De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 6 februari pagina 12

6 februari 1916 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 6 Febr. '16. No. 2015 ffc' Kort na 't uitbreken van den oorlog kwam de koperprijs in Duitschland op R m. 2000 per ton en te Londen op 97. l O/.- prijzen die alleen in tijden van hooge onjunctuur, en dan nog voorbijgaand, voorkwamen. Even lastig als de koperkwestie voor Duitschland, is onder de tegenwoordige omstandigheden de oplossing van het zinkvraagstuk voor Engeland en Frankrijk. Ongeveer 65 pCt. van zijn zink-verbruik betrok Engeland vór den oorlog uit Duitsch land en België, hetgeen sedert Augustus 1914 niet meer mogelijk was. En voor dit metaal zijn de prijzen in nog grootere mate opge dreven, n.l. tot ruim het 4-voudige van nor male tijden, zooals uit onderstaande opgaven van de New-Yorksche markt kan blijken: Juli 1914 5 i 4m?, December 1914 5.60 j Amer' cts' iniiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiittiiiiiiiiittiiiiiiiiuiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiHi ALLERLEI GEEN VLEIEND OORDEEL. In de Deutsche Wochenzeitung. für die Niederlande und Belgien" komt, onder 't opschrift Nette Landsleute" een stukje voor, waarin eerst den heer Pinkhof een verwijt gemaakt wordt van zijn woorden in Loop naar den duivel": Zoo zoek Ik overal mijn vullis En kwam laatst ergens In Berlijn. Geloof maar niet, dat 't flauwe kul is, Ik moest daar bij heer Keizer zijn, enz., maar dan ook bovenal Frau Direktor N ggerath" de les gelezen wordt, dat zij, als geboren Oostenrijksche, ten einde een paar groschen te verdienen, toelaat, dat haar vaderland en de zoo nauw er mee verbon den staat beklad worden. Aan 't slot zegt de schrijver dat de Hollander, die in staat zou zijn in 't buitenland zijn vaderland te laten beschimpen, uit winstbejag, met een lantaarn moet worden gezocht, terwijl, daar entegen Duitschers er zich voor een paar ' zilverlingen toe leenen". Wij komen er ge nadiger af dan des heeren Prell's landge nootent HET ONGEDIERTE DAT MENSCH HEET. In een ander nr. van bovengenoemd blad komt een art. voor, overgenomen uit Tagl. Rundschau" en geschreven door Fritz Schwarzenberger, die tegen de Serviërs vocht en het voorrecht had heelhuids in zijn vaderland terug te keeren, zij het dan ook in ongewenscht, lastig gezelschap. Hij beschrijft zijn aankomst te Dresden en geeft zijn lezers een uitvoerig verhaal hoe hij van dat gezelschap bevrijd werd (Entlausung), terwijl hij eenige versjes afschrijft, die de wanden van het zuiveringslokaal versieren. Een dier strofen luidt als volgt: Hier liegt die Laus in letzten Zügen, Hier stirbt die Wanze, stirbt der Floh; Und wie wir sie hier unterkriegen," Geht's draussen unsern Feinden so. Prachtige vergelijking gelijk hier ma chinaal het ongedierte verdelgd wordt, zoo worden ginds met kunst- en vliegwerk (in den letterlijken zin der woorden) onze vij anden uitgeroeid. Leve de kuituur! Hef eerste Kruiswoord. Naar aanleiding van mijn bewering zie Allerlei" in dit blad van 30 Jan. schrijft een lezer, dat het door mij geciteerde Gebed voor onze vijanden" niet in beteekenis staat tegenover het bekende kruiswoord, maar er veeleer de aanvulling van is; immers dat woord van Jezus zou als van zelf inhouden als zij wel wisten wat zij deden, dan zou ik u bidden, hen te straffen." Ik móet tegen die gevolgtrekking pro testeeren. Jezus vraagt vergiffenis voor die Juli 1915 22 l October 1915 14.25 [ Amer. ets. December 1915 16.50 J Het fabriceeren van gegalvaniseerd plaat-ijzer is een voorname tak van de Britsche ijzerindustrie, waarmede men spoedig moest ophouden, toen met 't oog op de legerbehoeften de overheid de controle over de markt tot zich nam. Aanvoer, die nu grootendeels uit de Vereenigde Staten van Noord-Amerika moest geschieden, ging met allerlei moeielijkheden gepaard, zoodat van Januari tot en met 1915 door Engeland slechts 66.100 ton werd ge mporteerd tegen 99.800 ton in dezelfde maanden van 1914. Verschillende denkbeelden werden geop perd, om zich in de toekomst ook in dit opzicht van Duitschland onafhankelijk te iiiinitiiitiiinitiiii i hem kwalijk bejegenden en zoekt, als een goed pleiter, naar een verzachtende omstan digheid (n.l. dat zij niet wisten wat zij deden) als reden te meer voor vergiffenis. Intusschen, voor zoover wij Jezus' begin selen kennen, wijst alles er op, dat ook, wanneer die verzachtende omstandigheid ontbroken had, hij toch niet gebeden zou hebben vergeef het hun niet, m. a. w. ver geld hun het kwaad, omdat zij wisten wat zij deden." Men kan alles uit iemands woorden halen als men het er eerst in, legt, maar niets is er, dat pleiten zou voor bovenstaande ge volgtrekking, die geheel in strijd is met aard en karakter van Je nis en met zijn prediking van Gods vergevende liefde. Naarden, l?2-'16. Ds. F. W. DRIJVER Rijmpjes en Aftelrijmpjes (Uit Het smokkelt, het zegent" door Fabiës) IV Mohammedaan en Lutheraan Varen in n schuitje ; 't Geloof dat werd op zij gezet, Terwille van 't Duitje". De Rus, die sloeg het Pruisje, Het Pruisje sloeg terug Al op des Rusjes rug. O, wat een ongeluk! Nu zijn ze beiden stuk. Zagen, zagen, wiede, wiede wagen, Michel kwam thuis om een boterham te vragen Geen boterham in huis, Wel een ijzer kruis, Piep" zei de Pruis in 't voorhuis. Waar ben je dan geweest? Bij d'Yser, bij d'Yser, Bij d'Yser op z'n heetst! Wat heb je daar gehad ? Een kruisje, een kruisje ! Wat heb je daar gehad ? Een kruis en een nat g..t ! Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven. Michel met een knakworst kwam ik tegen. Dikke Bertha op zijn rug, Wat liep dikke Michel vlug. Dikke Michel liep te zingen. Wie verkoopt er kopertn ringen". Honderd Mark geef ik cadeau. voor een koperen waterpo! Ook koperen potten, Vijzels, ook kapotten. Spijkers, koperen helmen. * * * Inderdaad, weinig heeft het gescheeld, of het Vlaamsch ware een oorspronkelijke taal geworden! Te juister tijd echter wisten de Duitsche geleerden erger te voorkomen; zij staken de reddende hand uit naar den uernactjlcigsigten unb fast verlorenen SBruberstamm", en trokken die naar zich toe. Berlijnsche uitgevers geven zich moeite, om het publiek in Duitschland te doen kennis maken met de littéraire producten uit het Vlaamsche land. En zij toonen ze met beschermend glimlachen der menigte, zooals een moeder heur kind doet stamelen vreemde klankjes, vol zoete waarheid. Intusschen is het een klein kunstje, om het zoete klankenspel te stijlen in scherpe letters en woorden, tot begrijpelijk Duitsch... dat dan in den trant van gritj Dleuter'S proza bekoring moet hebben. En het resultaat is zoo verrassend, dat een proeve van dit kleeremakers-herstel-werk op letterkundig gebied, hier niet mag uitblijven. In het blad mber 2Lanöunb /IDeer [1915 töO. 42] vonden wij: ini0E f rnfiEn pmtfdjEr prift jier abgebrudten fldmifdjen ebidjte roerben iele unfrer 8efer als pradjprobe tntereffteren, bie beutlid) erïennen Idfït ba|3 es ftd) bei ben 4i/2 IHillionen belgtfdjen planten um einen ecïjt beutfdjen, bi§l)er leiber recfjt oernadjldffigten unb faft uerlorenen 33ruberstamm banbelt). (Het oorspronkelijk gedicht doen wij er naast afdrukken} Groeningeveld <5uit>o rmungefelb, roar fein be agen, 2llêin raë, al§ in anb, tonenb ') op ob be SegerS 2) fagen, te fodjten fret on§ 3Saterlanb? fiat op bat g-elb, in onfe §anb, 3)cn Söro onttoaien,3) n leoe, frei uan diabe en Aanb Du§ SBaberlanb! röningefelb, ut alle f^elben 6et -herrliffte, bat onne grut; S)ar't lamfdje SSolt, fein olantfd)e elben, SBet't ulamfdje 8ieb f)erleoen 4) but: fiat op bat §e'b, in onfe >anb, en 8btu ontroaten, SGBecfenb an ene= en cbelbefant STaub") Söaberlanb! ronhigefelb! D Sïortretffdje 3Irbe, tcudjtbar en fret oan fremb eroafs6) par' bc SBanb, bie eenë fparbe: Sffiecr') fei ons SBolt, fo't el)rteib§ roa§! Sat op bat ftelb, in onfe §anb, en Soiüoutioaien (£n l)aube8) frei ben auben5) 2rant 2'neu glanberlanb! o .Magali, ma tant amado..." Mistral, Mireo. cant. III. Groeningeveld, waar zijn de dagen, als in uw gras, als in uw zand, steunende op God, de legers lagen, die vochten vrij ons Vaderland? Laat op dat veld, in onze hand, den leeuw ontwaaien, en leve, vrij van schade en schand, ons Vaderland! Groeningeveld, daar blommen bloeien, daar kooren wast nu, overal, daar gaan wij, vrij van vreemde boelen: wie die het ons verbieden zal? Laat op dat veld, in onze hand, den leeuw ontwaaien, veerdig, en vrij van allen band, zij Vlanderland! Groeningeveld, uit alle velden het heerlijkste, dat zonne groet; daar't vlaamsche Volk zijn' vlaamsche helden, bij 't vlaamsche lied, herleven doet! Laat op dat veld, in onze hand, den leeuw ontwaaien, wekkende, aan Leye en Scheldekant, 't oud Vlanderland! Groeningeveld! o Kprtrijksche aarde, vruchtbaar, en vrij van vreemd gewas, spare u de band die eens u spaarde: weer zij ons Volk zoo 't eertijds was! Laat op dat veld, in onze hand, den leeuw ontwaaien, en houde vrij den ouden trant 't nieuw Vlanderland! maken, hetgeen niet ondoenlijk is, daar Australië gemiddeld het '/e deel der jaarlijksche wereldproductie van erts naar Europa, voornamelijk Duitschland, exporteert, dat, bij gebreke aan daartoe geschikte in richtingen, in Australië zelve niet kan wor den verwerkt. Men heeft 't nu tot dit doel naar Amerika verzonden. In Engeland wil men de proef nemen, om daar te lande smelterijen op te richten, maar belangheb benden verlangen, dat de regeering een minimum-prijs van 23.?zal garandeeren, welke voorwaarde waarschijnlijk zal worden ingewilligd. De vraag is dan, of bij het vasthouden aan een zoo hoog prijsniveau Engelands uitvoer van gegalvaniseerde pla ten bij een teruggang va»den prijs op de wereldmarkt nog mogelijk zal zijn? Zooals gewoonlijk, vindt men ook in Australië zink- en looderts in elkanders na bijheid en dit laatste wordt wél ter plaatse verwerkt. Daar voorziet Engeland ten deele in zijne behoefte aan lood, dat verder uit Spanje en Mexico wordt betrokken. En daar dit ongestoord kan geschieden, zijn de prijzen van lood in vergelijking met die van zink in minder belangrijke mate gestegen, nl.: Juli 1914 3.85 i December 1914 3.80 Juli 1915 5.75 \ Amer. ets. October 1915 4.50 December 1915 5.50 Wat tin betreft is, met uitzondering van Juli 1915, toen de prijs tot 40'/2 Amer. ets. opliep, het niveau tamelijk weinig veranderd, nl. Juli 1914 31, December 1914 33'/2, October 1915 33'A Amer. ets. In December 1.1. kwam weer een rijzing voor tot 373/4 ets. De reden hiervan is te zoeken in de omstandigheid,, dat Amerika zelf grootendeels in zijn tinconsumtie moet voorzien door aanvoer uit Indië en wél via Londen, terwijl in verband met het dure transport vraag en prijsverheffing binnen enge grenzen beperkt bleven. Wat Amerika als leverancier van koper heeft verdiend, kan men nagaan, als men de prijzen van 1915 vergelijkt met die van normale tijden, wanneer de productie-kosten van 8 tot 11 ets. varieeren, terwijl zink, dat half Juli 1915 223/4 ets. noteerde, in de tweede helft van Augustus d. a. v. tot!03/4cts terug ging en half December 1.1. wedertot 16'/2Cts. was opgeloopen. 18/1 '16 v. D. S. * * iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiimiiiiiiimiiiliiiiiiiiimimi iiMiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiimutiiiiimtMiiiiiiiiiiiiintii röningefelb! S)e gülben onfert be froarte Söto! Somtn an! gufyre tie't SBotf ter egebafnte9) iefyt, hu fein robe Slauen flafyn. Sat op bat 5clb, ;n onfe §anb, S)en Sol»onhcaien: fjolge e m, blutrob getongt,'") getafmt, ") §eel") ftlanberlanb! ') SSertrauenb, ') $eer, 3) entroeïjen, 4) oer= legen, 6) alt, ") eroadjg, ') roieber, ") Ijalte, 9) @iege§bafm, 10) gejungt, ") gesalmt,1!) gans. Groeningeveld! De gulden vane donkert de zwarte leeuw! Kom-aan! voere hij 't Volk ter zegebane: ziet hoe zijn' roode klauwen slaan Laat op dat veld, in onze hand, den leeuw ontwaaien: volge 'em, bloedrood getongd, getand, heel Vlanderland! 18/9/'94 Guido Gezelle, die wel nimmer vermoed zal hebben onder den schuilnaam 4i/g ajlillionen belgtëd)en QlSnien" tot spreektrompet te zullen strekken, wordt hier de trait d'union tusschen Duitschland en einen echten eutëch,en SBruberêtantm". Intusschen heeft de knutselaar-taalgeleerde zich de allerminst stichtelijke vrijheid veroorloofd, het vers te ontdoen van een ,,'ï>eut§cb.feinblicl)es" citaat, en van het tweede couplet, dat Deutsche reisgezelschappen zou kunnen doen afzien van een SSergnügungsfatjrt naar het nu bezette Groeningeveld. Het tweede slachtoffer der tactvalle coupeurs wordt Virginie Loveling, wier Buiten meisje in Gothische letters beklemd zit, zooals het Melkmeisje van Vermeer er uit zou zien in een droit-devanf'-corset. iet ^ütenmeffje fêfrgfnfe Xovellng ei frugen, ot [et tefteben roa§ 3n be tabt, tefreben art bar? Set junge SJJeifje f niette2) ja, ei roaren f o gub for b,ar! et fnicfte ja, fei froeeg en ging §n be Selberfufen 3) ftarjit, n fad) onttjod) bor't Dp trat be fouten gatnt. Het Buitenmeisje Zij vroegen of ze tevreden was, In de stad tevreden en daar? Het jonge meisje knikte ja, Zij waren zoo goed voor haar! Zij knikte ja, zij zweeg en ging In de kelderkeuken staan, En zag omhoog door 't vensterraam, Op straat de voeten gaan. Toen dacht zij aan het groene veld En aan haar ouders hut: Daar over waait hoog de populier, En de vlierboom aan den put. Het geitjen op 't grasplein ginds verre de kerk, En de lucht oneindig blauw, Haar moeder haspelt aan 't open raam, En haar vader zit op 't getouw. De wiedsters in 't veld en de leeuwrik omhoog; O lag zij bij hen in het vlas! En zat zij te peinzen, toen vroegen zij haar, Of ze tevreden was? Zij waren zoo goed en zoo vriendlijk met haar, Zij kon niet zeggen: neen Maar 's avonds als zij slapen ging, Toen weende zij alleen. Sun4) bad)t fei an jet grune n an jar 9Iuber§5) §ütt: ÏJaroner roait tjod) be populier,6) n be glierbom ftatjt an be $püt.') §et eitd)en8) op 't raSpïain, gtnbS ferre be Kerf, n be 8üd)t9) oneinbig blau, Sar ÏÏJÏuber tjafpelt ant' open ÏRaïjm,10) n jar SSaber fet op't etau. e aBinbfterS") in t' ^eïben be Söroerit») omtjod) D lag fei bu in't fttoS! '?') n fat fei te peinfen,") ban frugen fei jar Df fei tefreben roa§ ? ei roaren fo gut en fo frienbïtt met jar, ei fonn niet feggen 9leen". 9Jiar 15) f' 2loonbs, als fei flapen ging, ann roeente fei alleen. ]) a§ fianbmabdjen, 2) nidte, sj Selferludje, 4) bann, 5) Item, 6) s$appel, 7) S3runnen, 8) eif3d)en, 9) Suft,10) ftenfter, ") Söadjfteljen, ") Serctje, ") ftlad)?, H) nad)benfen, 15)3lber. Tot zoover, wat ber Land und Meer zijn lezers voorzet. Ten slotte echter, gevoelen wij Nederlanders ons bij het lezen dezer taalproeven teruggezet. Hoe moet het ons gaan? Vormen wij niet evengoed een echte Duitsche taalgrpep; en zijn wij niet even verwaarloosd en gedoemd tot den ondergang als onze 4Va millioen Vlaamsche broeders? Wij wenschen ook ons deel in deze glorie, en haasten ons dus om, nu geen Duitsche uitgever nog ooren heeft voor dit interessant experiment een weg te zoeken die ons nader voert tot het Duitsch, onze moedertaal. Stammoerroannten, wa§ ? Redden wat er te redden valt! f rnfiE QullanhifdjEt 3Cpifi (in overweging gegeven door Melis Stoke) C£a£tjter abgebrurfte ebtd)t laëst beutlid) erfenncn, ba§ e£sidj bei ben (i 9JÏUltonen SJteberlcinbern janbelt um einen edjt eutfd)en, blsl)er leiber redjt uernadjlaffigten SBruberëtamm). Wilhelmus Wilhelmus van Nassouwe Ben ick van Duytschen bloet, Den vaderlant ghetrouwe Blijf ick tot in den doedt. Een Prince van Orangiën Ben ick vrij onverveert, Den Coninck van Hispaengiën Heb ick altijt gheëert. In Godes vrees te leven Heb ick altijt betracht, Daerom ben ick verdreven Om landt, om luyd 'ghebracht; Maar Godt zal mij regeren Als een goet instrument, Dat ick sal wederkeeren In mijnen regiment. Lijdt u mijn ondersaten Die oprecht zijn van aert, God zal u niet verlaten Al zijt ghij nu beswaert; Die vroom begheert te leven, Bidt Godt nacht en de dach, Dat hij mij cracht wil gheven Dat ick u helpen mach. Enz. pbilipp von SCBtlbelmuêDon 91assauen 58in trf DOU IBcutSdjem 33(ut, en ^rinjen uon Cranieen S3en td frei unferfart, ') Slönig oon ëispanieen ie! aüteit5) geeljrt. obes frees :l) 311 teben ab id alUeit betrad)!, bin irf Derbreben 4) Um anb, um Seut 'gebradjt. Rar ott §all') met regieren ") 3ügute§ Qustrument, a§§ id kal roieberferen Qn mein Sïegiment. 8eit , mein Untersasëen ;) bie aufredjt §ein con 2lrt, ott jat nit uerlaëëen al ëett gei nu beëroart. Xer front begeert ju lefen bibt8) ott, 9Zad)t nn^ Sad) '?') l)ei mei ftracl)t rottl gefen, iet Ijelpen mad). U. ')Unoerfroren, '2) immer,:)) furd)t, ^uertrieben, ?"?) roirb, 6) mie, 7) Untertanen, 8J betet, 9) O'p deze wijze redde men wat er te redden valt.' MELIS STOKE IIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIHI1IIIIIHIIIIIIIMIIIIIIIIIMIIMIMIIIIIIIIIIIIIII RIJM-KRONYCK Treub gevallen Wanneer de blaren vallen, en stapelen op het mos, gaat ritselend onze voetstap door 't zwijgend najaarsbosch. En vreezen wij te storen de stilte, die wij hooren. Wanneer ministers vallen, dan wordt het stil rondom, en velerlei gedachten gaan in de menschen om. Omdat ze allen weten, dat ze hen gaan vergeten. W ij echter zingen als refrein: Qui Treub embrasse, mal treint. Wat nu ? Wij hebben er genoeg gehad, en in dien tijd is onze schat kist als een Danaïden-vat, zoo bodemloos gebleken, dat men ten slotte denken gaat, dat onze Nederlandsche staat slechts bitter weinig is gebaat met die minister-steken. Toen kwam er een verstandig heer, die riep: benoem er maar geen meer, want ach: ten slotte wordt het weer geknibbel en gesnater.... wat doe je met zoo'n duren vent, dien niemand ziet, en ieder kent.... Benoem voor dat faillissement Maar liever een curator! MELIS STOKE. Nieuwe boeken van deze week: L. CORNELY, Die Aussprache des Deutschen, grundrisz der Phonetik für die Candidaten der Deutschen Elementar und Mittelschulprüfung, 46 pag. f 0.50. Zutphen, W. J. Thieme & Cie. H. J. VAN GINKEL, Vrijmetselarij ert de orde der Algemeene Gemeenschappelijke Vrij metselarij welke de vrouv tot haar lidmaat schap toelaat, 39 pag. Officieële uitgave van den vertegenwoordiger van den Opperraad der Algemeene Gemeenschappelijke Vrijmet selarij voor Nederland en Koloniën. Prof. dr. G. JELOERSMA, Een geval van Hys terie, 147 pag. f 3.25, S. C. van Doesburgh. BOERT EN ERNST, Leekedichtjes van Ano nymus (1904-1915), 328 pag. Rotterdam, D. van Sijn en Zonen. RENÈDE CLERCQ, Van Aarde en Hemel, 66 pag. f 0.75. Amsterdam, L. Simons. Nederlandsche Gedachten. Het Neder landsche Standpunt, 91 pag. f 1.?. Baarn, Hollandia Drukkerij. Redacteur: Dr. A. G. OLLAND Predikheerenkerkhof l, Utrecht Alle berlchten.deze rubriekbetreffende.gelieve men te adresseeren aan bovenstaand adres. PROBLEEM No. 36 VAN A. F. MACKENZIE ZWART cde WIT fg Wit: Ke3, Df3, Ta5 en h6, Lc8 en h4, Pc4 en g5, pionnen b3 en h5. Zwart : Kf5, Td7 en f7, Lg6, Pb5 en d5, pionnen b4, et, f4, g3 en h7. Wit geeft mat in twee zetten. Oplossing over 14 dagen. Zie vervolg op pag. 13.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl