Historisch Archief 1877-1940
5 Maart '16. No. 2019
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Over den Carnaval
Met teekeningen voor ,de Amsterdammer"
van Rie Cramer
AAN MtRABELLA
Ik dacht over alles wat ge wilt, Mirabella,
toen uw brief kwam. Ik dacht over de scha
duwen, maar niet over die van Rodin; ik
peinsde over den schaduw van den ezel,
waarover de Grieken, die advocaten, twistten,
en over den mensch, die volgens die zelfden
slechts van een schaduw de droom was.
Ik dacht wellicht vaag over Arlequino, over
Cinderella, over Pierrette, over Colombine,
die duivinne, en over Pierrot, allen haast
schaduwen geworden in hun liefelijkheid.
En toen kwam uw brief met de woorden,
als op hooge beenen aanschrijdend: Zend
mij een woordje bij mijn Carnaval." Een
woordje, Mirabella, hoe, een woordje ? Een,
als een druif je smeltend in den mond; een,
als een wit wolkje over den diepsten hemel,
een woordje als een avenduur, als de aarde
de hemel is en de sterren de waarheid?
Wat voor een woordje woudt ge van uwen
Theophrastus over den Carnaval; over wel
ken? over den elyseeschen, of over een
aardschen, over een boere-kermis of over
een dans in de van maanlicht en van witte
rozen lichtkleurige tuinen? Wat wilt ge
Mirabella? Zoo schreef ik u terug, en deed
uw zin, als dikwijls.
Eerst aarzelde ik (want ik ben grondig
van aard) of ik niet alle lexica die ik bezit'
en andere, die ik kon raadplegen, zou nagaan
over 't ontstaan van dit feest, dat een adieu
is aan 't Vleesch (het slechte vleesch dat de
mensch zelf is) en een inkeer, een ingaan
tot het ontzeggen.
Ik aarzelde, want, grondig, zag ik de gron
deloosheid in van zulk een aanvang. Ik wist
dat onze broeders, de Germanen (die meest
Klein-Russen zijn) er te veel bladzijden reeds
over hadden volgeschreven en tevens een
aantal dingen bewezen, die nooit hadden be
staan. Zij hadden daarvoor zes texten bij
elkaar geplaatst, waarvan twee betrekking
hadden op het wasschen van wijnvaten door
de Grieken, maar ze hadden wijnvaten geno
men als beteekenend wijndrinkers, en was
schen, was 't zich baden geworden. Toen ze
dit hadden aangenomen, de bier-drinkende
Germanen, waien zij op deze onzuiverheid
doorgegaan en er op van door gegaan en
hadden de overige texten geamendeerd in
dezen zin. Ik zag in, dat ik, met geleerd
heid beginnend, den zelfden weg zou gaan
en dor zou worden, waar gij teeder zoudt
willen zijn. En ik dacht aan Arlequino, aan
Colombine, die duivinne (niet duivelinne),
aan Pierrette, wier ondeugd geen on-deugd
is, en aan Pierrot. En ik vond ze, en hun
IIMIIIIIItlllMIIIIIIIIIIIMIHHIIHM
ECHNISCHE R U B R l
Iets over ontploffingsmiddelen
Het is geen wonder in den
tegenwoordigen tijd, dat het opschrift van dit stuk
Carnaval, lieflijk opnieuw. Ik vond ze zoo
ge wilt, dansende op de pleinen, zwervend
door de straten, met confetti bestrooid als
een mille-fleurs-tapijt; ik vond ze staand
voor de avendzon een zwartgeworden
schaduwkruis voor de zon. En ik vondj hun
Carnaval, een carnaval der zielen (niet een
van het Vleesch), een allerzielendag, en
avend; een allerzielen-carnaval, en ik zag
u er tusschen, dansende en met confetti
tusschen de kleeren (mille fiori) en een
beetje moede, omdat gij ook niet geheel en
al uw ziel bezaai Ik zag Pierrot, de een
zame, naar u zien, en ik herkende hem.
Pierrot is ons aller melancholie, onze niet
zwarte zwartgalligheid. Ik ken geen fijner
klant. Spaar hem zoo ge hem ziet, Mirabella,
en neem zijn hand, en leg hem op uw
waaksch hartje; het is aan hem besteed.
Hij is het waard, want hij is een lekkerbek
der zielen, een fijnproever der melancholie.
Hij is niet gevleugeld als Psyche; hij is
daarvoor, eilaas, te aardsch. Maar toch vliedt
hij, met de vlinders mee, uit de schaduwen
naar de zon; zijne droefgeestigheid, Mirabella,
verschrompelt daar als een rupse-velletje
in de warmte. Hij wordt van het licht als
tot licht, en hij zoekt de roodste roos uit
voor porlogs- of andere doeleinden zijn zeer
moeilijk te krijgen. Een Amerikaansche
statistiek vermeldt, dat in 1910 240.000.000
kilogram alleen in Noord-Amerika geprodu
ceerd werden, waarvan slechts anderhalf
procent dienden voor leger en vloot. Beden
ken we, dat de Amerikaansche vloot vrij
groot is, dan geeft dat cijfer toch eenig
beeld van de productie aan ontploffings
middelen in andere landen, als we afzien
van de hoeveelheden, die ter voorbereiding
voor een oorlog opgestapeld werden.
Hoezeer het belang van de
ontploffingsFig. 1. Links een ongeladen projectiel van 30 cM., dat door een pantserplaat
heen geschoten is. Rechts de stukken van een dergelijk projectiel, dat geladen was
met een brisante lading van 5,5% van zijn gewicht,en in een zandheuvel uiteen sprong
direct de gedachte aan oorlog opwekt. Toch
is het teneenenmale onjuist te meenen, dat
in normale tijden de ontploffingsmiddelen
in hoofdzaak dienen voor oorlogsdoeleinden
of de voorbereiding ervan. Juiste cijfers
over (het gebruik aan ontploffingsmiddelen
fc f t**llvJ<
B
Fig. 2. Granaat van 7.5 c M. A. Zonder
lading, nadat een pantserplaat ermee door
boord is. B. De stukken, bijeengezocht uit den
zandheuvel waarin de gtanaat ontplofte
middelen toeneemt, blijkt uit de cijfers voor
de Amerikaansche productie in 1909 en 1905,
die minder waren dan 240.000.000 en
140.000.000 Kg. De waarde van de Ameri
kaansche productie in 1910 was ?95.000.000,
waarvan 10 pCt. voor de militaire doeleinden,
gebruikt.is.Vergelijken we dit met het geringe
percentage van de productie, dan mag zeker
besloten worden, dat aan de fabricage der
ontploffingsmiddelen voor militaire doelein
den veel meer zorg besteed moet worden,
daar in het algemeen de grondstoffen dezelfde
zijn. Het is dan ook algemeen bekend, dat
de militaire voorraden gedurende langeren
tijd in volkomen goeden staat moeten blijven,
zijn hartentuin voor u, en legt die met
een gebaar, van zijn hart af naar zijn mond
toe, langzaam u voor de slanke voeten...
Mirabella, ontvang den Fijnen
Melancholikus wél. Gij meent, dat hij op deguitarre
van zijn hartstochtelijke verlangens speelt;
geloof het niet; hij speelt op den cello van
zijn weemoed. Misschien is Pierrot het
mensche-geluk; daar is altijd wat schaduw
bij. Misschien is hij dat, zoo schaduw innig
heid is, en samensmelten van zich zoekende
dingen...
Eens, sta mij toe u dit nog te verhalen,
heb ik hem gevonden bij mijn rozelaar.
Als Eroos, die ging slapen en stak zich, en
riep om zijn moeder, stak ook de Fijne
Melancholikus zich, maar hij riep niet. Hij
roept nooit (hij is een eenzame, en geen
kind); hij verdraagt stillekens zijn pijn. En
toen ik hem vroeg: amicissime, carissime,
doet het zeer?" zei hij (hij heeft altijd de
phantasie der teederen): Zie, het is geen
bloed; het is een diep-roode robijn; het
hart der geurende is het, het levende dui
delijke hart, en ik kus het met mijn rooden
mond"...
Ik vrees, Mirabella, dat ge meer geleerd
heid hadt willen hebben. Ge zijt zoo luchtig,
dat ge in zwaarte gelooft; ik ben zoo traag
dat ik in luchtigs geloof. Maar laten we om
Pierrot niet kibbelen. Hij kibbelt nooit. Hij
haat het luid gedruisch, deze Pierrot der
zielen. Hij zit alle nachten aan de oevers
van de stroomen naar het manebeeld, te
staren (eender bleek is hij) en dit heeft hem
gemaakt tot een teederen zwijger. En over
dag zit hij bij rozen en bij anjelieren (ergens
ter waereld) en is dan de Carnaval van mijn
hart, en is de melancholie van onzen tijd,
wien poëzie verlangende weemoed is, zoo
als altoos.
Bedenk dit alles, luchtige Mirabèl, wel
bij uw carnaval, en wees-het wat eensmet
mij, die ben, ge kent me, steeds tot uw
geheelen dienst bereid, Uw
THEOPHRASTOS
Van Vrouwelijke doen en denken
III
Het schijnt statistisch uitgemaakt, dat in
kunstpraestaties de vrouw bij den man zeer
ten achter staat. Niet alleen, dat men veel
meer mannelijke dan vrouwelijke kunstenaars
telt, maar ook het gehalte van het kunst
werk blijft beneden dat van den man. Wij
zoeken nog tevergeefs een vrouwelijke
Vondel, Shakespeare, Goethe, Rembrandt,
Rafaël, Beethoven en Bach.
Men zoekt in dit verschijnsel het bewijs
van het groote verschil in aanleg. De vrouw
zou minder bestemd zijn als scheppend we
zen dan de man. Scheppingskracht is een
specifiek mannelijke eigenschap, ergo...
slechts de buiten den norm tredende vrouwen
zouden kunnen scheppen.
George Sand, riep eens in wanhoop uit:
Hoe vreeselijk omjjeen vrouw te zijn en
een mannelijken geest te bezitten." Voelde
zij zelf, Idat zij aan den eenen kant buiten
terwijl de ontploffingsmiddelen voor
industrieele gebruik zeer snel na het fabriceeren
verbruikt worden.
In het algemeen worden onder ontplof
fingsmiddelen zulke stoffen verstaan, die
door schok of verhitting of door beide
tegelijk zeer snel chemische verandering
ondergaan en overgaan in betrekkelijk enorme
hoeveelheden van gassen. Deze zijn gedu
rende den korten tijd dat de overgang tot
een meer stabielen chemischen vorm duurt
in zoo geringe ruimte besloten, dat ze een
enormen druk uitoefenen. Tengevolge van
dezen druk duwen ze een beweeglijken
wand (een kogel in een loop van een ge
weer of kanon) weg, of ze doen de omhul
ling geheel uit elkaar barsten. Fig. l geeft
eenig idee van de ontzettende kracht door
de ontploffingsgassen uitgeoefend in een
Amerikaansch projectiel van dertig centi
meters. De kogel links op de plaat heeft
een diameter van 30 centimeter en een hoogte
van honderd en twintig. Hieruit is de hoe
veelheid splinters, op het rechtergedeelte
afgebeeld, te taxeeren. Tegelijk kan men
begrijpen welk een vreeselijke werking het
barsten van zoo'n projectiel moet hebben.
De stukken zijn bijeen gezocht, nadat de
kogel uiteengesprongen was in een zandhoop.
Dat ook de kleinere kalibers even vreeselijk
in hun uitwerking zijn, is uit fig. 2 op te
maken, waar een 7,5 cm. projectiel is afge
beeld met de stukken, die na het uiteen
barsten eruit ontstaan zijn. Wordt, zooals
in een shrapnell de holte van den kogel
opgevuld met kogels (zie fig. 3), dan is de
uitwerking nog erger. Fig. 4 vettoont de bij
eengezochte inhoud van een 7,5cm. granaat;
een van die kogeltjes kan nog op een 100 M.
afstand een man dooden. Om de ontploffing
van den granaat te veroorzaken wordt een
hoeveelheid van een brisant ontploffings
middel erin aangebracht. Zoo'n brisante
stof ontploft zoo snel, dat een laag van een
meter dikte in ongeveer het zesduizendste
van een seconde totaal in gassen is
overgevoerd.
De kogeltjes worden binnenin vastgelegd
door er gesmolten ha.rs of naphtaline in te
gieten. Deze stoffen geven bij het ontploffen
een witte of zwarte rook, die dient om te
controleeren of de goede afstand bereikt
wordt.
Fig. 4. Bijeengezochte kogels en stukken van een ontplofte granaat uit fig. 3
den kring der normale vrouwen stond en
wist zij aan den anderen kant, dat haar
kloeke, heldere geest de denk- en werk
kracht van een man evenaarde? Was zij
zich er van bewust, dat haar vrouw-zijn,
haar natuur van liefdevrouw haar kunst
in den weg stond? Zeker is het, dat hare
boeken niet gelden voor meesterwerken van
alle tijden.
Ik geloof, dat wij de oorzaak van het
vraagstuk verder moeten zoeken dan in den
aanleg alleen, ik geloof niet dat hier slechts
sprake kan zijn van hersen functies zonder
meer.
De natuur van de vrouw is oneindig ge
compliceerder dan die van den man, ook
haar leven, haar taak, haar roepingTis ge
compliceerder, daardoor moeilijker. Wat voor
den man heel natuurlijk en van zelfsprekend
is, wordt voor de vrouw dikwijls heel
bezwaailijk door de omstandigheden, en waar
deze door de vrouw worden gedwongen,
heeft niet zelden een verwringen plaats.
Kunst duldt ntets naast zich. Zij is de
meest veeleischende, de meest afgunstige,
de meest wraaKzuchtige van alle godheden.
Wie zijn leven aan de kunst wil wijden,
moet zich geheel overgeven, zich aan haar
geheel toewijden, zal hij behooren tot de
begenadigden.
il De man kan zich overgeven geheel en
onvoorwaardelijk. Hij Iaat alles varen om
zijn werk. Hij kan trouwen, kinderen heb
ben, een gansene familie, hij vergeet dat
alles voor zijn kunst, zijn werk. Hij vermag
zich daarin geheel te absorbeeren, en al of
niet gehuwd, al of niet een gezin hebbend,
in de kunst, in zijn arbeid is hij volkomen
geslachtloos.
Niet alzoo de vrouw. Indien zij zich ge
heel aan de kunst wijdt, offert zij daaraan
haar vrouwbestaan op, want een vrouw,
die niet huwt en niet moeder wordt, boet
dit deel van haar roeping in terwille van
de kunst. En in elke ware vrouw leeft
onafwendbaar de drang naar het huwelijk
en naar het kind. Dat is hare vrouwnatuur,
en wie als vrouw dit nimmer in zich voelde,
staat buiten den norm. Huwt de
vrouwkunstenares, dan vangt eerst recht haar
dubbel-leven aan. Ter eene zijde haar kunst,
haar werk; ter andere zijde man en kinderen
en huishouden. Want met haar huwelijk
neemt zij de van zelfsprekende plicht op zich
om te zijn een goede vrouw voor haar man
en een goede moeder voor haar kinderen.
En ten slotte rust op haar de verantwoor
ding om het door haar man ingebrachte
geld nuttig in het huishouden te besteden.
Nu kan de gehuwde kunstenares natuurlijk
voor de materieele zorgen in het gezin betaalde
hulp nemen, maar toch blijven de moreele
plichten op de vrouw drukken. Haar man
heeft recht op hare toewijding, de kinderen
verwachten een opvoeding van de moeder,
zeer zeker in de eerste plaats in de ethische
beteekenis van het woord.
En hier komt het conflict. De vrouw,
die ongehuwd zich aan de kunst geeft,
voelt zich niet altijd bevredigd, de gehuwde
vrouw kan zich niet ten volle in haar kunst
concentreeren, omdat zij naast haar arbeid,
zooveel andere plichten te vervullen heeft.
De man zegt het met zoo'n typische uit
drukking, die zoo juist de ware situatie
aangeeft: Eerst de zaken en dan het meisje."
De vrouw kan niet zeggen: Eerst mijn
kunst en dan mijn man en kinderen." Bij
haar zou altijd iets schipbreuk lijden. Is
't wonder, dat dit bij de vrouw meestal haar
kunst is? Dat haar moederschap, haar vrouw
zijn haar gaat boven al haar arbeid uit?
Ik kan me denken, dat er vrouwen be
staan, die zich volkomen aan haar kunst
kunnen en mogen geven, vrouwen, die of
geen kinderen hebben, of wier kinderen
groot zijn, vrouwen gehuwd met mannen,
die zelf artiest zijn, met mannen dus, die
weten, welke eisenen de kunst stelt, die
mét hun vrouwen in haar artistieken drang
heeiemaal kunnen meeleven. Wij hebben
er in Holland eenigen, en wij kunnen
dadelijk constateeren dat juist déze vrouwen
tot onze beste kunstenaressen behooren op
letterkundig en picturaal gebied. Maar op
vallend en wonderlijk te zamen treffend is
het wel, dat de meesten van deze vrouwe
lijke artiesten geen kinderen hebben.
Wij noemen: Top Naeff, Ina Boudier,
Henriëtte Roland Holst, Margot Scharten,
Jeanne Kloos. Er waren: Mevrouw Mesdag
van Houten, Mevrouw Bilders-van Bosse.
Wie geeft mij namen op het gebied der
muziek- en beeldhouwkunst ?
E. C. v. D. M.
llllllllllinillllHIMIIIMIirillllllMIIIIKII
hUWLlYKS'UITZETTEN.
VOOR DAMESiCONFLEET,
in de volgende prijzen:
No.'l
.,- 2
:: 3,
4.
> 5,
6,
., 7.
8,
9.
10.
? 350.
475.
625.
850.
1000.1275.
1600.2200.
2750.
3500.L«
op eigen ateliers vervaardigd.
Fig. 3. Doorsnede van een
granaat van 7.5 c.M., gevuld
met kogels en springlading
Fig. 5. Amerikaansch projectiel van 40 c.M. Dit weegt
12CO K.G. Er naast is opgestapeld de lading 300 K.G.
rookloos kruit, noodig om het projectiel weg te schieten
Brisante ontploffingsmiddelen kunnen niet
gebruikt worden voor lading in geweer of
kanon. De ontploffing zou dan zoo snel
gebeuren, dat de loop uit elkaar sprong.
Voor dit doel zijn ontploffingsmiddelen noo
dig, die veel langzamer afbranden en zoo
doende den gasdruk langzaam vernoegen,
waardoor de kogel tijd heeft om in beweging
te komen en bovendien aan groeten druk
blootgesteld is, zoolang hij in den loop is,
waardoor een grootere snelheid verkregen
wordt.
In principe geschiedt bij deze soort ont
ploffingsmiddelen (roekeloos kruit) de che
mische omzetting op de manier zooals een
stuk hout of kool brandt; het begint na
melijk aan de oppervlakte en de ontploffing
zet zich in concentrische lagen betrekkelijk
langzaam voort
De hoeveelheden, noodig voor de moderne
groote projectielen zijn zeer groot. Fig. 5
stelt het projectiel van 40 cM. van de grootste
Amerikaansche kanonnen voor met de lading
noodig om dit een snelheid te geven van
ongeveer 600 meter per seconde. De lading
weegt 300 Kg., terwijl de kogel een gewicht
heeft van bijna 1200 Kg.
De hooge temperatuur en druk, die bij
het afschieten in den loop ontstaan, hebben
natuurlijk ook invloed op den loop.
Verreweg de grootste hoeveelheden, die
geproduceerd worden, zijn brisant, omdat
ze gebruikt worden voor het uit elkaar slaan
van gesteente in mijnbouw en bij het graven
van kanalen. Zoo verbruikte het Panama
kanaal jaarlijks meer dan 6.000.000 KS- aan
dynamiet voor het uit elkaar slaan van de
rotsen. In steenkolenmijnen en in plaatsen,
waar gevaar bestaat voor ontploffingen van
gevaarlijke gassen gebruikt men in vele
gevallen veiligheidsspringmiddelen, die het
gesteente uiteenslaan, zonder aanleiding tot
verdere ontploffingen te kunnen zijn. Van
het gebruik van dynamiet in steenkolen
mijnen ondervinden ook partikulieren wel
eens minder aangename gevolgen, als bij
ongeluk een dynamietpatroon onder de steen
kolen is verdwaald, zooals onlangs nog hier
in Amsterdam is gebeurd.
In ons land, waar de mijnindustrie bijna
geen beteekenis heeft, bestaan sle chts enkele
fabrieken van ontploffingsmiddelen, die in
hoofdzaak voor militaire doeleinden
produceeren. Landen met sterk ontwikkelden
mijnbouw, zooa)s Amerika, hebben ook een
sterk ontwikkelde
ontploffingsmiddelindustrie. Vandaar, dat de geallieerden direct bij
het begin van den oorlog reeds groote hoe
veelheden uit Amerika konden betrekken.
In de laatste jaren is men er ook toe over
gegaan om dynamiet te gebruiken voor het
rooien der boomstronken uit de velden, die
in de tropen voor de cultuur geschikt ge
maakt moeten worden. Laten we hopen, dat
de lijd weldra aanbrengt, dat de ontplof
fingsmiddelen uitsluitend voor dergelijk
vreedzaam werk gebruikt zullen worden.
v. O.