De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 2 januari pagina 12

2 januari 1916 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

uv n fï'>- L DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR ~N~EDER-LAND 2 Jan. .m ~ .No. 2010 KOL *"' l" , De steötf depr&&të.j der valu'tafran de oorlogvoerende lahdetir'en t^ aansluiting daarmede ook die vin den dollarkoers doet de Traag op den voorgrond treden, of thans tiet tijdstip. niet aangebroken is voor het Nederlandsen kapitaal om van dien lagen stand gebrujk te maken om op ruimen schaal tjuitenlandsche fondsen op ténemen. Reeds ifl de eerste helft van 1915, toen de Engel sche en Fransche wisselkoersen nog vrijwel normaal waren en de dollar zelf 3 iets boven de f2.50 noteerde, maar de Duitsche en Oostenrijksche valuta reeds haar terug gaande beweging aangevangen hadden, achtten velen de fondsen van die landen koopwaardig en de gevallen waren niet zeldzaam, dat Duitsch en Oostenrijksch bankpapier en coupons opgepot werden, in de stellige verwachting, dat de wisselkoer sen zich wel zouden herstellen. Vrij alge meen redeneerde men, dat na den oorlog geleidelijk weder normale wisselkoersen zouden bereikt worden. De uitkomst heeft echter tot nu toe niets dan bittere teleurstelling opgeleverd. De marken, die op ca. 52 en de kronen, die op ca. 40 cent koopwaardig geacht werden, zijn allengs tot resp. 43 en 30 cent en de koersen van de in die valuta betaalbare waardepapieren in evenredigheid gedaald. Nu''ook- de valuta der overige landen dezelfde richting gevolgd hebben en in ver band daarmede dé5 pets*. Fransche oorlogsleening en de 5 pets. belastingvrije Engelsche schatkist-obligatiën gekocht kunnen worden tot prijzen, waarop zij, bij herstel van den wisselkoers tot den normalen stand, 6 a 7 pet. rendeeren en een kans op flinke kapitaal winst aanbieden, komt die vraag opnieuw en' io sterkere mate op. In délaatste weken ben ik herhaaldelijk aangezocht daarover iets te schrijven, maar heb tot nu toe daaraan niet voldaan, omdat het vraagstuk te ingewikkeld en door te vele en groote onzekerheden omgeven is, om daarop een maar eenigermate positief ant woord te kunnen geven. Met het oog op de naderende Januari beleggingsvraag wensch ik mij echter niet langer te onthouden en deze kwestie met een enkel woord te bespreken. Daarbij zal ik mij in hoofdzaak tot de practische zijde van het vraagstuk bepalen en de ethische en nationale zijden daarvan slechts terloops aanstippen, want deze-beide laatsten bestaan bij deze bij uitstek materieele kwestie eveneens. Door velen wordt het toch uit den booze geacht, de oorlogvoerende partijen door het inschrijven op de diverse oorlogsleeningen te steunen, omdat men daardoor medewerkt den strijd te verlengen. Ware het den neutralen mogelijk den toevoer van alles, wat direct en indirect voor het voortzetten van den strijd; noodig is, voorde oorlog voerenden af te snijden, het gewenschte doel z.oiide misschien bereikt kannen worden. Maar dit is helaas eene utopie. Wordt de IIIHIHIHIIIIIIII inmiiiiiMHiimiiilirii||n»liMimMiiii mi Onze Planken-Heiden XI teekening voor de Amsterdammer" van Vfybo Meyer HERMAN SCHWAB IIIIIIIIIIIIIII1II Illllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll fe!3e Jaargang 2 JanuariI1916 Redacteur: K. C. DE JONGE Van Woustraat 112°, Amsterdam Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. Bij den aanvang van het nieuwe jaar bieden wij alle damvrienden onze beste wenschen aan. Het is ons een behoefte, na het eerste jaar dat wij de rubriek redigeeren, hartelijk dank te zeggen aan allen die ons hunne bijdragen ter plaatsing toezonden. Wij hopen en vertrouwen dat evenals in het afgeloopen jaar ons veel schoons op damgebied zal worden toegezonden en be velen ons hiervoor gaarne aan. CORRESPONDENTIE A. J. O. te U. De