Historisch Archief 1877-1940
12
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
16 Jan. 16. No. 2Q12
cijfers van die staten toegelicht. Voorts
vindt men er een uitvoerig artikel over
de Nederlaodsche Scheepsbouwmaatschappij
in, altemaal zeer interessante onderwer
pen, die evenwel meer geven dan de
titel aangeeft. Van de overige artikelen
verdienen de aandacht een over de
beteekenis van uitvoercijfers" door Mr. van
Leeuwen, een over den metaalvoorraad
der Nederlandsche Bank" door H. en een
over de Vooruitzichten van onze Indische
Cultures voor 1916" door Op de Caul, die
reeds door zijn handboekje van Indische
thee-ondernemingen bekend is.
Het tweede Weekblad verschijnt bij Nijgh
en van Dit mar en staat onder redactie van
Mr. H. O. Kronenberg met Jhr. F. W, I. de
Beaufort, Mr, G. .W. J. Bruins, Mr. K. E.
Kielstra, Nico J. Polak, Mr. Q. J. Terpstra
en E. den Tex als medewerkers. Het draagt
den naam Economisch-Statistische Berich
ten" met den meer wijdschen tweeden titel
Algemeen Weekblad voor Handel,
Nijverbeid, Financiën en Verkeer." Kedactte en
uitgevers hebben nich daarbij blijkbaar, zoo
wel wat vorm en inhoud betreft, de
Londensche Economist t«t voorbeeld gesteld.
Ook hier vindt men tabellarische overzich
ten van de voornaamste bankstaten, een
overzicht van de effectenbeur, en en week
berichten van de voornaamste handel
artikelen. Het komt mij voor, dat deze rubrieken,
mits goed en correct verzorgd, bij ons te
lande in eene bepaalde behoefte voorzien.
Wel geven de dagbladen en de speciale
vakbladen meer of minder nitvoerige be
richten van een en ander, maar die zijn te
zeer verspreid om blijvende waarde te
hebben. Compact bijeengevoegd en in een
* handigeh vorm gesteld, als in dit weekblad,
kunnen zij als legger" groote diensten be
wijzen aan hen, die ook later den loop der
prijzen en handelsbeweging wenschen na te
gaan. Het zal echter bij dezen, zooals bij
allen statistischen arbeid nuodig zijn, het uit
buitenlandsche bladen overgenomen mate
riaal eenigszins mér kritisch te bewerken.
Zoo wil het mij o.a. voorkomen dat in de
artikelen ijzer en staal" en Buitenlandsche
leeningen in de Vereenigde Staten" de m.i.
wel wat eenzijdige cijfers van Amerikaansche
bladen eenigszins te veel als een Evangelie
zijn aangenomen. Een belangwekkend artikel
van Mr. Bruins over de Gevolgen van den
stand der wisselkoersen", waarin zeer terecht
k op de nadeelen van den overmatigen
goudvoorraad bij de Nederlandsche Bank
gewezen wordt, vormt de hoofdschotel van
net editorial" gedeelte van het eerste
nummer.
Waar ik dus met sympathie het verschijnen
van deze, onder leiding van frissche, jeug
dige krachten staande nieuwe weekbladen
begroet, kan ik mij niet van eene verzuchting
onthouden. Is er ten onzent wel plaats voor
twee dergelijke bladen en zoude het doel,
dat beiden zich kennelijk voor oogen stellen,
niet bereikt worden door n zorgvuldig
bewerkt orgaan? Dit geldt vooral de vaste
statistische rubrieken. Wat de algemeene
dagbladen op dit gebied geven, laat voor
het meerendeel aan duidelijkheid, over
zichtelijkheid en correctheid veel te wenschen
over. Bij de overhaasting, waarmede de
dagbladen moeten samengesteld worden, de
zucht om bij den concurrent niet achter te
blijven kan dit moeielijk anders, omdat men
den tijd mist om den overmaat van stof
behoorlijk te schiften en kritisch te behan
delen. Een weekblad met een daarop inge
richte zaakkundige staf zoude in dit opzicht
eene niet te miskennen leemte kunnen aan
vullen.
In bovenstaande bespreking van de nieuwe
weekbladen heb ik met een enkel woord
melding gemaakt van een aan Amerikaansche
bladen ontleende statistiek van het bedrag
aan buitenlandsche leeningen in de Ver
eenigde Staten geplaatst. Volgens het Jour
nal of Cotnmerce zouden sedert het uitbreken
van den oorlog voor een bedrag van meer
dan een milliard dollars in de Vereenigde
Staten ondergebracht zijn. Voegt men daarbij
de bedragen die gedurende deze periode
door Amerika aan eigen waarden
teruggekocht zijn dan komt men tot totaal-cijfers,
die, indien zij juist zijn stof tot denken geven.
Verschillende Amerikaansche statistici, en
daaronder in de eerste plaats de heer Loree,
president van de Delaware en Hudson
Company, hebben zich in den laatsten tijd
onledig gehouden met het maken van becij
feringen van de bedragen aan Amerikaansche
spoorwegwaarden, doordeVereenigde Staten
sedert het uitbreken van den oorlog van
Europa teruggekocht. Volgens Loree zoude
dit in de maanden Februari tot Juni alleen
bijna $ 500 millioen bedragen hebben. De
New-York Times meent daaraan nog te
mogen toevoegen een bedrag van $ 140
millioen aan industrieele waarden, te zamen
dus ca. $ ^40 millioen in vijf maanden of meer
dan /125 millioen per maand, makende f 1500
millioen per jaar. Voegt men daaraan toe de
zooeven eenoemde ruim een milliard dollars
aan buitenlandsche leeningen in de Ver
eenigde Staten geplaatst, dan zoude men
tot een totaal van ca. f 2% milliard komen,
door de Vereenigde Staten in het jaar
1915 van Europa gekocht. Stelt men daar
tegenover het voordeelig saldo van de
handelsbalans der Vereenigde Staten, dat
volgens de officieele statistiek ca. l Vs milliard
voor 1915 bedraagt, dan zoude Amerika nog
ongeveer een milliard meer aan fondsen
van het buitenland gekocht hebben dan het
wegens het voordeelige saldo van zijn han
delsbalans te vorderen heef t, m. a. w. ten ge
volge van deze fondsen-trans-actien" zoude
een voordeelige handelsbalans van \y% mil
liard overgegaan zijn in eene nadeelige be
talingsbalans van een milliard. Ik mis de
gegevens om de juistheid van de hier be
doelde statistieken te beoordeelen, maar heb
toch allen grond om aan te nemen, dat zij
met de gewone Amerikaansche overdrijving
zijn opgemaakt. Ontegenzeggelijk heeff
Amerika veel fonds van Europa opgenomen
naar het mag betwijfeld worden of de door'
genoemde statistici vermelde cijfers juist
zijn. Bovendien moet in aanmerking ge
nomen worden, dat er een verschil is
tusschen opnemen en plaatsen. Zooals o. a.
duidelijk cebleken is bij het syndiceeren en
later emitteeren van de groote Anglo-French
eening ging het syndiceeren van de $ 500
milliorn zeer vlot, in de verwachting, dat
het publiek de stukken wel met winst zoude
overnemen, maar bij de ontbinding van het
syndicaat bleek het, dat het resultaat van
de plaatsing zeer teleurstellend was.
En nu wil het mij voorkomen dat bij alle
erichten over den enormen voorspoed en
PvIStèrkt Uw kinderen, diéziekelijk! zwak en zenuwachtig' zfön; Versche
* hun daartoe in den besten en zui versten vorm de elementen, noodig vóc
een goede, harmonische ontwikkeling van lichaam en geest.
Sanatogen wekt den eetlust op en maakt sterk, gezond en opgewassen^
tegen de zware eischen, welke groeiperiode en school aan lichaam
zenuwen stellen. ,
20.000 Professoren en Artsen """* * V
bevestigen schriftelijk de uitnemende resultaten met Sanatogen bereikt bj
kinderen en volwassenen. De hoogste onderscheiding werd aan Sanatogënj
toegekend op de Hygiëne-tentoonstelling teDresden in 1911 en het Medisch|
Wereldcongres te Londen in 1913.
Vraagt toezending van brochures bij het Gen.
Agentschap, Sarphatistraat 34, Amsterdam.
Sanatogen is in alle apotheken en drogisterijen
verkrijgbaar in verpakkingen vanaf . . f 1. .
Sanatogen is het beste versterkingsmiddel.
Het wekt den eetlust op en doet zwakken en
herstellenden in groei en kracht toenemen."
Dr. J. C. VAN ES te Leiden.
Bij zwakke kinderen is. Sanatogen mij eenlffl
der sterkste hulpmiddelen onvde kleinen erj|
weer bovenop te krijgen." -m
Dr. J. DAMSTÉ, Apeldoorn!
IIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIII1IMIIII1IIMIHIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIII
Illllllllllimilllllllllllll
welvaart van de Vereenigde Staten, er wel
aan herinnerd mag worden dat ook in
vroegere perioden van voorspoed de Ameri
kanen getoond hebben grootere oogen dan
maag te hebben en vermoedelijk ook thans
druk bezig zijn meer op te nemen dan zij
digesteeren kunnen.
J. D. SANTILHANO
Le Francais tel qu'on Ie parle
La langue Iraneaise est tres diffidle,
surtout pour e^ trangers.
COU.iTELIXE
Hij heette Sepp en lag aan het Westelijk
Front in een lazaret. Hij kwam uit een
oberbayerisch boerendorp, dat zich tot
Kurort" ontwikkeld had. Daar oefende hij
het bedrijf van gastwirt" uit. Als
volbloedboer stond hij op een min of meer vijandig
standpunt tegenover de Kuituur" en had
hij een afkeer van vreemde talen. Maar nu,
in het Kriegsgebiet", bekroop hem de lust
de taal van het veroverde land te leeren en
wendde hij zich tot den Oberlehrer" die
naast hem lag.
Kan jij me niet een beetje Fransch
leeren ?
Welzeker, Sepp, wat zou je willen weten?"
Om te beginnen wil ik in m'n vak
blijven: Wat is Hottel ?
Hotel".
Ik bedoel in 't Fransch.
Hotel is fransen en blijft hotel."
Werkelijk? Wat is dan Porljee en
Restaurang ?
Portier en Restaurant.''
Zoo?? En wat is S .K al, Etablisemang,
Bier, Tee, Kaffee, Konja'.<, Tabak, Cigarre,
Cigarette, Schang en Schofför?
Salie, Etablissement, Bière, The, Café,
Cognac, Tabac, Cigare, Cigarette, Jean en
Chauffeur."
Als je me nou!! Meteen zal je me
nog vertellen dat een parapli een parapli,
een dinee een dinee, een wisawih een
wisawih en een Kaiserschmarn een
Kaisersmarn is? Ik zou mijn heele leven poerfekt
franza gesproken hebb>n, terwijl mij hier
geen mensch verstaan kan ? Zeg eens, als
je mij wil beetnemen moet je vroeger
opstaan.
Hiermede eindigde Sepps eerst fransche les.
Zijn vertrouwen in den onderwijzer was
hevig geschokt en Sepp zette nu zijn taai
studie ijverig, op eigen gelegenheid voort,
Hij kwam al spoedig tot de conclusie, dat
de fransche taal vol duitsche woorden zit,
maar dat vele fransche woorden, gelijklui
dend met duitsche, toch een andere
beteekenis hadden, hetgeen hij dan ook in de
onderstaande,door hem samengestelde woor
denlijst, aanschouwelijk heeft voorgesteld.
Wasch ~ linksch
Schlussel = Klee
Buch lieber
Pfund =: lieber.
Een opsteller van de Liller Kriegszeirung,
die deze bladzijde uit het notitieboekje van
den braven Sepp ergens in een loopgraaf
gevonden heeft, munt door zijne ontdekking
van dit door den Weltkrieg gezeitigtes
Kultur dokument" een eereplaats in de
Ruhmeshalle in de Passage te Berlijn
verworven te hebben.
p. c. c. B. I. STOURI
Goudgeel Sprankt...
Opgedragen aan de heercn mr. DE SAVORNIN
LOHMAN en SCHAPER, afgevaardigden
ten Staten-Generaal
Goudgeel sprankt het honingwoord
Over kinnebak en boord
Van den lendestrammen staatsman;
Kakelend komt roöKoppiekrauw
Likkebaarden aan die dauw,
Krijgt er dubbel zooveel praats van.
Aangeschoten, aangebrand,
Omgekocht door Engeland,
Duivelsdienaars, demagogen,
Zonder merg, aftandsch, afkerksch,
Rot en zot, en zonder Marx,
Leeraars uit de School der Logen!"
Goudgeel golft de honingzang
Over kin en neus en wang
Van den Nestoralen raadsman;
Heel de Kamer heeft zijn draai
In den toffen papegaai:
Snaakschen nar van strakken staatsman.
A'dam, Dec. 1915. Dr. B. FADDEGON
Onze Puzzle
Vater
Grossvater
Mutier
Tochter
Kind
Küche
Küsine
Hund
Bein
Johann
riof
Deutsch
Zündholzer
Mail
Spiegel
Glas
we r
Küh'
= Bar
= Qi-ambar
Mahre
= Vieh
= Anfang
= Küsine
= Küsine
= Schang
Schang
z= Schang
= Lackuhr
alle mang
= Alimente
= Leckeri
Glas
=; wer
=: Küh'
= Wasch
Figuur l door drie rechte lijnen, zoodanig
in vier deelen te verdeelen, dat de dan ver
kregen stukken, op andere wijze
aaneengepast, juist figuur 2 bedekken.
Oplossingen in te zenden aan het redactie
bureau, onder letters A B.
De oplossingen van onze vorige puzzle
komen in het eerstvolgend nummer.
* «3
Correspondentie
P. L. te A. Neen, de Redactie deelt uwe
meening niet; en zij zou het betreuren,
indien de Regeering dit|voornemen, dat toch
werkelijk tot het Hollandsche gemoed
spreekt, als gevaarlijk voor de neutraliteit
ging tegenwerken.
Godsdienstwaanzin
Jaren geleden gebeurde het, dat een jong
meisje uit den kleinen burgerstand verschijn
selen van opgewondenheid vertoonde en
aan hare omgeving ging vertellen, dat ze
tongen van vuur had zien nederdalen en
dat de Hemelsche Vader haar had opgedra
gen de Blijde Boodschap te verkondigen en
het menschdom tot bekeering op te wekken.
Nadat de geneesheer, zooals men dat des
tijds gemoedelijk noemde, haar een gat in
den arm had geslagen, kwam de patiënte
tot kalmte en enkele weken later volgde
een volkomen herstel. Intusschen was dit
ziektegeval niet zonder invloed gebleven op
de omgeving. Vórdat deze tot het besef
was gebracht, dat de dokter de man was,
die men noodig had, werd de predikant ont
boden. Deze zag zich aan de deur opgewacht
door opgetogen ouders, die hem in verrukking
zeiden, dat de Heer groote dingen aan hun
dochter had gedaan. Daarna vond hij in de
kamer een geheele buurt, die in extase naar
den (niet zelden rijmenden) woordenvloed
van het eenvoudige meisje zat te luisteren.
Bovenstaand ziektegeval achtte ik de
moeite waard hier mede te deelen, omdat
het in zekeren zin een tegenhanger vormt
van de beide gevallen, waarop Mr. Jansma
iri het nummer van 5 Dec. 1.1. van dit Week
blad de aandacht vestigde. En dit geenszins,
omdat de hoofdpersoon niet aan een
chronischen, maar aan een acuten
krankzinnigheidsvorm leed doch enkel, omdat hier n
diens ziekte n de daaruit voortvloeiende
besmetting ontstonden in een omgeving,
waar van godsdienstig fanatisme geen sprake
was. Het geval deed zich n.l. voor in de
gemeente van mijn vader, een predikant van
rechts moderne richting, terwijl de ouders
van het meisje kalm godsdienstige menschen
waren, wien elke dweperij vreemd was.
Herhaaldelijk heb ik mijn vader dan ook de
vraag hooren uitspreken, hoe het toch mo
gelijk was, dat in zulk een huisgezin zooiets
kon voorkomen.
Toch zal ieder, die een weinig van psy
chiatrie afweet, de oplossing van dit schijn
bare raadsel kunnen geven. Ze is te vinden
in het feit, dat waanideeën met
godsdienstigen inhoud den persoon, die daaraan lijdt,
doet voelen, dat hij den Geest heeft gekre
gen. Krachtig leeft in hem de drang om die
denkbeelden te verkondigen, en... pectus
est quod disertum facit. Wie nog kort gele
den een bedaard en (niet zelden) een in zich
zelf gekeerd man was, ontpopt zich plotse
ling als een vlot spreker, die nooit naar zijn
woorden behoeft te zoeken. Is het wonder,
dat zulk een metamorphose een geweldigen
indruk maakt op eenvoudige zielen en deze
aan een bovennatuurlijke werking, aan een
uitstorten van den Geest, doet gelooven ?
Zooals men dus ziet, staat het volstrekt
niet vast, dat bij het opsporen van de oor
zaak van de besmetting der omgeving in de
eerste plaats gevraagd moet worden naar den
geestestoestand, waarin deze zich te voren
bevond. Al kan worden toegegeven, dat de
opzweepende woorden van een dweepend
godsdienstleeraar een voor infectie
ontvankelijken bodem kunnen bereiden, nooit mag
worden vergeten, dat zelfs een rustig herder
gevaar loopt, dat de ziekte zich onder zijn
kudde verspreidt en er dus ook gansch andere
oorzaken in het spel kunnen zijn.
Ook wanneer men wil nagaan, hoe het
eerste geval, dus de ziekte van den hoofd
persoon, is ontstaan wordt gemakkelijk de
plank misgeslagen. Overmatige godsdienst
zin, zpoals het telkens weer verschijnen in
den biechtstoel en het bezoeken van alle
mogelijke godsdienstoefeningen, beschouwt
de leek op psychiatrisch gebied doorgaans
als oorzaak van een later aan den dag
tredende krankzinnigheid. En toch is het
juist omgekeerd" om met den school
meester te spreken. Oorzaak en gevolg
worden verwisseld. Een reeds bestaande,
hoewel nog niet herkende psychose leidde
tot den vootdurenden kerkgang en den
steeds herhaalden biecht.
Dr. H. BURINGH BOEKHOUDT
Ook iets over de hospitaalsoldaten
Naar aanleiding van het reeds
ingezondene hierover wenscht ondergeteekende ter
specificatie het volgende onder de aandacht
dierzelfde autoriteiten en kamerleden te
brengen.
Wanneer men het namelijk noodig achtte
nieuwe hospitaalsoldaten te laten kweeken,
dan geschiedde dat door rondvraag: wie er
lust had. Eenigen gingen er dan op in en
stemden toe om verschillende redenen, voor
namelijk omdat het zoo'n reuzenlijn en goed
eten" is. Daarop worden ze verwezen naar
de diverse hospitaalsuperieuren en worden
opnieuw gekeurd. De lezers zullen zich nu
voorstellen dat zoo'n soldaat een opleiding
ontvangt, vereischt voor een bekwamen
ziekenverpleger. Mis! Zoo'n soldaat wordt
dadelijk bezem, dweil, emmer of
tuingereedschap in de hand geduwd, en dan maar
frisch op jongens!" Dan wordt hij aan
dergelijk werk gezet, ongeacht of hij het
edele schoonmaakstersvak verstaat of niet.
De hospitaalsoldaten worden o. a. gebruikt
om vuilnisbakken te ledigen, n smerig
gedeelte der tuin aan te harken, in smerige
en geheel onvoldoend ingerichte
waschhokken het vuile en niet weg kunnende
loopen waschwater der patiënten in emmers
te scheppen en weg te brengen. Tevens
bediening van het tonnenstelsel en doorste
ken van privaten.
Het is onbegrijpelijk, dat er nooit eens
reddering in dien toestand is gebracht Doch
wat zal ik u zeggen, het is op die manier
goedkoop werkpersoneel voor het Rijk want
men krijgt natuurlijk geen schoonmaakster
en putjesschepper a 30 et. daags. De vorige
inzender stelt dan ook zeer terecht de
wenschelijkheid van een meer ontwikkelden,
moreel hoog staanden en voor zijn taak
berekenden hospitaalsoldaat voor.
X.,
hospitaalsoldaat ?