Historisch Archief 1877-1940
nieuwe Roode-Kruis gebouw
De werkkamer van den Secretaris,]
Jhr. Mazel.] .M
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ?
" 2 'Jatr. '16. Ne. 201&
Bij het einde van -het jaar gunt ook
iemand, wiens rustelooze arbeid geen uren
van overpeinzing leent, zich een korte spanne
tijds om terug te zien en zich bewust te
worden van wat de vervlogen maanden in
gezin en werkkring voor hem waren, wat
zij beteekenden voor den groei zijner per
soonlijkheid.
De tijd, dien wij beleven, verbreedt en
verdiept het bestaan, versterkt het gemeen
schapsgevoel en brengt in de sfeer van ons
voelen en denken ongekende zorg en hoop.
Zoo zal ook op dezen oudjaarsavond door
menig onzer, naast het lief en leed van ge
zin en maagschap, worden herdacht, wat
het jaar 1915 in de geschiedenis van onzen
tijd is geweest.
Hoezeer veranderd, is de stand van den
oorlog sinds December 1914, en met hoe
weinig zekerheid kan toch ook thans nog
worden vermoed, hoe de ontknooping van
het werelddrama zal zijn l
Nieuwe rijken werden meegesleept door
den maalstroom. Italië en Boelgarije kozen
partij. Griekenland wringt en draait zich
om aan den greep van den oorlog te ont
komen. Roemenië staat in volle wapenrus
ting gereed, tot afweer of tot aanval, naar
mate de nood dwingt of de kans lokt.
Nederland blijft gemobiliseerd, omdat het
gevaar van overrompeling niet is geweken.
In volslagen onwetendheid omtrent den
dag van morgen wachten de volken af, wat
het noodlot over hen zal brengen. Het nood
lot juister gezegd: de beslissing der
machthebbers, staatslieden en milita.ren,
^^
JAN SNUFFEL'S HUWELIJK
DOOR
JAAK BOONEN
VI
In 't geniep hadden de meiden de nieuwe
huisvrouw reeds meer dan een keer
verwenscht en waren de knechten hoorendol
geworden van dat vreemd geschater en
gebluf. Pier en Ties, muilenmakend op de
twee meiden, stonden geeuwend-zuchtend
op om te gaan buurten bij den dorpsbarbier,
wa^r het winter en zomer alle avonden
even druk was, alhoewel er toch maar n
keer per week met zeep geschoren werd.
De andere dagen werd er over gemeente
politiek of hoogere staatkunde gekletst en
gezwetst, maar meestal werden er dorps
gebeurtenissen- en menschen gerit en ge
hekeld.
Toen de dienstboden van Jan Snuffels hun
lachende tronies vertoonden, ging er een
donderende jubel los.
Daar heeft men ja de feestvierders l"
Ja, morgen weer werken dat het verrekt,"
gromde Pier, dit is de blijde boodschap,
van den nieuwen huisbevelhebber."
die oorlog maken en vrede sluiten. Dat zal
niet anders worden, zoolang de volken toe
laten, dat buitenlandsche staatkunde in het
geheim wordt gedreven; en zij zullen dit
nog lang toelaten tenzij de vertwijfeling
hen tot opstandigheid aanzet.
Maar dit zijn gissingen naar de toekomst
en wij wilden terugzien.
1915 bracht deze groote verandering, dat
het oostelijk front nu diep in Rusland ligt:
in December 1914 was geheel ostGallicië
nog in de macht der Russen, hielden zij
Przemysl ingesloten, liep het front in Polen
ten W. van den Weichsel, was een gedeelte
van Oost-Pruisen nog door Russische troe
pen bezet.
In de eerste maanden van 1915 zette de
Russische macht dreigend op, werd er lang
en hevig gestreden om de passen over de
Karpathen totdat in den voorzomer de
centrale mogendheden door het front in
West-Gallicië braken, dank zij hare gewel
dige meerderheid in geschut en munitie; en
sedert moesten de Russen steeds terug
wijken, uit zoo goed als geheel Gallicië,
terug ook van de Weichsel-linie, van de
daarachter gelegen tweede linie, totdat
eindelijk in October de voorwaartsche be
weging der Duitschers en Oostenrijkers tot
staan werd gebracht en het front de lijn
aannam, waarlangs het ook t hans. nog loopt.'
Dat is het groote feit in den oorlog van
1915: de nederlaag der Russische legers, de
verbazende militaire macht, door de
centralen in het Oosten ontwikkeld, terwijl
tegelijkertijd bun ijzeren muur in Vlaanderen
en Noord-Frankrijk onwrikbaar bleek. Voor
maandenlang was de aanvalskracht van het
Russische leger gefnuikt.
Maar ook op het Balkan-schiereiland be
haalden de centrale mogendheden in 1915
politieke en militaire sucessen van het aller
grootste belang.
In December 1914 waren de Oostenrijkers
geheel uit Servië verdreven, stond voor de
Entente de kans schoon, dat Roemenië en
Griekenland zich bij haar zouden voegen
thans is het Servische volk geknecht, heeft
Boelgarije voor de centrale mogendheden
den weg naar Constantinopel geopend en
moet de Entente, onder zeer ongunstige
omstandigheden, zoowel politieke als mili
taire, den strijd op het Balkanschiereiland
aanbinden.
1915 zag de mislukking van de onder
neming tegen de Dardanellen, die aan de
Entente zulke grootsche resultaten had kunnen
brengen: het ontsluiten voor Rusland van
de verbinding met de Middellandsche zee,
de verovering van Constantinopel en het
bondgenootschap van de Balkan Staten, die
zich zouden gehaast 'hebben om hun deel
te vragen aan den buit van het Turksche
gebied. Een mislukking, grootendeels door
eigen schuld omdat men eerst meende,
alleen met de vloot den doortocht door de
Dardanellen te kunnen forceeren, en toen
dit niet doenlijk bleek, zoolang wachtte met
den aanvoer van landingstroepen, dat
ondertusschen de Turken hunne stellingen zoo
goed als onneembaar hadden kunnen maken.
Nu het Schiereiland van Gallipoli grooten
deels door de geallieerden is ontruimd
alleen den uitersten punt bleven zij bezet
houden, om voor de Turken den weg naar
de Middellandsche Zee af te sluiten hebben
deze laatsten de handen weer ruimer
geHola, dan meent ge, dat ze nu al de broek
draagt?"
Of ik het meen, gelooft me lui, die pas
sen uitstekend bij elkaar."
En zoo gauw gevonden?"
't Doet er niet toe. Soort zoekt en vindt
altijd soort." En nu schilderde de knecht de
nieuwe bazin af als had hij haar reeds dagen
en weken gekend. Jan zou er zijn handen
aan vol hebben. Zij had oogen in haar
breeden kop, die, als zij ze wagewijd openspalkte,
een woedende stier zouden doen viervoeten.
Daarbij een tong als 'n snel klapwiekend
molenrad.
Wellicht een kruidje-roer-me-niet!"
guitigde een bezoeker.
Dan zal het bij u weldra haarwaaien!"
spotte een ander.
Meerdere gekke zinspelingen volgden snel
op elkaar, onderbroken door uitbundig ge
lach en onverstaanbaar geroezemoes van
stemmen, die nu en dan het geraas wilden
overschreeuwen.
Doch Pier liet zich geen'duim breed van
zijn zielsontleding brengen. Een profeet was
hij nu eenmaal niet, maar weldra zouden de
feiten bewijzen dat hij verduiveld fijn gekiekt
had, en dat zijn ooren woorden hadden
opgevangen, die zoo snel het binnenste van
'n mensch verraden. Vooral kon hij niet
verkroppen dat de nieuwe meesteres bij
haar ronde in huis en hof, al het gedoe en
getob, ja heel den rommel had afgekeurd.
Niets was naar haar gading en de meiden
waren er het slechts afgekomen. En wat
verstond ze van manswerk!
- Nieuwe bezems keren het best," snaakte
Pier uit.
kregen, kunnen zij een deel der beschikbaar
geworden aMdmacht naar Mesopplamië
; sturen, waar déEngëlschen, reeds vér ge
vorderd op weg naar Bagdad, een heel eind
terugjèflft'Beslajen-.tcjf vi|eV er gebruilévan
ranken s t et versterking der expeditie, die nu
ai- maanden lang in Syrië wordt uitgerust
om tegen het Suezkanaal op te rukken.
f Nog is de lijstjder.j-ampspoeden en tegen
slagen van de Entente niet afgelezen. Toen
Italië in het voor jaar den oorlog aan Oosten
rijk verklaarde, heeft menigeen gedacht, dat
deze gebeurtenis den doorslag zou geven.
Maar men heeft den invloed ervan bijna
niet kunnen bemerken. In dezelfde maanden,
toen de Italianen den aanval op de
Isonzolinie begonnen, werden de Russen terug
gedreven; misschien zouden hun op dien
terugtocht nog grooter verliezen toege
bracht zijn, wanneer Oostenrijk al zijn
macht aan het oostelijk front had kunnen.
gebruiken; maar de groote onderneming,
die de Centralen tegen het Russische front
begonnen, is ten einde gebracht, ondanks
den aanval van Italië, en de doorbraak van
hét Isonzo-front is den Italianen nog steeds
niet gelukt.
Het eenige lichtpunt in den oorlog te
land was voor de Entente de strijd in Vlaan
deren en Frankrijk. Daar werden althans
geen nederlagen geleden: maar er was meer
beloofd dan dit negatieve succes: de
groote doorbraak" in het voorjaar van 1915
en deze is uitgebleven. Slechts nmaal,
in het laatst van September, is een poging
beproefd, die een groot plaatselijk succes
opleverde, maar in de militaire positie in
het algemeen geen verandering bracht.
Ter zee alleen en in de koloniën heeft
de Entente haar meerderheid getoond.
Zuid?West werd veroverd, dank zij de
hulp der Unie van Zuid-Afrika; in Kame
roen vorderen de Franschen en Engëlschen
langzaam; Oost-Afrika is de eenige kolonie,
waar de Duitsche macht zich nog onge
rept heeft gehandhaafd.
Maar erger dan het verlies zijner meeste
koloniën is voor Duitschland het stil liggen
van zijne handelsvloot en de belemmering
van den toevoer, dien het over onzijdige
landen zou kunnen krijgen. Niet alleen van
de Noordzee is het afgesloten, ook op de'
Oostzee heeft Engeland in de laatste maan
den de vaart voor Duitsche schepen on
veilig gemaakt.
Het wanhoopsmiddel van den
duikbootenporlog tegen vijandelijke koopvaardijschepen
is voor Duitschland een ondeugdelijk middel
gebleken; het heeft er schade door berok
kend aan zijne tegenstanders, maar het doel,
om .Engeland van toevoer te versteken, is
in de verte niet bereikt. Het heeft er zich
zelf ook schade door berokkend, omdat de
practijk van den duikbootenoorlog bij tal
van onzijdigen diepen afschuw heeft gewekt.
Aan de regeering der Vereenigde Staten
komt de eer toe,, de tot dusver geldende
begrippen van recht in den zeeoorlog en
de eischen der menschelijkheid te hebben
verdedigd tegen de Duitsche leer, dat alles
geoorloofd is, wanneer het uit zelfbehoud
geschiedt. Men moge dan president Wilson
bespot nebben om zijn eindelooze reeks van
nota's, hij heeft er althans mee gedaan ge
kregen, dat Duitschland beloofde door zijne
duikbooten geen passagiersschepen in den
grond te zullen laten boren, zonder waar
schuwing en zonder dat gelegenheid was
gegeven om het leven van non-combattanten
te redden, op voorwaarde altijd, dat de
passagiersschepen niet zouden trachten te
ontkomen en geen tegenstand zouden bieden.
Te land het overwicht bij de Centralen,
ter zee bij de Entente zal dit op den
duur een evenwichtstoestand scheppen ? Zal
het voor de Entente onmogelijk blijven, de
Duitschers en Oostenrijkers uit het door
hen bezette gebied te verdrijven ? Maar
zullen tegelijk de centrale mogendheden
meer en meer gebrek aan levensbehoeften
en oorlogsbenoodigdheden krijgen, omdat
Engeland de zee Blijft beheerschen ?
In dezen oorlog zijn reeds zoovele wen
dingen gekomen, dat de mogelijkheid niet
uitgesloten mag worden van gebeurtenissen,
die de militaire positie te land aanmerkelijk
zullen wijzigen, hetzij dan ten voordeele
van de Centralen of van de Entente. Voor
al in deze periode van den oorlog, nu in
het Oosten geheel nieuwe dingen in voor
bereiding zijn, nu bovendien Rusland zich
begint te herstellen van de in dezen zomer
geleden nederlaag, zou het uiterst gewaagd
zijn om te beweren, dat er in het algemeen
geen verandering meer kan komen in de
verhouding der wederzijdsche militaire
macht.
Maar indien 1916 bevestigt wat 1915 heeft
doen vermoeden, n.l. dat noch de Centralen,
noch de mogendheden der Entente een
volledige overwinning zullen behalen; indien
dus deze oorlog hoe langer hoe meer een
uitputtingsoorlog wordt, waarbij elk der
partijen zoo lang het maar eenigszins
mogeiiiiiiiimimuMiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Dat zullen Jan en wij voelen," wee
klaagde nu Pier, die bij het eindigen der
niet officieele vergadering eenige onthouden
gezegden van de nieuwe vrouw nog eens
met breede gebaren onderstreepte en deze
nabootste in haar zangerig dialect.
Je bent er toch niet. mee getrouwd?"
jokte de bespraakte barbier.
God dank niet," vroolijkte Pier.
En nu gingen de lui in groepjes langs
verschillende steegjes en paadjes huiswaarts,
bespraken nog eens met enkele woordjes
de levendige gesprekken van den gezelligen
avond en sliepen weldra gerust in.
Bij Geldjan had 's morgens pas het eerste
hanengekraai geëchod, of een vreemde stem
donderde de dienstlui uit een diepen slaap,
die als uit een andere wereld ontwaakten.
Eerst wisten ze het scherp geluid nog niet
te onderscheiden, maar toen een tweede, een
derde . keer opstaan, opstaan" gebiedend
geroepen werd, eerst dan begrepen ze wie
die schrikaanjagende schreeuw geuit had.
En van uit de kamertjes der meiden en de
zolderhokjes der knechten zoemde een ge
brom en gemompel, dat zonder verdere
commentariën verdietst kon worden.
Toen het volk na eenige minuten nog
niet afgeklomperd kwam, lawaaide de jonge
vrouw zoo hard dat de beesten op den stal
verschrikt opsprongen, met hun kettingen
rammelden en loeiden om nieuw voedsel.
Doffe ja's met een potverdommen" erbij,
bromden een oogenblik door het huis, dat
dan weder van de driftige klipklappende
treden der uiterst bezorgde vrouw trilde.
Benedenkomend kreeg het volk een heel
sermoen te hooren. Dat was een schande
lijk is hare innerlijke "zwalcneden vertfergt
en de wederpartij tracht te overbluffen door
om het hardst téroepen van haar vasten
wil om vol te houdeir totdat de tegenstand*
om vrede vraagt <- dan schijnt het, niet
gewaagd te voorspellen, dat in den; loop
van 1916 bij Ml*: groote- oorlogvoerende
mogendheden het volk ztèft ihinder gedw
zal toonen dan het tot dusverre deed; dat
het eindelijk zal willen weten, «voor welk
doel deze oorlog wordt gevoerd; dat het
zich niet langer zal laten paaien met groote
woorden (als Vernietiging van het Duitsche
militairisme") en vage aanduidingen (als
waarborgen" en grondslagen van waar
borgen" en verzekering der economische
ontwikkeling' van Duitschland"), maar dat
het van zijne machthebbers zal eischen,
precies aan te geven, op welke voorwaarden
zij vrede willen sluiten.
Want dit is de groote waanzin van dezen
oorlog: niemand weet, voor welk groot doel
millioenen menschenlevens worden geofferd.
Misschien blijven daarom de staatslieden
zwijgen over wat de vrede moet brengen
zij zullen zich schamen over de povere
resultaten, ter wille waarvan geheel Europa
in rouw is gedompeld.
28 Dec. 1915 G. W. KERNRAMP
n min iiiiiiiiiiiiiniiiiii mm mimiiiiiiimimmiM
Dr, J. Sasse Azn. t
door prof. D. VAN BLOM
Op Terschelling leerde ik hem kennen,
in den zomer van 1912.
Beter plaats om hem^oerf te leeren kennen,
was niet denkbaar.
Zijn artspractijk had hij neergelegd om
redenen van gezondheid ; de jaar of tien
levens, die hem naar eigen schatting nog
gegund zouden zijn, wilde hij ten volle en
uitsluitend geven aan die wetenschap, welke
hem het liefst was, de anthropologie, en dan
bij voorkeur de anthropologie van het in dit
opzicht, gelijk in menig ander, nog steeds
ongenoegzaam gekende Nederland.
Hoe afgezonderder de streek, te grooter
de kans dat oude rasrkenmerken er het
zuiverst zouden zijn bewaard, te gebieden
der voor Sasse de eisch om persoonlijk, ter
plaatse, zijn onderzoek in te stellen.
Zoo trok hij naar Urk. En kreeg er de
steile Urkers, man, vrouw en kind, onder
zijn meet-instrumenten.
Dit resultaat zou, vrees ik, door niet zoo
heel vele anthropologen zijn bereikt. De
godsdienst der Urkers was de zijne niet en
het was beneden zijn eerlijkheid om, zelfs
met enkel wetenschappelijk gewin als doel,
te veinzen. Zijn eenvoudige menschelijkheid
hielp hem, maar niet zonder moeite, over
de bezwaren van in den aanvang bedenkelijk
wantrouwen heen.
Wat later toog hij naar Terschelling. Hier
waren de bezwaren geringer: de bevolking
is er van een meer toeschietelijk slag. En
hier heb ik hem aan het werk gezien, in
den oosthoek, levende in spartaansche sober
heid te midden van die stoere en vrije
oostschellinger Friezen, die hem, na maar
enkele weken van kennismaking, reeds hun
vertrouwende vriendschap geschonken had
den. Er zat iets patriarchaals in zijn grijzen
kop, dat nergens mooier kon uitkomen dan
in die omgeving van boeren en kooikers en
zeevaarders, waar de patriarchen-typen niet
dun gezaaid zijn, maar waar deze, wat vroeg
bejaarde, man met zijn kinderlijk gemoed
en zijn oogopslag van bezonken, wat wee
moedige, wijsheid, wel zeer bizonder uitstak.
De waarde van Sasse's anthropologischen
arbeid te beoordeelen, valt geheel buiten
mijn bevoegdheid.
Maar de waarde van zijn methode van
werken niet.
zoo lang te slapen in het drukke seizoen.
En nog meer schande was het zich z
te laten roepen en wekken. Men moest liefde
voor het werk hebben, dat iedereen veredelt.
Zonder arbeid kwam -men nooit vooruit, dit
zouden ze alle vier niet moeten vergeten
als ze eens in de wereld beter wilden varen
en een anderen staat aangaan. De dienst
boden spraken geen woord.
Pier en Ties gaapten en geeuwden, rekten
de armen wijd uit, brachten ze boven hun
hoofden bijeen en lieten ze dan lamloos
langs de beenen ploffen.
Dat was de maat der luierikken," bitsigde
de verbolgen Liesbeth, die nu druk in de
weer was om haar orders snel te doen uit
voeren.
Intusschen, dat de knechten zich
grommelend uit de breede keuken weg maakten,
kregen de meiden nog een kleine litanie te
hooren.die niet van God en zijn heiligen sprak.
Toen het schommelwerk onder het vee
verricht was, kregen de dienstlui een
smoutkoek voorgezet met sterk waterige koffie.
Eerst bekeken ze elkaar met
verwonderdvragende oogen en hurkten zuchtend neer.
Welken dag hebben wij vandaag?"
vroeg Pier.
Donderdag," antwoordde een meid.
Zeker Donderdag, gisteren, was het toch
Woensdag, ezel ook," bevestigde Ties.
Maar aan dezen vent zou men zeggen
dat het potverdikken Vrijdag is." En meteen
grabbelde Pier zijn smoutkoek zoo sterk
tusschen de nijpende vingers als wilde hij
een spartelenden paling den nek omwringen.
Dit protest tegen een verzonnen Vrijdag,
verwekte een uitbundig gelach, dat slechts
Ik weet niet...
door J. H. SPEENHOFF
Ik weet niet wie ik volgen zal
Het is een moeielijk geval:
Ik ben pro-Engelsch en pro-Fransch,
Ik ben pro-Russisch, pro-Jdpansch.
Ik ben pro-Duitsch, pro-Italiaansch,
Ik ben pro-Türksch, ik benpro-Spaansch.
Ik ben pro-Griëksch en pro-Bulgaarsch,
Ik ben pro-Oostenrijk-Hongaarsch.
Ze schelden me voor lafaard uit;
Voor huichelaar, spion, schavuit.
Nu zit ik in de dalles
En word pro-Anti-Alles.
Ik weet niet wat ik lezen zal;
Het liefste lees ik niemendal
Ik volg de Standaard en de Tijd
De Kotterdammer bij 't ontbijt
Ik ben de onderworpen slaaf
Van Toekomst en van Telegraaf,
Van Handelsblad, en Vaderland,
Van Maasbode, en Nieuwe Krant.
Ze noemen me een malle P.
Een grondbeginsel T. B. C.
Ik mijd nu alle heibel
En lees de Staten-Bijbel.
Ik weet niet wat ik eten zal;
Ik lust van alles en van al.
Ik houd van die en sellerie,
Van wijn en van fromage de Brie.
Van Yoghurt en van kaviaar,
Van peen en uien door elkaar.
Van knakw.orst en van Beiersch bier,
Van macaroni en laurier.
Ze schimpen me voor diplomaat,
Voor internationale vraat.
Ik leef van smokkel-itus
En sterf aan neutral-itus.
IHIIIIItllllllllllmilHIIIIIIIIUMMMMIIIIIIMII lllllllllllllnlll
Om de bevolking van onze afgelegen
stukken platteland en van onze eilanden te
leeren kennen, deugt geen soort van onder
zoekers zoo goed als die waarvan Sasse een
zoo beminnelijk vertegenwoordiger was, en
deugt een andere manier van werken dan
de zijne niet.
Die bevolking is waard, gekend te worden.
Doch tot haar innerlijk wezen en tot recht
begrip van al die eigenaardigheden, welke
ook haar maatschappelijk leven teekenen en
kleuren, dringt enkel- hij door die in haar
midden geruimen tijd verkeert, niet als
nieuwsgierig en betweterig stedeling, maar
als mensch onder menschen.
Zoo heb ik Sasse leeren kennen op
Schellingerland, als toonbeeld van zuiverste
menschelijkheid en van onbaatzuchtige
wetenschap.
En nu mij gisteravond het bericht, het
gevreesde maar toch zóspoedig niet ver
wachte, van zijn dood bereikte, moest dit
woord van erkentelijke en eerbiedige her
innering mij van het hart.
Delft, 22 December 1915.
Edouard Vaillant
door Jos. LOOPUIT
Niet als een die midden in het bloeiende
en sterke leven werd weggerukt, gelijk een
Jaurès, maar als een grijsaard met een lang
en eerbiedwaardig strijdersleven, is deze
veteraan van het Fransche socialisme, in de
vorige week van ons gescheiden.
Edouard Vaillant is 76 jaren oud gewor
den en alhoewel in den aanvang van deze
oorlog nog krachtig en strijdbaar, heeft hem
deze geweldige tijd, die zijn land zoo hevig
beroert te zeer geschokt om veel langer
nog overeind te kunnen blijven.
Met Vaillant is een van de socialisten
van de oude garde heengegaan; een van
de nog zeer weinigen, die niet alleen de
Commune" van 1871 hebben beleefd maar
haar ook mede hebben geleid.
tlllllllllllllllH Illlllllllllllllllllllllllllllllllll
bedaarde toen de vrouw uit het fornuis een
schotel vleesch en een speciaal kannetje
koffie kwam halen, die in de boerezaal voor
haar en Jan bestemd waren.
Nu ziet ge toch wel, dat het geen Vrij
dag is", zei Trein, de heengaande schotel
navingerend.
Of ik het zie en gewaarword," klaagde
Pier over zijn geprikkelden, on verzadigden
buik wrijvend.
Luidop werd er- weder gelachen en in 't
geniep gefluisterd. Maar die jolige stemming
werkte aanstekelig op de gemoederen van
het jeugdig paar. De vrouw kwam op een
keer driftig aangezet. Dat knauwelen en dat
neuswateren hadden lang genoeg geduurd,
D'r moest hand aan 't werk geslagen worden.
Jan stak nu ook voor 't eerst zijn kop buiten
de deur, trippelde even vooruit en knikte
zijn vrouw lachend-beamend toe.
Stom en doof leken de dienstlui, die
lanterfantend naar bulten strompelden en
hier onder elkaar mopperden, terwijl de
jonggehuwden zich kerkwaarts begaven.
Met een kermisgezicht, fier als een veel
kleurige pronkpauw, stapte Jan aan de zijde
van zijn bruid langs heen de grauwe en
witte huizenrijen. Achter vensters en gor
dijnen werden de twee in oogenschouw ge
nomen. Waren ze even een deur voorbij,
dan kwamen de nieuwsgierigen buiten piepen
en de opmerkingen bleven niet uit.
Een stuur en barsch gezicht l" zei een.
Een, die haar op de tanden heeft!" docht
een ander.
Och laat hem doen, hij mag ze hebben
voor mijn part!" zei een derde.
Om zoo iets mede te brengen van over