Historisch Archief 1877-1940
12
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
19 Maart '16. No. 2021
4 H
rjp'? If
Uanatogen zal U helpen!
' ' Sanatogen geeft Uw zwakke lichaam nieuwe sterkte, Uw |
arme bloed nieuwen rijkdom, Uwe slappe zenuwen nieuwe
veerkracht.
Want Sanatogen verschaft aan het organisme de stoffen,
waaruit nieuwe krachten voor lichaam, bloed en zenuwen
gevormd worden. Het wekt den eetlust p, bevordert de
spijsvertering' en is zoo licht verteerbaar, dat ook de zwakste
het verdragen kan.
Het bewjjs hiervan leveren:
onderzoekingen in de universiteitsklinieken te Berlijn, Weenen,
Londen en Ne w-York;
meer dan 20.000 schriftelijke mededeelingen van professoren
en artsen, die Sanatogen als doeltreffend erkennen;
de hoogste onderscheidingen aan Sanatogen toegekend op de
Hygiëne-tentoonstelling te Dresden in 1911 en op het Medisch
Wereld Congres te Londen in 1913.
Ik se h rij' Sanatogen sinds jaren met succes voor
aan mijn zwakke en herstellende patiënten."
Dr. VAN WAVEREN te Haarlem.
Van Sanatogen zag Ik steeds het beoogde succes."
Dr. DANIELS te 's-Hertogenbosch.
Brochures bij het Generaal-Agentschap, Sarphatistraat 34, Amsterdam. Sanatogen is in.alle apotheken en drogisterijen verkrijgbaar in verpakkingen vanaf
Later hield eveneens het export naar Bul
garije en Turkije op.
Daarentegen werden uitgevoerd (in
millioenen Ibs.) naar:
in 1914 in 1915
Nederland ...... 43.15 59.75
Frankrijk ...... 3.53 38.13
Bulgarije ...... 4.55 0.70
Turkije ....... 5.85 0.31
waarbij dus Frankrijk het ontbreken van
Duitschland, Oostenrijk-Hongarije en België
door een meer dan 10-voudige afname ver
goedde.
Maar van grootere beteekenis is voor den
Britschen handel de uitvoer van geweven
goederen, die in 1914 een waarde van
70,170,000 en in 1915 van 64,700,000
vertegenwpordigde.
In het afgeloopen jaar waren hiervan (in
millioenen yards) de voornaamste afnemers:
1915 tegen 1914
Britsch Indie . . . 1908.?2608.
China ..... 375.2 577.9
Egypte ..... 243.1 202.3
Nederl. Indië . . . 230.9 270.
Frankrijk ..... 220.4 17.8
Turkije ..... 10.2 270.8
Duitschland, dat in 1914 42.2 millioen
lllllllllltlllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIMIII
yards en België, dat in hetzelfde jaar nog
20.2 millioen yards geweven katoenen goe
deren uit Engeland had ingevoerd, kwamen
natuurlijk in 1915 niet voor.
Frankrijk echter zorgde ook in deze bran
che voor een ruime vergoeding, waartegen
over echter een belangrijk verminderd
export naar de Britsche koloniën en naar
China staat.
Niettemin is de totalen omzet nog altijd
belangrijk, hoewel in verhouding tot zulk
een aanzienlijke hoeveelheid vermoedelijk
de winsten minder zijn geworden tengevolge
van de hoogere transportkosten van de
grondstoffen, die meerendeels uit de Ver.
Staten van Noord-Amerika moeten worden
betrokken en de hoogere loonen, in verband
met het verminderd aantal fabrieksarbeiders.
Voor Amerika en Japan is, wat den afzet
in het verre oosten betreft, de positie daar
door voorzeker meer gunstig geworden.
De hoeveelheid ruwe katoen, die in En
geland in 1914 werd ingevoerd, vertegen
woordigde een waarde van 55'/'s millioen
., terwijl in 1915, toen de uitvoer 17Vs
millioen minder was, de kostprijs van de
grondstof 64% millioen bedroeg.
10/3 '16 v. D. S.
illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllUllllllllltllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM
i ...... n ........ n ..... ui n ............ i
iiiiiiiimiiiiiimii
De Drie Ontvluchtingen van
den Sergeant Letor
Naverteld door S. H.
Het geval van den sergeant Letor is geen
uitzondering.
Bijna wekelijks ontvluchten Fransche
krijgsgevangenen uit Duitsche kampen, en
trachten de Hollandsche grens te bereiken;
indien zij daarin slagen, dan is het, om
andermaal plaats te gaan nemen in de rijen
hunner strijdende makkers.
Dit deed ook de sergeant Letor; op het
oogenblik is hij teruggekeerd in de Fran
sche gelederen, na een moeilijke ontvluchting,
waarvan het relaas hier volgt:
Op 29 Augustus 1914 werd sergeant Letor
in de buurt van Gulse met 150 gewonde
en niet gewonde regimentgenooten gevangen
genomen. Gedurende twee dagen en drie
nachten werden ze opgesloten gehouden in
in de kerk van la Chapelle, waar zij zelfs
geen stroo vonden, en als eenig voedsel
het weinige kregen, wat de liefdadige be
volking hen bracht.
Te Fournies werden zij in beestenwagens
geladen, en naar Sennelager gebracht, 40
kilometer verder. De reis duurde 72 uren,
en in dien tijd kregen zij slechts nmaal
wat soep met een boterham.
Toen kwam het gewone
gevangenenkampleven.
In Maart werd de sergeant met de mannen
van zijn compagnie naar Sickenmuhle ge
stuurd, waar zij 10 uren per
daglandbouwarbetd moesten verrichten.
En zoo kwam het" vertelt hij, dat
ik op 8 April mijn plan tot ontvluchting
ging uitvoeren. Het plan bestond daarin, dat
ik mij zou laten begraven, nochtans zorg
dragende voor voldoende gelegenheid tot
ademhalen.
De Duitschers hadden aan een 15-tal ge
vangenen bevel gegeven, een zeker aantal
boomwortelen uit te graven; toen begon ik
de gaten goed te bekijken, en ik zocht het
meest geschikte gat uit, n.l. een, dat z
diep was dat ik, wanneer ik er in kroop,
geen verhooging van den bodem zou ver
oorzaken.
Op mijn buik liggende naast dat gat, deed
ik, alsof ik uitrustte, en daarop, profiteerende
van de onoplettendheid der schildwachten,
rolde ik mij om, en viel in het gat, waarin
ik doodstil bleef liggen.
Het was kwart voor negen 's morgens.
Van te voren had ik twee mannen aange
wezen om mij te begraven, te beginnen met
mijn voeten; maar op het oogenblik dat zij
mijn hoofd met varens en gras zouden be
dekken, opdat ik adem zou kunnen halen,
naderde een schildwacht en waren zij
geDe Pass-Zentralen
ODE
(quasi sentimentale)
van een
Neutrale
Boven, op de
Place Royale
Staat de Duitsche
Pass-Zentrale,
De fatale,
Martiale,
, Infernale,
Pass-Zentrale !
God alleei weet
Hoeveel malen
Ik al poogde'n
Pas te halen
Bij de Duitsche
Pass-Zentrale,
Boven, op de
Place Royale !
'k Liep er
urenLang te dwalen
Door de gangen
En portalen
noodzaakt om in aller haast mij geheel met
aarde te bedekken. Ik trachtte met mijn
handen eenige ruimte vrij te maken boven
mijn hoofd, dat ongeveer 10 centimeter onder
de aarde was, terwijl mij voeten 80 centi
meter diep lagen.
De vochtige aarde bezorgde mij hevige
buikpijnen; mijn borst werd zeer beklemd
door de aarde, vooral toen een der Duitsche
opzichters over mij heen wandelde,... zoodat
ik ten slotte nog slechts bij tusschenpoozen
ademde. Door woelen verkreeg ik enkele
centimeters ruimte, die mij voor verstikking
behoedden.
. . . Hoofdpijnen, nevel voor de oogen,
klokkengelui, een ijzeren' band om mijn
slapen, . . . Toen een neusbloeding en een
oorbloeéing . . . dat is alles wat ik mij her
inner van die lijdensuren.
Gelukkig hoorde ik eindelijk een mijner
mannen volgens afspraak berichten, dat het
kwart over elf was . . . Nog een kwartier
moest ik wachten, daar de gevangenen om
half twaalf het werk plachten te verlaten. . .
in ieder geval moest ik de bezoeking door
staan, op gevaar af het slachtoffer van mijne
zelfkastijding te worden; daarom riep ik al
mijn energie te hulp en waagde alles voor
alles.
Zoo gingen eenige minuten voorbij, en
langzaam werd het mij zeer benauwd, . . .
het was als voelde ik de doodsnik opwellen
en in mijne herinnering kwam een ledig. . .
Daarop voelde ik iets branden ... en dat
bracht mij tot mijzelve. Ik had door een on
willekeurige beweging mijn hand boven de
aarde uitgestoken, en de zon had daarop
zoo verwarmend geschenen, dat die gewaar
wording mij had doen ontwaken.
Zonder te weten waar mijn mannen waren,
worstelde ik mij uit de aarde en, terwijl ik
mij moeizaam oprichtte, zag ik, hoe zij zich
op nauwelijks 50 meter afstand verwijderden.
Dat gaf mij moed . . . ; toen ze verdwenen
waren kwam ik geheel te voorschijn, deed
mijn uniform uit, en gooide die in het gat
(daaronder droeg ik kleeren, die ik mij in
Sennelager verschaft had en waarvan ik de
biezen had zwart gemaakt); zoo sleepte ik
mij voort naar een boschje, om daar uit te
rusten.
Ik had 'een militair compas, dat ik voor
twee mark vfin een Engelsfhen korporaal
En ik leed er
Helsche kwalen
In de Duitsche
Pass-Zentrale l
Boven, op de
Place Royale
Hoord'k 't razen
En het smalen
Van mijn
medeNeuteralen
Op de Duitsche
Pass-Zentrale!
Toen ik op de
Place Royale,
Voor de deur van
Een der zalen
Mijn geduld weer
Stond te stalen,
Zag ik 't woordje
HOLLAND pralen.
'k Veelde
VredesIdealen
Maar toch vloekt' ik
Zonder dralen:
Die fatale,
gekocht had; verder een doortrekje van een
kaart, zooals die gespijkerd zijn in de Duit
sche spoorwegwagons en dat ik gemaakt
heb tusschen Senne en Sickenmuhle, toen er.
geen schildwacht in ons compartiment was.
Dan had ik nog suiker en chocolade bij
mij, die echter bedorven waren onder den
grond... maar die ik toch opgegeten heb,..
Toen ik 70 kilometer geloopen had, werd
ik aangehouden door twee politiemannen in
burgerkleeding, met speurhonden;... terug
gezonden naar het kamp, om daar drie weken
in een cel op water en brood te zitten.
Op 2 Augustus 1915 ontvluchtte ik weer...
liep 15 nachten en legde 300 kilometer af...
om voor de tweede keer gearresteerd te
worden op tien meter afstand van den Hol
landschen grenspaal... door een patrouille,
die mij nagezonden was. Teruggevoerd naar
Sennelage 43 dagen in de cel... en toen
opgezonden naar Recklinghausen, waar ik
tot het eind van den oorlog zou moeten
blijven... dit was te veel, en ik besloot nog
eens te ontvluchten.
Met eenige kameraden besloot ik, er ge
zamenlijk van doar te gaan. Ik was een
metaal-zaag machtig geworden en daarmee
zaagde ik een spijl door van het raampje van
een kameraad.
Van servetten maakten wij een koord
door ze aaneen te knoopen, tot een lengte
van 12 meter. Toen lootten wij om de volg
orde waarin wij vertrekken zouden... ik
lootte no. 5.
Als reserve-mond voorraad namen wij
chocolade mee, suiker en biscuit voor twee
dagen; wij schatten den afstand van Reck
linghausen tot de Hollandsche grens op
60 kilometer.
Op 21 December lieten wij ons om 7 uur
's avonds gezamenlijk opsluiten in een cel
op de tweede tage, acht meter boven den
grond... een half uur later ontvluchtten wij.
Reeds bij het afdalen van den eerste brak
het touw af op zeven meter van den grond...
zoodat de anderen slechts een muur konden
bereiken, die twee binnenplaatsen scheidde,
vervolgens afklauteren langs de muur en een
venster, om dan, van ongeveer twee meter
hoogte springend, den grond te bereiken.
Daar ik, evenals de anderen, de breuk
van het koord niet vermoedde, viel ik, gleed
uit op de muur en viel van zeven meter
Martiale,
Infernale,
Pass-Zentrale,
Moge haar de
Satan halen!
.Job. Stedenburg
Brussel, 25-2-16
mm u in n immuun iiiini m
Teekening voor de Amsterdammer" van
Johan Braakensiek
RIJM-KRONYCK
Krijgszangen I
De Landstorm Recruut vraagt...
Ik vraag om werk,
... men schenkt mij slappe koffie,
wat lijfgoed, twee paar schoenen en een
kuch,
ik hoop «p werk"...
... ha, wij gaan exerceeren...
... tien tellen... 't sneeuwt... naar de
chambrée terug.
Ik vraag een pak,
... men laat m' in burger loopen,
hetgeen gén krijgsmansziel in eere doet
'k vraag een geweer
... en wilde gaarne vechten...
... men geeft m' een stoffer slechts, die
'k voeren moet.
Ik vraag de kans
een eerekruis te winnen,
doch weet niet hoe een krijgsdaad te
begaan
en stiekem hoop
ik op de Willemsorde,
door netjes recht-op voor m|jn krib te
staan.
Ik vraag een post...
een postje van vertrouwen,
waaraan Gevaar en Eer verbonden zijn,
doch mocht slechts ns
,met twee, drie kameraden,
(om kaas) de keuken in gezonden zijn.
Ik wilde graag
een vijand gaan bedreigen,
doch zie slechts goede vrienden om mij
heen,
en de sergeant
zegt vent kijk naar je eige,"
Je grootste vijand is je stijve been!"
Ik vraag niet meer,
het is niet goed te vragen,
en draag leergierig dus mijn
Landstorm-lot.
Wanneer ik vraag
of ik een zwaard mag dragen,
dan ga ik een-twee-drie in het cachot.
Conclusie.
Dus doe ik zwijgzaam slechts mijn plicht,
en komt de vijand, ... best!
Dan zwaai ik juichend mijn geweer, *)
en schiet hem voor zijn t-st.
MELIS STOKE
Landstorm recruut
*) Het geweer heb ik echter nog niet.
i imimnmii miimii iiimimiiii iiimiiiiiiimiiin
hoogte op het grint, dat met twee of drie
centimeters sneeuw bedekt was.
Ik kreeg een hoofdwond, doch verloor
niet veel bloed, daar het erg vroor dien nacht.
Alle zes waren wij bijeen op de binnen
plaats en moesten nu een muur van 7 meter
hoogte overklimmen. Dit gelukte, door er
een ledig hondenhok tegen te zetten, waarop
de grootste van ons ging staan om een
zetje te geven. De eerst aangekomene heesch
de anderen op, door middel van een drie
meter langen flanellen gordel.
Aan den anderen kant van de muur was
een particuliere tuin, waar de grond zacht
was, en waarin wij zacht terecht kwamen.
Rondom dien tuin was een hegje van een
nieter hoogte, dat langs de dorpsstraat liep.
Nauwelijks waren wij over dit hegje ge
klommen, of wij werden omringd door een
troep straatjongens, die onze vlucht uit het
gevangenisvenster gezien hadden en die een
der onzen, die wat achtergebleven was,
omringden en vasthielden.
***
Zoo gingen wij dan met ons vijven verder,
steeds Noordwaarts gaande tot aan de Lippe,
die wij overstaken in het bootje van een
veerman, waarvan wij het slot openbraken.
Zoo hebben wij drie nachten geloopen,
overdag verborgen wij ons nu eens in een
bosch, onder de sneeuw, dan weer in de
hooiberg van een Duitsche boerderij. Wij
leefden van onzen voorraad en lieten ons
geleiden door het compas, dat ik eerder
gehad had, dat mij afgenomen was bij mijn
eerstem vlucht, maar dat ik van den krijgs
raad teruggekregen had.
In den nacht van 24 op 25 December trok
ken wij den Hollandschen grens over, om drie
uur des morgens, langs den spoorweg
Borken?Winterswijk, op 30 meter afstand
van een Duitschen post.
Wij klopten aan, bij een eenzame woning
en werden er vriendelijk ontvangen; de be
zitter bracht ons te voet naar Winterswijk,
waar men ons drie dagen lang in een hotel
onderdak bracht, met het oog op de Kerst
dagen.
Wij droegen nog onze gevangenispakjes,
waarvan wij de biezen hadden afgetornd of
zwart gemaakt, beetje voor beetje, vór
onzen vlucht uit de gevangenis.