Historisch Archief 1877-1940
12
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
9 Jan. '16. No. 2011
? i if
?'Y
7
De Rijkspostspaarbank in 1914
Het verslag der Rijkspostspaarbank over
1914 is bij de Staatscourant van 31 Decem
ber jl. verzonden en dus juist een vol jaar na
bet eindigen van het verslagjaar verschenen.
Over 1913 verscheen het verslag in Octóber
1914, dus thans ruim twee maanden later.
Ofschoon erkend moet worden, dat de uit
werking van de vele statistieken, diébij het
verslag gevoegd zijn, veel tijd vordert, is
het toch niet recht duidelijk, waarom bet
zoolang moet duren, voordat de uitkomsten
bekend gemaakt worden van eene
admi? nistratie, die in haar wezen zeer eenvoudig
is. Bedenkt men, dat de meeste groote
banken, en zelfs de Nederlahdsche Bank
met haar niet minder uitvoerig verslag en
statistische tabellen reeds binnen twee maan
den na het sluiten van het boekjaar gereed
zfln, dan ziet men hierin weder een staaltje
wm de langzame werking eener
staatsmachine. ,-,
Wat het verslag der Rijkspostspaarbank
over 1914 vooral belangrijk maakt, is het
geen daarin voorkomt over den invloed, die
de gebeurtenissen van Augustus 1914 op
deze instelling gehad hebbm. En al komt
het wel een beetje heel erg als mosterd na
den maaltijd, is het niet van belang ontbloot
dit in het kort te bespreken.
In de laatste dagen van Juli en de eerste
dagen vto Augustus" zoo wordt in het
verslag vermeld had er een bepaalde
stormloop op de postkantoren, vooral op
die der grootere gemeenten, plaats De
eerste stroom van aanvragen kwam in op
29 Juli en gedurende de daarop onmiddellijk
volgende dagen nam de hoeveelheid steeds
toe om haar hoogtepunt te bereiken op
l Augustus." Daarna nam het geleidelijk af
en reeds in het einde van de eerste week
van Augustus werd weder het in normale
tflden inkomende cijfer nml. f 180.000
bereikt en bleef zelfs daaronder.
Dit blijki uit de volgende cijfers:
Aantal D?.
aanvragen.
Bedra829 Juli 1.408 f 362.265
30 2.871 1.035.187
31 6.874 2.585202
l Augustus 13.771 4.821.379
3 H.228 3.718.405
4 1.607 514.758
5 1777 517.950
6 1.289 335884
7 696 175.613
8 506 131,519
10 665 153.885
11 1.040 363.653
12 1.157 347.075
13 1.051 300.739
14 613 170.305
15 586 194.176
17 573- 152.452
18 446 93.110
De betrekkelijk kleine vermeerdering der
aanvragen op 11, 12 en 13 Augustus was aan
eene bizondere omstandigheid toe te schrij
ven, die buiten verdere bespreking kan
blijven. Wat in het verslag niet gememo
reerd wordt, maar wat mij in deze cijfers
bizonder trof, is dat wat het aantal aanvra
gen betreft bezwaarlijk van een stormloop
mag gesproken worden. Op den druksten
dag, n.m.l. op l Augustus, kwamen er 13.771
aanvragen in, of over de 1549 kantoren
'verdeeld dooreen" genomen nog geen 9 per
kantoor en let men er verder op, dat er
die ziekeiyk, zwak en zenuwachtig zijn. Verscha
in den besten en zuiversten vorm de elementen, noodig voor
i goede, harmonische-ontwikkeling van lichaam en geest.
|anatogep wekt den eetlust op en maakt sterk, gezond en opgewassen
tegen de zware eischen, welke groeiperiode en school aan lichaam en
zenuwen stellen.
20.000 Professoren en Artsen
bevestigen schriftelijk de uitnemende'resultaten met Sanatogen bereikt bjj
kinderen en volwassenen. De hoogste onderscheiding werd aan Sanatogen;,
toegekend op de Hygiëne-tentoonstelling te Dresden in 1911 en het Medischf '
Wereldcongres te Londen in 1913.
Vraagt toezending van brochures bij het Gen.
Agentschap, Sarphatistraat 34, Amsterdam.
Sanatogen is in alle apotheken en drogisterijen
verkrijgbaar in verpakkingen vanaf . . f t.?.
Sanatogen is het beste versterkingsmiddel.
Het wekt den eetlust op en doet zwakken en
herstellenden in groei en kracht toenemen."
. Dr. .J. C. VAN ES te Leiden.
Bij zwakke kinderen is Sanatogen,mij een'
der sterkste hulpmiddelen .om de kleinen erj
weer bovenop te krijgen." \
Dr. J. DAMSTÉ, Apeldoorn.'!
iiiiiiiiiimiiiiMmimiiimimmiiiiiiimmiiimiimiiiimmi
1.671.000 boekjes in omloop zijn, dan be
droeg het aantal opvragingen op dien fatalen
Zaterdag van de mobilisatie nog niet ten
volle een percent van het aantal inleggers.
Anders is het echter, wanneer men op de
bedragen let. Bij een totaal tegoed van 184
millioen werd op dien l sten Augustus voor
een bedrag van f4.821.379 opgevraagd of
ruim 2H pCt. en in de vijf dagen van 29
Juli tot 3 Augustus ruim 12V»millioen of
bijna 71/»pCt. van het totaal tegoed. Hoog
als dit cijfer lijkt, is het toch niet zoo be
langrijk, dat men recht heeft van een stormloop
te gewagen. Wat er echter wel uit blijkt,
is dat de zoogenaamde paniek zeker niet
de groote massa van inleggers bij de Rijks
postspaarbank om het hart geslagen is,
maar gezocht moet worden bij de inleggers
van grootere bedragen. Immers terwijl het
gemiddeld tegoed per boekje ca. f 110
is, bedroegen de opvragingen op 30 Juli,
31 Juli en l Augustus gemiddeld respec
tievelijk f360, f380 en f350 per aanvrage.
Uit deze cijfers volgt ten duidelijkste, dat de
zoogenaamde run" op de spaarbank, waar
van men in ? die dagen zooveel hoorde
spreken, niet zoo belangrijk was en voor
zooverre hij bestond hoofdzakelijk moet
gezocht worden bij de houders van hoogere
inlagen. Trouwens bij den run" op de
Rotterdamsche Spaarbank van eenige jaren
geleden werd hetzelfde verschijnsel waar
genomen.
Als 't kindje binnen komt
(Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaanj
1916
Vergeleken met de onttrekkingen bij de
groote particuliere banken in die dagen,
verdwijnen die bij de Rijkspostshaarbank in
het niet. Immers, zpoals bij de bespreking
der verslagen van die instellingen over 1914
in het nummer van 16 Mei j.l is aangetoond,
verminderden bij de Amsterdamsche, Rot
terdamsche, Twentsche en Incasso-Bank in
die vijf dagen de deposito's met bijna
50 pet. Gevraagd mag daarom worden of
de beheerders van onze grootste
depositobank in die dagen niet eene al te groote
zenuwachtigheid aan den dag gelegd hebben
en of die zenuwachtigheid niet verklaarbaar
is uit de omstandigheid, dat deze instelling
met ruim 180 millioen deposito's zonder
eene behoorlijke kasreserve werkt? Reeds
herhaaldelijk heb ik op dat euvel de aan
dacht gevestigd en ook het thans verschenen
verslag versterkt mij in mijne meening, dat
de Rijkspostspaarbank in die dagen den
aandrang naar opvragingen met grootere
kalmte had kunnen tegemoet zien, indien
zij op eene kasreserve van 5 a 10 pet. harer
inlagen had kunnen steunen.
Wat nu de overige cijfers van het verslag
aangaat, kan ik kort zijn. Ondanks de ont
trekkingen van f!2Vz millioen in de boven
bedoelde dagen, overtroffen de terugbe
talingen de inlagen voor het geheele jaar
met nog niet ten voile vier millioen en
steeg, dank zij de goedgeschreven rente,
het totaal tegoed der inleggers nog met
bijna acht ton. De bedrijfswinst bedroeg
f2.168.552 of bijna IJi pet. van het totaal der
inlagen, een gevolg van de omstandigheid,
dat, terwijl de Rijkspostspaarbank 3.97 pet. op
hare beleningen kweekte, zij aan de inleggers
slechts 2.64 pet. behoeft te vergoeden. In
mindering van deze bedrijfswinst komen
echter de bedrijfsonkosten ad ca. negen ton,
zoodat het bedrijf per caldo eene zuivere
winst van ongeveer een en een kwart mil
lioen opleverde. Daartegenover staat echter,
dat tengevolge der koersdaling der beleg
gingen daarop f 11.265.114 moest worden
afgeschreven. Dit bedrag, gevoeed bij het
verlies van voorgaande jaren, brengt het
totaal verlies saldo op f 21.415.045 of 133
pCt. der gezamentlijke beleggingen. Be
langrijk als dit cijfer schijnt, is het nog
matig, wanneer men in aanmerking de zeer
aanzienlijke depreciatie van den koers der
eerste klasse beleggingswaarden in de laatste
20 jaren. Bovendien doet het niets af aan
de zekerheid der inlagen, daar de Staat der
Nederlanden ten volle aansprakelijk blijft
voor het te goed. Opgemerkt moet ook
worden, dat de Rijkspostspaarbank bij de
taxatie van haar bezit aan den veiligen
kant is gebleven en o.a. haar 2'/s pCts. op
58 pCt. heeft aangenomen. Ook mag er op
gewezen worden, dat indien eenerzijds een
koersherstel harer beleggingen in de eerst
komende jaren mocht uitblijven, anderzijds
het netto-rendement dier beleggingen en
dientengevolge de bedrijfswinst niet onbe
langrijk zal stijgen.
