouden; zoolang Engeland's heerschappij ter zee niet kan worden gefnuikt, zal de partij der Entente een goe den gooi doen naar het meesterschap in het volhouden. Met dat al is er voor de Duitschers veel aan gelegen, op het westelijk front een overwinning te behalen, die hen bv. in het bezit zou stellen van de lang begeerde havens in Noord-Frankrijk; zij zouden dan althans een poging kunnen doen om Enge land ook ter zee te bestoken; de waarde van het door hen bezette gebied het pand, dat bij de vredesonderhandelingen door de Entente moet worden gelost zou er aanzienlijk grooter door worden. Vandaar dat de dezer dagen in Vlaan deren begonnen actie met groote belang stelling moet worden gevolgd, vooral nu van verschillende kanten wordt bericht, dat de Duitsche strijdmacht daar in de jongste De poort van het voormalig Aalmoeze niersweeshuis, naar een schilderij van Jelgerhuis in 1821. poerten gesloten. Maar gelukkig komt er kentering! Er worden ook verlatenen opgenomen. Hoe menigmaal gebeurt het niet, dat ouders hunne kinderen onverzorgd achterlaten. Zoodra de ouders opgespoord worden, of zij zich zelven komen aanmelden, krijgen zij hun kroost terug, om ze spoedig daarna weder aan de openbare liefdadigheid prijs te geven. Ge lukkig is de toevloed van moedwillig verlatenen in de laatste jaren tengevolge van de invoeringder Kinderwetten minder geworden. In ernstige gevallen wordt den voogdijraad kennis gegeven, ontzetting uit de ouderlijke macht of de voogdij volgt en de kinderen worden dan tot hunne meerderjarigheid aan de eene of andere vereeniging toevertrouwd. Kinderen van gevangenen en krankzinnigen, die wij tijdelijk huisvesten, rekenen wij tot de onvrijwillig verlatenen. Een groot aantal kinderen wordt ons jaar lijks voor tijdelijke verpleging door de gast huizen aangeboden. De vader weduwnaar of de moeder weduwe worden in een gasthuis opgenomen. Zoolang de ouders in het zieken huis zijn, verplegen wij de kinderen. Bij het 'verlaten van het gasthuis krijgen zij ze weer terug. Zoo wordt ook thans voor de kinderen van militairen gezorgd. Is een gemobiliseerde weduwnaar of bevindt zich zijne vrouw in een ziekenhuis, krankzinnigengesticht of ge vangenis, dan behoeft hij over zijne kinderen geen zorg te hebben. Ieder begrijpt nu wel dat er jaarlijks honderden binnenkomen en weer afgeschreven worden. Het is eene echt vlottende bevolking. Het gesticht is vaak een logement voor doortrekkende reizigers. Wij verplegen ook voogdijraadkinderen. Als de Officier van Justitie meent, dat kinderen dadelijk aan de ouders moeten onttrokken worden, vaardigt hij een bevelschrift uit en vertrouwt de kinderen aan een der beide voogdijraden toe. Zij brengen ze zoolang bij ons tot het pntzettingsproces is afgeloopen en eene vereeniging met de voogdij belast wordt en ze overneemt. Ook Armenhuiskinderen voeden wij op. Als de ouders in het Stedelijk Armenhuis zijn, zorgt onze instelling voor de kinderen. Ten slotte worden ook vondelingen aan gebracht en opgenomen. Ach, wat zijn ze vaak verarmd en vervuild. Maar eenmaal binnen, dan knappen ze spoedig genoeg op. Het allereerste werk is ontkleeden en baden en ieder begrijpt, dat tegenwoordig, vooral na de uitbreiding van het gesticht, de badgelegenheden in orde zijn. Kleine kindertjes blijven niet in het gesticht, doch worden bij weken belangrijk versterkt is. Voor ons, Nederlanders, is er een dubbele reden daar toe; zoodra er aan het westelijke front groote dingen gebeuren, dient onze waak zaamheid te worden verscherpt; het voor beeld van Griekenland heeft ons kunnen leeren, dat de onzijdigheid van een land gevaar loopt, zoodra de nood een der strij dende partijen dwingt, het te gebruiken als operatiebasis. Maar ook op andere oorlogstooneelen dan in Vlaanderen en Noord-Frankrijk zijn ver rassingen niet uitgesloten. Nu de veldtocht in Servië is afgeloopen en slechts een deel van de Duitsch-Oostenrijksche troepen wordt gebruikt voor den oorlog in Montenegro en Albanië, staat men voor allerlei vragen betreffende de verdere ontwikkeling der gebeurtenissen op het Balkan-Schiereiland en in Azië. Voorloopig schijnen de Centrale mogend heden geen plan te hebben, de vervolging van de Franschen en Engelschen op Grieksch gebied voort te zetten; maar elke dag kan hier verandering brengen in den toestand. De Italianen hebben reeds troepen in Alba nië ontscheept om aan het overschot van het Servische leger hulp te bieden; zooeven komt de tijding, dat de Engelschen het schiereiland van Gallipoli, hetzij geheel, hetzij voor een groot deel hebben ontruimd ; ook al blijven zij enkele punten daarvan bezetten, dan toch beteekent dit bericht, dat de expeditie tegen de Dardanellen is ge staakt. Zal nu Saloniki het punt van uitgang worden voor een poging om de verbinding van Belgrado met Constantinopel te ver breken? En zullen Duitschland en zijne bondgenooten de onzijdigheid van Grieken land zoo men daarvan nog spreken mag blijven ontzien en aan de Entente de gelegenheid laten, te Saloniki toebereidselen te maken voor een veldtocht, die het op Gallipoli geleden echec moet goedmaken ? In elk geval zal er nog heel wat tijd moeten verloopen, voordat de Entente deze onderneming kan beginnen; de ervaring, aan de Dardanellen opgedaan, zal haar wel weerhouden van een tweede onvoldoende voorbereide expeditie. En van dien tusschentijd zal Turkije, dat nu weer ruimer adem haalt, wel gebruik maken om buiten Europa den strijd tegen Engeland krachtiger te voeren; vermoedelijk zal het daarbij ge steund worden door de Duitsche troepen, die voorloopig op het Balkanschiereiland zelf kunnen worden gemist. Het zijn Mesopotamië en Egypte, waar men het eerst de gevolgen zal kunnen be speuren van de jongste gebeurtenissen op het Balkan-schiereiland. In Mesopotamië heeft men reeds kunnen bemerken, dat de Turken versterking heb ben gekregen. De Engelsche expeditie tegen dit land was tot voor kort geleden zeer voorspoedig; maar sinds het laatst van de vorige maand is dit anders geworden; na de nederlaag, die hun ten Z. van Bagdad werd toegebracht, zijn de Engelschen een eind ver terug moeten trekken, tot aan hun vorige stelling bij Koet-el-amara. Of zij hier stand kunnen houden, zal weldra blijken. Von der Goltz-Pasja is reeds op het Azi atische oorlogspad getrokKn; vier weken geleden was hij te Aleppo; heeft hij sedert de leiding in handen genomen van den veldtocht in het Twee-Stroomen-land? of zal hij de Turksch-Duitsche legermacht aan voeren, die tegen Egypte moet optrekken? Al maanden lang is er gezegd, dat in Syrië de groote expeditie wordt uitgerust, die de Engelschen van het Suez-kanaal zal moeten verdrijven. Half November, zoo heette het, zal de nieuwe aanval worden ondernomen. Die termijn is verstreken, zonder dat er iets gebeurde; maar het was geen officieel vastgestelde datum! Het be sluit van de Nederlandsche Stoomvaartmaatschappijen, dat voortaan de passagierssche pen de oude route om de Kaap zullen nemen, heeft velen doen vermoeden, dat de vaart door het Suezkanaal weldra onveilig zal zijn; de opgegeven reden, dat de kolenvoorziening zooveel moeilijkheden baarde, pleegmoeders hier ter stede ondergebracht. Wie loopen kan, wordt in het gesticht verpleegd. Het behoeft geen betoog, dat daar alles gedaan wordt, om de kinderen goed te aben. Een tiental opzichteressen, een opzichter en de noodige dienstboden zijn voortdurend bezig, niet alleen om de lichamelijke opvoe ding te behartigen, maar ook om de kinderen nuttig en aangenaam bezig te houden. Overdag gaan de verpleegden naar de verschillende scholen, bijzondere zoowel als openbare. Voor kinderen, die weinig onder wijs hebben genoten of die buiten den in vloed van familie moeten blijven, is in het gesticht eene school opgericht. Eene onder wijzeres geeft daar meestal hoofdelijk onder wijs. Ook voor godsdienstonderwijs wordt zorg gedragen. En 's avonds worden de verpleegden met spel en handenarbeid nuttig bezig gehouden. Het is aardig, hoe spoedig de bengels, want die zijn er onder, in het gareel loopen. Op tijd eten, drinken, slapen, school gaan, werken en spelen, alles werkt mede om den kleinen straatvogel, die vaak de schrik van de buurt was, aan orde te gewennen. Zomers in de vacantie worden er uitstapjes gemaakt. Van den Bond van lichamelijke opvoeding huren wij een speelterrein, waar allerlei bewegingspelen worden beoefend. In de speelzaal van het gesticht en op de binnenplaats is ruimte te over om de kin deren prettig bezig te houden En als op Sinterklaasavond de Heilige met zijn knecht verschijnt en goede gaven uitdeelt, dan ge niet men zelf mede van die opgewekte kindergezichten. Geen wonder, dat ze vaak noode het gesticht verlaten om aan hunne ouders te worden teruggegeven. Kleine kin dertjes, we zeiden het reeds, gaan naar de pleegmoeders te dezer stede. De hoofdvorm onzer verpleging is de opvoeding in het huisgezin ten plattelande. Het is ontegenzeggelijk de grootste ver dienste van Beudeker geweest, dat hij heeft ingezien, toen de verpleging in de Rijksweezengestichten zooveel te wenschen over liet, dat de gezinsverpleging buiten Amster dam voor de Stads-Bestedelingen een zegen zou zijn. Hij heeft dien vorm van verpleging uitstekend geregeld, zoodat zelfs na een halve eeuw in hoofdzaak dezelfde regels worden gevolgd. In een tiental plaatsen in Nederland worden onder toezicht van Ge machtigden de kinderen, die wij blijvend moeten verzorgen, in gezinnen onderge bracht. Het spreekt van zelf, dat de pleegis in Engeland zelf met eenige verwonde ring vernomen. Zoo is, in deze donkere dagen voor Kerst mis, de onzekerheid groot, welke gebeur tenissen de eerstvolgende weken zullen brengen. Minder dan ooit ziet het uit naar vrede; veel eerder is te verwachten, dat de oorlogsvlam weer feller zal uitslaan, waar dan ook: in Vlaanderen, in Egypte, of elders: things must go worse, before ihey go betten 21 December 1915. G. W. KERNKAMP Beeltenis door J. VAN OUDSHOORN Hij leefde zoo slapjes en teruggetrokken, dat toen hij dien morgen weder het vlieringraampje openzette en nog in zijn nacht-hemd op het berstens toe uitbottend groezelig geboomte langs het mattig grachtje neerzag en over de steenrood en blauwzwart saamgedrongen daken tot het lauw-nevelig ver schiet, hij nauwelijks aan een nieuwen dag vermocht te gelooven. Der laatste maanden dagen waren te kleurloos hem voorbij gegaan. Misschien wanneer de zon nog doorbrak. Maar, als gewoonlijk te laat opgestaan, bleef er tot dralen geen tijd. De bolle voorjaars wind dartelde even aan zijn bed-zwoele hals, gedachteloos trad hij in het behangsel papieren hokje terug en, terwijl hij zijn bloed-warm aangezicht in de waskom dom pelde, was de dag bereids voorbij, zocht hij naar uitkomst voor den leeg-dreigenden avond. Misschien had hij zich te vermetel in eenzaamheid begeven. Hij begon zich aan te kleeden, nam zijn bretels van de koffer onder het schuine dak-venster, schoot zijn vest en buisje aan en stond ten voete toe uitgerust voor het naakte buiten. De regen-zon kwam door, in doffe kringentjes om de bloemen van het verschaald behang. De rulle wind stoeide blindelings het kotje binnen. Hij begon de schuin-bedrukkende donkere vliering te verlaten. Het kamertje bleef nog slechts een matte licht-schamp in zijn herinnering met enkele fijne omlij ningen van dingen. Dan een luchte openheid. De wind was lekker. In het nauwe trapgat afdalend scheen het als kwam hij daar pas tot vrij uitzicht over het glanslooze pano rama van daken en geboomte. Als kwam hij er in zijn volle lengte boven over te liggen, luiweg, met n arm naar het lichtere verschiet gerekt en aan de beschutting van zijn hol-gewelfde hand de open-bruischende zee. Binnenshuis was het donker, buiten licht. Heen en terug. Heen en terug. Bij het betreden van zijn zitkamer stokte zijn deinend denken in herinnering aan allerhand kamers. Lichte en schemere, in velerlei zachte kleuren ergens trapsgewijze achter hem. Ontvolkt verleden. Hij ging aan de ontbijttafel. De ramen stonden aan en onder de gordijnranden zag hij soms donkere menschen klein over het afgeregende plaveisel gaan. Week klepel-spel ver loor zich over de buurt. Hij had melk inge schonken en wilde de krant ter hand nemen, tot hij getroffen door de donkere nawerking van een schier uitgedoofden blik, spottend onwillig naar het oude schilderij opzag. Hij had er nooit bijzondere aandacht aan gewijd. Het behoorde hem niet. Het was een erfstuk van het joden-gezin, waarbij hij reeds jaren inwoonde. Het stelde geen verwante voor maar toch een jodin. Het donkere schilderij moest hem zoo even wel opgevallen zijn, omdat het buiten onverwacht helder gewor den was. De achtergrond was veel te donker gehouden en daarbij droeg de bejaarde vrouw een zwart zijden japon. Het was geen slecht werk maar evenmin iets bij zonders. De eenigszins gebogen figuur stond, met de hand aan een stoel, in een te ge dwongen houding van uitgeschilderd te worden. Alleen de kanten omslagen aan de handen brachten eenig leven in detoonlooze onderpartij. Vooral op het aangezicht, dat hem gewoon kil technisch nagebootst leek, was het vernis hinderlijk gebarsten. Van het hoofdhaar was nog slechts een grauwe schimmering zichtbaar. Hij begreep niet hoe dit doffe stuk hem had kunnen ont roeren. Nochthans bleef hij, zonder te lezen, in nadenken verzonken. Op glazen scho teltjes met wat zand stonden bloembollen in de open ramen. Sommige hadden al een groen of rozig tipje. Deuren sloegen open en dicht. De eerste zoele dag. In ver beelding liep hij reeds langs zee en snoof het prikkelend zilt der ziedende branding. Misschien waren het wel laag-uitloopende heldere golfjes. Een tintelende warmte steeg aan zijn gelaat, het oude verlangen kroop in hem op, tot een zelfde kommervolle blik uit donkerst verleden op hem rustte. Hij schrok tot de omgeving terug. Was er dan reden om zózwaar bezorgd te zijn. Hij haalde de schouders op. Om hem niet, zijn weg lag streng afgebakend voor hem. Maar uit den zoo schuchter aangevangen dag leken licht en liefde reeds reddeloos ver zonken. Bestaan bleef voor immer onbe grijpelijk. Alle leven was in de weemoed dezer oogen teruggevloeid, die hij beter dan zijn eigene meende te doorgronden, als wa ren zij wezenlijk spiegels eener ziel. Weer blikte hij naar het donkere schilderij op, waarvan de oogen glacsloos waren uitge doofd. Het trof hem nu, dat juist de halfgedwongen houding aan de ouderwetsche figuur een zweem van raadselachtig leven gaf. Zuiver menschelijk leven van leed en overgave, dat hem voor immer vreemd ge bleven was. Dat hij angstvallig en opzettelijk had vermeden. Die vrouw was dood en vermocht thans nog hare gloedvolle atmosfeer van waarachtig leven te bestendigen. Van hem zou nooit iets uitgaan. Heimelijk be vreesd de liefdevol-bezorgde oogen te ont moeten, stond hij onwillig op. Het verhel derde grachtje had nog slechts bekoring als beweeglijke achtergrond van oud altaarstuk. De donkere beeltenis leefde. 7 en 8 Dec. '15. * * * Het Vale Paard Langs vocht'ge heiden waait de Noordenwind, Grauw wordt de hemel in het zilvren Westen, Waar, nu de nacht de bleeke zon verblindt. Het licht sterft, dat de winterwereld restte ... De boomen wiegen traag de'armoedige nesten Beroofd van vrpolijk broed, en droefgezind Ruischt er de wind doorheen, maar zwijgt ten leste Als een die klaagde en 't antwoord nimmer vindt. Stil: de eeuw'ge rust van donker zwerk en heide, Als de ongeborenheid voor dat een schepper Het leven wekte uit de chaotische aard'. Dan: vreemd-onwerkeHjk klinkend door het wijde, Op verren afstand eenzaam hoefgeklepper Van een vaal paard door 't duister op de vaart. ouders menschen moeten zijn, die te goeder naam en faam bekend staan. Zij mogen niet tot de bedeelden behooren, moeten denzelf den godsdienst belijden als de verpleegden en in staat en bereid zijn de kinderen eene eenvoudige doch degelijke opvoeding te geven. Zij zijn verplicht de kinderen als hunne eigene te behandelen. Tot in bijzonderheden worden de rechten en verplichtingen der pleegouders in een contract omschreven. Het opvoeden in een degelijk gezin ten plattelande biedt zooveel voordeelen aan. Denk maar eens hoe goed het is, dat kin deren aan den invloed van vaak minder waardige familieleden worden onttrokken. Ge zoudt ook verwonderd staan, als ge met mij na eenigen tijd de kinderen in de verpleegplaats bezocht en ge zaagt, hoe die bleekneuzige Amsterdammertjes in gezond heid zijn toegenomen. Ge zoudt ook kunnen ' opmerken, hoe de kinderen, vooral als zij jong naar buiten gaan, zich aan hunne pleegouders hechten. Later als zij volwassen zijn en de wereld zijn ingegaan, beschouwen zij het huis van hunne verzorgers als hun tehuis. En wat vooral niet uit het oog ver loren moet worden is het feit, dat het gezin, veel meer dan eenig gesticht, opvoedt voor het leven. De kinderen deelen niet alleen in het lief maar ook in het leed der pleeg ouders. Zij zien, dat er gewerkt moet worden voor het dagelijksch brood. In een gesticht staat de tafel altijd gedekt en ziet het kind niet, wat er gedaan moet worden om de schalen gevuld te krijgen. Onze geheele gezinsverpleging is er op ingericht om het kind langzamerhand tot zelfstandigheid te brengen. Zoodra het op zekeren leeftijd, in den regel 14 jaar, iets begint te verdienen, draagt het zelf in zijne verpleging bij en als het 18 jaar is geworden en in staat is voor het grootste deel in eigen onderhoud te kunnen voorzien, trekken wij ons langzamerhand financieel terug. Nu is de overgang naar de maatschappij niet moeielijk en dat is juist de fout van vele gestichten: het kind heeft eerst geene zorgen gekend en staat dan plotseling op eigen beenen. De uitkomsten hebben het bewezen, dat de gezinsverpleging, mits goed georganiseerd en steeds nauwkeurig gecontroleerd, uit stekende resultaten oplevert. Onder de oud-Stads-Bestedelingen komen menschen voor die eene zeer eervolle positie in de maatschappij bekleeden, menschen, die het oogenblik zegenen, dat zij door die Inrichting zijn opgenomen en grootgebracht * e * Maar ook zijn er onder, dienaar Amsterdam terugkeerden en in slechte handen vielen, die alle moeite en zorgen aan hen besteed, vergeefs deden zijn. Maar, eilieve, dat komt in groote gezinnen toch ook voor! Wij kunnen niet meer doen dan het kind in eene reine omgeving brengen, het gelegen heid geven maatschappelijk godsdienst- en vakonderwijs te krijgen, het met raad en daad ter zijde te staan. Van de vermogens en de neigingen van het kind hangt het af of onze zorgen zullen worden beloond, Wat zou ik u veel kunnen vertellen van gewezen straatbpefjes, die thans knappe ambachtslieden zijn, van meisjes, afkomstig uit eene slechte omgeving, die knappe dienst boden zijn geworden of gehuwd zijn in de plaats waar zij zijn groot gebracht. iimiiimiMiiiiiiittiiiiiiiiMiiiiiiimiiiiii Blouses SchcfacheTyde JapanscheTyde **- -??L merhpqge kraag zw. 7yden halsqarni tuur. U)it, tictrtblauuj en Rose Modern kraagje 375 , 3)e ftyenkorf Orrfshsrdom

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl