De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 12 maart pagina 2

12 maart 1916 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 12 Maart '16. No. 2020 OP DEN UITKIJK TEGEN DE DUITSChE INDRINGING Een wenk voor Nederland s c h" Nijverheid) Een onzer lezers, sigarenfabrikant, zendt ons bijgaande fraaiïgheid, die hij als monster land debiet te vinden voor vadertandsche" sigarenkistplaatjes, moet toch de vraag ge steld of onze Nederlandsche industrie niet liever zelf zal zorgen in deze behoefte te voorzien. l Niet alleen dat dit de Nederlanders meer zal verheugen, maar zij worden dan ook niet getracteerd op bokken alsNederlandschToekomst, de Toekomst met een hoofd letter geeft nog eens extra te denken, op in Krefeld geteekende Nederlandsche pantserschepen met de Nederlandsche vlag tilhögraptiische Kunstanstalt, G.; m. b, H, Süclrtelii, b, Krefeld, f Packurig: No. 1070 Name nach Wahl jkomplett Mk. fr-r"?pr. 1000 Sluck QröBe 2<50X 160 m/ra ontving Van een Duitsche kleuren- drukfabriek. Terwijl men alle respect kan hebben voor de energie, die er, onder de tegenwoordige omstandigheden, nog opjuit is, in Nederondersteboven (rood onder) in top! Blijkbaar is hier nog werk voor de Neder landsche nijverheid. Misbruik van Nederlandsche namen Van een onzer grootste en meest bekende handelslichamen vernemen wij het volgende: Tot hare verbazing bemerkte de directie voor eenigen tijd, dat maandenlang zij met een groote advertentie in het weekblad De Toekomst" had geprijkt"! Zij had hiervan nooit iets geweten, noch minder er opdracht voor gegeven, noch minder een cent betaald. De directie der onderneming heeft er ter stond een eind aan gemaakt en de Toekomstheeren verzocht, zich van dergelijk misbruik van Nederlandsche namen te onthouden. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIHIMHIIIIimillllllllllllllUIIIIIIII voor een der beide partijen het oogenblik gekomen, waarop zij aan den oorlog een eind moet maken, dan zal zij misschien de dien sten van een onzijdigen staat inroepen voor het aanknoopen van de vredesonderhandelin gen; maar de bepalingen van den vrede zullen of worden vastgesteld door den over winnaar, f, zoo er geen overwinnaar is, tot stand komen door onderhandelingentusschen de groote oorlogvoerende mogendheden zelve. Slechts door n middel zouden neutralen niet neutrale staten, maar particulieren misschien eenigen invloed kunnen uitoefe nen om den duur van den oorlog te ver korten ; en wel hierdoor, dat zij zooveel Het antwoord was een volledige erken tenis: de fout lag bij den administrateur. De bedoeling der zaak is duidelijk. Het argelooze Nederlandsche publiek, moet in de meening gebracht worden, dat het Duit sche agitatieblad ook in de kringen der beste Nederlandsche instellingen aanzien geniet. Dit kan immers weer den invloed verhoogen! Men ziet weer eens, op welk een mis leidende wijze, hier een valsche schijn wordt gewekt. En hoe er met Nederlandsche namen wordt geknoeid en misbruik gepleegd. Er zullen er nog wel meer zijn. J. mogelijk, en de beperkte communicatie, ook in het briefverkeer, verkleint de mogelijkheid zeer hunne betrekkingen in de oorlog voerende landen aansporen om toch, door middel van de volksvertegenwoordiging, bij de regeering er op aan te dringen, dat zij het oorlogsdoel, d.w.z. de voorwaarden, waarop zij bereid zou zijn vrede te sluiten, nauwkeurig aangeeft. Wanneer dit is ge schied, zullen wij dichter bij den vrede zijn dan wanneer op een conferentie van neu trale mogendheden een nog zoo mooi vredesprogramma werd opgesteld. Maar in de meeste