De uitvoerige statistieken, die bij het ver
slag gevoegd zijn, geven o.a. aanleiding tot
de volgende opmerkingen. Zooals te ver
wachten was, zijn de inlagen het grootst in
de dichtst bevolkte provinciën. Bovenaan
staat Zuid-Ho'.land met een saldo te goed
van ruim 42% millioen, dan volgen
NoordHolland met 39V2 millioen, Noord-Brabant
met 24% millioen en het laatste komt
Drenthe met f 2.750.000. Toch is het gemid
delde saldo per 1000 zielen in deze kleine
provincie nog iets hooger dan in de wel
varende provincie Groningen, waar het slechts
f14.408 bedraagt, tegen f14617 in Drenthe.
Trouwens verdient het opmerking, dat de
drie noordelijkste provinciën van ons land
tot de slechtste, de zuidelijkste
(NoordBrabant, Zeeland, Limburg en Gelderland)
tot de beste klanten van de Rijkspostspaar
bank behooren. Naar volgorde van het ge
middeld te goed per 1000 zielen gerang
schikt, vindt men:
Friesland met f 20.030
Drenthe 14.617
Groningen"! 14.408
Waaraan het toe te schrijven is dat de
zeer welvarende provincie Groningen in
verhouding tot hare bevolking een zoo be
langrijk kleiuer gebruik maakt van de dien
sten der Rijkspostspaarbank dan het veel
minder welvarende Noord-Brabant, is mij
niet bekend. Is het misschien tr>e te schrijven
aan een meer ontwikkeld particulier spaar
bankwezen in de Noordelijke provinciën?
Het zoude wel interessant zijn van tot beoor
deeling meer bevoegden daaromtrent eenige
inlichting te verkrijgen In elk geval blijkt
uit deze cijfers, dat het te goed bij de Rijks
postspaarbank in het algemeen genomen
niet als maatstaf van de welvaart kan dienen
en dat andere factoren daarop van meer
invloed moeten zijn.
Ten slotte eenige cijfers batrekking heb
bende op de groei der instelling sedert haar
oprichting in 1881. Het aantal in omloop
zijnde spaarbankboekjes is van 22831 in
het eerste jaar tot 1.671.498 in 1914 geklom
men ; het saldo tegoed van f 858.622 op 31
December 1881 tot f 184.585.445 op 31 Dec.
1914, waarbij dient opgemerkt te worden,
dat het een steeds klimmende reeks aan
toont. Wel was de groei het eene jaar grooter
dan het andere, maar nog altijd is het tegoed
elk jaar iets toegenomen; de relatief sterkste
toename is, zooals van zelf spreekt, in de
eerste jaren waar te nemen, de absoluut
sterkste toename was in 1904, toen het saldo
tegoed met bijna f 10 millioen geklommen is.
J, D. SANTILHANO
mum ........ i ciu
Noord-Brabant
Zeeland
Noord-Holland
Utrecht
Overijssel
Limburg
Gelderland
Zuid-Holland
met f 36.430
, ,34.423
32.890
. -32.478
31.001
30.821
29.379
. 27.712
VRAGENRUBRIEK
voor
Algemeene Wetenswaardigheden
Men gelieve de vragen voor deze rubriek in te
zenden aan het Redactiebureau, met op den omslag
het moito Leekenspiegel", en onder opgave van
naam en adres (die als vertrouwelijk zullen worden
beschouwd.)
H. T. de L. Bestaat er ook een werk (liefst
met illustraties) over de bedrijfskunst, d. w z.
gravures, zilver- en goudsmeedkunst, koper
slagen uit de 17e of 18e eeuw.
Werken hierover zijn:
Pit, Het goud- en zilverwerk in het
Nederlandsch museum voor geschiedenis en
kunst te Amsterdam 1901. Folio, met 51
platen f 25.
Antiek Nederlandsch goud- en
zilversmidswerk. 16 cartons met fotografiën van 34
smeedwerken. 1902. f 40.
Klein, Die verschiedene Techniken zur
Bearbeitung von Gold und Silber als
Handarbeit und Fabrikation. Mit 126 Abb. 1909.
f2.60
Rosenberg, Studiën ueber
Goldschmiedekunst in der Sammlung Figdor. Mit 147
Fig. 1911. f7.80
Frankenberger, Die Alt-Münchener
Goldschmiede und ihre Kunst. Mit 132 Abb.
1912. f 14.30, geb. f 1560
F. J. P. H. te d. H. Houdt het
ServischGrieksche verdrag ook de verplichting in
voor Griekenland om hulptroepen van Servië
door te laten?
De tekst van dit verdrag is, voor zoover
ons bekend, tot heden in geen enkel
binnenof buitenlandsch blad of tijdschrift openbaar
gemaakt. Ook op de consulaten van de be
treffende landen kon men ons hierover geen
inlichtingen verschaffen. Misschien zouden
die te krijgen zijn bij de gezanten van die
landen te Londen, die tevens geaccrediteerd
zijn bij ons Hof.
Hospitaalsoldaten
Naar aanleiding van 'tgeen MilitaireDokter"
schreef in uw laatste November-nummerover
Hospitaalsoldaten" het volgende:
't Is wel gebleken dat de verpleging van
de zieke en gewonde soldaten veel te
wenschen overlaat, omdat de voor dit werk
aangewezenen niet voor hun taak zijn
berekend.
Eigenaardig is het, dat dit algemeen be
kende feit bij verschillende Superieuren niet
leidt tot verbetering van deze toestanden.
't Schijnt, dat de Minister van Oorlog de
toestanden bij den Militairen Geneeskundigen
Dienst nog al bevredigend acht. De Ned.
Verplegers-Vakvereeniging zond aan Zijne
Excellentie een adres waarin verzocht werd
de vele gediplomeerde verplegers, die bij
het actieve leger zijn ingedeeld, werkzaam
te stellen in de Hospitalen. Tevens werd
verzocht die verplegers dan een rang te
verleenen, opdat zij niet onder de bevelen
zouden komen te staan van Hospitaalsol
daten die r iet het minste begrip hebben
van verpleging. De Ned. Verplegers-Vakver
eeniging meende, dat de gediplomeerde
verplegers nuttiger werkzaamheden konden
verrichten bij den Geneeskundigen Dienst,
dan als gewoon soldaat bij het leger.
De Minister van Oorlog beschikte afwij
zend op bovengenoemd adres. Ons werd
medegedeeld, dat ieder Verpleger afzon
derlijk een verzoek om overplaatsing naar
den Geneeskundigen Dienst kon doen.
Een rang werd niet verleend. Enkelen deden
dit verzoek en een der Verplegers had o.a.
het voorrecht in Amsterdam, in het Militair
Hospitaal geplaatst te worden. Toen hij daar
aankwam werd hem toegevoegd door den
Zieken-Opzichter, oftewel Hoofd verpleger:
(iemand die misschien nooit eenige oplei
ding heeft gehad als verp'eger). Denk niet,
dat gij hier komt om te verplegen." Die
Hoofdverpleger heeft woord gehouden.
't Bleek dien verpleger, dat van een vrucht
bare samenwerking tot heil der lijdende
soldaten geen sprake kon zijn en hij zag
zich ten slotte genoodzaakt weer over
plaatsing te vragen naar zijn korps.
Dediplomeerde Verplegers die zoo nuttig
werkzaam konden zijn in de hospitalen
worden daaruit geweerd en de verpleging
van onze zieke en gewonde soldaten wordt
overgelaten aan menschen, die niet het
minste begrip hebben van verpleging.
Indien het kwam te gebeuren, dat ook
ons land in den krijg werd betrokken, dan
zijn onze gewonde soldaten straks overge
leverd aan onbekwame verzorgers, terwijl
geschoold personeel was te verkrijgen!
e
J. MEISNER
Une Page d'Amour
Hooggeachte Redactie!
Het slot van Une page d'Amour" door
Johan de Meester in uw weekblad: Voor
vele menschen van mijn generatie... is
het woord uit Frankrijk het woord geweest
Waarschijnlijk is het dat niet meer voor u",
geeft mij aanleiding tot een opheldering die
wellicht meerderen zal int»resseeren. De
bibliotheek der Studenten Sociëteit te Delft,
vooral tijdens de laatste generatie ontstaan,
telt nog steeds de volgende verhouding van
litteraire werken: Fransen ± 1500, Neder
landsch + 1200, Engelsen ± 550, Duitsch
± 450. Met dank voor 't plaatsen van deze
verdediging van den smaak onzer generatie
verblijf ik,
Uw dienstwillige
P. J. WILLEKES MACDONALD
Oud-Bibliothecaris
De opheldering" van den heer Willekes
Macdonald is mij een zeer blijde verrassing.
En niet minder zijn woordje verdediging."
R o 11. 4/1.
J. D. MEESTER