door u bedoelde problemen blijven in ieder geval buiten mededinging. uitvper.?yan handelsartikelen beperkt, dan wordt reeds dadelijk geroepen, dai; déhan delsvrijheid niet belemmerd majpworden.! En dan geldt bij het instellen van zulke be.perkende bepalingen nog niet eens het mo tief, dat men de oorlogvoerenden'»ifet mag helpen/maar dat de/eigen bevolking'moet, beschermd worden tégen opdrijving .van de prijzen der noofjiakelijfce levensbehoeften en' ln!de eerste pla'atgmoet gezorgd worden voor het behoud van voldoende voorraden binnenslands. Is het nu zooveel erger den belligerenten tegen behoorlijke schuldbe kentenissen geld te leenen, dan hen vleesch, boter, margarine, eieren, enz. te verkoopen? Het komt mij voor, niet het geval te zijn en vooral ook daarom niet, omdat het bui tenland nog tal van andere middelen heeft om zich van geld te voorzien en daarvan ook ruimschoots gebruik maakt. Het voort durend'aanbod van onze eigene binnen landsche fondsen yoor buïtenlandsche re kening is daarvan het sprekend bewijs. Ook laat men van enkele kanten de natio nale klok sterk luiden. Het binnenlandsche kapitaal 4- zoo heet het moet in de eerste plaats dienstbaar gemaakt worden aan het steunen van de nationale industrie. Tot zekere hoogte volkomen juist; maar alle overdrijving schaadt en zoo ook hier. Stellig is het een heug'lijk verschijnsel, dat thans meer en gemakkelijker dan vroeger voor allerlei binnenlandsche ondernemingen kapi taal beschikbaar wordt gesteld. Maar ook hierin mag men niet te eenzijdig worden. Het kapitaal is cosmopoliet en de voordeelen daarvan zijn in normale lijden onmiskenbaar en zelfs in de tegenwoordige omstandig heden duidelijk gebleken. Waar zouden wij gestaan hebben, als het groote bezit aan Amerikaansche fondsen ons niet in staat gesteld had, onze financieële positie liquide te maken ? En omgekeerd, hoe vaak is ons groot bezit aan andere internationale fondsen niet gebleken een veiligheidsklep te zijn, wanneer een dier heftige economische schok ken in het land der onbegrensde mogelijk heden" ons op ons Amerikaansch bezit tijdelijk zware verliezen deed zien? Laat men toch vooral niet uit het oog verliezen dat na deze tijden weer normale zullen komen en dat het van onberekenbaar groot voordeel voor ons kan zijn, juist van deze abnormale tijden gebruik te maken, om ons een ruimere plaats in het interna tionaal verkeer te doen innemen. Schakel ik het ethische en nationale stand punt uit, dan blijft alleen de vraag over, is het op, het oogenblik, van een zuiver zakenstandpunt beschouwd, voor hetNederlandsch kapitaal raadzaam op eenigszins ruimen schaal de zoozeer gedeprecieerde buitenlandsche fondsen op te nemen. Zooals reeds boven opgemerkt, is de daling der buitenlandsche valuta wel niet de eenige, maar toch de voornaamste factor dezer depreciatie. Is er nu gegrond uitzicht, dat zich deze valuta spoedig zullen herstellen, dan is er van een zakenstandpunt geen bezwaar om die fondsen te koopen. Maar daarin schuilt juist het gevaar. Men is zoo licht geneigd, naar analogie van hetgeen na vroegere oorlogen geschied is, te denken, dat die valuta zich binnen kort weder zullen herstellen. Daarbij bedenkt men echter niet, dat de kosten van vroegere oorlogen en de daar mede gepaarde kapitaalsverspilling, niet te vergelijken zijn bij de ontzachelijke sommen, die in de afgeloopen 17 maanden aan den oorlog ten koste zijn gelegd. De eenige oorlog, waarmede de tegenwoordige nog eenigszins vergeleken kan worden, i's de Napoleontische. In een vroeger artikel heb ik er reeds op gewezen, dat het toen nog jaren na afloop van den oorlog geduurd heeft, voordat zelfs in het financieel krachtige Engela'nd het goudagio verdween. Bestaat er nu eenig uitzicht, dat dit thans sneller zal geschieden? Mogelijk is het, maar waar schijnlijk niet, wanneer men rekening houdt met de enorme verbintenissen, die de belli gerenten tegenover het buitenland op zich genomen hebben, met de niet minder groote bedragen, die noodig zullen zijn om handel en verkeer weder in normale banen te brengen. Daarbij wil ik nog niet eens denken aan de mogelijkheid, dat bij een zeer langen duur van den oorlog, enkele landen zoozeer financieel uitgeput worden, dat zij ook met den besten wil aan hunne verplichtingen niet ten volle kunnen blijven voldoen. Maar ook afgescheiden daarvan schijnt het vrij wel illusoir te verwachten, dat, zelfs indien morgen de vrede gesloten wordt, die valuta zich in een paar jaar herstellen zullen. Daar voor zullen jaren lang van beperking en spaarzaamheid noodig zijn. En dan zal de verbetering het snelst en het krachtigst komen in die landen, die reeds in normale tijden de deugd van spaarzaamheid het meest betracht hebben, die het meest onafhankelijk waren van buitenlandsch kapitaal en integen deel groote vorderingen op het buitenland hebben. In dat opzicht zijn wellicht de vooruit zichten voor Frankrijk het gunstigst. Frank rijk heeft in eigen land voldoend kapitaal beschikbaar en de kracht van de petite PROBLEEM No. 76 Motto Ende despereert niet" No. XXIII van den wedstrijd Zwart (12 schijven) l e| n 16: 21 26 31 36 41 46 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Wil U3 scnijven; Stand. Zwart: 3, 5, 8/10, 12/14, 18, 20, 24,26. Stand. Wit: 16, 17, 25, 27, 28, 32, 34, 35, 37, 40, 42, 47, 49. Oplossingen in te zenden vór 15 Jan. 1916 aan bovenstaand adres. AMSTERD. DAMVEREEN. VAN VUGHT" De groepenwedstrijd op 26 December is een succes geweest voor deze jeugdige vereeniging. In het geheel namen er 26 pargne" in dat land heeft het meer dan eens in betrekkelijk korten tijd over de ge volgen geholpen van de vele en ernstige catastrophën, die het in zijne geschiedenis te doorstaan had. Ofschoon volstrekt niet over het hoofd ziende, dat ook daaraan niet te voorziene risico's verbonden zijn, schijnt daarom tegen den aankoop van de nieuwe 5 pCt.'s Fransche oorlogsleening nog het minste bezwaar te bestaan. Daar naast zouden ook goede Amerikaan sche beleggingswaarden aan te bevelen zijn, indien zij althans tegen aanlokkelijke koersen te verkrijgen waren. Dit is echter op het oogenblik niet het geval, deels ook tengevolge van de vasthoudendheid van ons departement van financiën aan het besluit, dat stukken met nieuw zegel niet leverbaar zijn. Reeds bij eene vroegere gelegenheid heb ik er op gewezen, hoe dientengevolge bij eenige locale vraag de koersen van enkele fondsen tot verre boven New-Yorksche pariteit werden opgedreven, omdat de arbitrage geen nieuw materiaal kon aanvoeren. Dit zelfde doet zich thans ook in eenigszins mindere mate bij een aantal eerste klasse obligatie-soorten voor, die indien zij slechts op New-Yorksche pariteit te verkrijgen waren, koopwaardig zouden zijn. Vooral is dit het geval met de 5 pCts. Anglo-French loan, die thans te New-York circa 93 pCt. rrotpert en bij den pogenblikkelijken dollarkoers, met inbegrip van zegelkosten enz., hier op circa 87 pCt. moet uitkomen, maar waarin men tracht handel te brengen tot een koers van 91 pCt. In aanmerking nemende, dat deze obligatiën vrij van Engelsche incpmetax zijn, in dollars betaald moeten worden en een korten loop tijd hebben, zouden zij tot passenden prijs eene zeer aantrekkelijke belegging zijn, die naast een rendement van bijna b pCt. een bijna zekere kans op kapitaalsavans aanbiedt. Bovendien zoude eene belegging tot eenig noemenswaardig bedrag Nederlandsch kapi taal in deze leening, een krachtigen stoot kun nen geven tot verbetering van den dollarkoers, waaraan voor ons zulke groote belangen verbonden zijn. Immers het disagiojvan ruim 8 pCt van den Amerikaanschen wissel is niet, als bij de andere buïtenlandsche wisselkoer sen, een gevolg van de onmacht om het saldo der betalingsbalans in goud aan te zuiveren, maar van de moeielijkheden, die Engeland tijdelijk in den weg legt om het goud hier heen te laten komen. Amerika heeft vol doende goud en is bereid het af te staan; zonder de Engelsche tegenwerking zoude het hierheen komen en de dollarkoers op ongeveer den normalen stand kunnen ge houden blijven. Ten aanzien van deze valuta mag men daarom aannemen, dat zij zich binnen afzienbaren tijd tot het normale niveau zullen herstellen. Middelerwij] kan men dezer zijds daartoe medewerken, wanneer wij in de plaats van het goud, dat oogenblikkelijk niet hierheen kan komen en wij eigenlijk ook niet noodig hebben, andere waarden van Amerika betrekken, die nagenoeg even goed als goud zijn en als zoodanig schijnen mij de Anglo-French obligatiën uiterst ge schikt toe... mits zij hier tot een koers aangevoerd worden, die meer in verhouding staat tot den New-Yorkschen prijs dan de koers, die hier avond aan avond in de couranten geadverteerd wordt. J. D. SANTILHANO RONDO INFINITO >'elodie d'OÜ'enbach: Qaand j'ètais roi de Béotie". (Orphée aux eufers.) 'k Las in de krant, een week geleden een Wolff-bericht van 't Westelijk front: Er wordt niet noemenswaard gestreden; de zaak staat nog zooals ze stond. Maar daarentegen meldde Reuter:' De Duitschers vluchtten in galop; het Wolff-bericht is maar geleuter, de Boches haalden weer een strop, Hop, Hop, Hop! Hop, Hop, Hop! Op den Hartmannsweilerkop! Toen meldde 't Wolff-bureau op Maandag: De Franschen pleegden gisternacht alweer een vruchteloozen aanslag; de hoogte bleef in onze macht. Maar keuter seinde daarentegen in een uitvoerig telegram: De Duitscher heeft weer klop gekregen van Frankrijk dat den top hernam, Hop, Hop, Hop! Hop, Hop, Hop! Van den Hattmannsweilerkop! En bovendien liet Reuter weten, ik las het Dinsdag in m'n krant: De top is reeds, ik was 't vergeten, Een half jaar lang in fransche hand. Waarop W.B. weer dépêcheerde. ik zag het Woensdag, zwart op wit: Dat Keuter loog wat hij beweerde. De top was nooit in fransch bezit! Hop, Hop, Hop! Hop, Hop, Hop! Van den Hartmannsweilerkop! spelers aan deel, verdeeld over 8 hoofd-, 4 eerste-, 8 tweede-, 6 derde klasse. Toch meenen wij dat hoofdzakelijk voorde hoofd klasse 3 partijen per dag te veel is, het zou o. i. beter zijn wanneer de hoofdklasse per dag 2 partijen speelde en de derde partij een week later, dit zou zeker ten goede komen aan het gehalte der partijen. PROBLEEM No. 73 Van dit probleem ontvfngen wij de navol gende oplossingen: Wit: 25-20, 20:29, 29-23, 33-29, 18-13 15-20, 23:1! 20-25, 4-10, 9:27 Zwart: 27 : 35, 28-22, 27:18 Maar bij de 4e zet speelt zw. niet 4-10 maar 9-14 en het dreigende gevaar is geweken, er is ten minste van winst nog geen sprake. Deze variant is door den inzender over het hoofd gezien. Dezelfde inzender geeft nog de navolgende varianten aan: _Wit^ 25-20L 20:29, 22-17 Zwart: 27:36, 11-16 " en wit loopt naar dam! Wit: 25j20, 20:29, 18:9, 22-18, 28:6 en wint Zwart: 27:36, 9-13, 4:13, 13:22 Een inzender geeft nog aan: 31-26 wint een tweede schijf en later de De Kansen in het Nieuwe Jaar Teekening voor de Amsterdammer" van Nico de Laaf iiHimmiMiuim Toen seinde Reuter onverdroten: Van Woensdagnacht op Donderdag heeft Duitschland weer z'n kop gestooten, de Franschen wonnen weer den slag. Maar Wolff liet daarom 't hoofd niet hangen en schreef: Met hulp van Unser Gott namen wij duizend man gevangen en d'and ren schoten wij kapot. Hop, Hop, Hop! Hop, Hop, Hop! Op den Hartmannsweilerkop! En Vrijdag-avond mocht ik lezen Wolff seint: van morgen hebben wij een nieuwen aanval afgewezen, de heuvel is van Franschen vrij! Maar Wolff maakt Reuter niet verlegen, want Reuter meldde Zaterdag: Op Frankrijks wapens rustte zegen en roemrijk waait de Fransche vlag Hop, Hop, Hop! Hop, Hop, Hop! Van den Hartmannsweilerkop! (da capo senza fine) B. I. STOURI IIIIIIIIIMlmtH IIIIMIIHMMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUMMIIIIIlnlIMIIIIIHIIllllllllllll Nieuwe boeken van deze week: (Vervolg van bldz. 3) H. J. E. WESTERMAN HOLSTEIJN, Vader landsliefde en Chauvinisme (serie Levens vragen) 35 pag., f 0.40. Baarn, Hollandiadrukkerij. J. B. VAN HEUTSZ JR., Over de staatkundige oorzaken van den huldigen oorlogen depositie van Nederland in het conflict, 92 pag., f 0.50. Amsterdam, C. J. Dalmeijer. EDUARD LASKER, Schachstrategie, 224 pag. M. 3, geb. M. 3.50. Leipzig, Verlag von Veit & Comp. Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll IMMMIIIIIlmlIMHI H. VAN DER MANDERE, Hugo de Groot, (serie Onze Groote Mannen) 64 pa g., f 0.40. Baarn, Hollandia-drukkerij. Prof. dr. PH. KOHNSTAMM, Godsdienst en Politiek, (Synthese) 179 pag., f 0.75. Haarlem, F. Bonn. FRANK GERICKE, Van het Slagveld der Natiën (afl. 17-18). Den Haag, D. A. Daamen. M. J. BRLTSSE, De zonderlinge avonturen van Zijne Excellentie Generaal" 159 pag. Rotterdam, W. L. en J. Brusse's Uitg. Mij. P. H. HEIJNEN, Leiddraad bij de bespre king met kweekelingen van de methodiek van het lezen, 66 pag. Zutphen, W. J. Thieme & Cie. ANDRÉDE RIDDER, Ninon de Lenclos en de vrouwen der XVIIe eeuw, 248 pag. Baarn, Hollandia-drukkerij. H. BRAUN, Extra-Premiën, 130 pag. Rot terdam, Nationale Levensverzekering Bank. J. D. C. VAN DOKKUM, De Muziekschool te Utrecht bij haar 40 jarig Jubileum, 60 pag. Utrecht, L. E. Bosch & Zoon. J. H. W. LELIMAN en K. SLUYTERMAN, Het Moderne Landhuis in Nederland, 48 pag. 's Gravenhage, Martinus Nijhoff. Dr. A. J. VAN DER MEULEN, Gedenkschriften van Gijsbert Jan van H ardenbroek (1747 1787), 733 pag., f 7.50. Amsterdam, Johannes Muller. JOHAN BRIEDË, Oude Huizen van Rotterdam, 171 pag. Rotterdam, Uitgevers Mij. W. L. & J. Brusse. N. J. KOLLEWIJN, De samenstelling en wer king van de Benzine Automobiel, 159 pag. Amsterdam, Harms Tiepen. J. G. VAN RIEMSDIJK, Vetuwsche Boerenliederen, muziek van FR. V. (10 liederen en div. portretten) f 1.?Amsterdam, Van Holkema <£Warendorf. partij, maar zwart speelt 27-32, wit 28:37, zwart 24-30 en wit wint niet! MERKWAARDIGE STANDEN Dat de praktische speler die tevens problemist is soms aardige dingen in eene partij ziet, moge onderstaand voorbeeld duidelijk maken: 7wart (6 l 6 11 16 21 26 31 36 41 46 // 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Wit (6 schijven) Stand. Zwart: 4, 14, 19, 22, 27, 32. Stand. Wit: 15, 29, 31, 33, 36, 41. Wit heeft als laatste zet 39-33 gespeeld. Zwart staat nu voor de keus 22-28 te spelen; indien wit nu slaat 33:22 dan zwart 27:18 met een zeer groote remisekans. Zou wit, nadat zwart 22-28 had gespeeld, 31:22 slaan dan zwart 28:39 en remise. Wanneer zwart nu 32-38 speelt, slaat wit 33:42, dan zwart 27-32, wit 41-37de bestezw. 32:41, wit36:47en zwart kan ongehinderd 4-9 en 9-13 spelen om met 14-20 en 19:30 zich van de remise te verzekeren. Met een schijf minder wordt hier als het ware dus de remise geforceerd. Een leerzaam voorbeeld. Zwart meende evenwel een kleine winst kans te hebben en speelde 4-9, waarna wit maar n zet zou hebben die aan zwart een schijf winst gaf. Indien wit zou spelen 41-37, 36:47 dan zou zwart een schijf hebben ge wonnen. Wit dacht er evenwel anders over en hier kwam de problemist te voorschijn. Hij speelde nu 4-9 van 'zwart 41-37 32:41 36:47 27:36 Zie zoo, denkt zwart, een schijf gewonnen; jawel denkt wit, en speelt 47-41 36:47 29-24! 47:20 moet 2 slaan. 15:4! 22-28 gedw. 4-15 28-32 15-42 14-19 42-15 19-23 gedw. want op 32-37 of 38 volgt 15-10 en wint. 15-20 23-28 gedw. daar op 32-37 of 38 zou volgen 20-14! 20-42 28-33 42:15 32-37 15-47!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl