Historisch Archief 1877-1940
ISFebr. '16. - No. 2016
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
De uitwerking van de torpedo op den
zijwand van de Artemis
de Artemis spreekt van een slordig of dron
ken officier en de verwachting uitspreekt
dat wij binnenkort zullen hooren, hoe der
gelijk gevaarlek individu door zijne regee
ring gestraft is.
Aan een herhaalde betuiging van leed
wezen over dergelijke voorvallen hebben
wij immers bitter weinig!
Toch ging het in den laatsten tijd nogal
welletjes. Er gebeurde zoo wel eens het een
n ander, maar de oorzaak daarvan was
spoedig gevonden, n.l. de onvermijdelijke
mijnen.
Men. hoorde niet meer van
duikbootaanvallen; bovendien, de Kaiserl. Reg. had
haar oprecht leedwezen" uitgesproken etc.,
inzake de Katwijk, dus wie dacht er nu nog
aan duikboot of Zeppelin-aanvallen bij het
weg blijven van koopvaardij- of
visschersvaartuigen ?
Alles liep op mijnen", de Koningin
Emma,de Texelstroom, de Apollo, de Vlissingsche
mailboot Prinses Juliana, de Ellewoutsdijk,
Leto, Maasdijk en vele andere, waaromtrent
men weinig hoort.
Sommige daarvan nota bene in een gebied
dat door de Engelsche Admiraliteit geregeld
gezuiverd wordt van verankerde mijnen,
althans in de gevallen Koningin Emma en
Prinses Juliana.
Die eenigszins op de hoogte is, weet, dat
het zeer twijfelachtig is dat op de plaats
waar deze twee schepen werden getroffen,
mijnen liggen en omdat hij, na de voorval
len van de laatste dagen, een eigenaardiger)
indruk krijgt van oprecht leedwezen", brengt
h{j deze gebeurtenissen met elkander in ver
band en denkt aan torpedeeren van deze
schepen, temeer daar een duikboot zulk een
schoone gelegenheid op die plaats heeft,
met het oog op 't feit dat alle schepen daar
beloodst worden, gestopt liggen of weinig
vaart loopen.
Is het niet merkwaardig dat men, tegelijk
met al deze berichten, leest van een duik
boot in de Thames-monding ?
Hoe dit ook zij, wij zijn het volkomen
eens met het Handelsblad, waar dit schrijft:
Er zijn Nederlandsche schepen en treiters
weggebleven, vermoedelijk op een mijn
gestooten en met man en muis vergaan.
Hoe weten wij dat die schepen niet door
Zeppelins vernietigd zijn ?" Zeer juist: het
bommenwerpen op de Franz Fisher bewijst
ten volle dat de belligerenten zich niet in
't milist yan hun a-propos laten afbrengen
door futiliteiten als nationaliteit van een
schip of menschelijkheid.
En wij kunnen nu, na het gebeurde met
de Artemis aan de vraag van het Handels
blad toevoegen de vraag: Hoe weten wij,
dat die schepen niet getorpedeerd en de
bemanningen omgekomen zijn?
Het geval Artemis is voor de Duitsche
taktiek wellicht een tegenvaller en het mag
gevraagd worden of onze Regeering er aan
leiding in zal zien, te onderzoeken in
hoe_ verre in zake Koningin Emma en Prinses
Juliana sprake kan zijn geweest van torpe
deeren.
Het geval van de Engelsche Treiler en de
Zeppelins is een fortuintje voor de Duitsche
bladen.
Wat hebben ze gejuicht!
Natuurlijk vermijdt men wijselijk te ver
melden dat deze Engelsche barbaren geen
marine-officieren waren, zooals bij de on
telbare Artemis-gevallen, maar eenvoudige
visscherlui, bij wie bovendien vermoedelijk,
dank zij eerdere kennismakingen met Zep
pelins, redelijkerwijze eenige vrees voor
dergelijke beschavers verwacht mag worden.
llllllllllllillllllllllllllllllllliiiii
«B
«V; \£j ^**?????»?
VE|RLANGENS
DOOR
RATU LANGIE
Volle zaal, mondain en mondain-doend
publiek, van theater komend, plaats zoekend
aan tafeltjes; hlertusschen door kelners met
priesterwijding op effen gelaat bestellingen
aannemend.
Als van verre komend gedempte tonen van
muziek, droomerige klanken op ijle trillers
als dwaallichten zwevend boven drukte der
zaal. Muziek voerde hem mee, geleidelijk,
naar andere gebieden; abstraheerde van het
nu, van 't heden, dat hem knelde.
Westersche civilisatie drukte; drukte door conventie
en fatsoen, drukte door kleeding en beper
kingen; verlangens ontwaakten, machtige
verlangens naar vrijheid, naar de prijsgege
ven vrijheid; visioenen doken op, visioenen
uit het verre verleden
Ver van de brandpunten der moderne be
schaving op een der groene eilandjes van
de Stllle-Zuidzee stond het bamboe hutje
waar hij ter wereld kwam; het klotsen van
het water tegen de palen, waarop het arme
lijke visschershuisje rustte, en het gieren van
den wind door de openingen in de wanden
waren de wiegeliederen waarmede hij in
JY.A..
Hofjuwelier Koningsplein,
AMSTERDAM.
MiiiitiiiiMiimiimiiiim
DIAMANT, PAARL.EN,
JPAARL,COL,L,IERS.
ItllllMIIHItllllllllllllllll
ATELIER VOOR DIAMANTWERKEN
Gesmeed] Tafelzilver en Serviezen ,in
supérieure uitvoering.
MEDDENS
S.B.
gereed en
naar maat vanaf
Coupeur-reiziger
te ontbieden.
J. S. MEÜWSEN.
HOFLEVERANCIER.
Hoeden en Mode Magazijnen.
AMSTERDAM.
Leidschestraat 4,
Beurspassage h. Damrak,
Damstvaat hoek Nes,
Doelenstraat hoek
Achterburgwal.
ROTTERDAM.
Mosseltrap 3,
Boymansstraat 3.
IIIIIIIIIIHIIIIIIItllllllllMllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Wij stelten voorop dat deze daad van En
gelsche zeelieden uit een oogpunt van men
schelijkheid ten eenenmale is af te keuren
en zien er tegelijk het bewijs in hoezeer
deze oorlog degenereert, want wij hebben
in onze dagen beter werk gezien van En
gelsche collega's.
Maar na al hetgeen deze menschen in den
loop van het laatste jaar hebben ontmoet,
kunnen wij hun daad begrijpen. Het zou
misschien de moeite loonen eens het oor te
leenen aan hetgeen onze Hollandsche
visschers over die daad zeggen.
Er is in den laatsten tijd veel geschrijf
en gewrijf over pro-Engelsch of
pro-Duitschgezindheid. Het woord pro-Nederlandsch
wordt bijna niet gebruikt en toch gelooven
wij, dat de Nederlandsche koopvaarders van
den tegenwoordigen tijd, met name de offi
cieren belichaamd in de bovengenoemde
Vereeniging, pro-Nederlandsch zijn.
ProEngelsch zijn zij niet, maar dat hunne
sympathiën meer naar den Engelschen kant dan
naar de Duitsche gaan, hebben de Duitschers
zichzelf te wijten. Zij zijn te veel gelijk Uilen
spiegel : de wereld krijgt een hekel aan hen,
maar zij hebben het er ook naar gemaakt.
GEZAGVOERDER
1) Wij cursiveeren.
Het Algemeen Nederl. Verbond als
Taalzuiveraar en nóg wat
(Ingezonden)
Het Algemeen Nederlandsch Verbond heeft
in dezen wilden oorlogstijd al heel wat aan
vallen te doorstaan gehad en werkelijk niet
zond.er reden. Het heeft helaas getoond, geen
ruggegraat genoeg te bezitten, om in den storm
slaap werd gesust; een stuk doek aan de
spanten opgehangen, was de wieg.
Niet op dit eilandje echter groeide hij op;
de visschersstam trok verder, zwierf rond
in kleine bootjes, zeeën doorkruisende, de
groote visschool volgend.
Nauwelijks kunnende loopen, speelde hij
reeds met andere kinderen bijna den heelen
dag in zee: lieten zich rollen over 't zand
door aankomende golven, zochten mooie
schelpen en steentjes; moe van 't spelen,
legden zij zich neer op droge zand; de heete
stralen der tropische zon hadden dra het
water yan de bronzen lijfjes verdampt. Op
zijn vierde jaar werden diensten van hem
gevergd; met anderen werd hij dagelijks bij
de netten in zee geworpen; zich drijvend
houdend op een stuk bamboe, moest hij de
netten op hun plaats houden; menig vriendje
was spoorloos verdwenen als men weer de
netten ging ophalen: men treurde in den stam,
maar ach, 't was het bestaan. Zoo groeide
hij op in en op het water.
Herinnerde zich, zelf eens door een haai
bedreigd te zijn, die reeds in verraderlijke
kringen om hem heen zwom; doch er kwam
hulp op zijn geroep: Ankola bezig in de
groote prauw met andere mannen in zijn
nabijheid een net uit te zetten, sprong te
water en waagde een gevecht op leven en
dood: hij zag water spatten, schuim,daarna
verdwenen man en haai in de diepte, en was
het stil, een angstige stilte; eindelijk kwam
Ankola weer boven; met een zegekreet hield
hij de oogen van het monster in de hoogte.
Later op den middag vond men na eenig
zoeken het ontzielde lichaam van den zee
reus, waaraan de oogen ontbraken. Het was
TRAOB
KABJt
Le Cognac Martell
est garant! comme tant Ie
produit naturel des vins
récoltés et distillés dans la
région de COGNAC.
Agents:
KOOPMANS en BRUINIER,
AMSTERDAM.
- American
-
Eau de Cologne
wordt het MEEST gevraagde Merk.
Imp.: JEAN MULDER, Sloterdijk.
VERHUIZINGEN onder BARANTIE.
BERGPLAATS voor INBOEDELS.
Amsterdam, Frans van Mierisstraat 90. Tel. Z. 833.
met eere overeind te kunnen blijven. Vooral
zijn jammerlijke houding ten opzichte van
het geestdriftige, mannelijke optreden der
Utrechtsche studenten-afdeeling gaf het dui
delijke bewijs, dat het bestuur zijn allereerste
beginselen niet meer durft te handhaven.
Dit heeft natuurlijk een trenrigen indruk
gemaakt bij allen, leden en niet-leden, die
werkelijk gevoelen voor de levensbelangen
van den Nederlandschen stam.
Het Verbond heeft goede tijden gehad,
heeft goed werk verricht, zoowel door de
bemoeiingen voor congressen en andere
aanrakingen als door de boeken-commissie en
door de uitgave van het orgaan Neêrlandia."
Vooral de;»hoofdleiders, die in Dordt zete
len, hebben recht, dat hunne groote inspan
ning voor het heil van den Nederlandschen
stam erkend wordt. Vór den wereld-oorlog
hebben ze gedaan wat ze konden.
Maar sedert den Isten Augustus 1914 is
hunne houding droevig.
Neêrlandia" had meer dan eenig ander
blad moeten opkomen tegen het groote on
recht aan België; het heeft dit niet gedaan.
Maar, terwijl de verontwaardigde critici
aan de eene zijde te ver gingen door hun
afkeuring uit te strekken over de hande
lingen vór den oorlog, hebben ze aan den
anderen kant verzuimd, te wijzen op een
misslag van Neêrlandia's" redactie, die aan
het onmogelijke grenst en die te vinden is
in het nummer van September 1915, op
blz. 213. Daar is opgenomen een vrij
groot ingezonden stuk van zekeren heer
Cor. van Heusden te Berlijn, getiteld: Ne
derland tot waarschuwing." En dat stuk zit
vol met germanismenl Germanismen in het
blad, dat een afzonderlijke afdeeling bezit
van taaizuivering!
Germanismen in het orgaan van een Ver
bond met het doel, de Nederlandsche taal
te handhaven en te verbreiden" ? Germanis
men van de ergste soort! B.v. politieker voor
politicus, slimmer voor erger, aan 't station
voorbij, verwond voor gewond, samariter,
gebruikt nieuwe krachten voor heeft nieuwe
krachten noodig.
een leven rijk aan spannende momenten; de
gevaren-zwangere atmosfeer waarin men
leefde, staalde de zenuwen, verhoogde de
afweerreflexen.
's Avonds werden houtvuren aan het strand
aangestoken; ouden en jongen kwamen bij
elkander en bij bekkenslag werden soms
dansen uitgevoerd, woeste dansen; als dan
aan het eind de danser, na een harts
tochtelijk krachtigen kreet, zich neder
zette, raakten de stamgenooten in vuur en
de lucht weergalmde van de gevaartartende
uitroepen; als regel hield men zich echter
bezig met het verstellen van netten en ander
gereedscap, en door ouden van dagen werden
dan, op zangerigen toon de legenden ver
teld; verhalen van koningen en goden in
woningen van purper wolken door groote
zwermen zeevogels uit de Oosterkim bij
dageraad gehaald. Men ging vroeg ter ruste,
want bij 't krieken van den dag werd reeds
met het werk begonnen: netten werden uit
gezet, fuiken en haken opgehaald.
Was de streek afgevischt, dan werd het
kamp weder opgebroken, een gunstige wind
afgewacht en verder ging het op de uitge
strekte zee. Op geregelde tijden bezocht men
Singapore, Makasar, Manado; wantdevisch
moet verkocht en rijst en doeken ingekocht
worden. Met stil ontzag voor het machtig
kunnen heeft 't volkje in Singapore gestaard
tegen de stalen rompen der Europeesche
reuzenstoomers.
Toch vermeed men de bewoonde streken,
men voelde er zich niet thuis, voelde zich
beklemd in de geordende maatschappij met
de minitieus vastgestelde grenzen van het
oorbare en niet. Het zwervend
visschersNu willen wij het dezen Berlijnschen
Nederlander geenszins kwalijk nemen, dat
hij zijn moedertaal niet zuiver meer kan
schrijven; de man heeft waarschijnlijk vele
jaren in Duitschland gewoond en dan kan
men zich licht in sommige termen vergissen.
Bovendien getuigt de heer van Heusden zelf,
dat hij geen schrijver is. Maar we nemen
't hem wél kwalijk, dat hij dan bij Neêr
landia" komt om zulk een stuk aan te bieden.
En we nemen het tien maal meer kwalijk
aan de Redactie, dat ze het onveranderd
opneemt.
Is het misschien geschied uit onbegrensde
bewondering voor den inhoud?
Dan wordt de zaak niet beter.
Immers, die inhoud is zoo onbeduidend
en zoo flauw, als 't maar kan. Hij bevat
alleen het verslag van enkele gevolgen van
den oorlog, ;die de schrijver gezien heeft.
Staaltjes, die men in de eerste de beste
courant beter en uitvoeriger heeft kunnen
vinden. En ten slotte, als moraal, de waar
schuwing: vorder vrede, waak en werk,
opdat de oorlog niet over Nederland kome."
Die waarschuwing is dan gericht tegen het
bijzonder soort van menschen in Nederland,
dat gaarne de ellende van den oorlog van
heel nabij zou willen aanschouwen."
Die waarschuwing heeft de Redactie z
noodzakelijk gevonden, dat ze er haren plicht
om de zuiverheid der taal hoog te houden
door vergat. Sterker bewijs van vrees en
lauwheid kon ze niet geven. Immers, zij
weet, veel beter dan de Berlijnsche inzender,
dat die bijzondere soort van menschen" hier
niet bestaat. Het beginsel der bedoelde Ne
derlanders is: als 't er op aankomt, moeten
wij. strijden voor de eer en de positie van
ons vrije Nederland, niettegenstaande de
schade en de ellende, die dit .mee mocht
brengen." En daarmee spreken zij de taal
van de besten onder onze vaderen, van
hen, die onze vrijheid gegrondvest en
gehandhaafd hebben. Dat zou ook de taal
moeten zijn van het orgaan Neêrlandia".
De leden van het Verbond, ten minste de
overtuigde leden, kunnen voor de leuze
volkje behoorde aan de zee, de vrije
onmeetlijke Stille Zuidzee. O, de blauwe zeeën met
hun weelde van plantengroei, hun soms
bergenhooge woeste golven met witte
schuimkoppen, hun groenende eilandjes in verre
verschieten, hij had ze lief, als ja als
een ander zijn vaderland.
Als bij stille sterrenachten de vloot verder
trok, en allen zich ter ruste hadden begeven,
hieven de roergangers zangen aan, begeleid
door het eentoonig geklots der golfjes tegen
de booten; het waren weemoedige zangen,
gewijd aan de zee en aan de sterren, die
hun den weg wezen; zangen van berusting
in de beschikking der goden.
Zoo ging het als de zee kalm was; soms
ook zweepten loeiende winden de wateren
op tot hooggekrulde golven; dan waren alle
handen noodig om de worsteling tegen water
en wind te voeren; de scheepjes werden
ginds en her geslingerd, nu dansend op een
hpogen golftop, het volgend moment met
pijlsnelle vaart in den afgrond van schuim
en water glijdend; was de storm voorbij,
dan werd op een groote schelp reveille ge
blazen: niet altijd echter kwamen nog alle
booten bijeen. Maar dit gebeurde zelden;
de ouden wisten de stormen te ontwijken,
wisten waar en wanneer de zee onstuimig
zou zijn.
De jaren verliepen; het zwerversvolkje
trok van het eene eiland naar het andere,
tegen wind en stroom soms de groote
vischschool volgend, en dus op vaste tijden terug
keerend tot oude plekken.
Men had geen vaderland: de groote wijde
zee, zij was de voedster moeder, die, helaas,
ook menig offer eischte; men was gelukkig
BOUWT
te Nnnspeet.
Mooie boschrljke terreinen.
Spoor, Tram, Electrlsch licht,
Telephoou.
Inlichtingen maatschappij
DU VELU WE", te Nnnspeet.
VRAAGT
TANDMIDOCbKN
TAMINIAU'S
? JAM
MEUBILEERINGMAATSCHAPPIJ
- HOLLAND
MEUBELT ARTISTIEK UW WOONHUIS OF VILLA VOOR:
f 500
650.775
875.
HOO.EN HOOGER
STOFFEERT ARTISTIEK UW WOONHUIS OF VILLA VOOR:
f 25O
290.
425.
550.
675.EN HQOGER
- AMSTERDAM
N. Z. VOORBURGWAL 274
o. h. Nieuws v. d. Oag Int. Tel. 5974
"
VRAAGT PRIJSCOURANTEN
vrede tot eiken prijs" niets gevoelen, zelfs
niet, wanneer ze, gelijk schrijver dezes, mee
vooraan gestaan hebben in de vredesbewe
ging; zij kunnen alleen verschillen over de
vraag, of het er op aankomt."
De Redactie van Neêrlandia" zou dan
ook moeten begrijpen, dat ze hare kolommen
met andere dingen moet vullen dan met
Berlijnsche waarschuwingen en allerlei
merkwaardigheden, die buiten de groote
gevaren voor den Nederlandschen stam
omgaan. Ze moet opkomen voor hare be
ginselen: voor versterking onzer nationali
teit, handhaving onzer moerdertaal, optreden
waar de Nederlandschen stam kwijnt of
wordt bedreigd.
Dit kan, ook onder de tegenwoordige
omstandigheden, mits zonder chauvinisme
of overmoed, maar vooral ook zonder
onwaardige vrees.
Als er weer eens zoo'n mooi stuk uit
Berlijn of van elders komt, dan dient de
Redactie te zeggen: laat het drukken in
uw eigen oorlogvoerend land", in plaats
van te overwegen (gelijk ze aan schrijver
dezes berichtte), dat het toch zoo jammer
is, buitenlandsche leden van medewerking
af te schrikken.
Anders zal het beter zijn, Neêrlandia"
maar voor goed te staken en het Verbond
te beperken tot zijn te kwader ure uitge
vonden neventaak: bevordering van handel
en nijverheid. Het kan dan als zijn devies aan
nemen vorder vrede en maak gewinsten."
Misschien is er intusschen gelegenheid een
andere vereeniging te stichten, die onbevreesd
opkomt voor de hoogste Nederlandsche
goederen l). Een anderen laat ons zeggen
den ouden geest te brengen in de leiding
van het bestaande Verbond, is bij de tegen
woordige inrichting zoo goed als onmogelijk.
Dr. C. TE LINTUM
1) Deze mogelijkheid is, in den tijd
tusschen het opstellen en het drukken van dit
artikel reeds gebleken door het oprichten
der Vaderlandsche Club." Zij zal zeker hare
aandacht ook wijden aan het weren der
steeds maar insluipende germanismen.
l IIIIIIIIIIIIIIHMIIIIlnlIIIIMIIIIM
en vrij, en kende geen andere verlangens
dan dit bestaan voort te zetten
Wonderlijke samenloop van omstandig
heden ! Nu was hij in de centra van Euro
peesche beschaving; was zoogenaamd
Westersch geciviliseerd, had talen geleerd en
hun letterkunde, physica en chemie. Maar
onbevredigd was zijn gemoed: de schoon
heid van kunst en letteren kende hij slechts
van recensie; zelf doorvoeld was hij niet.
In vele oogenblikken als deze ging zijn hart
uit onweerstaanbaar naar de stille verlaten
eilanden, naar die zeeën met hun onver
gelijkelijk schoone tuinen waarin met zil
verschittering milliarden vischjes zwommen.
Met drukkende zekerheid voelde hij de
disharmonie van het heden: hij het kind
van zondoorgloeide tropen in de kille
landen der Noordzee; hij voelde het als een
doodelijke omarming, zijn vrije geest in de
maatschapij van conventie. Hij wenschte
zich terug met enorme intensiteit naar de
arme zwervende visschersstam, die hij moed
willig verlaten had.
Waar zouden zij zijn de lotgenooten van
weleer? Waar zou hij zijn, Ankola, zijn
vriend en beschermer ? Waar Minora voor
wie hij uit een diepe baai een bloedroode
paarl had gedoken?
Maar ook waar zijn zijn droomen van
voorheen ? Waar het heerlijke geloof aan
godinnen en princessen uit het schuim van
de branding voortgekomen, aan den regen
boog de trap die hemelwaarts leidt ?
Het westersch geschoolde verstand heeft
ze verbannen naar geestelijke rommeikamer.