De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 13 februari pagina 6

13 februari 1916 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

6 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 Febr. '16. No. 2016 QUACK'S BIBLIOTHEEKVAN SOCIALISTISCHE SCHRIJVERS Catalogus van de Schenking-Quack. Bibliotheek der Universiteit van Amsterdam. 1915.?143 blz. 8°. Quack's boek over de Socialisten en zijn Bibliotheek zijn n. Toen de zeven deelen gereed waren, bleef er voor den schrijver nog n handeling te doen over: te zorgen, dat zijn Bibliotheek, evenzeer een schepping van den auteur als zijn boek, bleef bestaan. Quack voltooide zijn taak, door zijn Biblio theek aan de stad Amsterdam te schenken. Er werden en worden nog steeds biblio theken gevormd over algemeene onderwer pen, als geneeskunde,theologie, letterkunde; deze bibliotheken, bestemd voor de praktijk van den bezitter, zijn als het gereedschap van den technicus. Maar daarnaast zijn speurders, die in de groote massa's boeken van het heden en het verleden naar iets speciaals en heel bizonders zoeken, geleid door een innerlijke kracht, die hun zelf misschien gedeeltelijk onbewust is. - Zulke speurders brengen buit mede uit onbekende schuilhoeken, waar niemand schatten veronderstelde. Tot hen behoorde Quack.' Uit hét resultaat van zijn werk, zien wij waar hij naar zocht: auteurs, die geschreven hadden over wat zij het heil van den mensch acntten en die in hun fantasie een beter menschenras zagen in beter omgeving dan waarin zjj zelf leefden. Nadat hij hun boeken en boekjes en tijdschriften gevonden had.heeft Quack -deze auteurs samengevoegd onder den naam van Socialisten. Geen sociaaldemocraten, noch sociaal-democratische ar beiden, noch vrije socialisten of anarchisten. Maar denkers, explorateurs op het terrein der ideeën. Zij loopen aan de grenzen en zetten hun voet op onbekend terrein. En evenals een ontdekkingsreiziger uit een land waar hij pas voor het eerst en slechts even geweest is, brengen zij heel frissche en nieuwe berichten mee, die echter gewoonlijk onvolledig en juist daardoor on juist of eenzijdig zijn. De ideeën-wereld is omringd door zoo'n grensgebied van ongeweten dingen. Ge dachten, versch uit dat gebied gekomen, zijn gewoonlijk voor de praktijk niet dadelijk geschikt, en toepassingen van die ideeën werden mislukkingen, men denke aan de Phalanstères, aan de Cabets, aan de werk zaamheid van Robert Owen, aan de Zwijndrechtsche Nieuwlichters met het Eeuwig Evangelie van Stoffel Muller.' Vele nieuwe ideeën blijven lang onop gemerkt. Ze worden in kleinen kring geuit en vinden een latenten voortgang jaren lang, tot ze eindelijk een man van de daad be reiken, die ze practisch weet om te zetten en er de menschheid mee verrijkt. Of ze verdwijnen weder. Gelukkig wanneer ze geboekt zijn. Deze out-of-the-way ideeën, in weinig of niet bePerswctiw BéeiMtwh au om d'hebilaiion du Phalanstère. Het ideaal der Fourieristen kende boeken neergeschreven, dat was Quack's buit. Quack's bibliotheek is een verzameling documenten voor de geschiedenis der ideeën. Menige gedachte is in die boeken voor het eerst gezegd, en misschien nimmer herhaald, zoodat ze nog nieuw zijn. Hoewel de wereldEen Oud-Hollandsch Communistisch plan geschiedenis voortgegaan is, zonder al te veel zich om die denkers-socialisten te be kommeren, heeft toch ongetwijfeld menig practisch hervormer uit het onbekende grensgebied veel of weinig opgedaan. Na de groote verspreiding, die Quack's boek gevonden heeft, krijgt het nog de nieuwe taak, de gids te zijn voor hen, die thans gelegenheid hebben deze zeldzame en unieke boekjes, waaruit Quack reeds zoo veel merkwaardigs heeft medegedeeld, in hun geheel te leeren kennen. Waarlijk geen gering voorrecht! De boeken uit de Bibliotheek Quack zijn merkwaardig om hun zeldzaamheid en om den inhoud. Uiterlijk bieden zij weinig fraais of singuliere. De schrijvers waren meestal erg blij als hun gedachten maar gedrukt werden, het slechtste papier en de onont wikkeldste drukker waren al voldoende in strumenten. Er zijn voor reproductie geen groote grepen te doen. Toch zullen de' lezers even met belangstelling zien naar de hier aangebrachte vignetten. De titel van het boekje van Abraham van Akkeren geeft op naïeve wijze het programma weer van een communis tische gemeenschap, trouwens geen eigen uitvinding van dezen Amsterdamschen Mennoniet, en reeds beproefd en mislukt. De arme Plokhoy, de vader van dit systeem, ging vol moed naar Amerika om het embryo van den heilstaat aan de wereld te toonen. Na jaren worstelen kwam hij als een bede laar in de Engelsche kolonie aan de Delaware aan. Het vignetje uit Thompson's communis tisch plan niet uitgevoerd geeft ons geen vroolijk idee van zijn ideaal. Die eentoonige gevangenisgevel zou het geluk aan den arbeider brengen! Wél moeten de ar beiders-toestanden in Engeland toen uiterst ongunstig geweest zijn! Het plan van de Fourieristen op het on derste vignet voorgesteld is romantischer; hier is het begrip dat ook het huis van ar beiders wel eenige versiering mag hebben. Op de Universiteits-Bibliotheek rust thans de eervolle en verantwoordelijke taak, deze documenten der menschelijke beschaving ongedeerd te bewaren. Er kunnen tal van kostbare werken verloren gaan, die schatten gekost hebben om ze aan te schaffen, dat is geen verlies. Maar wanneer n dezer unieke boekjes wegraakte, dan zou een manifestatie van den menschelijken geest zijn verloren gegaan. Dr. F. C. WIEDER Een gemeenschappelijke woning naar het ideaal van William Thompson, in 1830 llllIIlllllllllllHllllllltllllllllHlllllllllMlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllMM llIMIMIIIMMIlltllMHIIIMIIIIIIIIIIIIIIinilllMMMI Thomas Cool TENTOONSTELLING VAN SCHILDERIJEN ENZ. IN HET STEDELIJK MUSEUM De goden zijn dezen schilder niet gunstig geweest. Zij gaven hem eene neiging tot de schilderkunst maar niet een evenredige mate van talent; zij gaven hem ook een roman tische ziel, maar niet de kracht om zich uit te spreken. En maatschappelijk hielpen zij hem evenmin. Na eene opleiding aan de academie te Antwerpen, haalde Thomas Cool de akte middelbaar teekenen en gaf eenigen tijd les aan de H. B. S. te Arnhem. In het onderwijs vond hij geen bevrediging, Hij werd schilder en werkte in den Haag. Zon der succes blijkbaar. Hij liet de kunst de kunst en nam een plaats in aan de fabriek zijns vaders. Daar bleef hij tot zijn veertigste jaar (1892). Toen itHMiiilifiMiiiiiiiititHtiiiiiiimiiitiiiiimiMiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii MUZIEK Over het zelfstandig Esthetisch Onderzoek in de Toonkunst Schoonheid denkt zich de mensch elk naar eigen aandrang en behoefte; zoo zijn dus haar bestaanswijzen onnoemelijk en niet te rangschikken doch het is ons gegeven uit millioenen kunstuitingen schoonheidsvoorwaarden te onderkennen. Wel verre van ze blindelings en onbewust te aanvaarden, is het plicht, voor wie naar waarheid streeft, te onderscheiden het voortreffelijke van het middelmatige en het middelmatige van het geringe. Dit alleen is kunstgenot: het klaren van den indruk tot bezinning, zoodat wij het schoone beseffen, volkomen, zooals bloemengeur den reuk vervult. Het zijn de muzikale schoonheidsvoorwaarden, welke wij hier beoogen en waar onderzoek doel is, zij vrijheid wet. Wij willen ingaan tot ons zelve en onafhankelijk van het dagbladsoordeel of het gezag der muziekleiders ons een eigen overtuiging smeden. Is het waar, omdat het in de courant stond", dat wij den nationalen stijl onzer muzikale moedertaal zoeken in het lucht ledige en ons rekenschap moeten geven van de juiste methode, want psyche, toon en rythme, komen alleen in een Fransche tech niek tot hun recht"? 1) Moeten wij gelooven op gezag van Het Muziekcollege," 2) dat Hol, Zweers en Catharina van Rennes op n lijn kunnen gesteld worden, omdat het aan alle drie, ondanks eenzijdige vorming wel .eens ? gelukt is hun Nederlanderschap in een muziekstuk weer te geven'? Zal internationalisme ons den weg wijzen naar een nationale toondichtkunst" ? (o contra won de natuur het van de leer. Hij werd opnieuw schilder en trok naar Rome. Ongetwijfeld heeft hij daar hard gewerkt. Rome gaf hem althans de historische en artistieke sfeer waarin hij leven wilde. Mis schien heeft hij zich van den invloed daarvan te veel voorgesteld en zeker is dat hij den verloren tijd niet meer kon inhalen. Van alles ontbrak hem om opgewassen te zijn tegen de taak die hij zich stelde. Het is zijn noodlot dat hij dit niet gevoeld heeft. Wat hij wilde ging n zijn kunnen n zijn gaven te boven. Technisch was hij slecht onderlegd; een geboren colorist was hij allerminst; ten slotte overschatte hij de macht van zijne verbeelding, de spankracht van zijn geest, de duurzaamheid van zijn visie. Als een romantiseerend dilettant wilde hij vooral iets anders geven dan het gewone. Hij zocht het in het effect en in den omvang. De slappe bouw, de troebele kleur, de slordige factuur van zijn werk komt er te meer door uit. Enkele zwart-en-wit schetsen; eenige waterverfteekeningen; ook een olieverf studie waarin hij minderhet ongewone gezocht heeft (No.10) geven een beteren druk van zijn aanleg. Dezen in het rechte spoor te houden is den schilder niet gegeven geweest. Een weedictio in terminis!). Kwamen werkelijk Diepenbrock en Wagenaar aan het hoofd onzer scheppende toonkunstenaars te staan", doordat de eerste zich afwendde van de Duitsche muziek en de werken van den tweeden met hun duidelijk getuigenis van liefde voor Berlioz stellig waarborg geven tegen germaniseering der leerlingen zijner Utrechtsche compositie-klasse" ? Laat ons tot vastheid komen. Is het ge rechtvaardigd te verklaren, dat Nederland sche kunst iets ander zijn moet dan Neder landsch? Neen, want dat onze kunst een innig-soortelijk karakter draagt, hebben onze groote schilders immers bewezen. Zouden wij hieruit afleiden dat het in onze toon kunst anders zijn moet? Het is zoo natuurlijk, zoo klaarblijkelijk, dat ook zij spreekt van den wijden vrede, de eeuwig wisselende luchten en het wiegend water van ons laagland. Dit is de eerste schoonheidsvoorwaarde. Ziet het werk van Bernard Zweers, die nationale toon- en dichtkunst vereende in zijn diep-doorgloede Ode aan de Schoonheid" en in zijn liederen op tekst van Boutens en Helene Swarth. Het Nederlandsch tooneel wist wel tot wien het zich in '94 moest wenden, om een zuiver landseigen schepping te ver wekken : zoo ontstond de muziek bij de Reien van Gijsbrecht van Aemstel." Zou een kunstenaar als deze, allén reeds uit een kenschetsend oogpunt, vergeleken kunnen worden met Richard Hol, die zijn naam eer aandeed en Catharina van Rennes, die met meer dan 60 werken (meest kinderliederen) geen plaats inneemt op instrumentaal ge bied, waarop Zweers de belangrijkste figuur is hier ten lande? De tweede schoonheidseisch is deze: gewisheid van muzikale gedachte, die blijdschap en droefheid onmiskenbaar verklankt in de bewogen deining, die zekerst moedige indruk blijft van zijne tentoonstel ling achter. Thomas Cool leefde van 1851 tot 1904. H. * * * Tholen, bij van Gogh, Amsterdam Het werk van Tholen dringt langzamer hand door naar de plaats, die hem, onjuister wijze, ontzeid was. Er zijn schilderijen door Tholen gemaakt, die in een dommelend licht, en vol welige, onbestemde, toch juiste vormen, bekoringen bezitten, zonder eenige scherpte of felheid, maar van gestaegen duur. Dit is een goede eigenschap voor een werk: langzaam maar zeker de belang stelling te wekken, eenvoudig-weg, door eigen innerlijkheid. Het werk van dezen Tholen is op zijn best in het Avend-uur Maar het is niet alleen dan boeyend, en bloeyend van een wijd licht. Daarnaast komen de onderwerpen met de schepen; met het water, zuiver getypeerd in zijn golfslag; in zijn kleur, verwant met den weerkaatsten hemel. Stadsgezicht en be zeilde waatren zijn Tholen's diepste lust, maar niet alleen. Hij is een teekenaar van dieren, even wei-bereid als die van schepen, scheeps-werven en torens, die op hun iilliiiiimiuiiilliniiiimiiuiMiliMitHlilMlliillitillHluiMMUlUMllMMU-HJ naar het hart toegaat", zooals Henriette Roland Holst het uitspreekt. Het lied wil niet die luwe schildering in chromatiek, die der zangstem vreemd is en slechts een egaal-zwoelen druk teweeg brengt of schrille dissonanten, die zelden door den tekst ge wettigd zijn en slechts dienen pour pater Ie bourgeois." Ik denk hier aan Jan Ingenhovens Nous n'irons plus au bois" 3), door de madrigaalvereeniging onder leiding van Sem Dresden meermalen te Amsterdam en elders uitgevoerd. Vreemd, dat wij ook in de Gijsbrecht- Reien van Diepenbrock die onbestendige weekelijkheid in peuterigchromatische gangen aantreffen, daar waar hij getoond heeft uitnemend voor zangstem te kunnen schrijven in Den Uil, het XVe Eeuwsch Bruiloftslied" en het Paaschlied". 4) De derde schoonheidsvoorwaarde is waar achtigheid van den toondichter, die zijn ge dachten uitbeeldt voornamelijk in den bouw van het thema en slechts ten deele in de klankkleur, welke de instrumentatie of de uitvoerende kunstenaar daaraan geven moet. Hoe armelijk zijn de meeste Strauss- en Mahler-thema's in hun naaktheid en hoe weelderig schijnen zij in een combinatie van b. v. twee fluiten en een schel of met aan wending van l Windmaschine, l Donnermaschine, glockenspiel, Becken, Trommel, Triangel, Herdengelaute, Tamtam (3 spieier)"! Het is al verspillen van kunstzinnig vernuft in bijkomstigheden en het resultaat is een zielloozc, luidruchtige klankmassa. Zoo eischen wij dan van den toonkunstenaar deze drie beginselen: nheid met zijn geboortegrond, gewisheid van denken en waarachtigheid van voelen; op deze gronden zal zich ons oordeel vestigen. Zegt niet: ik vind dit of dat schoon, want het streelt blauwen kop den avond en zijn licht nog even houden. Hjj maakte, bij dit alles, hier en daar een goed kinderportret, of dat van de innerlijkheid van een man. Is dit niet voldoende, om hem naar die waardeering te willen dringen, die hem op juister wijze ontzeid is, nog steeds te veel? PLASSCHAERT * * * Anna Abrahams, een bloeme-'en vruchteschilderes Op een tentoonstelling in Pulchri Studio" treffen de werken van Anna Abrahams steeds door een afzonderlijkheid. Zij zijn, in den ouden zin van het woord, geen volle dige schilderijen; daarvoor is hun aanduiden te vrij en hun vorm in 't algemeen te spon taan. Er is echter een veel keer zich schakeerende schoonheid van kleur. Ik weet, dat de varieerende gam ma's meer een eigenschap zijn van de vrou wen, en van haar meer gedifferentieerde zenuw, dan van de mannen, vaster en dog matischer dikwijls van opzet. Maar niet alleen zijn deze schakeeringen zoo juist gekozen door de schilderende vrouwen/üals Anna Abrahams dat doet. Bij haar bloeien de kleuren mee met de roode rozen; zijn diep met de donkerroode appels; zijn luchtig met de luchtiee bloembladen; innig wan neer de groene huid van een peer zij te maken heeft. Zij zijn altijd die van een kunstenares, bewogen steeds opnieuw,, en beweeglijk telkenmale weer. De kleur van Anna Abrahams, modern zoo ge wilt van nuancaeringen, is dat zonder eenigen opzet. Het moderne is in haar: natuur; zij tiert gemelijk in deze moder niteit. Zij is, in haar beste werk, belangrijk genoeg om minder miskend te zijn; rijk genot, soms voor een grage gevoeligheid. PLASSCHAERT Rik Wouters 1. Lenig, levendig, sprankelend, fijn van zin in de kleur, is Rik Wouters. Hij is dit in zijn reeds besproken teekeningen en etsen, waar in een bekorend snelschrift soms meer de vorm gegeven wordt, soms meer het luchtigst lichtspel is gezocht. Hij is een moderne, die met aanduidingen tevreden is, maar deze aanduidingen geven dikwijls meer dan veel, en akademisch, gehanteerde teekening; zij wekken de phantaisie, en maken haar, die, gebracht op den juisten weg, gemaklijk verder gaat, wakker en ree om pp te trekken. Dit is een eigenschap die niet te vergeten is. Zij ontstaat door een spontaneïteit, die in den schilder was, en mee gedeeld wordt aan den beschouwer. Die zelfde opwekkende eigenschap is in de schilderijen te vinden. Ook daar leeft de kleur, in een snel tempo, met een snelle pols" wil ik schrijven. Ik zou willen zeggen, dat de rooden" op sommige schilderijen fel zijn als de bladen van felle bloemen, en dat zij in hun verscheidenheid des schilders gevoeligheid bewijzen, voor een variatie op n gegeven. Het schilderij van Wouters is niet altijd zonder feiten en falen. Dit spreekt vanzelf bij deze niet altijd schiftende spontaneïteit. Er zijn soms gedeelten (zie 13, Appelen) waardoor een essentieel gedeelte lijdt, en vermindert in waarde. Er zijn soms dwaze, drukkende partijen, waar ge op een metstorend, maar steunend deel woudt hopen. Er is in deze dingen van snellen gang niet overal evenwicht met het overige; dat is een der gevaren der snelheid en der gezochte en gegeven lenige levendigheid. In het beeldhouwwerk vindt ge dezelfde bekorende eigenschappen. De fouten zijn hier soms omgaan. In de danseres tref fen de uitbundige bewegingen, de uit geworpen arm, de stoute stand. Dit is Wouters' zucht tot actie, opnieuw. In de buste van James Ensor is de actie innerlijker; de ironie breekt uit, uit duizend kleinigheden in den kop. En het glimlachend meisje (No.64) dat ook de komende lach" zou mogen heeten, is vol van zijn fijnheid, die hier is, als in de gekleurde teekeningen; als in sommig schilderij... II. Het werk van Wouters, het zij in 't kort geconstateerd, heeft de openbaring van het levendige in de eerste plaats aan zich. Het is, als het Leven, soms onrustig, maar het heeft in de ontroering echtheid en fijnheid, die de verwachting geven eener komende volledigheid. PLASSCHAERT * * * mijn esthetisch gevoel." Ondoordachte schoonheidszin is een bastaard-gevoel en het vór-bewuste-weten is geen oordeel. Slechts de kennis der schoonheidsvoorwaarden en het vrije onderzoek voeren tot de gegronde meening, welke een antwoord is op de vraag: waarom is dat schoon, edel, ontroerend, arm, hol, leelijk?" Eerst dan mogen wij spreken van esthetisch voelen. H. VAN LENNEP 1) cf. de Telegraaf van 27 Sept. 1915, het artikel: Voor de Fransche muziek." 2) Halfmaandelijksch tijdschrift voor muziekvrienden en -beoefenaars, (cf. de afle vering van l Febr. 1916 het artikel: Belangrijke data", geteekend: v. W.). 3) Gedicht van Théodore de Banville. 4) Uit den bundel Vier Vierstemmige Liederen" bij van Looij, 1906. Nederlandsche Opera Het ligt niet in mijne bedoeling eene critiek te schrijven over de opvoering van Hoff mann's Vertellingen, waar deze eene her haling is geweest van eene voorstelling (welke wij niet konden bijwonen) die in 't algemeen een zeer gunstig onthaal heeft gevonden. Na kennismaking met het wakkere troepje kunstenaars, voor een deel door de wereldschokkende gebeurtenissen naar ons land ot wel hun vaderland gedreven: willen we hier aanstonds verklaren, dat dat gunstig onthaal alleszins verdiend is] Prestaties als ons door Bertha Seroen (die jammer genoeg de toegevendheid moest in roepen vanwege zware verkoudheid) en Paul Pul zijn gegeven, zijn tot het allerbeste te rekenen, van wat wij ooit in eene der vele ONZE AFDEELINO: TAPIJTEN wordt MAANDAG 14 FEBRUARI geopend. Turkije,Arabië. Perzië en Indië exposeeren hun kleurenpracht '"ónze CROOTSCHE TAPIJTZAAL AMSTERDAM IMIHIlHlIMIIIlltmiltllHIHUtlimilllimtlHIHI Correspondentie DE TOEKOMST-DOCUMENTEN Aan J. P. en K. die zich bezorgd maken over den aard van onze houding ten aanzien van de Toekomst-documenten: Stel u gerust. Onze zaak is in den juridischen zin even onaantastbaar, als in den moreelen. Er is door'ons niets ten geschenke aan genomen, nog minder gekocht, en van winst bejag is natuurlijk eerst recht geen sprake. Wat ons is voorgelegd, zijn bovendien geene gestolen stukken", maar fotografische opnamen en reproducties. De wijze, waarop deze tot stand zijn gekomen, gaat geheel buiten ons om; maar ook hier behoeft aan strafbare handelingen niet te worden gedacht. Mocht het anders zijn, dan zullen de Toe/ro/nsf-heeren dit gemakkelijk genoeg door de justitie kunnen doen uitzoeken, ware het niet, dat zij vór alles zullen blijven schuwen, in hunne zaken hét volle licht van welk publiek gerechtelijk onder zoek ook, te laten vallen! Zij zullen zich tot groote woorden bepalen, en daarmede waarschijnlijk bij sommige goede geloovigen vrij wel een voortreffe1 ij ken indruk maken ook. Een van de hulpmiddelen hiertoe is na tuurlijk het in de wereld zenden van het woordje heling", dat echter in ernst slechts kan gebruikt zijn door hen, die het laakbare bedrijf van de roe£oms/-Nederlanders wil len helpen verbloemen. Men weet het overigens: wij wenschen steeds, dat de leiders met hun-stille landsgevaarlijke actie, een openlijk -gerechtelijk onderzoek zullen aandurven. Maar men kan er helaas zeker van zijn: dit durven zij niet. Niet tot ons genoegen hebben wij moeten zien, dat tengevolge van onze laatste publi catie zich nu ook als medeleider van de Toekomstzzak en haren aanhang, heeft be kend gemaakt de drager van een der voor naamste Nederlandsche namen. Als deze nauwkeurig weet waarin hij zich begeven heeft, moest hij zich schamen getreden te zijn in dit bureau van Duitsche propaganda in Noord- en Zuid-Nederland. iniiiiitiiiiiinMiiilliliiiiiiiiiiiliiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiMiiiii Nieuwe boeken van deze week: Antwoord der Fransche Protestanten op het Duitsche manifest aan de Protestantsche Christenen in het Buitenland, 13 pag. Rot terdam, J. M. Bredée. BEP VAN RIJSBERGEN, Symbolic Songs No. 1: Mercy, Den Haag, G. A. Kottmann. J. KENGEN (P r o) en J. CORVER (Contra) Astrologie, serie Pro en Contra", 32 pag., f 0.40. Baarn, Hollandia-drukkerij. J.N.VooRHOEVE,//e/ zoogenaamdDarbisme, (serie Kerk en Secte") 62 pag., f 0.40. Baara, Hollandia-drukkerij. Dr. G. E. OPSTELTEN, Brieven van mr. A. C. W. STARING, ingeleid en toegelicht, door 376 pag., f 5.?, geb. f 5.90. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink & Zoon. De Handvlasserij in Friesland, 36 pag., f 0.25. Uitgegeven voor rekening van het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel, 's Gravenhage, Algemeene Lands drukkerij. C. L. J. SCHAUM, Gechiedenis der Tuinkanst, 188 pag., f3.50, geb. f3.90. Zwolle, W. E. J. Tjeenk Willink. IIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllllllllllllHUIIII reeds verzonken Nederl. opera's hebben ge hoord. Maar ook hetgeen mevr. Engelen Sewing, de heeren Chs. en Herre de Vos en me j. van Berkum gaven, stond algemeen op hoog peil. De koren hielden zich ook op een niveau, verre boven het gewone gehalte onzer operakoren. De heer Alb. van Raalte, die zich als ge routineerd dirigent deed kennen, kan het niet helpen, dat het orkest in deze voor stelling het zwakke punt vormde. Onder de medewerkenden daarin zag ik een paar welbekende gezichten van 't Con certgebouw-podium, wier gevoelige trom melvliezen wel eens pijnlijk zullen getroffen zijn door de al te moderne harmonieën, die wij tegen de bedoeling van Offenbach en den wil van van Raalte hier en daar te hooren kregen. Nu zou ik gaarne die paar bekende gezichten uit het Concertgebouw als een goed voorteeken willen beschouwen. Zou er geen mogelijkheid te vinden zijn, met begeleiding van ons voortreffelijk orkest eens deze voorstelling te herhalen en dan tevens de acte in te lasschen, die Hoffmann's visioen van Julietta brengt, welke nu, waar schijnlijk om redenen van materieelen aard, werd uitgelaten ? Voor onze Amsterdamsche kunstbescher mers is hier prachtig terreii:. /^ou het niet beschamend voor ons gevoel van eigen waarde als natie zijn, wanneer er morgen in Nederland eene Duitsche ot andere buitenlandsche opera met ruime middelen en eersterangs krachten wordt opgericht en wij de vele eersterangs dramatische kunstenaars van eigen bodem niet tot een geheel konden vereenigen, dat waar de dramatische kunst de leus had: in Nederland Nederlandsch" ? Neutraal, wel is waar, maar dan toch zeker neutraal met kracht." HERM. v. LEEUWEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl