De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 27 februari pagina 5

27 februari 1916 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Pebr. '16. No. 2018 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 5 Jonkvrouwe Jeltje de Bosch Kemper IN MEMORIAM Jeltje de Bosch Kemper ,Freule Jeltje is overleden!" Deze droevige tijding wekte opeens een schat van jeugd herinneringen bij mij op. Ik zag mijzelf weer verplaatst in de gezellige benedensuite, altijd vol bloemen en altijd vol licht, van een woning in de Roemer Visscherstraat, waar ik in het najaar van 1893 als pasaangekomen studentje door een tweede-jaars collega voor het eerst aan de freule" werd voorgesteld. De universitaire studie van de Nederlandsche vrouw verkeerde destijds nog in het eerste ontwikkelings-stadium. Wel was het reeds pl.m. 20 jaar geleden, dat minister Thorbecke aan de eerste vrouwelijke studente het bezoeken van de colleges aan de Gromingsche Universiteit mogelijk had gemaakt, ?maar-toch waren er bij het begin van mijn studententijd in heel Amsterdam niet veel meer dan een twintigtal vrouwelijke stu denten en dezen waren slechts over drie van de vijf faculteiten verdeeld. Sommigen van dit kleine aantal jonge vrouwen hadden nog echt baanbreeksterswerk te verrichten; zij hadden nog met veel tegenwerking te kampen. Over het geheel was destijds het leven van de vrouwelijke studente, die dikwijls op de ?olleges de eenige van haar sekse was, lang niet zoo afwisselend en gezellig als dat van onze hedendaagsche meisjes-studenten. Nie mand dacht er nog aan het lidmaatschap van de studenten-corpsen of van de talrijke yereenigingen voor manlijke studenten voor kaar open te stellen. Geen wonder, dat bij die nieuwe, maar nog zoo verstrooide, elementen der studentenmaatschappij de wensch opkwam een centrum te stichten, waar men elkaar geregeld zou kunnen ont moeten, waar men zou kunnen bijdragen tot elkanders ontwikkeling, om later des te beter voorbereid de groote menschenmaatschappij in te treden. Aan de verwezenlijking van dit plan stonden echter groote bezwaren, vooral van tinancieelen aard, in den weg. Toen was het fretde de Bosch Kemper, die uitkomst bracht. Zij, die ook tevoren zich reeds het lot van enkelen uit het kleine kringetje van meisjes studenten had aangetrokken, strekte thans hare beschermende armen naar het heele troepje uit. Het moeilijke vraagstuk, hoe men toch aan n vereenigingslokaal zou komen, werd door haar op even practische als humane wijze opgelost: zij stelde eenvoudig haar eigen huis voor de vrouwelijke studenten open. Zoo zijn dan de maandelijksche bijeen komsten van de eerste vereeniging van vrouwelijke studenten, die er in Nederland i« geweest, van het intieme, gezellige D.D.D. alle bij Freule aan huis gehouden, eerst in de Roemer Visscherstraat, later in hare ?ieuwe woning aan het Zandpad naast de Amsterdamsche Huishoudschool. Bijna negen jaren, van 1892 tot 1901, hebben de meisjesstudenten gas vrijheid genoten bij deze afstammelinge uit een oud, beroemd ge slacht, kleindochter van joan Melchior Kemper, dochter van Jeronimo de Bosch Kemper, nicht van Elizabeth Kemper, in wier merkwaardige Gedenkschriften" Johanna W. A. Naber ons een blik liet slaan in de eerste ? nummers van de Nederlandsche Vrouwengids. In Freule's kamers,waar statige familieportretten, op onze jonge vroolijkheid neerzagen, hebben wij vrouwelijke doctoren, ilHtllllMlttlllllimillllllllllttllllllMIIIIMHIMIHIIIIIIM Het Vrijwillig Motorbootcorps Dezer dagen is in Amsterdam een ver gadering gehouden van belangstellenden in de oprichting van een vrijwillig motorboot corps, dat, aan het actieve leger toege voegd, in oorlogstijd zeker goede diensten kam bewijzen en waarvan de tot standkoming niet genoeg kan worden bevorderd. 't Is eigenaardig, dat in Amsterdam niet reeds lang een afdeeling van dat corps bestaat, waar juist onze zoo geroemde stelling haar verdedigende kracht moet zoeken in het water en dus het water de aangewezen weg schijnt om het contact tusschen de verschillende verdedigingspunten te onderhouden en deze van het noodige te voorzien. Namens den leider van het nieuwe corps, waarvan in verschillende plaatsen reeds afdeelingen zijn gevormd, bepleitte de reserve-eerste-luitenant jhr. Berg van Middelburgh het nut, dat deze waterbrigade achter het front van het leger stichten kan, maar gedenkwaardiger dan diens woorden die thans op de middaghoogte van het leven staan, onze eerste ervaringen op het gebied van het vereenigingsleven opgedaan, hebben wij ons leeren interesseeren voor tal van vraagstukken van socialen aard, hebben sommigen onzer voor het eerst begrepen, dat ook haar eigen studie ten klein onder deeltje uitmaakte van die machtige feministi sche beweging, die tot de merkwaardigste verschijnselen van onzen tijd behoort. Freule Jeltje was, vooral in de eerste jaren, gewoon ons persoonlijk te ontvangen, maar als dan ons troepje voltallig was, trok zij zich meestal in hare studeerkamer boven in huis terug en liet ons verder beneden het terrein geheel vrij. Allerlei lieve verrassingen had zij voor ons. Zoo vonden wij ns op een December-vergadering een groote SintNicolaaspop op tafel liggen, waarop een briefje was gebonden van dezen inhoud: Minerva, die gereed ligt om door hare volgelingen te worden geslacht." Groot was Freule's inschikkelijkheid tegen over de jonge studentjes. Ik herinner mij o.a. hoe wij ons eens wilden verontschul digen, omdat het op n van de vergade ringen wel wat al te luidruchtig was toe gegaan; zij echter wilde van geen excuses hooren en verzekerde lachend: Ik heb hier boven in de verte meegelachen om de vroo lijkheid van de jeugd." Deze woorden karakteriseeren hare geheele persoonlijkheid: deze eminente vrouw wist niet alleen mee te lachen, neen zij wist ook mee te voelen met de jongere generatie. Tot in hoogen ouderdom behield zij een open oog voor de eischen, die de veranderde tijdsomstandigheden stellen. Toen wij op 9 December 1897 in opgewekte stem ming het eerste lustrum van D. D. D. vier den met een feestmaaltijd, waaraan ons eere-lid mede aanzat, werd ons weder een aardige verrassing bereid. Plotseling trad een jonge vrouw, als Minerva uitgedost, de zaal binnen en droeg een toepasselijk gedicht voor en wij voelden allen, dat het eigenlijk Freule Jeltje zelf was, die ons bij monde van onze beschermgodin toesprak. Nadat de aanwezigheid van studenten in de natuurphilosophie, de medicijnen en de let teren door Minerva met vreugde was gecon stateerd, vervolgde zij aldus: Maar toch de Rechten" zijn er niet. 't Recht woont slechfs bij den man In 't oog der Maatschappij, maar in ons hart, Waar het vrij spreken kan, Daar zegt het juist het hoogste woord, Daar vraagt het steeds met drang: Laat ons nu ook de vrijheid toch Te werken levenslang Aan de belangen van den Staat Van huisgezin en kerk; Wij blijven vrouwen, zacht van hart, Ondanks ons manlijk werk. Dikwijls heeft Jeltje de Bosch Kemper ons verteld, hoezeer het haar speet, dat er onder de leden van D. D. D. nog geen vrouwelijke juristen waren; zij, die zich door het ver richten van zoo velerlei socialen arbeid verdienstelijk maakte, wist reeds destijds hoe noodig de kennis van het recht voor de vooruitstrevende Nederlandsche vrouwen was. De allerlaatste jaren van de 19e en het. begin van de 20e eeuw hebben haar de vervulling van dit toekomst-ideaal gebracht, en wie thans de lange lijst van onze vrouwe lijke meesters in de rechten inziet, moet de vrouw bewonderen, die reeds van te voren zoo goed begreep, aan welke tak van vrou wenstudie de naaste toekomst vooral be hoefte zou gevoelen. Mij persoonlijk was het ook altijd een vreugde met haar over mijn studie te spre ken. Voor mijzelf was het toen al een uitgemaakte zaak, dat ik op den duur aan een coëducatief gymnasium of, zooals we toen nog zeiden, aan een jongensgymnasium wenschte te doceeren, maar ik durfde dit toe komstplan nog slechts aan zeer enkelen te openbaren. Freule echter was n van de wei nige ingewijden en zij begreepen billijkte mijn wensch volkomen. Meermalen zeide zij tot me: Waarom zoudt ge niet leerares aan een jongensgymnasium worden ? De meisjesleerlingen van die scholen hebben zeer zeker behoefte aan vrouwelijke docenten, maar ook voor de jongens-gymnasiasten is het te wenschen, dat zij in de toekomst mér met beschaafde vrouwen in aanraking komen, dan dit thans het geval is." Ook op dit speciale gebied toonde Freule dus weer, dat zij een juisten kijk had op de eischen, die de toekomst zou stellen. Zóheeft zij ons in onzen niet altijd zeer gemakkelijken studententijd door hare sym pathie gesteund en gesterkt. Dat ook ons studentenleven niet alleen ernst en strijd is geweest, dat het k al iets heeft gekend van dat jolige, dat onbezorgde, dat studentikooze, dat de tegenwoordige vrouwelijke student met volle teugen geniet, dat is voor een groot gedeelte het werk van onze lieve Freule geweest en daarvoor zullen wij Amster damsche vrouwelijke doctoren haar steeds in hooge mate dankbaar blijven. Amsterdam. Dr. M. J. BAALE. «niiiiiiiiiliiiiiiiii iiiiiiiitiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiimiiiiiiiii i waren zeker die van den leider der Ne derlandsche watersport jhr. Six, waaruit een gevoel van burgertrots en vaderlands liefde sprak, welke haar uitwerking niet hebben gemist blijkens het 40tal deelne mers, dat zich na afloop der vergadering spontaan voor het nieuwe corps heeft aangemeld. Reeds bij het begin der mobilisatie, aldus de voorzitter van de Koninklijke Nederland sche Zeil- en Roei vereeniging, hebben wij ons aangeboden om een corps te water te vormen, maar de regeering heeft toen onze goede diensten versmaad, en thans nog wordt het voorgesteld als een gunst, dat wij ons mogen opgeven en worden vrij zware eischen ge steld, terwijl het om eekeerde waar is: wij wenschen deel te nemen aan de nationale verdediging door onze schipperskunst be schikbaar te stellen en de regeering mag ons niet weigeren. Zoo is het inderdaad. Er sluimeren in onze natie allerlei krachten, die graag willen meedoen, voor wie wat leiding, wat opwekking slechts noodig is om ze mobiel te maken en op het juiste oogenblik, als 't gevaar daar is, te gebruiken. Het spreekt van zelf, dat degenen, die tot dat uiterste oogenblik wachten, geen waarde volle krachten kunnen zijn, omdat zij de topografische kennis missen, die zij zich in rustige tijden eigen moeten maken en ook gemakkelijk eigen kunnen maken, als men zich maar beperkt tot het bijbrengen van die speciaal technische kennis, die voor de uitvoering van de taak van dit corps noodig is. Eene nuttige Instelling Hoe ging het toch vroeger in de gegoede burgergezinnen, als de vrouw des huizes eens onverwacht vervangen moest worden, of als ze eens plotseling iemand noodig had, die haar een poosje terzijde stond? Wel, in den goeden ouden tijd was daar gewoon lijk wel eene ongetrouwde zuster, tante of nicht, die onmiddellijk bereid was ter hulp te snellen. Wie onzer herinnert zich niet uit zijn jeugd die trouwe helpsters, tante zus, of nichtje zoo, die voortdurend tusschen de verschil lende familieleden rondreisden, altijd gereed, om in te springen en bij te staan! Hier, om moeder de vrouw, die zich geheel aan de verpleging van een ziek kind wilde wij den, de zorg voor de overige huishouding te ontnemen; daar, om de huisvrouw, die voor een operatie naar eene inrichting of voor een rustkuur naar buiten moest, geheel te vervangen; ginder weer om de vrouw des huizes een paar weken door den schoonof inmaak of door de half jaarlijksche wasch heen te helpen. Menige vrouw heeft op deze wijze haar moederlijke instincten kunnen bevredigen en aan haar ongehuwden staat inhoud en kleur gegeven. Ook thans komen er dikwijls oogenblikken in de gezinnen, waarop de huisvrouw on verwacht tijdelijke hulp mpodig heeft, maar de reddende engelen vihi vroeger zijn er niet meer. De jonge meisjes en vrouwen studeeren of oefenen een beroep uit, dat haar geheel in beslag neemt en dat ze maar niet voor eenige weken in den steek kunnen laten, om een familielid te helpen. Zoo zit er wel niets anders op dan tot vreemde, betaalde hulp zijne toevlucht te nemen. En er zijn dan ook nog jonge vrouwen genoeg, die zonder een bepaald beroep geleerd te hebben, zich juist in de huishouding goed hebben kunnen bekwamen; maar zich in 't ouderlijk huis dikwijls overbodig en daar door onbevredigd gevoelen en die dan ook gaarne hier en daar bijstand willen verleenen zonder zich voor vast te kunnen ver binden. De groote moeilijkheid is echter hoe de hulpzoekenden en de hulpwilligen bij elkan der te biengen, eene moeilijkheid, die de instelling, waarover het hier gaat, tracht op te lossen door als trait d'union op te tre den. Dat is n.l. de Vereeniging voor Steun of tijdelijke Vervanging der Huisvrouw," die al van af l Januari 1912 als zoodanig werkzaam is, maar jammer genoeg, bij het groote publiek nog maar al te weinig bekend is. En toch heeft ze al zoo velen in ons land aan zich verplicht door in spoedeischende gevallen, onmiddellijk voor be schaafde, tijdelijke hulp te zorgen, hetzij voor het beheer der huishouding of voor verzorging van kinderen, voor reisgezelschap of voor hulp bij herstellende zieken. Zij be schikt daarvoor over een flink aantal wer kende leden, jongere en oudere vrouwen uit den beschaafden stand, die bereid zijn, bij den oproep van de Secretares onmid dellijk in te springen, waar 't noodig "is. 't Blijft eene uiterst moeilijke taak dit samen brengen van personen, die als huisgenooten met elkander moeten omgaan en de dames van het bestuur, die zich daarmee belasten, zijn dan ook niet van teleurstellingen ver schoond gebleven. Toch overtreffen de tevredenheidsbetuigingen verre de klachten en deze zijn het dan ook, die het bestuur zijn kiesch en moeilijk werk doen volhouden, een werk, dat het geheel belangeloos ver richt, ook de Secretares, die er eene zeer uitgebreide administratie en uitvoerige cor respondentie voor heeft te voeren. Ook de betaling der werkende leden geschiedt door het bestuur; nooit rechtstreeks door de familie zelf. n dit salaris behoeft geene huis vrouw af te schrikken, ? 4.50 per week, plus eventueele reiskosten is weinig genoeg, als men bedenkt, welke hooge kosten de ver schillende familie-catastrophen, die nu een maal overal kunnen voorkomen, met zich brengen. Welke huisvrouw, die door zoo'n tijdelijke hulp niet genoodzaakt wordt, voor een korte rustkuur haar huis te verlaten, waardeert 't niet, voor zooveel grootere uit gaven gevrijwaard te blijven! Welke huis vader is niet gelukkig, als hij zijne vrouw die na eene bevalling nog wat zwak blijft, op deze wijze nog een tijdje kan sparen! Men zal mij dus zeker niet van overdrijving beschuldigen, als ik deze vereeniging eene nuttige instelling noem. Mogen deze regels er dan toe bijdragen, meer bekendheid,aan haar te geven! Mogen zij vooral ook jonge vrouwen, die zich gaarne het dankbare werk zien toevertrouwd, een huisgezin voor ontreddering te bewaren, er toe brengen, als werkend lid er zich bij aan te sluiten! Want hoe grooter de keuze hiervan is, hoe beter rekening kan worden gehouden met ieder bijzonder geval. Dik wijls toch komen er aanvragen tegelijk om een bepaald soort van hulp en dan is 't moeielijk, aan ieders wensch te voldoen. De Secretares Mejuffrouw W. Ribbe, WilEen afdeeling is thans te Amsterdam ge sticht en het is zaak ze nu aan 't werk te zetten. Het zij nog eens gezegd: de leiders moeten de nieuwe enthousiasten nu niet volproppen met militaire kennis, ze niet laten exerceeren, paradepassen laten uitvoe ren of onderrichten in het militaire saluut. Voor een motorbootcorps in de stelling Amsterdam is noodig: kennis van de waterhelminastraat 5 (Na l Mei Leidsche Vaart 102) Haarlem, is gaarne bereid tot toezending van reglement of statuten. TH. THIEL?WEHRBEIN Inleiding voor een op te richten vak school van verkoopsters en modeen manufacturenzaken Nadat ik met belangstelling het stukje gelezen had, geschreven door mej. Elis. M. Rogge in de Amsterdammer van 23/1/16, schreef ik onmiddellijk aan den heer Bol om hem van mijn groote instemming blijk te geven. Ik ontving daarna een afdruk van de inleiding voor een op te richten vakschool tot vorming van verkoopsters" met een schrijven waarin men mij mede deelde dat de laatste bespreking van eene commissie de volgende week zou plaats heb ben met eenige onderwijsautoriteiten. Nadat ik ook kennis genomen heb van de inhoud der brochure geschreven en uitge geven door mej. Anna Polak Directrice v/h Nat. Bureau voor Vrouwenarbeid, wensch ik nog eenige regelen over dat onderwerp te schrijven. Die brochure geeft aan ingewijden niet veel nieuws; de toestanden daarin beschreven zijn oud en behoeven zeer zeker groote veranderingen. De salarissen meestal nog laag, maar ook meestal evenredig aan de capaciteiten. Want wanneer een werkelijke verkoopkracht in een zaak is, dan zal ook zeker het salaris daaraan evenredig zijn. Zooals ik reeds in mijn stukje geschreven 11/4/15 van dit weekblad mededeelde, wensch ik dat een geheel ander soort meisjes zich zou vormen tot verkoopsters, coupeuses, chefs van diverse afdeelingen in modezaken, manufactuur-, groote meubelzaken, byouteriezaken enz. enz. (in de laatste zaken vooral zij met veel aanleg voor teekenen enz., om desgewenscht bij verkoop onmiddellijk eenige kleine schetsen te kunnen geven), kortom ontwikkelde en begaafde meisjes met eind diploma meisjes H. B. S. of 5 j. H. B. S. Voor die meisjes is werkelijk een groote toekomst weggelegd in den handel. Maar ons hollandsch publiek moet eerst gewend raken dat men, wanneer men iets gaat koopen, met dames onderhandelt en be spreekt, in stand evenredig aan de hare; men moet op die dames niet met min achting neerzien en alleen naar een zaak gaan om te winkelen d.w.z. eens poolshoogte nemen wat men dit jaar draagt, die meisjes dan moeite laten doen en een staaltje vragen omdat men niet weet hoe weg te komen. Er moet dus niet alleen een verandering komen in ons verkoopend personeel maar een heele ommekeer in het koopend publiek. In 't slotwoord van 't boekje van juffr. Polak vind ik tot mijn groote voldoening ongeveer 't zelfde wat ik schreef en dat is't waarop ik nogmaals wensch terug te komen. Gij jonge dames die dezen zomer met uw einddiploma meisjes H. B. S. of 5 j. H. B. S. in uw zak thuis komt, en geen bepaald studievak op 't oog hebt, doch in u voelt werklust, werkkracht enz. probeert 't eens, spreek eens met een van onze groote winkelindustrieelen, tracht als volontaire in verschillende vakken te komen, kijkt dan om u heen en kiest wat u 't prettigste voor komt. Na voldoenden leertijd hier, bespreekt ge dan met uw chef om naar 't buitenland te gaan ook als volontaire; ieder industrieel hier heeft relaties genoeg in 't buiten land om u een goede plaats te bezorgen. En wanneer ge dan hier terug komt met vakkennis, routine en talenkennis, begrip van administratie (beschaafde manieren had ge reeds omdat ge uit een beter milieu komt) dan staan er hier vele wegen voor u open en zult ge een ruim salaris kunnen bedingen. Verdringt hier gerust de Duitsche, Fransche en Belgische verkoopsters, ge zult daar geen moeite mede hebben. Een volgende keer hoop ik te kunnen schrij ven (evenals de heer Bol mij schreef dat mijn stukje hem indertijd de eerste inspiratie gaf om over het oprichten eener vakschool te denken), dat er zich ook na 't lezen van dit epistel meisjes geinspireerd voelen om baanbreeksters te worden. Later hoop ik nog eens terug te komen op de opleiding tot verkoopster voor meisjes die van de lagere school komen. ILNA Van alles wat Het Kerstfeest ligt reeds lang achter ons. Toch willen wij het u nog even in herin nering brengen door uit het Maandblad voor Vrouwenkiesrecht" hier af te drukken den Kerstgroet en vrede-wensch voor 1916 aan vrouwen in oorlogvoerende en neutrale landen" toegezonden door de vrouwen uit de oorlogvoerende naties die in het voorjaar 1915 het Haagsche Vrouwencongres voor den Vrede mede maakten. wegen in die stelling, van de forten, die haar verdediging vormen, van de bruggen, die bezet kunnen worden. Daarom in de eerste plaats oefening in het lezen op de kaart, kennis van de diepte der wateren, van het manoeuvreeren met booten, die ge bruikt zullen worden en verdeeling van de rollen, die elk lid der afdeeling te vervullen zal hebben,zoodat ieder weet. als de alarmDER FRAUEN DER KRIEQFÜHRENDEN UND NEUTRALEN LaNDER EIN TREUES GE DENKEN ZUM ZWEITEN KRIEQSWE1HNACHTEN 1915 UND FRIEDENWUNSCH FÜR 1916. Wiederum lauten die Weihnachtsglocken ihr allbekanntes Lied, wir horen sie nicht, den n der Donner der Kanonen, der ganz Europa erfüllt, bertönt sie. Wiederum erstrahlt der Weihnachtsbaum im Lichterglanz, uns strahlt sein Licht nicht, denn das Flammenmeer der Schlachtfelder, das ganz Europa erfüllt, berflutet es. Der Würgengel Krieg zieht noch duren die Lande, sat Völkerhass und vernichtet warmes blühendes Menschenleben und tausendfaltige Kultur. Friedensglocken, Weihnachtsfreude, welen' ein Hohn in dieser Zeit! Das Herz schwer beladen mit angstvollem Leid, von namenloser Qual die Sinne zermiirbt, vom Denken und Sinnen ganz matt das Hirn, die Seele belastet mit dumpfem, bohrendem Schmerz, so stehen die Frauen trauernd, die einst im frischen fröhllchen Kampf mutig und stark ihren Schwestern die Freiheit erkampften. Wir konnten bis heute den Weltenbrand, den die Kriegsfackel entfachte, nicht löschen, das macht uns miide und matt und traurig. Euch Gleichgesinnten in tiefer Not, Euch senden wir treues Gedenken zum zweiten Kriegsweihnachten 1915. Und wiederum lauten die Glocken, sie lauten das Jahr 1916 ein! Jetzt horen wir ihren Ton. Warum? Ihr Klang tont aus unserem Innern heraus und klingt so klar und rein und laut: Friede, Friede, Friede, Friede den Völkern Europas! Ein neues Jahr birgt in sich neue Hoffnung und giebt uns Frauen neue Kraft, beschwingt unseren Willen wie nie zuvor. v Wir internationale Frauen, die wir seit Ausbruch des Krieges trotz aller Geschehnisse in treuer Schwesternschaft unbeirrt beisammen standen, wir rufen laut. Völker Europas, steekt euer Schwert in die Scheide!" Unsere Treue ist gross und erprobt, unser Wille ist eisern stark, er muss uns den Weg weisen. Siegesgewiss tont es in uns, 1916 rauss Europa den Frieden bringen. Das allen Gleichgesinnten in fernen Lan den zum Gruss! LIDA GUSTAVA HEYMANN. ANITA AUGSPURG. FRIDA PERLEN. MINNA CAUER. MARIE WEGNER. Het nieuwe Storting in Noorwegen is voor het eerst samengesteld volgens een gelijk kiesrecht voor mannen en vrouwen. De correspondent van De Nieuwe Rotterdamsche Courant" meldt daaromtrent, dat de vrouwen flink ter stembus zijn opge komen. In het stellen van candidaten zijn de vrouwen zeer bescheiden opgetreden. Slechts in n enkel district, waar zij geen kans hadden, kwamen zij met een eigencandidaat" uit, een tel-candidaat" vermoe delijk. In 15 districten hebben zij plaatsver vangende candidaten gesteld, waarvan er niet meer dan 3 gekozen zijn. Voor een stormaanval op Storting-zetels van de zijde der vrouwen behoeft men blijkbaar niet bevreesd te zijn. titiMiiliiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiimiimimiiitiiiiiiiiiiiimiiuiiiiiiMitiiii Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Koninginneweg 93, Haarlem. ituimHtiitimiiNimnmitiimiiiHtiMiiHiiiiMiimminiiMmitmiHUHiii Complete LUIERMANDEN No. l / 88. No. 2 129.50 No. 3 175.Koningsplein AMSTERDAM Baby Artikelen klok slaat, naar welke boot hij zich te be geven heeft, waar hij zich tot het ontvangen van zijn opdrachten moet melden, tusschen welke forten hij het contact moet onder houden, welke hij moet approviandeeren, welke batterijen hij van munitie moet voor zien en waar hij zijn voorraden moet halen, enz. enz. Men vatte dus in deze nog rustige dagen de zaak sportief op en houde geen theorie binnenskamers maar brenge de boel naar buiten, organiseere eerst gezamenlijke toch ten door de verschillende deelen van de stelling, zoodat ieder er den weg op zijn duimpje kent, dan estafette wedstrijden naar verschillende op een kaart aan te wijzen punten, zoodat blijken kan wie snel en cor rect een opdracht kan uitvoeren, op wie men dus in de eerste plaats kan vertrouwen. De vraag doet zich op, zijn er op 't oogenblik voor de 40 deelnemers genoeg booten en is alles gedaan niet alleen om de eigenaars van motorjachten, maar ook die van motorvrachtbooten er toe te brengen hun schuit b.y. n dag per week voor oefening beschikbaar te stellen, 18 maanden duurt nu de mobilisatie; na 18 maanden wordt in onze stelling op dit gebied de hand aan de riem geslagen. Laat het nu niet lang blijven bij een slagklaar" maar een spoedig en af" klinken, zoodat het nieuwe corps waarlijk, als de nood daar is, slagklaar ligt. FRISO

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl