Historisch Archief 1877-1940
l X,'. l?'
J * ft. J. A l A.1 .-« l L*. M *
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
9 Jan; '16. No. 2011
l'
i:
fel
t
6*
l'
I;
r
den, bij zijn bezoek aan Qlasgow en andere
plaatsen in het Clydedistrict, hoe slecht de
arbeiders zich nog kunnen schikken ia de
dwangmaatregelen voor den arbeid; hoe
moeilijk zij het kunnen verduwen, dat de
macht der vakvereenlgingen tijdelijk Is ge
fnuikt; hoe zij het vooral als onrecht ge
voelen, dat men van hen groote offers heeft
geeischt, terwijl de munnie-aanmaak aan
tal van fabrikanten groote winsten oplevert.
Maar ondanks de bestrijding, die haar
zeker wacht, zal de dienstplichtwet niet
worden verworpen, vooral niet nu zij wordt
voorgesteld door een coalitie-kabinet, waar
van Asquith de premier is: alleen blijft het
nog altijd mogelijk, dat het voorbeeld van
Simon door nog enkele andere ministers zal
worden gevolgd; van Mac Kenna en
Runciman is het nog niet geheel zeker, dat zij
ten slotte in de wet hebben berust.
In Duitschland zal men nu wel weer zeg
gen, dat Engeland een voetval moet doen
voor het militarisme, dat het zoozeer ver
foeit en daarmede opnieuw toonen, dat
men er nog altijd geen begrip van heeft,
wat de andere volken bedoelen, als zij van
het Duitsche militarisme spreken.
Wat vele Duitschers k kwalijk zullen
kunnen begrijpen, is dit: hoe het ter wereld
mogelijk is, dat Engeland het land van
de omsingelingspomlek," het land, dat
jarenlang den oorlog tegen Duitschland heeft
voorbereid eerst tijdens dien oorlog zijn
mualtie-aaonaak heeft georganiseerd en zijn
tolk weerbaar heeft gemaakt l Maar de van
hooger hand uitgegeven leus, dat op En
geland de schuld van dezen oorlog rust,
vindt gelukkig ook in Duitschland niet meer
algemeen geloof. Het is althans een verblij
dend teeken, dat in het voornaamste weten
schappelijk tijdschrift van de Duitsche his
torici, in de Historische Zeüschrift, een
uitvoerig artikel over de diplomatische
voorgeschiedenis van dezen oorlog is ver
schenen, waarin de oprechte bedoeling van
Slr Edward Grey om, na het ontstaan van
het conflict tusschen Oostenrijk en Servië,
den Europeeschen vrede te bewaren, niet
wordt betwijfeld.
5 Jan. 1916
G. W. KÉRNKAMP
nniuiHiiniiiii
DE SOCIALE VERZEKERING
i
Het is alweer mis met de sociale verze
keringswetten! De Regeering heeft bij het
algemeen debat over de Staatsbegrooting te
kennen gegeven, in te zien dat er van be
handeling van de ontwerpen-Treub in deze
wetgevende periode niet meer zal kunnen
komen.
Zooals de heer Kuyper, zooals de hfcer
Veegens, zooals de heer Talma bij zijn op
treden als minister de stellige hoop heeft
gekoesterd de verzekering tot stand te mogen
brengen zoo ook de heer Treub; doch
het is hem vergaan gelijk zijn voorgangers.
Ook hij zal, althans als minister, zijn plannen
in deze niet tot werkelijkheid zien komen.
Tenzij hij zijn Ouderdomswet n zijn be
lastingwetten n, met het kabinet, de ver
kiezingen van '17 n de nieuwe verkiezingen
na het tot standkomen der grondwetsher
ziening overleeft, zal hij moeten afwachten
wat andere handen, die van zijn opvolger,
van zijn werk zullen maken. En wat dat
beteekenen kao, heeft de heer Treub zijn
voorganger wel doen gevoelen. Deze, de
heer Talma, kon meenen dat hij er was,
wijl hij toch zijn ontwerpen door beide
Kamers heen tot in het Staatsblad had
geleid. Maar nochtans zou hem dra blijken,
slechts een verzekering op papier tot stand
te hebben gebracht van niet meerdere waarde
dan sedert 2 Augustus 1914 aan eenig
vodje papier" mag worden toegekend.
Dit bedenkende komt een gevoel van
groote waardeering op voor minister Lely,
die 15 jaar geleden, beseffende dat Ie
melllear est l'enneml du bien, onder den drang
der omstandigheden de door hem zelf als
de betere geoordeelde ongevallenverzekering
liet varen om toch maar een k nog
goede ongevallenverzekering tot stand
te kunnen zien komen. Een daad van zelf
verloochening en staatmanswijsheid, waar
van de arbeidersklasse nu reeds 12'.
jaar de onmiskenbare zegeningen heeft on
dervonden. Gerust kan men, het boven
genoemde lot der ontwerpen van zijn op
volgers overwegende, zeggen dat als Lely
na de verwerping door de Eerste Kamer van
zijn eerste ongevallenwet was heengegaan,
thans nog geen ongevallenverzekering in
werking zou zijn.
Nu de heer Treub de herziening der
wetten-Tal ma zoo verrassend, zoo ontstel
lend snel en degelijk in nieuwe wetsont
werpen heeft weten te volbrengen, kan hem
niet meer met recht het verwijt treffen, die
herziening te hebben ondernomen in plaats
van aanstonds na zijn optreden als minister
zich tot uitvoering van de aangenomen wet
ten, waarmee hij zich nu eenmaal zo'o slecht
kon vereenigen, te zetten. Erkend dient te
worden dat deze, hier en daar van bepaald
ingenieuse vondsten getuigende,
herzieningsarbeid in velerlei opzicht groote en oogen
schijnlijk toch goed uitvoerbare vereenvou
diging en voor de arbeiders tastbare ook
door den heer Talma wel gewenschte
aanvulling en verbetering medebrengt; al
gaat ook de voorgestelde bestuursorganisatie
waarop ik straks terugkom *) euvel
aan dezelfde kwaal, die de onder voorzitter
schap van den heer Treub door de Staats
commissie voorgestelde en gedeeltelijk reeds
in het leven geroepen organisatie tegen de
werkloosheid kenmerkt: een oververzadiging
met organen en besturen, bedoeld om ge
organiseerd samen te werken", wat echter
neerkomt op elkaar in de wielen rijden
omdat voor elk niet een voldoend eigen
werkterrein beschikbaar is. Waar evenwel
van dit alles voorloopig in jaren
dus toch niets komen zal, rijst de vraag of
het, indachtig aan de ongevallenwet, maar
niet zaak is. vast in te voeren wat daarvoor
gereed is, dan wel of de niet-invoering der
wetten-Talma gerechtvaardigd blijft. Van
het standpunt van den minister Treub en
van allen, ,die zijn complex wetten gaarne
te eeniger tijd zouden zien tot stand komen,
moet men op de laatste vraag bevestigend
antwoorden, indien en voor zoover vast
staat dat invoering der wetten-Talma een
latere invoering der ontwerpen-Treub ten
eenenmale uitsluit.
Met de Invaliditeitswet is dat nu zeker
het geval. Van de verplichte
ouderdoms
*) Kringfondscommissies; kringbesturen;
raden van toezicht op id.; districtsfonds
commissies; districtsbesturen;
Rijksverzekeringsbank; raad van toezicht op id.
iiliiitiiiiiliiiiiiiiiiiitiitiiiiiiiiiiiniiiiiiiiimi
iiiiiiiimiiJiiMHHmmiiiHiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiii
ONZE AMBULANCE-TREIN"
Holland, handel niet lichtvaardig
Het gevaar is nog nabij.
Zorg voor uwe Hoogste Rechten
Zorg voor uwe Monarchij.
Laat ons denken aan de toekomst,
Laat ons klaar voor alles zijn,
Holland open uwe beurzen
voor een Ambulance-trein.
Want al wenschen wij ook vurig
Dat de oorlog ons vermijdt,
Dat ons Land behoed zal blijven
Voor dien vreeselijken strijd,
Laat ons toch voorzichtig wezen
Dat geen laksche daad zich wreekt;
Dat wanneer we moeten strijden,
Den gewonden niets ontbreekt.
Help voor uwe vrijheid waken
Voor de eer van Holland's huis.
Help den Prins bij zijne zorgen,
Offer voor het Roode Kruis.
verzekering, eenmaal ingevoerd, komt men
niet weer af. En overigens is, afgezien nog
van de technische onmogelijkheid van in
voering dier wet binnen den daarvoor ge
stelden termijn, de invoering van staats
pensioen voor een ministerie dat zich op
den bij de stembus van '13 uitgesproken
volkswil baseert, gelijk de minister terecht
opmerkt, politieke noodzakelijkheid.
Met de Ziektewet slaat de zaak echter
geheel anders. Politieke noodzakelijkheid
tot niet-invoering bestaat hier niet; integen
deel, deze wet is ook met medewerking van
een deel der tegenwoordige
regeeringsAalmoezeniersweeshuis en
Inrichting voor Stadsbestedelingen
door W. F. VAN VOORST
IV Vondelingen
Er is een tijd geweest, waarin dagelijks
in Amsterdam kinderen gevonden werden;
In de laatste jaren echter is er geen opgenomen.
Wanneer men eene grafische voorstelling
maakt van de aantallen vondelingen, dan
ziet men de lijn stijgen in oorlogstijden en
ook nog eenigen tijd daarna. In tijden van
welvaart neemt het aantal af, wel een bewijs,
dat armoede hoofdoorzaak was, waarom
men zich van zijne kinderen moest ontdoen.
Tegenwoordig zullen nog wel andere facto
ren medewerken om het aantal vondelingen
te doen verminderen. Er is meer gelegenheid
voor eene ongehuwde moeder om met haar
kind in eene stichting opgenomen te worden;
er bestaat onderzoek naar het vaderschap;
er is ook Nieuw Malthusianisme; men ziet
niet meer zoo met minachting neder op
eene ongehuwde vrouw, die moeder is ge
worden, allemaal oorzaken, waardoor het te
vondeling leggen, dat bovendien een straf
baar feit is, eene zeldzaamheid is geworden
en ik ben er dankbaar voor, want die kin
deren zijn diep te beklagen. ,
De Fransche tijd was voorbij en de na
weeën aan djen moelelijken tijd deden zich
nog geducht gevoelen. Toen steeg het aantal
vondelingen het hoogst. In 1817 werden er
853 in het voormalig Aalmoezeniersweeshuis
opgenomen. Nu zal ook wel medegewerkt
hebben, de gewoonte om aan den nacht
wacht, die een vondeling aanbracht, 50 cents
fooi te geven. Menig meisje, dat met haar
kindje verlegen zat, zal zoo'n wachtje in
den arm genomen hebben en deze zal voor
geld en goede woorden wel hebben willen
verklaren, dat hij een kind gevonden had,
temeer daar hij nog een fooitje van het Huis
ontving. Zeer wijselijk heeft men dit fooien
systeem afgeschaft. Was een kind aange
bracht, dan werd het geheel ontkleed en
nauwkeurig nagezien, of er ook eenig briefje
of herkenningsteeken aanwezig was. Daarna
werd van de vinding proces-verbaal opge
maakt, waarin-alle omstandigheden: de plaats
van vinding, de namen der vinders werden
vermeld benevens eene beschrijving der
kleeding. Inderdaad geen onnpodig werk,
want later als de ouders der kinderen zich
aanmeldden of ontdekt werden, moesten
hunne verklaringen met de feiten overeen
stemmen.
Die vondelingenbriefjes worden in de ar
chieven van het Aalmoezeniersweeshuis en
van het Bestedelingenhuis nog bewaard.
Aandoenlijk is het vaak die epistels te
lezen. Wat een leed spreekt daar dikwijls
uit. Wat moet er in een moeder zijn omge
gaan eer zij er toe over ging haar kind
neder te leggen. Men oordeele:
Een Vondelingenbriefje.
Betje J., gedoopt Rooms, oud 6 maanden.
Het is door zware armoede en gebrek en
dat ik niets te zuigen heb voor mijn lieve
wurm. Maar als de lieve God mij help,
zoo zal ik het voort weer opzoeken."
Niet altijd waren het zulke uitvoerige
briefjes die op de kleeren gespeld werden.
Soms las men:
Gereformeerd Jan"
of
Mie Rooms".
Een enkele moeder was heel dom. Zij
voegde bij het kind het geboortebewijs en
krabde haar eigen naam door, doch vergat,
dat op elk geboortebewijs voorkomt Register
zooveel en folio zooveel. Nu was de moeder
spoedig bekend en kreeg zij haar kind terug.
Sommige briefjes bevatten een aanwijzing
voor de voeding, inderdaad voor zuigelingen
van het meeste belang:
Binnenplaats. Arch. D. v. Oort Hzn.
Het Stads-Beskdelirgenhuis vór de verbouwing van 1914 en 1915.
Leentje R. 10 weeke oud is rooms
gedoopt en heeft nooid gezooge maar eet
heel goed pap".
Het meest typisch waren de papiertjes
waaraan een herkenningsteeken bevestigd
was. Bij het te vondeling leggen van een kind
moest men zich een rec.u verstrekken en dat
deed men op de volgende vernuftige wijze.
Een gewone speelkaart werd langs
eenzigzaglijn doorgeknipt. De eene helft speldde
men op de kleertjes van het kind, de andere
behield men zelf. Wij zijn in het bezit van
een aantal rec,u's van alle vormen, inderdaad
zeer slim bedacht. Kwam men later een kind
opeischen, dan bewees men ten minste door
het vertoonen van het regu zoo al niet de
rechthebbende te zijn dan toch van het te
vinden leggen wat af te weten.
Natuurlijk werd eerst dan een kind terug
gegeven als overtuigend was gebleken met
den rechthebbende te doen te hebben.
Een andere moeilijkheid was het geven
van een naam aan kinderen, die zonder eenig
bericht gevonden waren.
Om begrijpelijke redenen mocht men geen
gebruik maken van bepaalde familienamen.
Beproef het zelf eens, lezer, een passenden
naam te bedenken en Gij zult bemerken,
dat het niet zoo gemakkelijk is.
Heeren Regenten moesten in dien tijd,
toen het met vondelingen zoo druk liep,
wekelijks op hunne avondbijeenkomsten de
noodige namen verzinnen. Toen ter tijde
was het gewoonte te vergaderen onder het
genot van een glas wijn en een pijp tabak,
om te eindigen met een soupertje. Geen
wonder dus dat de heerlijkheden van de
aangebrachte tafel teruggevonden worden
in de vondelingennamen.
Ziehier een lijstje, dat ik uit de registers
overschreef. Uitdrukkelijk verklaar ik echter
dat al die kinderen of zijn overleden of aan
de ouders zijn teruggegeven, in welk geval
zij hun eigen naam terug ontvingen. In het
bevolkingsregister zijn de namen nagezien
en waar we konden vermoeden, ook maar
iemand onaangenaam te kunnen zijn, lieten
wij de namen achterwege.
Wat dunkt u van deze namen:
Antonia Aardbey, Dirkje Everkoek,
ChristiaanGarnaal, Jan Brandewijn, AnnaBoterham,
Willempje Lekkerbek, Nicolaas Oudworst,
Nicolaas Ossentong en Karel Krentenbrood.
In uitvindingen en gebeurtenissen vond
men aanleiding tot naamgeven.
Lucas Lichtgas, Carel Papiniaan,Johannes
Stoomboot, Elisabeth Spoorwegen.
Ziehier eenige historische namen:
Hector Hippocrates, Dirk de Tweede, Anna
Maria Tesselschade, Wilhelmus Soeverijn,
Thomas Sydenham, Abraham de Aartsvader.
Gelegenheidsnamen waren:
Dina Eersteling op l Januari aangebracht,
Pieter Jacob Hervorming op 31 October
gevonden en Elisabeth Heksluiter op Oude
jaarsavond opgenomen.
Tot slot een allegaartje, dat niet onder
rubrieken te brengen is:
Lena Maria Pappot, Jaap Mager, Helena
Vlooi, Johannes Vondeling, Hein Bruinpet,
Johanna Blauwjas, Christina Grauwjas, Maria
Buitenbeen, Willem Geldzak, Gerharda
Pijpedop en Pieter Podepijp (het omge
keerde van Pijpedop) enz., enz.
Onwillekeurig komt er een glimlach op
uwe lippen. Maar ik bid u denk eens even
na. Hoe diep ongelukkig is een vondeling
reeds en dan nog het leven'ingezonden te
Qeef uw welbegrepen gaven
Met een milde, vrije hand,
Laat uw gift geen weldaad lijken
Maar een Plicht voor 't Vaderland.
* **
IN VETTEN"
Laat ze in de bajes zetten!"
Riep een handelaar in vetten
Toen hij in zijn krantje las
Dat er weer gesmokkeld was.
Zijn er in ons land geen wetten"
Om dat knoeien te beletten?"
Schande, voor de heele natie"
Voor de koopmans-reputatie"
Stopt ze allen in de bak,"
Heel dat slechte boevenpak!"
Neen, ik ben niet als dezulken!"
Zat hij op kantoor te bulken
Toen zijn laatste koopkontract
Was geteekend en gelakt;.
Toen zijn laatste vaatje vet
Goed-betaald was omgezet.
Moraal
Als een dief niet mee kan gappen
Gaat hij 't eerst zijn maats verklappen.
meerderheid aangenomen geworden. Van
de in die wet opgenomen voorziening tegen
ziekte moge men nu niet zoo veel ver
wachten, schaden doet zij ook niet.
Desnoodig brenge men er nog de door den
heer Treub voorgestelde regeling ten aan
zien van dokters en apothekers in aan.
Verder kan men de afwezigheid van ver
zekering van geneeskundige behandeling
betreuren, het blijkt uit de ingediende ont
werpen wat de heer Troelstra in zijn
verklaring op 25 April '13 reeds betoogde
dat hem tot vórstemmen bewoog hoe
gemakkelijk de wet daarmede later nog kan
" n mi ii iiiiiiiuiimiiimin IIIIHIIII
worden met een bespottelijken naam dat is
verschrikkelijk.
Het was niet grappig van regenten. Het
was wreed.
Het bepalen van den godsdienst ging ge
makkelijker. Vór 1810 werd, zoo de gods
dienst niet op het briefje vermeld stond,
ieder kind Ned. Hervormd of zooals men
toen zei, gereformeerd gedoopt. Zeker om
Koning Lodewijk Napoleon te believen, werd
na dien tijd het eene kind gereformeerd, het
andere roomsch gedoopt.. In 1814 werd het
weder als vór 1810 en zoo bleef het tot
1851, toen bij besluit van Burgemeester en
Wethouders van Amsterdam bepaald werd,
dat van de vijf zonder bericht gevonden
kinderen er vier gereformeerd en een roomsch
gedoopt moest worden. Thans bepaalt ieder
van de Commissieleden om beurten naam
en godsdienst.
Onder geene categorie kinderen was de
sterfte grooter dan onder de vondelingen en
geen wonder. Er waren heel wat kinderen
ondfr, die de kenmerken droegen van het
zedeloos leven der ouders. Er waren er ook,
wellicht van fatsoenlijke afkomst, doch die
door gebrek zooveel geleden hadden, dat zij
ondanks de beste verzorging niet in het
leven bleven. Allen hadden min of meer ge
leden door aan weer en wind blootgesteld
te zijn geweest. Het klinkt hard, maar voor
vele kinderen, vooral die behebt waren met
een ziekelijk lichaam, is het gelukkig ge
weest, dat zij uit hun lijden waren.
Ik zou te uitvoerig worden, als ik ging
vertellen op welke wijze de ouders soms na
jaren ontdekt werden. Het waren vaak toe
valligheden, die, als ze in een roman voor
kwamen, niet onaardig gevonden," zouden
genoemd worden. Wat dunkt U, is het geene
toevalligheid, als een controleur van het
bevolkingsregister, belast met het onderzoek
naar leerplichtige kinderen, die de school
verzuimen, tot de ontdekking komt, dat een
kind zoek is en ten slotte medewerkt om
de moeder tot bekentenis te brengen, dat
zij het te vondeling legde?
Vaak ook meldde men zich zelve aan, als
het verlangen naar het kind te sterk was.
Menigmaal kwam een buur die in het ge
heim was, voor verklikster spelen of werd
er een anonieme brief geschreven. En als
dan die moeder voor U staat en Ge gemoe
delijk met haar spreekt, dan krijgt Ge soms
een verhaal te hooren van nameloos leed en
van doorgestane angst. Het gaat U dan wel
eens aan het hart, Uw plicht te moeten doen
en de politie in de zaak te mengen.
En als er gevangenisstraf op volgt en Ge
genoodzaakt zijt het kind te moeten terug
geven, dan zoudt Ge terwille van moeder
en kind gewenscht hebben, dat het geheim
der geboorte maar nooit onthuld was ge
worden.
Het is een geluk, dat de Amsterdamsche
vondelingen tot het verleden gaan behooren.
De Inrichting na de veibouwing. Arch. D. v. Ooit Hzn.