Historisch Archief 1877-1940
Br
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Wat de week bracht
WERK VAN VIJFTIG JAREN
De Industrieschool voor vrouwelijke
jeugd" te Amsterdam vierde het gouden
feest. Aan de herdenking van het vijftig
jarig bestaan, was verbonden eene tentoon
stelling van het werk der school.
. De historie der inrichting de eerste van
Het gebouw der Industrieschool voor
vrouwelijke jeugd" te Amsterdam
dien aard hier te lande gaat dus over een
halve eeuw. Laat mij er u van verhalen.
Toen," zoo schrijft de heer P. van
Limmick in het Staatkundig en
Staathuishoudkundig jaarboekje 1872, omstreeks 1860 in
de beide Amsterdamsche departementen van
de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
de vraag was opgerezen of de werkkring
der vrouw moest worden uitgebreid, of er
voor haar niet meer wegen geopend konden
worden om haar werkzaamheid te geven en
in haar levensonderhoud te helpen voorzien,
leidde de overweging hiervan, sommigen
tot het besluit dat aan. hare vorming alsdan
een andere richting moest worden gegeven,
dat het onderwijs haar aan te bieden dan
niet meer alleen algemeen voorbereidend en
theoretisch, maar in dadelijke toepassing
aan de bestemming die men haar geven
wilde, practisch worden moest."
Dit denkbeeld, dat de nieuwe opleiding
voor het meisje practisch moest voeren tot
de uitoefening van een beroep lag ter grond
slag aan de stichting der Industrieschool
voor vrouwelijke jeugd te Amsterdam.
?' In 1865 zette zij haar deuren open om te
ontvangen meisjes uit den burger"- en uit
den handwerkers" stand; het schoolgeld
bedroeg f 40 of f 5. In twee klassen werd
onderwijs gegeven, in de eene klasse in:
teekenen, kleuren, nuttige en fraaie hand
werken, machine-naaien, fijn kartonneeren,
boekhouden en administratie, natuur- en
scheikunde in hare toepassing op het
dagelijksch leven; in de andere klasse in: de
beginselen van teekenen, van kleuren, nut
tige handwerken, machine-naaien, eenvoudig
kartonneeren, stroovlechten, en vakken van
lager onderwijs.
Doch het gemeenschappelijk onderwijzen van
leerlingen uit geheel verschillende standen
der maatschappij bracht zijn begrijpelijke be
zwaren mede; de twee scholen te splitsen in een
Het Congres voor Watersport
Een Congres voor Watersport midden in
den winter met 720 leden, getuigt zeker, dat
het water in het leven van den Hollander
nog een element vormt en al mogen ze dan
niet allen opgekomen zijn om te debatteeren,
het geregeld bezoek van de werkvergade
ringen, de onstuimige opkomst bij Trianon,
Bellevue en zwemfeesten en de bijval die
onze nationale harpenaar oogstte met zijn
liedje Holland laat je schepen varen" be
wijst, dat de belangstelling geen platoni
sche was.
Het Congres heeft ons veel nieuws ge
bracht: allereerst ontmoeting en samenwer
king van elementen, die vroeger vreemd
tegenover elkaar stonden. De zeilers en
roeiers onderhielden eenig contact, maar aan
zwemmen en motorbootvaren werd ongeveer
niet gedacht; de motorboot zelfs wel eens
smadelijk de sport van de luiheid genoemd.
Men kan zeggen dat de militairen de bin
dende schakel zijn geworden. Reeds dadelijk
toen er van een Congres sprake was werd
er van die zijde op gewezen, dat zwemsport
ook watersport was en in een polderland als
het onze, dat zijn verdediging moet zoeken
in het water, elke soldaat op en in dat water
moet vertrouwd zijn: dus moet kunnen
zwemmen. De zwemvaardighe/d van ons
volk laat nogal wat te wenschen over: een
hooger percentage dan 33 van de voor
militiedienst aangewezenen is in de laatste
jaren niet bereikt.
Dat verder de watersport, met name de
motorboot, bij de verdediging een rol kan
spelen was nooit zoo ingezien als na het
betoog van den leider na het vrijwillig motor
bootcorps, dat met l Januari 1916 zal wor
den opgericht en ons heeft duidelijk gemaakt
van hoeveel nut voor vervoer van mannen
en zaken achter het front een stevig geor
ganiseerd corps van ervaren
motorbootvaarders kan zijn, die in verschillende hoeken
en gaten van ons waterland vertrouwd zijn.
Zoo zijn door het Congres de beide takken
voor den middenstand n een voorden
handwerkstand was financieel onmogelijk en zoo
werd besloten van richting te veranderen; de
twee klassen werden afgeschaft en het school
geld voor ieder gebracht op f 25. De teeken
meester", aanvankelijk benoemd als directeur,
maakte plaats voor een vrouw als directrice,
De, destijds Fransche-aanplakbiiletten meld
den alom: Ecole industrielle pour les jeunes
filles, (fondée par les deux. départements
Amsterdamois de la Sociétédu Bien public"
(Maatsch. Nut v. t. Algemeen), 2 Nov. 1865.
Directrice A. Mijne." Het was Mej. A Mijne,
die het eerst als hoofd van de school optrad.
De school werd thans klassikaal inge
richt, men voerde vakken af die geen bestaan
konden opleveren als: stroovlechten,
graveeren op steen, houtsnijden enz. en werkte
geheel op bestelling. Er werd gezorgd, dat
het schoolmagazijn steeds met goed werk
was gevuld,men was bereid
lingeriewerk,stopwerk, naaldwerk en handwerk-ontwerpen te
leveren van allerlei aard. Hoe fraai, hoe
degelijk, hoe flink er in dien vroegen tijd
is geborduurd en ontworpen, bewezen de
historische werkstukken die voor de ten
toonstelling waren opgevraagd, om maar
enkele te noemen: de talrijke vaandels en
banieren, het rijke wit-borduurwerk, de
kant, het tafelkleed voor het Studenten dis
puutgezelschap U. N. I. C. A., de nachtzak,
ontwerp en uitvoering van Zaansch stikwerk,
en de vele teekeningen, voor de meest
verscheiden doeleinden. Het. zijn alle
werken van groote beteekenis, waarvan de
uitvoering dateert in de tachtiger jaren.
Doch het atelier-tijdperk verliep, de be
stellingen verminderden. De oprichting en
aanvankelijk groote bloei van de
RijksKunstnaaldwerkschool te Amsterdam mag
er wel mede oorzaak van zijn geweest, dat
de Industrieschool haar leerplan meer ging
concentreeren op examen-onderwijs. Jaren
lang bleef zij die richting volgen, totdat
er waren allengs in den landen meer der
gelijke scholen verrezen de markt met
handwerkonderwijzeressen overvoerd was,
en het belang van degelijk vakonderwijs
ook voor meisjes meer en meer op den
voorgrond trad.
En zoo keerde de school weder op haar
eerste schreden terug, d.w.z. ze stelde atelier
opleiding, met alle vakken die daarop
uitloopen, als hoofdnummer op haar leerplan,
zonder echter als voorheen op bestelling te
werken. Aan het leerplan bleef toegevoegd
de opleiding ter verkrijging van de beide
Een der vaandels op de school ontworpen
en geborduurd voor de Vereeniging
Amstel's Verbetering"
IIIIIIIIIHIIIIIIMHIIIIIII
van sport in een ander licht gekomen, ik
zou haast zeggen op een hooger plan.
Dat sport een element is van volksopvoe
ding is zoo langzaam aan een gemeenplaats
geworden, de vraag is thans veel meer hoe
moet de sport worden beoefend, door wie
en op welke wijze bereikt men ze?
Die punten waren in hoofdzaak het onder
werp van het Congres in rapporten en con
clusies en gelukkig mogen wij zeggen dat
het niet alleen fraaie wenschen heeft geuit
voor de toekomst, maar tevens de eerste
steen heeft gelegd voor een organisatie, die
voor de verwezenlijking der denkbeelden
zal hebben te zorgen, basis ook van een
duurzame samenwerking tusschen de
watersportvereenigingen in een allen omvattende
federatie.
Zwemmen en roeien stonden in dit op
zicht vooraan en het is juist, dat allereerst
medici zijn aangezocht ter beantwoording
van de vraag of men jeugdige personen kan
leeren zwemmen en roeien en op welken
leeftijd. De vraag is in 't algemeen bevestigend
beantwoord. Dr. Merens stelt als jongste
leeftijd, waarop men een kind kan leeren
zwemmen 6 jaar, maar beveelt aan ouders
en opvoeders een nauwlettend toezien aan
pp den invloed, die de nieuwe beweging
in een onbekend element op het kind heeft.
Vooral de klasseonderwijzers kunnen, wan
neer het ooit-tot een invoering van
zwemonderricht op onze scholen komt, in dezen
groote diensten bewijzen, daar slaperigheid
op school een allereerste symptoom is van
een minder gelukkig reageeren. Wordt dat
spoedig opgemerkt, dan is 't zaak den duur
van de zwemles te bekorten en minder
dikwijls in het water te gaan.
Voor het roeien stelden Prof. Ruitinga en
Dr. Meurer als beginleeftijd den 12-jarigen.
Voor jeugdiger kinderen bestaan, om zoo
te zeggen, geen booten en het is niet aan
te nemen dat in 't algemeen jongens en
meisjes beneden 12 voldoende kunnen zwem
men om zich op 't water te wagen, doch
Prof. Ruitinga belichtte nog een speciaal
medisch bezwaar: de moeilijkheid om cor
rect te leeren roeien en de zware inspanning,
die dit van het centraal zenuwstelsel eischt.
Leert een kind verkeerd roeien dan is dat
meer slecht dan goed afgescheiden nog van
de moeite, die men later heeft om een eens
aangeleerde fout weer af te wennen.
Dat het met de verbreiding van de zwem
en roeisport nog zeer treurig gesteld is,
Mej. H. Steiner, directrice der school
handwerk acten, de apotheek, lager onder
wijs, en kartonneeren.
Dit is de huidige toestand.
Het bestuur der school en haar directrice
mej. H. Steiner zien het belang in, om het
jonge meisje van den middenstand een mid
del van bestaan te verzekeren, zij zoeken de
verwezenlijking daarvan, in de, voor het
meisje als aangewezen, atelier-vakopleiding
in kostuumnaaien, lingerievak, hoedenvak.
Waar het confectie bedrijf in onzen tijd
zulk een hooge vlucht neemt, en door tijds
omstandigheden elk land is aangewezen op
eigen krachten, daar schijnt ons een der
gelijke opvatting voor een Industrieschool
voor meisjes, de juiste toe: Alle kunst
nijverheid onderwijs, niet strikt verband
houdend met de atelier-vakken, late men
over aan andere inrichtingen van onderwijs
die een speciale, en dus op beter grond
geschoeide, opleiding in die vakken
garandeeren.
Dat de Amsterdamsche school nog niet
op volle hoogte staat daarvan zijn bestuur
en directrice zich bewust, doch zij heeft de
juiste werklijn gevonden. Een lijn echter
die ter dege hoog en in breede vertakking
moet worden opgevoerd, zal de industrie
leerling in het veeleischende en steeds
veranderlijke confectiewerk, den voorkeur
verdienen boven het burgermeisje met ge
wone opleiding L. O. doch begaafd met
goeden smaak, en vaardige handen.
Onze tijd is wars van alle dilettantisme.
Eerst bij zeer verzorgde vakopleiding krijgt
men ontwikkelde werksters en met haar,
uitstekende werkprestaties.
De industrieschool te Amsterdam moge
haar eerste roeping om het meisje prac
tisch te voeren tot uitoefening van een
beroep" getrouw blijven.
ELIS. M. ROGGE
IIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllllll
In zake Vrouwenkiesrecht
ANTWOORD VAN DR. WIJNAENDTS FRANCKEN
(Zie de Amsterdammer" van 12 en 19 Dec.)
Zeer geachte Redactrice!
Mag ik met uw goedkeuren met een enkel
woord de tegen mij aangevoerde bedenkingen
trachten te weerleggen.
Wat het artikel van Mevr. van Balen-Klaar
aangaat, zoo zou ik daartegen willen op
merken :
Ad 1. Natuurlijk zou bij de voorgestelde
kiesrechtregeling met speciale
vrouwenbleek op dit Congres: in 1913 konden van
100 nieuw ingelijfde miliciens 33 zwemmen
en hadden 0.25 wel eens iets aan roeien of
zeilen gedaan. Zoowel door degenen, die de
zwemsport een noodzakelijkheid achten voor
iedereen, die zich een harmonisch ontwik
keld mensen wil noemen als door hen, die
men speciaal aan de verdediging onzer
polderlanden denken is betoogd dat zwem
men op de scholen verplichtend moet worden
gesteld. Gewezen werd hierbij op Brussel
waar alle leerlingen der hoogere klassen
van de lagere scholen moeten leeren zwem
men, een onderneming, die de stad slechts
20,000 fr. 'sjaars kost, op Hamburg waar
eveneens het zwemmen voor de leerlingen
der Volksschool verplichtend is gesteld en
op Zweden, waar de zwemsport bizonder
in eere wordt gehouden. Al zal bij ons de
wensen van velen, dat dit onderricht ver
plichtend worde gesteld wel niet direct in
vervulling gaan, zeker zullen vele gemeente
besturen dooi de gevoerde discussiën er
voor gaan gevoelen meer voor
zwemonderricht te doen dan tot dusver. Er wordt wel
over geklaagd, dat er zoo weinig zwem
water is in sommige onzer provincies, (waar
blijkt dat de kapitein Scharroo geen ongelijk
had, toen hij zeide, dat er overal wel een
poel of poeltje te vinden is, dat met wat
moeite tot een behoorlijk zwembassin kan
worden gemaakt.) t Behoeft ook niet direct
alles even prachtig te zijn, als er maar water
is en goede instructeurs. De Directeur van
de militaire gymnastiekschooi heeft een
methode gedemonstreerd om te leeren zwem
men, die in dit opzicht zeer vermeldens
waard is, daar iedere zwemmer daardoor
te gelijk instructeur wordt en op die wijze
in een nijpend tekort kan worden voorzien.
Bij de roeisport was 't na de medische be
schouwing natuurlijk ook de vraag hoe vooral
onder de jongeren propaganda te maken.
Uit hetgeen men vertelde omtrent pogingen
door den Amsterdamschen Bond voor lichame
lijke opvoeding gedaan zou men zeggen dat
't zoo moeilijk niet moet zijn de jongens in
de booten te krijgen. De A. B. L. O. deelt
de roeiliefhebbers in 3 groepen: de Ruiter,
Evertsen en Van Galen, wel bij uitstek sug
gestieve namen, en laat van April?October
de jongens l maal per week oefenen en op
Zondag heel- of halfdaagsche tochtjes maken
op Amstel en IJ; dit is een klein begin, dat
voor uitbreiding vatbaar is. De heer Tjebbes
heeft hiervoor drie middelen aan de hand
regeling, indien daarbij slechts de evenredige
vertegenwoordiging ook werd toegepast op
de door de vrouwen uitgebrachte stemmen.
Ad 5. Hier wordt weer op de gebruike
lijke wijze gesproken over de wenschen van
de vrouwen, alsof die alle onderling vol
komen zouden overeenstemmen met die van
het Hoofdbestuur der Vereen, voor Vrouwen
kiesrecht. Het aantal vrouwen, dat bepaal
delijk in de Grondwet haar kiesrecht wenscht
te zien vastgelegd, en zelfs het aantal leden
afgevaardigden de invloed der vrouwen op
politiek gebied numeriek geringer zijn dan
dien der mannen, zonder dat daarom even
wel van eene overmatige" macht der
mannen zou mogen gesproken worden.
Want wie niet ten eenenmale verblind is,
zal moeten toestemmen dat, hoeveel
stemvee er moge gevonden worden en
hoeveel kiesgerechtigden, die wenig bekwaam
zijn tot een welgegrond politiek oordeel,
maar dan ook voor een groot deel niet van
hun kiesrecht gebruik maken, bij de
mannen, althans voorloopig, het aantal dezer
toch aamerkelijk geringer is dan dat der
politiek onmondige vrouwen. Wilde men
dus een algemeen vrouwenkiesrecht, toege
past op de keuze van alle afgevaardigden,
dan zou men daartoe eerst, meer dan tot
dusverre kon geschieden, het vrouwelijk
deel der natie moeten opvoeden, gelijk dit
trouwens ook het denkbeeld is van den
Bond voor Vrouwenkiesrecht. Indien daar
entegen thans op nmaal, zonder eenigen
overgang, aan alle vrouwen het kiesrecht
werd toebedeeld voor alle kamerzetels, dan
zou het te voorzien zijn dat de overgroote
meerderheid van haar, die haar stem gingen
uitbrengen, dit bij gebrek aan eigen oordeel
zouden doen op advies van een kleine
groep van ijverende en propagandeerende
ultra-feministen, die daarmede een over
wegenden, onevenredigen en allerminst
gewenschten invloed bij de stembus zouden
verkrijgen, aangezien hier slechts n soort
van belangen bij de keuze der candidaten
zou voorzitten, terwijl bij de mannen die
keuze door een veel grooter aantal ver
schillende factoren zou beheerscht worden.
Ad 2. Theoretisch is het zeker zeer ge
makkelijk te beweren, dat de haar stem
uitbrengende vrouwen niet in de eerste plaats
zouden uitzien naar vertegenwoordigers
harer specifieke belangen; maar in de prak
tijk zou het daar toch op neerkomen, evenals
bij alle andere gemeenschapsgroepen.
Waarom anders trouwens zouden de
kiesrechtvrouwen het stembillet zoo vurig
begeeren? Nog slechts enkele dagen geleden
maakte de voorzitster van de Vereeniging
voor Vrouwenkiesrecht er in een artikel
bezwaar tegen, dat ooit een vrouwelijke
afgevaardigde zou worden gekozen door
mannen, omdat dan zoo'n vrouw niet de
vrouwen maar een deel der mannen ver
tegenwoordigt", aangezien een volksver
tegenwoordiger in de eerste plaats voor de
belangen van zijn kiezers heeft te zorgen",
zoodat zoo'n vrouwelijke afgevaardigde
herhaaldelijk genoodzaakt zal kunnen worden
dit te doen ten koste van de belangen der
vrouwen." Mij dunkt, duidelijker kan wel niet
erkend worden, dat er specifieke
vrouwenbelangen zijn, welke men wil behartigd zien
door middel van afgevaardigden, die vór
alles de inzichten der vrouwen vertegen
woordigen. Maar juist daarom ware het in
't geheel niet dwaas, deze afgevaardigden
enkel en alleen door de gezamenlijke vrouwen
te doen aanwijzen: de zuiverste keuze kon
dan gedaan worden, zonder dat men tege
lijkertijd rekening behoefde te houden met
andere belangen. Ook voor andere maat
schappelijke groepen ware zulk een zelfkeuze
misschien niet ongewenscht; maar aangezien
die groepen minder omvangrijk zijn, minder
scherp te omlijnen enz., zou die daar veel
moeielijker zijn door te voeren.
Ad 3. Zie boven bij 1.
Ad 4. Het hoofddoel van het stelsel van
evenredige vertegenwoordiging is geenszins
daarin gelegen, dat men wil voorkomen dat
bijzondere belangen van een deel der kiezers
worden behartigd, maar wél daarin, dat men
ook de minderheden in stemmenaantal tot
haar recht wil doen komen. Welnu, dit doel
zou ook ten opzichte van de vrouwen
begedaan. De Directeur van de Zeevaartschool
in 't Zeemanshuis is een ingenieus man, die
niet gauw spreekt van niet kunnen". Zijn
waterkamp is een sportief evenement ge
weest, hij heeft thans het Congres verblijd
met een plan tot oprichting van een
vereeniging of maatschappij, die zich ten doel
stelt de bevordering van de roei- en
zeilsport onder jongeren door aan scholen,
vereenigingen voor lichamelijke ontwikkeling
en andere soortgelijke organisaties roei- en
zeilmateriaal ter beschikking te stellen en
tevens te zorgen voor een voldoend aantal
instructeurs. Natuurlijk geen kostbaar en
gecompliceerd materiaal, maar stevige boo
ten, waarin zoowel geroeid als gezeild kan
worden en van verschillend type naarmate
de vorderingen der leerlingen. Hij heeft zelfs
reeds een geschikte plaats gevonden, waar
de Amsterdamsche Vereeniging haar tenten
zou kunnen opslaan: de vrij gekomen ter
reinen van de marinewerf aan het Oosterdok
leenen zich wonderwel tot het bergen van
vaartuigen en de bouw van een eenvoudig
schuitenhuis.
Nog andere middelen zijn genoemd tot
populariseering van het roeien onder jong en
oud: stijlwedstrijden, tochten in den geest
van de vijf provinciëntoer, waterspelen,
waterkampen, schoolroeiclubs in den geest
van die op de Engelsche kostscholen, uit
gave van een watersport orgaan, watersport
jaarboek. Evenals 'in alle takken van sport
is 't ook hier de roep om instructeurs. Wil
men de jongeren bereiken dan moeten er
menschen zijn, die de roeikunst verstaan en
willen doceeren. Verblijdend was de ver
klaring van de zijde der
gymnastiekonderwijzers, dat een beroep op hun medewerking
niet vergeefs zou zijn.
Zeilen heeft voor de physieke ontwikke
ling natuurlijk geen groote beteekenis, maar
des te meer voor de geestelijke: het geeft
zelfvertrouwen en handigheid op 't water.
Vandaar nu het zoeken naar een klein niet
al te kostbaar type jachten ook in dit op
zicht met vreugde mag worden begroet.
Het Congres was bijeengeroepen op initiatief
van de zeilvereeniging Sneek omdat er door
den bouw van groote racejachten een klove
tusschen Friesland en Holland was ontstaan,
daar die groote vaartuigen in Friesland niet
kunnen varen. Vandaar een zoeken naar een
scherp jacht, dat ook voor onze noordelijke
provincies geschikt is en een poging van
die zijde om onze oud-vaderlandsche
platreikt worden bij de door mij voorgestelde
van vrouwenkiesrechtvereenigingen is per
slot van rekening zeer klein in verhouding
tot het totale aantal vrouwelijke kiezers, die
bij een algemeen kiesrecht der vrouw plot
seling zouden geschapen worden. Het gaat
dus niet aan steeds maar eigen wenschen
en inzichten te generaliseeren, als waren zij
die van alle vrouwen in den lande.
Wat het artikel van mevr. van Eeghen
Boissevain betreft, hierin wordt opgemerkt
dat de Bond voor Vrouwenkiesrecht bovenal
beoogt de samenwerking van man en vrouw
in zaken van algemeen belang. Dit streven
nu is zeker prachtig; maar het is toch wel
wat al te idealistisch het voor te stellen,
alsof een dergelijke eendrachtige samen
werking zich alreede dadelijk zou open
baren bij de stembus. Ik herhaal wat ik
reeds boven zelde: hadden de vrouwen geen
eigen wenschen ten opzichte van landsbe
stuur en wetgeving en daarmede ten opzichte
van de te kiezen afgevaardigden, dan zou
er waarlijk geen reden bestaan het kiesrecht
zoozeer te begeeren.
Vervolgens merkt mevr. v. E.?B. op, dat
juist het inzicht der vrouw in de raadzalen
dient gehoord te worden. Maar juist dit
werd beoogd door mijn voorstel; en dit doel
zou juist bereikt worden, indien de vrouwen
hare eigen afgevaardigden bezaten, die dan
natuurlijk een veel grootere kans, om niet
te zeggen zekerheid hadden van te behooren
tot de vrouwelijke sekse, nu ook het passief
kiesrecht in 't vooruitzicht is gesteld.
Voor de kwestie eindelijk van het al dan
niet bestaan van specifiek vrouwelijke be
langen, kan ik verwijzen naar het reeds
boven sub 2 naar aanleiding van het artikel
van mevr. van Balen?Klaar aangevoerde.
De redactrice van deze rubriek mej. Elis.
M. Rogge ten slotte is van meening dat,
aangezien de psyche der vrouw zoo geheel
verschillend is van die van den man, de
vrouw niet door den man kan worden ver
tegenwoordigd. Deze meening kan ik vol
komen onderschrijven: en juist daarom ver
wijs ik haar naar wat ik zooeven aan het
adres van mevr. van Eeghen?Boissevain
opmerkte, dat juist door een afzonderlijke
zelfkeuze der vrouwelijke kiezers zou gewaar
borgd worden dat de specifiek vrouwelijke
zienswijze aangaande maatschappelijke vraag
stukken in de raadzalen der volksvertegen
woordiging niet zou ontbreken.
U dankzeggende voor de verleende plaats
ruimte
Hoogachtend
WIJNAENDTS FRANCKEN
Wij sluiten thans de bespreking over dit
onderwerp. Eén ingezonden stukje wacht
echter nog op plaatsing. E. M. R.
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllUIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIimill
H. MEIJER
KONINGSPLEIN
AMSTERDAM
Maandag 3 Januari a. s.
begint de
Winteropruiming
in alle afdeelingen
iiiiiiuMimiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiMiiiiiiiii
bodemvaartuigen: boeiers, tjotters, schou
wen meer ingang te doen vinden en beter
te omschrijven: immers voor zeilen is wed
strijden een levensbelang en wedstrijden in
ongelijkwaardige vaartuigen met voorgiften
en tijdvergoedingen zijn geen serieuse sport.
De heer Ernst Crone heeft zich bizonder
verdienstelijk gemaakt door met de heeren
Galle en Tjebbes een plan te ontwerpen
voor een cursus van jachtzeilers, waarbij
hun in een SOtal lessen al datgene zal wor
den geleerd wat het genoegen van het zeilen
kan verhoogen door meerdere kennis van
navigatie, compas, koersbepaling meterologie
enz. De mededeeling kon daarbij worden
gedaan dat reeds in Januari 1916 in het Zee
manshuis in Amsterdam een dergelijke cursus
zal worden geopend. Groot was de belang
stelling in de belastingontwerpen van den
minister van finantiën, die de pleziervaar
tuigen tot een object wil maken taillable
et corvéable a merci. In Friesland waar bijna
iedereen een tjottertje heeft kan men dat
bezit nauwelijks voor een luxe houden en
het treft wel eigenaardig, dat men vanwege
het ministerie van oorlog bezig is een motor
bootcorps op te richten en dus de motor
bootsport wil bevorderen en de minister
van financiën juist die tak van de water
sport zeer zwaar bedreigt, zoodat vele motor
booteigenaars nu reeds de afschaffing van
hun vaartuigen overwegen. Hopen wij dat
de drang van het Congres uitgegaan om het
ontwerp in dit opzicht te herzien succes
moge hebben! De hoofdzaak van een Congres
zijn de fuifen is wel eens gezegd Dat geldt
ook hier in zekeren zin: de tafelrede van
onzen opperbevelhebber van Leger en Vloot
in vaderlandslievende bewoordingen, die
met een [spontaan! Wien Nederlandsen Bloed
door de circa 200 gasten werden beant
woord was een erkenning, van de sport als
een factor van verheffing der volkskracht.
De sport brengt ons prachtig op weg om
een krachtig en fier volk te worden. Uit
breiding en ontwikkeling van sport is
noodigtot verheffing van ons volksbestaan tevens
tot verheffing van ons nationaal bewustzijn.
Dat waren de woorden van den generaal
Snijders. Een krachtiger aansporing voor de
watersporters om hun ideeën te propageeren
is niet denkbaar!
FRISO
w w