landen is men daar nog niet aan toe. In Duitschland schijnt men er nog vér af te zijn. Althans, eenige uiiiiiiitiiiiir.itiiuiuiiiiiiiuitiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiitiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuMiuiiiiiniiiiiiiii Eene Herinnering de Nederlandsche Missie in Albanië door PIETRO MARIATTI Berichten uit Albanië meldden, dat de Prins von Wied, de ex-M'bret, weder aan de Albaneesche grens is verschenen, aan het hoofd van een talrijk leger, met de be doeling de troon te heroveren, die hij, na vele, minder roemrijke wisselvalligheden, in den steek had moeten laten. Deze berichten scheenen wel voorbeschikt met niet veel belangstelling, ja met een glimlach in Holland te worden ontvangen, maar bij dieper nadenken blijkt het wederoptreden van den ex-M'bret van grooter belangrijkheid dan deze heer zelf of zijn persoonlijke aspiraties. En op dit oogenblik, nu kans schijnt te bestaan op een kortstondige, Duitsche overheersching van Albanië, schijnt het niet van belang ontbloot ons den tijd te herinneren, dat het Nederlandsche gouvernement toen, overeenkomstig de wensch van Duitschland en Oostenrijk, het verzoek daartoe door de mogendheden van de Londensche conferentie werd gedaan, een aantal Nederlandsche officieren naar Albanië zond ten dienste van den Prins von Wied, en met de dui delijk omschreven taak er de gendarmerie te organiseeren". De Hollandsche militaire missie, die alleen naar Albanië kwam om er de gendarme rie te organiseeren, werd spoedig geplaatst voor de taak van de organisatie van een ' legertje, dat dienen moest om de wankelende troon van den Prins von Wied te beschermen. Eenige der officieren werden zelfs met een hooge politieke functie bekleed die niets te maken had met het oorspronkelijk doel waar voor zij naar Albanië gekomen waren en die, bij hun gering inzicht in de zeer verwikkelde Albaneesche quaestie, noodlottige en be klagenswaardige misverstanden te weeg bracht tusschen hen en de Albaneesche re geering, zoowel als de Italiaansche ambassade. De eerlijke en dappere Hollandsche offi cieren beoogden niet anders, dan onpartijdig het belang van den nieuwen staat te dienen. Zij begrepen niet, dat zij de werktuigen, ja de slachtoffers waren van een zeer krachtig doorgevoerd veroveringsplan moge het nog niet geslaagd zijn van de momenteele overheerschers van België, Servië en Montenegro. Hoe wij, Italianen, dit begrepen hebben, moge blijken uit het volgende, waarin ik wil aantoonen, dat op dit oogenblik de ware bedoeling derDuitsch-Oostenrijksche belang stelling in de Albaneesche zaak aan het licht gekomen is. * * * Indien Duitschland, in overleg met Oosten rijk, er destijds in geslaagd was den Prins von Wied door de overige mogendheden als koning van Albanië te doen erkennen, zou het daarmede weder een schrede gena derd zijn tot de verwerkelijking van zijn plannen ten opzichte van den Balkan; het trachtte hiermede in zekeren zin een nieuwen vasten voet te krijgen op zijn weg naar Constantinopel, een nieuw steunpunt voor zijn Drang nach Osten". Sinds het congres van Berlijn was Duitsch land er werkelijk in geslaagd, zonder den argwaan der diplomatie van de Quadruple Entente-Staten op te wekken, een overheerschenden invloed op den Balkan te verkrij gen, soms door eigen actie, soms door sterken ruggesteun te verleenen aan Oosten rijksche actie. Zoo zien we, tijdens de annexatie van Bosnie-Herzegowina door Oostenrijk, toen Rusland met alle macht de Servische pro testen steunde, de duitsche gezant te Petrograd zich bij den minister Iswolsky vervoe gen om hem te waarschuwen en hem op last van zijne regeering te verzoeken wel te willen overwegen, dat Oostenrijk gesteund werd door de duitsche bajonnetten. Waar evenwel Oostenrijk zich te voor barig gedraagt of te brutaal jegens zijn naburen optreedt, hooren we Wilhelm II tot den aartshertog-troonopvolger zeggen: Ge maakt te veel leven met mijn sabel." De buitenlandsche politiek van Oostenrijk werd sinds jaren feitelijk geleid door de Wilhelmstrasse. Dat Duitschland, in overleg met Oosten rijk, sinds lang den Balkan-Coup heeft voorweken geleden betoogde de Kölnische Volkszeitung, dat thans, na 19 maanden oorlog, het Duitsche volk nog steeds zonder oor logsdoel en zonder oorlogsideaal is! Men denkt onwillekeurig aan den tijd van den wiadhandel, in het begin der 18e eeuw, toen er allerlei maatschappijen werden op gericht voor de onmogelijkste ondernemin gen, het kwam er niet op aan voor welke, de bedoeling was toch alleen om op de beurs te kunnen dobbelen in de actiën. Toen het vernuft om nieuwe voorwendsels voor het oprichten van een maatschappij te be denken, uitgeput begon te raken, was er een slimmerd, die een prospectus uitgaf voor een onderneming, waarvan het doel later bekend zou worden gemaakt". Indien men Kölnische Volkszeitung gelooven mag. is dus ook door het Duitsche volk deze oorlog begonnen voor een doel, dat later bekend zou worden gemaakt! En nu, na 19 maan den, kent het dat doel nog niet. De Kölnische Volkszeitung acht het, om de stemming van het Duitsche volk te ver heffen, gewenscht, dat dit niet langer van oorlogsdoel en oorlogsideaal blijft verstoken. De redactie zelf verklaart zich echter incom petent, de gevraagde artikelen te leveren. Indien wij haar konden helpen, zouden wij haar gaarne dien dienst bewijzen; maar het gaat moeilijk, nu wij zoo juist hebben ge zegd, dat neutralen zich hiermede niet heb ben te bemoeien. Wij kunnen alleen aan den nood. waarin zij verkeert, eenige meerdere publiciteit ge ven. Zoo sta dus ook hier de kennisgeving: wordt gevraagd, op korten leveringstijd, een oorlogsdoel en oorlogsideaal voor het Duitsche volk! 8 Maart 1916. G. W. KERNKAMP iiimilliiilllliiiiiiiiliiiiiiiililtiiiiililiimiliiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiililiiili t CAMILLE HUYSMANS Een Bewaker van de Bruggen der Verzoening Camille Huysmans, de Belgische socialist, stond bij den oorlog zeker voor een allerzwaarsten tweestrijd. Hier zijn land, zijn vaderland, België, aangevallen en overmand. Daar de internationale gedachte, die hij als secretaris van het Internationaal Socialistisch Bureau, hoog te houden had gekregen. Elkeen, die in den laatsten tijd eene redevoering van Huysmans gehoord of ge lezen heeft, moet den sterken indruk be houden dat deze man een bijzonder moeilijke plaats, op nobele wrjze heeft ver vuld. Hij heeft zijn vaderland in eere ge houden, maar hij heeft toch ook gedacht, dat hij in 't bijzonder een internationale roe ping te vervullen had. Niet alleen heeft hij, vruchteloos bij het begin van den oorlog nog gepoogd, het internationale proletariaat te doen getuigen. Maar ook vervolgens en thans nog is Huysmansvast blijven houden aan de kans van de terugkeerende broeder schap, waarvan hij de arbeidersbeweging zwanger acht. En hij, die als weinigen in de gelegenheid is, de bruggen der ver zoening tusschen de volken te bewaken, is dan ook op dien post steeds werkzaam gebleven. Huysmans is een goede veertiger; ge boren in Belgisch Limburg. Hij is opge groeid in bescheiden omstandigheden, op het randje van het proletariaat. In de ge legenheid gesteld te studeeren, is hij advo caat eeworden in Brussel, en sedert ongeveer tien jaren bezoldigd secretaris van het Inter nationaal Socialistisch Bureau geweest. Ook is hij lid van de Belgische Kamer en heeft daar, niettegenstaande zijn betrekkelijk jongen leeftijd.veel invloed. Eindelijk een.zeer actief,lid van den Brusselschen Gemeenteraad. Een kunstlievende persoonlijkheid ook; hoe zou men trouwens zonder dit gevoel, in een zoo moeilijke keuze zoo het beste spoor kunnen vinden? Voor De Amsterdammer" schreef Huys mans : Over het Belgisch Vraagstuk Niemand gelooft meer, zelfs in Duitsch land, dat de Centrale Machten er in zullen gelukken een annexatie-politiek betreffend België door te drijven. Zelfs indien de legers tegenover elkaar blijven in Noord-Frankrijk is de economische toestand van Duitschland zódat de regeering van Willem H aan ver overing moet verzaken, ten minste in het Westen. Zeker heerscht nog in zekere Duitsche kringen het idee dat maatregelen tegenover België moeten genomen worden. De eenen willen België volkomen vrij laten mits af stand van den rechteroever der Maas. De anderen willen België politiek vrij laten maar economisch met Duitschland verbinden. Dat deze maatregelen slechts een verkapte annexatie zijn, valt in het oog. Dat een vrede op grond van een dezer plannen denkbaar is, schijnt mij uitgesloten. Ten andere: De gansene sociaaldemokratische partij (niet eenige sociaaldemokraten, zooals Le XXe Siècle uit Le Havre onlangs schreef) verwerpt ook de kleinste annexatie van Belgisch grondgebied, en ik ben wel overtuigd dat binnen kort ook le den van het Centrum zullen gedwon gen worden hieromtrent kleur te be kennen. Ik weet ook dat onlangs deze twee ledige plannen plechtig gewraakt werden door de Norddeutsche. Maar ieder een weet uit ervaring wat officieele démentis beteekenen, en ik denk mij niet te bedriegen wanneer ik beweer dat deze plannen nog in aanmerking kwamen vór een paar maanden. In België heeft men nooit veel waarde aan die plannen gehecht, en met recht. De Duitsche Regeering heeft zich in dit opzicht misrekend, gelijk andere regeeringen zich bedrogen hebben. Een onafhankelijk België is een noodzakelijk iets in de Europeesche politiek. Een afhankelijk België is niet alleen een gevaar voor Engeland en Frankrijk, maar ook voor Holland. Een van Duitschland afhankelijk België is alleen mogelijk den dag dat Duitsch land te land en ter zee triomfeert, en daaraan nu toch gelooft de Rijkskanselier zelf niet meer. Voegt daarbij dat er ook imponderabilia" hun invloed laten gelden. De Belgen zijn voor den vreemdeling een nhandelbaar en onbedwingbaar volk. Moet ik de geschiedenis der verschil lende bezettingen in herinnering bren gen? De passieve tegenstand van Elzas bereid, blijkt duidelijk, vooral na de ont wikkeling der gebeurtenissen, die wij in den laatsten tijd in het Oosten aanschouwd hebben. Men verbaast zich over het gedrag van Griekenland en Roemenië, over den kaak slag die Turkije aan zijn oude vrienden de gealieerden toediende en over het verraad van Bulgarije. Maar wordt het thans niet duidelijker waarom Duitschland zoo goed zorgde op den troon van Bulgarije en Roe- i menië Duitsche vorsten te plaatsen en een prinses van Hohenzollern uit te huwelijken aan den Griekschen Koning, die toch reeds een groot vereerder van Wilhelm II en het Pruisische militarisme was? En zou het zonder reden geweest zijn, dat von der Goltz Pascha zich maanden voor het uitbreken van den oorlog in Turkije bevond ? En dan de M'bret! Heeft Wilhelm II hem niet naar Albanië gezonden? Alleen Servië bleef over ter onderwerping. De kleinzoon van den grooten Karageorgovitch bleef even doof voor bedreigingen als voor beloften. En van dien tijd af was het lot van Servië beslist. Bij de eerste ge legenheid, die zich voordeed, zou men door geweld weten te verkrijgen, wat met intriges en dreigementen niet verkregen was en reeds is dit geschied. De bewijzen zijn er, dat Duitschland zijn macht op den Balkan wilde vestigen. Serviërs, die korten tijd geleden te Rome aankwamen, deelden mede, dat Duitschland bij de bevolking een zeer sterke propaganda drijft en de sympathie tracht te winnen met greote beloften van vrijheid en nationale onafhankelijkheid. De Duitschers treden in Servië als Heer en Meester op. Zij hebben het voorloopige bestuur der Oostenrijkers opgeheven en roepen een onafhankelijk Servië onder een Duitsche dynastie uit. In een der proclamaties spreekt het voorloopig bewind van een Groot-Servië dat zich uit strekt tot Saloniki. Een Servisch officier heeft een proclamatie medegebracht naar Italië, die door Duitsche vliegers, reeds bij den aanvang van den veldtocht boven de Servische steden is uit gestrooid. Deze proclamatie behelst o.a. het volgende: Serviërs! het is een geluk voor U dat ge U, evenals de Italianen (!) met ons in oorlog bevindt. Want dit feit moet U toonen, tot welk een blindheid en wan begrip ge door uwe regeering gebracht zijt. Of wilt ge nog de bondgenoot blijven van hen, die het bewijs geleverd hebben U niet te kunnen verdedigen ? Wilt ge thans ons niet volgen, die U onze macht getoond hebben?" In België hebben zij niet anders gedaan. Ook België heeft hun intriges, hun procla maties en hun macht leeren kennen! * * * Het drijven van den prins von Wied en zijn Oostenrijksch-Duitsche katholieke om geving bleek spoedig tegen de belangen van Italië in te gaan. Het bleek o.m. ten doel te hebben een overheerschende invloed in geheel Albanië aan Oostenrijk toe te ken nen en dus ook aan Duitschland (Zollverein). Hierom verdubbelde de Italiaansche Regee ring hare opmerkzaamheid en trachtte de actie der Duitsche en Oostenrijksche agenten met alle macht tegen te gaan om te voor komen, dat Albanië langzamerhand een vorstendom onder Oostenrijksch protectoraat werd. Dat was haar recht. De gebeurtenissen die thans plaats heb ben op den Balkan rechtvaardigen haar vrees en haar voormalige actie in Albanië. Zij had de verborgen plannen van Oostenrijk en Duitschland doorzien, zij wantrouwde ze en verdedigde zich er tegen. ' * * In verband met de rol die de Hollandsche officieren in Albanië gespeeld hebben, en die ik blijf beschouwen als een misbruikmaken van te goeder trouw beschikbaar gestelde krachten, is het ook van belang terug te denken aan de activiteit van twee Hollandsche journalisten, die destijds in Albanië waren en aan een zekere teekening van Louis Raemaekers. De speciale correspondent van De Tele graaf" in Albanië, en zijn collega van de N. Rotterdamsche Courant", zonden naar Nederland een serie correspondenties, waarin de Italiaansche regeering en haar gezantschap werden voorgesteld als gevaar lijke intriganten, als apachen en spionnen, die in het duister afschuwelijke macchiavellistische complotten smeedden tegen het DICHTER! Dichter, met uw lange haren, Is daar wanhoop in uw hart Door uw vreeselijke lijden, Door uw wreede levens-smart? Dichter, loopt ge weer te droomen In de blanke maneschijn? Zoudt ge weer door ruwe menschen Gruwelijk behandeld zijn? Dichter, zijn uw arme wangen Weer van overspanning bleek, Hebt ge tranen in de oogen Zijt ge heelemaal van streek ? Peinst ge over schoone woorden, Over een kordaat gedicht ? Hebt ge daarom uwe schreden Naar het vrije veld gericht ? Ja f Ja, ik vluchtte uit mijn woning, Op dit late avond-uur! Ja, ik ging mijn leed vergeten In de troostende Natuur! Ja, ik ben als nooit bewogen Ik had ruzie met mijn vrouw, Die mij aangebrande zuurkool Als versterking geven^wou. zou een kinderspel schijnen tegen den om vang eener eventueele Belgische sabotagepolitiek. Denkt eens na! Men heeft getracht mijn landgenooten schrik in te boezemen door terrorisme. Men heeft mijn goeden vriend Delsaux doodgeschoten, een der besten onzer sociaaldemokratische propagandisten. Heeft dit de mannen bedwongen? Men heeft Miss Cavel doodgeschoten, een der edelste figuren der weldadigheidswereld. Heeft dit de vrouwen bedwongen ? Men heeft onlangs te Antwerpen, op bevel van Berlijn, tegen den wil van den gouverneur-generaal, een kind van achttien jaar doodgeschoten. Heeft dit de kinderen bewongen? Men heeft de be volking enkel verbitterd. De Duitsche regee ring ziet het verschil niet in tusschen een Duitscher, die op Duitschen bodem den vijand van Duitschland helpt, en een Belg, die op Belgischen bodem, met den vijand van Duitschland, d.w.z. met zijn vriend, zijn bondgenoot, zijn verdediger medewerkt. De eerste verraadt zijn land. De andere helpt zijn land. De twee gevallen zijn niet identisch, maar ze worden op dezelfde manier bestraft. Dat was een grove dwaling, waar tegen alle mogelijke statistieken, opgesteld pour les besoins de la cause" niets beteekenen. Ik zeg meer. Zoo men voor de mis daad van Miss Cavel, bij voorbeeld, iemand terecht moet stellen, dan hebben zeven millioen Belgen den kogel verdiend. Inderdaad, Sanatogen Enkele l epels daags sterken zenuwen en lichaam. 2O.OOO Artsen erkennen dit schriftelijk. J leven van den Mbret en van de hollandsche officieren. En een groot deel van het Neder landsche publiek maakte zich een beeld van den politieken toestand in Albanië, allén aan de hand der artikelen van deze beide journalisten. De overige couranten, die zelf geen cor respondenten in Albanië haidden, moesten zich tevreden stellen met de berichten der beide genoemde bladen over te nemen. Zij vereenigden zich met deze bladen en be schuldigden unaniem de Italianen van aller lei misdaden. Raemaekers, op zijn beurt slachtoffer der pro-Duitsche suggesties v;an zijn collega, teekende Italiaansche diplomaten, vermomd als Calabrische bandieten, met een dolk in de hand, die achter een muur wachtten om eenige vreedzame Hollardsche officieren te overvallen. In een andere, onder een zelfden invloed ontstane, aangrijpende teekening, beeldde de eminente kunstenaar den Italiaanschen gezant te Durazzo uit, die, met een gelaat vol wroeging, een krans neerlegt op de baar van den ongelukkigen en moedigen majoor Thomson, gesneuveld aan het hoofd van zijn troepen. Onder deze teekening de woorden: Toen hij de bloemen op het lijk legde, begon de wonde weder te bloeden." Ik ben er zeker van dat de beroemde Hollandsche caricaturist de eerste zal zijn, om deze teekeningen te betreuren en te bekennen dat hij bedrogen geweest is. Trouwens, de tijd heeft de Italianen vol komen in het recht gesteld. Alleen de slachtoffers blijven over. Maar troost u, mijn Hollandsche vrienden, gij zijt niet de eenigen geweest. Gij zijt in goed en talrijk gezelschap. Meer dan de halve wereld is Duitschland's slachtoffer geweest zijn bondgenooten voorheen en thans, Oostenrijk er onder begrepen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl