De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 2 januari pagina 2

2 januari 1916 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

nieuwe Roode-Kruis gebouw De werkkamer van den Secretaris,] Jhr. Mazel.] .M DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ? " 2 'Jatr. '16. Ne. 201& Bij het einde van -het jaar gunt ook iemand, wiens rustelooze arbeid geen uren van overpeinzing leent, zich een korte spanne tijds om terug te zien en zich bewust te worden van wat de vervlogen maanden in gezin en werkkring voor hem waren, wat zij beteekenden voor den groei zijner per soonlijkheid. De tijd, dien wij beleven, verbreedt en verdiept het bestaan, versterkt het gemeen schapsgevoel en brengt in de sfeer van ons voelen en denken ongekende zorg en hoop. Zoo zal ook op dezen oudjaarsavond door menig onzer, naast het lief en leed van ge zin en maagschap, worden herdacht, wat het jaar 1915 in de geschiedenis van onzen tijd is geweest. Hoezeer veranderd, is de stand van den oorlog sinds December 1914, en met hoe weinig zekerheid kan toch ook thans nog worden vermoed, hoe de ontknooping van het werelddrama zal zijn l Nieuwe rijken werden meegesleept door den maalstroom. Italië en Boelgarije kozen partij. Griekenland wringt en draait zich om aan den greep van den oorlog te ont komen. Roemenië staat in volle wapenrus ting gereed, tot afweer of tot aanval, naar mate de nood dwingt of de kans lokt. Nederland blijft gemobiliseerd, omdat het gevaar van overrompeling niet is geweken. In volslagen onwetendheid omtrent den dag van morgen wachten de volken af, wat het noodlot over hen zal brengen. Het nood lot juister gezegd: de beslissing der machthebbers, staatslieden en milita.ren, ^^ JAN SNUFFEL'S HUWELIJK DOOR JAAK BOONEN VI In 't geniep hadden de meiden de nieuwe huisvrouw reeds meer dan een keer verwenscht en waren de knechten hoorendol geworden van dat vreemd geschater en gebluf. Pier en Ties, muilenmakend op de twee meiden, stonden geeuwend-zuchtend op om te gaan buurten bij den dorpsbarbier, wa^r het winter en zomer alle avonden even druk was, alhoewel er toch maar n keer per week met zeep geschoren werd. De andere dagen werd er over gemeente politiek of hoogere staatkunde gekletst en gezwetst, maar meestal werden er dorps gebeurtenissen- en menschen gerit en ge hekeld. Toen de dienstboden van Jan Snuffels hun lachende tronies vertoonden, ging er een donderende jubel los. Daar heeft men ja de feestvierders l" Ja, morgen weer werken dat het verrekt," gromde Pier, dit is de blijde boodschap, van den nieuwen huisbevelhebber." die oorlog maken en vrede sluiten. Dat zal niet anders worden, zoolang de volken toe laten, dat buitenlandsche staatkunde in het geheim wordt gedreven; en zij zullen dit nog lang toelaten tenzij de vertwijfeling hen tot opstandigheid aanzet. Maar dit zijn gissingen naar de toekomst en wij wilden terugzien. 1915 bracht deze groote verandering, dat het oostelijk front nu diep in Rusland ligt: in December 1914 was geheel ostGallicië nog in de macht der Russen, hielden zij Przemysl ingesloten, liep het front in Polen ten W. van den Weichsel, was een gedeelte van Oost-Pruisen nog door Russische troe pen bezet. In de eerste maanden van 1915 zette de Russische macht dreigend op, werd er lang en hevig gestreden om de passen over de Karpathen totdat in den voorzomer de centrale mogendheden door het front in West-Gallicië braken, dank zij hare gewel dige meerderheid in geschut en munitie; en sedert moesten de Russen steeds terug wijken, uit zoo goed als geheel Gallicië, terug ook van de Weichsel-linie, van de daarachter gelegen tweede linie, totdat eindelijk in October de voorwaartsche be weging der Duitschers en Oostenrijkers tot staan werd gebracht en het front de lijn aannam, waarlangs het ook t hans. nog loopt.' Dat is het groote feit in den oorlog van 1915: de nederlaag der Russische legers, de verbazende militaire macht, door de centralen in het Oosten ontwikkeld, terwijl tegelijkertijd bun ijzeren muur in Vlaanderen en Noord-Frankrijk onwrikbaar bleek. Voor maandenlang was de aanvalskracht van het Russische leger gefnuikt. Maar ook op het Balkan-schiereiland be haalden de centrale mogendheden in 1915 politieke en militaire sucessen van het aller grootste belang. In December 1914 waren de Oostenrijkers geheel uit Servië verdreven, stond voor de Entente de kans schoon, dat Roemenië en Griekenland zich bij haar zouden voegen thans is het Servische volk geknecht, heeft Boelgarije voor de centrale mogendheden den weg naar Constantinopel geopend en moet de Entente, onder zeer ongunstige omstandigheden, zoowel politieke als mili taire, den strijd op het Balkanschiereiland aanbinden. 1915 zag de mislukking van de onder neming tegen de Dardanellen, die aan de Entente zulke grootsche resultaten had kunnen brengen: het ontsluiten voor Rusland van de verbinding met de Middellandsche zee, de verovering van Constantinopel en het bondgenootschap van de Balkan Staten, die zich zouden gehaast 'hebben om hun deel te vragen aan den buit van het Turksche gebied. Een mislukking, grootendeels door eigen schuld omdat men eerst meende, alleen met de vloot den doortocht door de Dardanellen te kunnen forceeren, en toen dit niet doenlijk bleek, zoolang wachtte met den aanvoer van landingstroepen, dat ondertusschen de Turken hunne stellingen zoo goed als onneembaar hadden kunnen maken. Nu het Schiereiland van Gallipoli grooten deels door de geallieerden is ontruimd alleen den uitersten punt bleven zij bezet houden, om voor de Turken den weg naar de Middellandsche Zee af te sluiten hebben deze laatsten de handen weer ruimer geHola, dan meent ge, dat ze nu al de broek draagt?" Of ik het meen, gelooft me lui, die pas sen uitstekend bij elkaar." En zoo gauw gevonden?" 't Doet er niet toe. Soort zoekt en vindt altijd soort." En nu schilderde de knecht de nieuwe bazin af als had hij haar reeds dagen en weken gekend. Jan zou er zijn handen aan vol hebben. Zij had oogen in haar breeden kop, die, als zij ze wagewijd openspalkte, een woedende stier zouden doen viervoeten. Daarbij een tong als 'n snel klapwiekend molenrad. Wellicht een kruidje-roer-me-niet!" guitigde een bezoeker. Dan zal het bij u weldra haarwaaien!" spotte een ander. Meerdere gekke zinspelingen volgden snel op elkaar, onderbroken door uitbundig ge lach en onverstaanbaar geroezemoes van stemmen, die nu en dan het geraas wilden overschreeuwen. Doch Pier liet zich geen'duim breed van zijn zielsontleding brengen. Een profeet was hij nu eenmaal niet, maar weldra zouden de feiten bewijzen dat hij verduiveld fijn gekiekt had, en dat zijn ooren woorden hadden opgevangen, die zoo snel het binnenste van 'n mensch verraden. Vooral kon hij niet verkroppen dat de nieuwe meesteres bij haar ronde in huis en hof, al het gedoe en getob, ja heel den rommel had afgekeurd. Niets was naar haar gading en de meiden waren er het slechts afgekomen. En wat verstond ze van manswerk! - Nieuwe bezems keren het best," snaakte Pier uit. kregen, kunnen zij een deel der beschikbaar geworden aMdmacht naar Mesopplamië ; sturen, waar déEngëlschen, reeds vér ge vorderd op weg naar Bagdad, een heel eind terugjèflft'Beslajen-.tcjf vi|eV er gebruilévan ranken s t et versterking der expeditie, die nu ai- maanden lang in Syrië wordt uitgerust om tegen het Suezkanaal op te rukken. f Nog is de lijstjder.j-ampspoeden en tegen slagen van de Entente niet afgelezen. Toen Italië in het voor jaar den oorlog aan Oosten rijk verklaarde, heeft menigeen gedacht, dat deze gebeurtenis den doorslag zou geven. Maar men heeft den invloed ervan bijna niet kunnen bemerken. In dezelfde maanden, toen de Italianen den aanval op de Isonzolinie begonnen, werden de Russen terug gedreven; misschien zouden hun op dien terugtocht nog grooter verliezen toege bracht zijn, wanneer Oostenrijk al zijn macht aan het oostelijk front had kunnen. gebruiken; maar de groote onderneming, die de Centralen tegen het Russische front begonnen, is ten einde gebracht, ondanks den aanval van Italië, en de doorbraak van hét Isonzo-front is den Italianen nog steeds niet gelukt. Het eenige lichtpunt in den oorlog te land was voor de Entente de strijd in Vlaan deren en Frankrijk. Daar werden althans geen nederlagen geleden: maar er was meer beloofd dan dit negatieve succes: de groote doorbraak" in het voorjaar van 1915 en deze is uitgebleven. Slechts nmaal, in het laatst van September, is een poging beproefd, die een groot plaatselijk succes opleverde, maar in de militaire positie in het algemeen geen verandering bracht. Ter zee alleen en in de koloniën heeft de Entente haar meerderheid getoond. Zuid?West werd veroverd, dank zij de hulp der Unie van Zuid-Afrika; in Kame roen vorderen de Franschen en Engëlschen langzaam; Oost-Afrika is de eenige kolonie, waar de Duitsche macht zich nog onge rept heeft gehandhaafd. Maar erger dan het verlies zijner meeste koloniën is voor Duitschland het stil liggen van zijne handelsvloot en de belemmering van den toevoer, dien het over onzijdige landen zou kunnen krijgen. Niet alleen van de Noordzee is het afgesloten, ook op de' Oostzee heeft Engeland in de laatste maan den de vaart voor Duitsche schepen on veilig gemaakt. Het wanhoopsmiddel van den duikbootenporlog tegen vijandelijke koopvaardijschepen is voor Duitschland een ondeugdelijk middel gebleken; het heeft er schade door berok kend aan zijne tegenstanders, maar het doel, om .Engeland van toevoer te versteken, is in de verte niet bereikt. Het heeft er zich zelf ook schade door berokkend, omdat de practijk van den duikbootenoorlog bij tal van onzijdigen diepen afschuw heeft gewekt. Aan de regeering der Vereenigde Staten komt de eer toe,, de tot dusver geldende begrippen van recht in den zeeoorlog en de eischen der menschelijkheid te hebben verdedigd tegen de Duitsche leer, dat alles geoorloofd is, wanneer het uit zelfbehoud geschiedt. Men moge dan president Wilson bespot nebben om zijn eindelooze reeks van nota's, hij heeft er althans mee gedaan ge kregen, dat Duitschland beloofde door zijne duikbooten geen passagiersschepen in den grond te zullen laten boren, zonder waar schuwing en zonder dat gelegenheid was gegeven om het leven van non-combattanten te redden, op voorwaarde altijd, dat de passagiersschepen niet zouden trachten te ontkomen en geen tegenstand zouden bieden. Te land het overwicht bij de Centralen, ter zee bij de Entente zal dit op den duur een evenwichtstoestand scheppen ? Zal het voor de Entente onmogelijk blijven, de Duitschers en Oostenrijkers uit het door hen bezette gebied te verdrijven ? Maar zullen tegelijk de centrale mogendheden meer en meer gebrek aan levensbehoeften en oorlogsbenoodigdheden krijgen, omdat Engeland de zee Blijft beheerschen ? In dezen oorlog zijn reeds zoovele wen dingen gekomen, dat de mogelijkheid niet uitgesloten mag worden van gebeurtenissen, die de militaire positie te land aanmerkelijk zullen wijzigen, hetzij dan ten voordeele van de Centralen of van de Entente. Voor al in deze periode van den oorlog, nu in het Oosten geheel nieuwe dingen in voor bereiding zijn, nu bovendien Rusland zich begint te herstellen van de in dezen zomer geleden nederlaag, zou het uiterst gewaagd zijn om te beweren, dat er in het algemeen geen verandering meer kan komen in de verhouding der wederzijdsche militaire macht. Maar indien 1916 bevestigt wat 1915 heeft doen vermoeden, n.l. dat noch de Centralen, noch de mogendheden der Entente een volledige overwinning zullen behalen; indien dus deze oorlog hoe langer hoe meer een uitputtingsoorlog wordt, waarbij elk der partijen zoo lang het maar eenigszins mogeiiiiiiiimimuMiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Dat zullen Jan en wij voelen," wee klaagde nu Pier, die bij het eindigen der niet officieele vergadering eenige onthouden gezegden van de nieuwe vrouw nog eens met breede gebaren onderstreepte en deze nabootste in haar zangerig dialect. Je bent er toch niet. mee getrouwd?" jokte de bespraakte barbier. God dank niet," vroolijkte Pier. En nu gingen de lui in groepjes langs verschillende steegjes en paadjes huiswaarts, bespraken nog eens met enkele woordjes de levendige gesprekken van den gezelligen avond en sliepen weldra gerust in. Bij Geldjan had 's morgens pas het eerste hanengekraai geëchod, of een vreemde stem donderde de dienstlui uit een diepen slaap, die als uit een andere wereld ontwaakten. Eerst wisten ze het scherp geluid nog niet te onderscheiden, maar toen een tweede, een derde . keer opstaan, opstaan" gebiedend geroepen werd, eerst dan begrepen ze wie die schrikaanjagende schreeuw geuit had. En van uit de kamertjes der meiden en de zolderhokjes der knechten zoemde een ge brom en gemompel, dat zonder verdere commentariën verdietst kon worden. Toen het volk na eenige minuten nog niet afgeklomperd kwam, lawaaide de jonge vrouw zoo hard dat de beesten op den stal verschrikt opsprongen, met hun kettingen rammelden en loeiden om nieuw voedsel. Doffe ja's met een potverdommen" erbij, bromden een oogenblik door het huis, dat dan weder van de driftige klipklappende treden der uiterst bezorgde vrouw trilde. Benedenkomend kreeg het volk een heel sermoen te hooren. Dat was een schande lijk is hare innerlijke "zwalcneden vertfergt en de wederpartij tracht te overbluffen door om het hardst téroepen van haar vasten wil om vol te houdeir totdat de tegenstand* om vrede vraagt <- dan schijnt het, niet gewaagd te voorspellen, dat in den; loop van 1916 bij Ml*: groote- oorlogvoerende mogendheden het volk ztèft ihinder gedw zal toonen dan het tot dusverre deed; dat het eindelijk zal willen weten, «voor welk doel deze oorlog wordt gevoerd; dat het zich niet langer zal laten paaien met groote woorden (als Vernietiging van het Duitsche militairisme") en vage aanduidingen (als waarborgen" en grondslagen van waar borgen" en verzekering der economische ontwikkeling' van Duitschland"), maar dat het van zijne machthebbers zal eischen, precies aan te geven, op welke voorwaarden zij vrede willen sluiten. Want dit is de groote waanzin van dezen oorlog: niemand weet, voor welk groot doel millioenen menschenlevens worden geofferd. Misschien blijven daarom de staatslieden zwijgen over wat de vrede moet brengen zij zullen zich schamen over de povere resultaten, ter wille waarvan geheel Europa in rouw is gedompeld. 28 Dec. 1915 G. W. KERNRAMP n min iiiiiiiiiiiiiniiiiii mm mimiiiiiiimimmiM Dr, J. Sasse Azn. t door prof. D. VAN BLOM Op Terschelling leerde ik hem kennen, in den zomer van 1912. Beter plaats om hem^oerf te leeren kennen, was niet denkbaar. Zijn artspractijk had hij neergelegd om redenen van gezondheid ; de jaar of tien levens, die hem naar eigen schatting nog gegund zouden zijn, wilde hij ten volle en uitsluitend geven aan die wetenschap, welke hem het liefst was, de anthropologie, en dan bij voorkeur de anthropologie van het in dit opzicht, gelijk in menig ander, nog steeds ongenoegzaam gekende Nederland. Hoe afgezonderder de streek, te grooter de kans dat oude rasrkenmerken er het zuiverst zouden zijn bewaard, te gebieden der voor Sasse de eisch om persoonlijk, ter plaatse, zijn onderzoek in te stellen. Zoo trok hij naar Urk. En kreeg er de steile Urkers, man, vrouw en kind, onder zijn meet-instrumenten. Dit resultaat zou, vrees ik, door niet zoo heel vele anthropologen zijn bereikt. De godsdienst der Urkers was de zijne niet en het was beneden zijn eerlijkheid om, zelfs met enkel wetenschappelijk gewin als doel, te veinzen. Zijn eenvoudige menschelijkheid hielp hem, maar niet zonder moeite, over de bezwaren van in den aanvang bedenkelijk wantrouwen heen. Wat later toog hij naar Terschelling. Hier waren de bezwaren geringer: de bevolking is er van een meer toeschietelijk slag. En hier heb ik hem aan het werk gezien, in den oosthoek, levende in spartaansche sober heid te midden van die stoere en vrije oostschellinger Friezen, die hem, na maar enkele weken van kennismaking, reeds hun vertrouwende vriendschap geschonken had den. Er zat iets patriarchaals in zijn grijzen kop, dat nergens mooier kon uitkomen dan in die omgeving van boeren en kooikers en zeevaarders, waar de patriarchen-typen niet dun gezaaid zijn, maar waar deze, wat vroeg bejaarde, man met zijn kinderlijk gemoed en zijn oogopslag van bezonken, wat wee moedige, wijsheid, wel zeer bizonder uitstak. De waarde van Sasse's anthropologischen arbeid te beoordeelen, valt geheel buiten mijn bevoegdheid. Maar de waarde van zijn methode van werken niet. zoo lang te slapen in het drukke seizoen. En nog meer schande was het zich z te laten roepen en wekken. Men moest liefde voor het werk hebben, dat iedereen veredelt. Zonder arbeid kwam -men nooit vooruit, dit zouden ze alle vier niet moeten vergeten als ze eens in de wereld beter wilden varen en een anderen staat aangaan. De dienst boden spraken geen woord. Pier en Ties gaapten en geeuwden, rekten de armen wijd uit, brachten ze boven hun hoofden bijeen en lieten ze dan lamloos langs de beenen ploffen. Dat was de maat der luierikken," bitsigde de verbolgen Liesbeth, die nu druk in de weer was om haar orders snel te doen uit voeren. Intusschen, dat de knechten zich grommelend uit de breede keuken weg maakten, kregen de meiden nog een kleine litanie te hooren.die niet van God en zijn heiligen sprak. Toen het schommelwerk onder het vee verricht was, kregen de dienstlui een smoutkoek voorgezet met sterk waterige koffie. Eerst bekeken ze elkaar met verwonderdvragende oogen en hurkten zuchtend neer. Welken dag hebben wij vandaag?" vroeg Pier. Donderdag," antwoordde een meid. Zeker Donderdag, gisteren, was het toch Woensdag, ezel ook," bevestigde Ties. Maar aan dezen vent zou men zeggen dat het potverdikken Vrijdag is." En meteen grabbelde Pier zijn smoutkoek zoo sterk tusschen de nijpende vingers als wilde hij een spartelenden paling den nek omwringen. Dit protest tegen een verzonnen Vrijdag, verwekte een uitbundig gelach, dat slechts Ik weet niet... door J. H. SPEENHOFF Ik weet niet wie ik volgen zal Het is een moeielijk geval: Ik ben pro-Engelsch en pro-Fransch, Ik ben pro-Russisch, pro-Jdpansch. Ik ben pro-Duitsch, pro-Italiaansch, Ik ben pro-Türksch, ik benpro-Spaansch. Ik ben pro-Griëksch en pro-Bulgaarsch, Ik ben pro-Oostenrijk-Hongaarsch. Ze schelden me voor lafaard uit; Voor huichelaar, spion, schavuit. Nu zit ik in de dalles En word pro-Anti-Alles. Ik weet niet wat ik lezen zal; Het liefste lees ik niemendal Ik volg de Standaard en de Tijd De Kotterdammer bij 't ontbijt Ik ben de onderworpen slaaf Van Toekomst en van Telegraaf, Van Handelsblad, en Vaderland, Van Maasbode, en Nieuwe Krant. Ze noemen me een malle P. Een grondbeginsel T. B. C. Ik mijd nu alle heibel En lees de Staten-Bijbel. Ik weet niet wat ik eten zal; Ik lust van alles en van al. Ik houd van die en sellerie, Van wijn en van fromage de Brie. Van Yoghurt en van kaviaar, Van peen en uien door elkaar. Van knakw.orst en van Beiersch bier, Van macaroni en laurier. Ze schimpen me voor diplomaat, Voor internationale vraat. Ik leef van smokkel-itus En sterf aan neutral-itus. IHIIIIItllllllllllmilHIIIIIIIIUMMMMIIIIIIMII lllllllllllllnlll Om de bevolking van onze afgelegen stukken platteland en van onze eilanden te leeren kennen, deugt geen soort van onder zoekers zoo goed als die waarvan Sasse een zoo beminnelijk vertegenwoordiger was, en deugt een andere manier van werken dan de zijne niet. Die bevolking is waard, gekend te worden. Doch tot haar innerlijk wezen en tot recht begrip van al die eigenaardigheden, welke ook haar maatschappelijk leven teekenen en kleuren, dringt enkel- hij door die in haar midden geruimen tijd verkeert, niet als nieuwsgierig en betweterig stedeling, maar als mensch onder menschen. Zoo heb ik Sasse leeren kennen op Schellingerland, als toonbeeld van zuiverste menschelijkheid en van onbaatzuchtige wetenschap. En nu mij gisteravond het bericht, het gevreesde maar toch zóspoedig niet ver wachte, van zijn dood bereikte, moest dit woord van erkentelijke en eerbiedige her innering mij van het hart. Delft, 22 December 1915. Edouard Vaillant door Jos. LOOPUIT Niet als een die midden in het bloeiende en sterke leven werd weggerukt, gelijk een Jaurès, maar als een grijsaard met een lang en eerbiedwaardig strijdersleven, is deze veteraan van het Fransche socialisme, in de vorige week van ons gescheiden. Edouard Vaillant is 76 jaren oud gewor den en alhoewel in den aanvang van deze oorlog nog krachtig en strijdbaar, heeft hem deze geweldige tijd, die zijn land zoo hevig beroert te zeer geschokt om veel langer nog overeind te kunnen blijven. Met Vaillant is een van de socialisten van de oude garde heengegaan; een van de nog zeer weinigen, die niet alleen de Commune" van 1871 hebben beleefd maar haar ook mede hebben geleid. tlllllllllllllllH Illlllllllllllllllllllllllllllllllll bedaarde toen de vrouw uit het fornuis een schotel vleesch en een speciaal kannetje koffie kwam halen, die in de boerezaal voor haar en Jan bestemd waren. Nu ziet ge toch wel, dat het geen Vrij dag is", zei Trein, de heengaande schotel navingerend. Of ik het zie en gewaarword," klaagde Pier over zijn geprikkelden, on verzadigden buik wrijvend. Luidop werd er- weder gelachen en in 't geniep gefluisterd. Maar die jolige stemming werkte aanstekelig op de gemoederen van het jeugdig paar. De vrouw kwam op een keer driftig aangezet. Dat knauwelen en dat neuswateren hadden lang genoeg geduurd, D'r moest hand aan 't werk geslagen worden. Jan stak nu ook voor 't eerst zijn kop buiten de deur, trippelde even vooruit en knikte zijn vrouw lachend-beamend toe. Stom en doof leken de dienstlui, die lanterfantend naar bulten strompelden en hier onder elkaar mopperden, terwijl de jonggehuwden zich kerkwaarts begaven. Met een kermisgezicht, fier als een veel kleurige pronkpauw, stapte Jan aan de zijde van zijn bruid langs heen de grauwe en witte huizenrijen. Achter vensters en gor dijnen werden de twee in oogenschouw ge nomen. Waren ze even een deur voorbij, dan kwamen de nieuwsgierigen buiten piepen en de opmerkingen bleven niet uit. Een stuur en barsch gezicht l" zei een. Een, die haar op de tanden heeft!" docht een ander. Och laat hem doen, hij mag ze hebben voor mijn part!" zei een derde. Om zoo iets mede te brengen van over

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl