Historisch Archief 1877-1940
20 Febr. '16. l 2017
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
OOSTE&BEEK
MEUBIIERINÖEN
BOIWT
TE NUPSPEET
MOOIE BOSCHFfCE TERREINEN
SPOOR, TRAIV ELECTRISCH
LICHT, TLEPHOON
INLICHTINGEN JV. DE VELU WE"
Berlage droomt : bij )t einde van den oorlog
zal er een zalig win,e waaien, en alle oude
driften zullen als bijaoverslag verdwijnen;
na regen komt zonnchijn, na wereldoorlog
komt) fwereldliefde. Mat zal dat prachtig
zijn! En hij dichtzijn gebouw op een
idealen achthoekige plattegrond, een
zonGeneraa J. P. Michielsen,
Legercommanant in Nederl. Oost-Indië;
omgekomen bj een vliegongeluk op Java
imillllllliiiiimiiiiiiimliiiiiliililiilHliillliiiiiiiiliiiiiiiimiiiiiiiiiiiiii
MOBrLISATIE-TYPEN
Sc Je t s van J. MUNNEKE
teekeningen voor De Amsterdammer" van
Henri v. d. Velde.
I
De Kwatta-verkooper
Hij was een van de elementen in de com
pagnie, die nu eenmaal onmisbaar zijn; een
kerel, ora zuinig op te zijn, een steun voor
den goeden geest in den troep. Hij hield de
vroolijkheid er in. Hij zong het hoogste lied
uit, als de anderen vermoeid waren; al
hadden ze uren geloopen, hij kende geen
vermoeidheid. Schamen zou hij zich om uit
te vallen.
Hij was een goed soldaat, al zag hij er nu
niet bepaald toonbaar uit. Zoo schuin als
zijn kepi stond, zag je het bij niemand en
alleen al aan de manier waarop hij zijn rol
op zijn ransel had gedraaid, kon je hem uit
de verte herkennen. Soms was die jas zoo
bol, dat 't leek of hij opgepompt was; dan
weer zoo lang en slap dat-ie ver onder den
ransel uit bengelde en een andere keer in
tien bochten gewrongen en met moeite op
den ransel geperst. Deze was altijd de berg
plaats voor de kwatta en als hij, zich voor
den marsch gereedmakend, vreesde te weinig
mee te nemen, dan werd ook de eetketel
gevuld met kwatta of sigaren en buiten aan
den ransel vastgemaakt. Op marsch treurde
zijn rossige snor altijd, hing akelig droef
neer; maar als hij 'savonds uitging om zoo
als hij op voornamen toon zei een glas wijn
te gaan drinken, dan werd de snor gepunt
en het gebit aangevul met een valsche
snijtand. Dan voelde hij zich gentleman." Ook
droeg hij steeds een portret bij zich hoe hij
er in burger uitzag," hoog boord, gekleede
jas, wit vest, dat hij aan alle vrouwen liet zien.
Normaal Onderkleeding
Prïf.Or.G.
Eenigt
Fabrikanten
W.Benger Sohne
Stuttgart
TANDMIDOCLfcM
TAMINIAÜ'S
? JAM
IIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHI1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIII
der begin, een zonder einde. Het mooiste
is niet te mooi, het hoogste is niet te
hoog voor de mooie menschenliefde die
komen moet.
Maar Berlage laat zich verleiden door
den droom van een dichteres; gelukkig is
zijn droom gedroomd, gedicht! want bij
zijn ontwerp laat hij de verzen der dichteres
hangen, verzen die een andere richting
ingaan.
Berlage dichtte voor den idealen toestand
dien hij in de toekomst ziet; de dichteres ver
klaart het Pantheon als een monument op
te richten Ter nagedachtenis" aan al de
schande welke wij sedert anderhalf jaar be
leven : aan de millioenen die drenkten de
aarde met hun bloed... aan de millioenen
der verminkten ... aan hen die der vreugde
lach voor goed vergaten ..." enz, enz.
Als ik u zeide dat Berlage een dichter is,
een echte dichter!
Heeft deze dichter nu invloed gehad op
zijn tijd, op de kunst van zijn land ? Wie
zou durven beweren van niet, mag zeker
steekblind genoemd worden. Hoe nu de
waarde van dezen invloed geschat ? Dit
valt zeker moeilijker, en ik verdenk dat de
redactie van De Amsterdammer zich tot een
buitenlander gewend heeft om een stuk over
Berlage, met het idee dat deze gemakkelijker
dan een Hollander, een algemeene kijk op
zulke dingen kan hebben. Hij staat buiten
de wording, om alleen het gewordene te zien;
de binnenlander daarentegen woont teveel
die wording bij en de verschillende inci
denten die er zich bij voordoen, en zoo kan
soms de zuiverheid van zijn visie vermin
deren.
Maar is het mogelijk van nu af reeds de
Iedereen kende hem. Welke troepen de
compagnie waartoe hij behoorde, ook pas
seerde, elke soldaat schreeuwde hem na. En
als de compagnie, na een uur of soms meer
aan n stuk reglementen worden ge
maakt om ze te overtreden geloopen te
hebben, rustte, dan eerst begon zijn werk.
Dan kwamen de kwatta en de sigaren voor
den dag en
zette hij een ^
strot op of hij
een heele di
visie moest
kommandeeren, om maar
te verkoopen.
Handelen,sjacheren, lote
rijtje spelen,
dat was zijn
hartstocht. Ze
konden hem
uitschelden, _...
slaan, zijn uitrustingstukken wegslingeren;
't hinderde hem niet, 't maakte hem niet
kwaad, als hij maar verkocht. En zijn harts
tocht om te verkoopen ging soms zoo ver
dat, als er bij de afnemers weinig animo
bestond, hij de prijzen verlaagde en verlies
leed, alleen maar om niet stil te zitten.
Als er's morgens aardappels gejast moesten
worden, was hij de eenige die niet jaste;
maar dat vonden de anderen wel goed, want
hij amuseerde hen met zijn liedjes en voor
drachten, waarmee hij tegelijkertijd den
sergeant van de week een dienst bewees,
die zonder de attractie van den
kwattaverkooper altijd moeite had de jassers bij
elkaar te houden.
Op marsch ontglipte" geen vrouw zijn aan
dacht en had hij altijd woorden van aan
bidding en bewondering. Gehuwd was hij
niet, J maar als gentleman' en als man van
geld, had' hij een: maintenée. Dat zei hij
tenminste.**»;-* , .
ihtVwZijn kameraden en ook zijn meerderen
waren vaak slachtoffer van zijn spotlust. Hij
was geestig en vindingrijk en van hem kon
je alles verdragen. Toen eens de troep halt
hield; de overste van zijn paard stapte, zijn
pijp stopte en daarna die aanstak aan de
sigaar van een soldaat, ging onmiddellijk
daarop onze koopman in dezelfde houding
iiiiiiiiiiiiiHiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiMiiiiiii
cultureele waarde van Berlage's werk te
bepalen ? Berlage hoort tot het heden, en
zal dat nog lang, hoop ik. Wij missen dus
de noodige ruimte om een synthesis vast
te stellen. Wat ik hier nu schrijven zal is
bijgevolg geenszins als zoodanig bedoeld
en heeft geen andere aanspraak dan deze,
van een persoonlijk idee te zijn.
Vór het werk van Berlage stond ik eerst
in een zekere vertwijfeling: het was z
anders dan wat men gewoonlijk zag zoowel
bij nieuwe als bij oudere kunst. Dan echter
ben ik dieper gaan doorgronden, heb ge
tracht een groot deel van Berlage s schrif
ten te vergeten, en dan is het licht in mij
opgegaan. Ik geef toe dat Berlage's werk
verschillend van waarde is, maar ik zie het
ten slotte als dit van een echte kunstenaar
die een eigen en krachtige visie van zijn
k.mst bezit.
Den invloed van Berlage's werk op de
bouwkunst van zijn tijdgenooten zie ik
grooter in negatieve dan in positieve wer
king. Ik bedoel daarmede dat het optreden
van Berlage het bouwen van een massa
afschuwelijke dingen verhinderd heeft; in
hun plaats zie ik geen echte kunstwerken,
wel gebouwen die zeker goed bedoeld zijn,
maar er koud uit zien en... schoolsch. De
letter van Berlage's woord leeft er meer in
dan zijn geest.
Iemand vertelde mij laatst dat hij een
vriend had die in de Beurs alles verklaren
kan: waarom dit steentje er is, wat de
bouwmeester dacht bij het teekenen van
deze lijn, van dezen boog, enz. Daar ligt
het gevaar; daarom roep ik dezen mij onbe
kenden persoon toe: blijf er af; laat ons
in de Beurs het beste dat wij er in zien:
de inspiratie, de ziel van den kunstenaar."
voor den milicien staan en vroeg ook zijn
pijp te mogen aansteken. Daarna zei hij:
Ik heb geen geld meer om sigaren te
rooken, overste! waarop allen, ook de overste,
begonnen te lachen.
Als hij van verlof uit Amsterdam terug
kwam, bracht hij altijd nieuwe moppen mee,
nieuwe liedjes en pornografische ansicht
kaarten. Hij kon de schuinste moppen tappen
en de meest perverse dingen vertellen. En
altijd kwam een nieuw artikel mee. Sigaren
pijpjes die zeven stuivers moesten opbren
gen ; een zegelring die dertig gulden had
gekost; nieuwe schoenen die hem te klein
waren en nu voor vier gulden van de hand
moesten, enzoovooit.
Hij was geboren koopman. Beenkappen
van een gulden verkocht hij vooreen vijftig;
puttee's die hij zelf vier weken had gedragen,
en waarvoor hij een gulden had betaald,
verkocht hij voor n vijfentwintig. De zaken
gingen goed. Op een dag werd soms meer
winst gemaakt, dan zijn heele traktement in
een week bedroeg. Hij zette zijn kameraden
af, waar hij gelegenheid had, maar was
'savonds des te vrijgeviger met rondjes bier
en sigaren. Oppervlakkigonverschillig lijkend,
was hij een kerel met een goed hart, met een
dadelijke behulpzaamheid voor ieder en een
medelijden dat zich toonde in daden. Toen
in het begin van de mobilisatie de keuken
wagen iederen middag bezoek kreeg van
arme vrouwen, was hij degene die alle
gamellen, waarin eten was overgebleven, ver
zamelde. De emmers en pannen werden met
een snauw van
de vrouwen af
genomen, naast
elkaar gezet en
daarna verdeel
de hij het eten
met een nauw
gezetheid of
zijn bestaan er
van afhing.
Vele maan
den later ver
trok de com
pagnie met
alarm van H.
naar B. Ver
die eerst eenige
scheidene verlofgangers,
MCTZTCO
eeNiGe veRTeceNwooRDiceRs VAM LIBCRTYAC*
BCTIMMCRING
SALLeSTIJLCM
HUlSINRICHTIhG
MeUöeLMAKCRS
LeiDSCHeSTRAAT AMSTeRDAM
iiinniiiiiiiiiii
Wat moet ik meer zeggen ? Dat dit mijn
oordeel steunt op het gemiddelde der wer
ken in z.g. Berlagiaanschen geest gemaakt;
dat er zeker werken onder zijn van een
hooger peil als het hierboven aangegevene
en vice-versa.
Dat wat zijn volgelingen doen geenszins
den eerbied en de bewondering verminderen
die ik voor Berlage heb.
Kan ik beter eindigen dan met den roep:
Hij leve lang, zoo voor den vooruitgang
der bouwkunst als voor den roem van
Holland."
HUB. HOSTE
iimiiiiiimiMi miimiiMMiiiiiMiiiimiiiiiMMitiiiimmiMiiHiMHiiiiiiMiii
Nieuwe boeken van deze week:
Dr. C. TE LINTUM, Geografische Schetsen
van Oorlogslooneelen, 41 pag. Zutphen, W.
J. Thieme & Cie,
JACOB ISRAËL DE HAAN, Rechtskundige
Significa en hare toepassing op de begrip
pen Aansprakelijk, verantwoordelijk, toere
keningsvatbaar" (dissertatie) 273 pag., f 3.50.
Amsterdam, W. Versluys.
ALFRED DE MUSSET, Andrédel Sarto, uit
het Fransen vertaald, door Louis LANDRY,
41 pag., f 0.25. Amsterdam, Maatschappij
voor Goede en Goedkoope Lectuur.
C. P. BRANDT VAN DOORNE, Hanna, 110
pag., f 0.25. Amsterdam, Maatschappij voor
Goede en Goedkoope Lectuur.
THOMAS CARLYLE, Arbeiden en niet ver
twijfelen, bloemlezing uit zijne werken door
J. A. EYMERS, (Tweede uitgaaf) 157 pag.
Amsterdam, Maatschappij voor Goede en
Goedkoope Lectuur.
iiiiiiiiiiMtniiiMiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiimiiiimiiMHiiiiiiiiiiiMiiiiiiiii
dagen later kwamen, na uren naar hun
afdeeling gezocht te hebben, hadden geen onder
komen. Ze moesten zelf maar zoeken, had
de sergeant-majoor gezegd. De koopman hielp
hen, sjouwde den ganschen dag tot iedereen
voor zien was, zonder eenige baatzucht,
niet hakend naar een bedankje.
Een gevluchte Belg, die op een middag
een hap eten kwam halen, was in een
oogenblik tijds zijn grootste vriend. Dadelijk hield
hij een inzameling voor hem bij de com
pagnie om hem in staat te stellen eenige
kisten kwatta en sigaren in te slaan om
daarmee een paar centen te verdienen. Was
het wonder dat hij geen vijanden had?
Zingend en lachend, anders kon men zich
hem niet voorstellen.
En toch achter dat masker van speelsche
onverschilligheid en zorgeloze vroolijkheid
school een ernst, die een enkele maal tot
uiting kwam.
Op zomeravonden, in het begin van de
mobilisatie, wanneer het heerlijke seizoen
ons lokte nog wat buiten te blijven en de
zwoele schuren en stallen door hun
ongeriefelijkheid geen magnetische kracht op ons
konden uitoefenen, hoe vermoeid en
slaapbegeerig we ook waren, op zulke avonden
zaten we vaak lang te praten over den grooten
volkerenmoord en over sociale toestanden,
waarbij hij ons verbaasde door zijn kennis.
Eens, in het pikkedonker in onze stal kruipend,
was zijn slaapplaats, die hij had afgebakend
met ransel, tasschen en een kwattakist, inge
nomen door een ander, die niet van plan
was plaats te maken voor hem. Na veel
geschreeuw en gelach maar niet zijn
gewone lach nam hij zijn overjas op en
ging naar buiten, zeggend dat hij met dat
mooie weer dan wel buiten zou gaan liggen.
Iedereen dacht dat het een grap zou zijn,
maar toen hij na eenigen tijd niet terugkwam,
gingen we kijken en vonden hem achter de
schuur op wat bij elkaar geharkt stroo liggen,
de overjas over hem heen.
Kerel ben je nou gek om hier te gaan
slapen. Ga nou gauw mee naar binnen.
Als ze geen plaats voor me willen
maken, blijf ik buiten.
Dan zullen wij plaats voor je maken,
maar hier blijf je niet om vannacht een kou
op te loopen. Vooruit mee.,
We troonden hem mee naar binnen en
lieten de heele sectie opschuiven, zoodat
er voldoende ruimte voor hem openkwam.
't Had me niks kunnen schelen om buiten
te slapen. Met die woorden bedankte hij
ons voor onze hulp.
Als we over den oorlog spraken, zei hij
altijd dat het hem onverschilig was of wij
er in betrokken werden en oogenschijnlijk
maakte hij den indruk weinig om zijn leven
te geven. Maar zijn vrienden die hem beter
kenden, wisten ook beter. Wanneer ze met
hun vieren of vijven over den oorlog
spraken met het doel hem bang te maken,
dan zaten ze met ernstige snuiten te be
weren dat Holland er niet buiten kon blijven
en hingen griezelige tooneelen op van ellende
en pijn. Dan zagen ze hem stiller worden
en soms ernstig vragen met angstoogen:
Zou je denken, dat we oorlog krijgen ?
Met zijn grooten mond, op alles
antwoor- American
-
Eau de Cologne
wordt het MEEST gevraagde Merk.
Imp.: JEAN MULDER, Sloterdijk.
J. S. MEUWSEN.
HOFLEVERANCIER.
Hoeden en Mode Magazijnen.
AMSTERDAM.
Leidschestraat 4,
Beurspassage h. Damrak,
Dam straat hoek Nes,
Doelenstraat hoek Achter- |
burgwal.
ROTTERDAM.
Mosseltrap 3,
Boymansstraat 3.
iiiiimiiiillliMiMiiiiimiMiMmiiiiMM
Inhoud van Tijdschriften:
Dietsche Stemmen: (Januari en Februari) Havre
tegen Vlaenderen, door dr. Renéde Clercq. Het
Ultniflamingantisme en zijn Recht, door Everard van
Vleminoxhove. De Vervlaamsching der Gentsche
Hoogeschool, door dr. L. Brulez, Wederkeeriffe
erkenning van Hoogeschool-diploraa's, door mr. H. P.
Ritter Jr. Holiandsche Kroniek, door dr. C.
Gerretson. Vlaamsche Kroniek, door E. H. Rietjens.
Suid-Afrikaansche Kroniek, door A. D. Keet. Econo
mische Kroniek, door J. A Nederbragt. Perskroniek,
door dr. D. Hoek. Boekbespreking.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiii
dend; zijn brutalen smoel, waarmee hij ieder
een tot zwijgen bracht, was hij zoo ba«g
als een wezel. Had hij iemand afgezet en
het bedrog werd ontdekt, dan stoof het
slachtoffer soms op hem af, maar dan vloog
hij om aan de klappen te ontkomen.
Op oudejaarsavond, toen een dronken
compagnieskameraad hem te lijf wou, beefde
hij over zijn geheele lichaam, liet van schrik
zijn glas bier vallen en holde met een niet
te stuiten vaart in de herberg, waar het
incident plaats had, de slaapkamer in, de
achterkamer door, de tuin in; vloog de
straten langs zonder om te zien naar zijn
kwartier, welke veilige schuilplaats hij niet
meer verliet. Een held toonde hij zich niet:
hij was en bleef de nar van de compagnie.
Als we uitrukien, was de eerste vraag:
Is onze zanger er niet bij ? En iedereen speet
het als hij niet was meegegaan. Dit gebeurde
nog al eens; want door verschillende be
keuringen, wegens uitstallen van onzedelijke
prenten in zijn winkel in Amsterdam, vaak
gevolgd door verzet tegen de politie, kreeg
hij vaak verlof om naar Mokum te gaan
en daar hij het recht steeds hooger zocht,
breidde hij dat verlof nog uit.
Maar op marsch was hij de gevierde man.
Hij had nog nooit straf gehad en toen hij
eens ernstig daarvoor in aanmerking kwam
wist hij zich vrij te pleiten met den com
pagniescommandant lachend op te merken,
dat hij dien dag nu juist jarig was en zich
geneerde voor zijn familie.
Tot April is hij bij ons gebleven; toen
werd zijn lichting overgeplaatst naar de
landweer. Noode zagen we hem vertrekken.
Maandenlang zag ik hem niet weer. Maar
kort geleden, toen ik met verlof in Amster
dam was, kwam ik een als heer gekleeden
burger tegen, die me uit de verte al had
toegewuifd, 't Was onze kwatta-verkooper
en schuine moppentapper, maar nu werkelijk
gentleman."
Raai nou eens, sergeant, wat ik gekregen
heb. Hij lachte als een gelukkig mensch.
Ik bleef het antwoord schuldig.
Drie maanden zakenverlof. Is-ie voor
mekaar of niet?
Ik stond paf. Drie maanden verlof om
schuine moppen te verkoopen; de moeite
waard om in de krant te zetten.
* * *