De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 19 maart pagina 9

19 maart 1916 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

19 Maart '16. No. 2021 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Portugal laat zijn Neutraliteit varen (Teekening voor ,de Amsterdammer van George van Raemdonck) Door dit allervriendlijkst woord Voelt de raaf zich zeer bekoord Die Haghespelers Maar een droom" Mrs. O." Voor Eer en Deugd" is deze droom niet. Evenmin daartegen. Niet omdat wij ook maar van ver n lijn zouden wenschen te trekken met den fameuzen reine", wien alles rein is, maar omdat dit, over allen levensernst heenspelend spel" den waarachtigen staat van een mensch onaan getast laat. Hiermede is het opmerkelijk werk van Lothar Schmidt aan den anderen kant wél veroordeeld. Wat zijn meester, Schnitzler, ondanks, in weerwil van, de onaannemelijkste situatie in ons dieper wezen beroert, laat Lothar Schmidt... rein. Zijn droom is... zonder geheim, te argeloos voor wat wij van zulk een droom ver wachten; ontwaakt, zoeken wij zelfs geen aanknoopingspunt. Ook Schnitzler, Bahr, Molnar, verklaren hun droomen niet, noch tans voelen wij het onverklaarde", het eeuwig raadsel, dat den dag aan den nacht, het leven aan den droom, en den droom aan het leven verbindt. In het werk" van Lothar Schmidt missen wij dit verband, wij speuren hoogstens eenige ge lijkenis met de dingen van den dag. Z Rein zou 't hooren! Een, twee, drie, Opent hij den bek maar zie! (LA FONTAINE, de Raaf en de Vos) iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiMiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiilimniiiiiiiiiiiiiimiini licht bevracht, dektde gedachte den dialoog de dialoog de situatie niet. Als positieven ondergrond van den negatieven droom" hadden wij moeten voelen: de echtelijke liefde van Carl en Anna Stabrin, die be stand is tegen, nu ja, een beetje echtbrekerij, die liefde, welke, in zichzelve volstrekt, een paar toevalligheden op den koop toe nemen kan. Ik zeg niet, dat Schmidt dit tegen wicht aan zijn stuk onthield, ik zeg, dat hij het als bijkomstig element te gering schatte, er zijn werk onvoldoende mee belastte. En dat het daardoor onbelangrijker bleef dan het, gegeven de situatie en de futuristische moraal, had behoeven te zijn. Ook aan het tegengesteld geval: van den professor en Qisela, voor wie de zedelijke moed met de zakelijke aanleiding om te scheiden het ne noodige is, ontbreekt de zedelijkheid, d.w.z. de ernst, die alle scherts, ook de gewaagdste, adelt. Met opgenschijnlijk dezelfde middelen had dit aardig blijspel anders aardig kunnen zijn: een verhaal, wat meer zegt dan een anecdote", een vluchtigen, doch tevens levens vatbaren droom". Schnitzler geeft het won derbare, Lothar Schmidt het zonderbare, dat is van deze soort tooneelkunst het bescheidenst deel. Bepalen we ons daartoe: Bij de familie Stabrin heeft een bowlpartijtje plaats gehad, mijnheer brengt eene der gasten, mevrouw prof. Gisela Hausmann, naar huis. Mevrouw Anna Stabrin blijft alleen achter in de ech telijke woning, en Eugen Spenholz, die even eens op de bowl genood is geweest, weet dit. Dubbelzijdige echtbreuk onder de meest precaire omstandigheden volgt. Erger nog. Carl Stabrin memoreert het: -Er worden er altijd minstens vier bij getroffen." Nu, ditmaal waren het er zelfs vijf, wijl Anna een ander dan Gisela's professor kuste op het oogenblik dat Carl bij Gisela vertoefde. Deze ander: Eugen Spenholz, was jonggezel, wat een zesde slachtoffer van de Mei, de bowl, de nachtegaal... uitspaarde. Het toeval was heelemaal nogal welgezind. Een nachtelijk huis met open vensters tot den grond, waarin een onrustige dienstbode omwaait, een archi tect, (Spenholz is architect) doortastender dan Romeo, binnenklimt, een huzaar, met een goed hart voor genoemde dienstbode, zijn voorbeeld volgt, om ten slotte tegen wil e dank op te treden als de voorzienigheid in klein-tenue... Waarlijk, het toeval bewaarde Mevrouw Stabrin voor een minder irreëel ver loop dezer nachtelijke gebeurtenissen. Carl Stabrin, die inmiddels met de thuisgebrachte Gisela een terzijde" heeft in het huis, waar elk oogenblik de wettige professor van deze Gisela kan worden verwacht, vergaat het minder fortuinlijk. Een detective waakte over hem, over alle mannen, die met me vrouw1- Gisela de kennismaking wat ver dreven. Och, Gisela werd hem wel be schouwd niet meer dan: de Mei, de bowl, de nachtegaal, zij verdween met den dage raad. .. Maar met dat al moet Carl Stabrin nu gerechtelijk voor het flagrant délit" optreden en aan Anna, die hem, buiten eenig verband met maan of sterren, de liefste blijft, deze positie min of meer aan nemelijk maken. Nu, en dat is dan de, zoo als ik zei, niet voldoende ggfeleveerde waarde van dit stuk: hij madkt het Anna inderdaad aannemelijk, want zij houden van elkaar. Maar een droom" ... het kan niet onwe zenlijker, niet onbelangrijker, niet fugitiever. Mevrouw Anna heeft Ook gedroomd. Eugen Spenholz bevestigt het. Wat is er waar, wat is er onwaar in een droom, en wat blijft ervan ? Slechts de verlichting, dat het leven weder zijn gewonen gang gaat, dat al wat verloren leek, weer daar is, dat niets onher roepelijk veranderde in den valschen nacht. Anna is blij dat ze ook gedroomd heeft, zij kan nu den droom van haar Carl beter be grijpen. En vergeven wordt van hooger waarde wanneer men niet slechts vergeeft uit goed heid, maar uit liefdevol begrip. Ik geloof, had Lothar Schmidt deze waarde dieper besef t.zijn droom van in- en echtbraak zou een blijspel voor eer en deugd geworden zijn. Zooals het nu werd, eischt het ook als vertooning allereerst: onwaarschijnlijkheid. Zooveel, dat de moraal nergens haakt in de moraal, die wij, met variaties, erkennen, zoodat wij wel menschen zien, doch geen menschen gelijk gij en ik, die in de stalles zitten. Levend, nochtans niet: levensecht. Spel van uitsluitend spelerij. Licht als Mei bowl en welluidend als de nachtegaal. In beide vertooningen, die ik zag, van de Duitschers onder Retzbach en van de Haghe spelers was deze onwaarschijnlijkheid. Van de Duitschers was de opzet burgerlijker, de bowlpartij bijgevolg uitbundiger, er was meer eenheid, de atmosfeer voelde zwoeler aan, de lach leek guller. De Hollanders hielden de bowl op den achtergrond en toonden een meer gecivilizeerde vroolijkheid, wat met den stand dezer menschen beter overeenkwam, doch minder schiep op het tooneel wat er zijn moest: levenswarmte, verteedering door te Jangdurig en te dicht tezamenzijn. Deze vier menschen gingen niet in elkaar op. Nico de Jong had beter in het kader van de Duitschers voldaan. Hij en Enny Vrede (Carl en Arn) vormden veel minder een paar" dan Eugen Burg met Mirjam Horwitz indertijd. Het karakter van de rol gaf hij en zijn spel was, meer dan dat van de anderen: onwaarschijnlijk. Maar als geheel stond zijn schepping toch op een lager plan dan die van Burg, en het grimas, waarmee hij aan zijn wat stuggen humor relief trachtte te geven, drukte de voorstelling. In Anna, een rol, als geschreven voor Elsa Mauhs, vond Enny Vrede een taak, die inging tegen haar niet zeer argeloos tooneelwezen. Het tooneel met Spenholz, waarin zij de gezonde zinnelijkheid van een overvallen vrouwtje, dat, nu ja, 't was Mei, wel even wilde..., omzette in de verfijnde berekening eener courtisane, bedreigde een oogenblik de geheele vertooning. Doch haar intel lect dreef haar ook ditmaal nog bijtijds in den goeden koers, en haar pittig aplomb vulde aan wat haar aan berauschende" liefheid ontbrak. Verrassend speelde Hans Brüning de rol van den professor, aanvankelijk aan Musch opgedragen. Met de opvatting van Musch kan ik niet vergelijken, maar wel leek mij de figuur, zooals Brüning die gaf, nog beter in het kader van het stuk te pas sen, dan het, wel marguanter maar tevens wat Duitsch gewichtig, bij voorkeur een zeker cynisme onderlijnend beeld, dat Retz bach in mijn herinnering liet. Haus Brüning wist ook dit cynisme onbevangen te houden en toonde daarmee zelfs beter dan Lothar Schmidt, de auteur, te begrijpen hoe weinig, nog niet een schijn van levensleer" deze droom lijden kon. Mrs O. of de lotgevallen van een ondeugend meisje." Of het uitsluitend voor jonge dames geschreven is? Neen. Voor jonge dames en voor oudere heeren. Hoe arm moet toch de Nederlandsche tooneelliteratuur zijn, dat een schrijver, met ontegenzeggelijk gaven, die niet meer heeft te vertellen dan een kostschoolgrap, meent haar met deze grap in dramatischen vorm van dienst te zijn. Dat hij daar de lust voor vindt, en zijn tijd aan geeftl Nog afgezien van de tijdsomstandigheden... ook vór den oorlog waren er volwassen menschen. En hoe arm moet een tooneel zijn om voor zulk een aardigheidje allen omhaal van een opvoering over te hebben. Daaraan, aan den omhaal, ontbrak waarlijk niet veel, een kleurige hotelhal, een keurige ober, een beetje Hollandsen-internationale gasten, echte ski's, die wij van wegen de lengte helaas maar half zagen, en een alleraardigst gedresseerde potkachel. Een sneeuw-bergpanorama van Chris Lebeau, dat naast dat van Mesdag voor een permanent entréetje in aanmerking komen zou, en Enny Vrede in een zwart tricot om The SixChimney-Sisters" jaloersch te maken. En dan nog een heele voorraad bergstokken, truien, wanten... Het Zwitsersch hotelleven in den winter ik houd nooit erg van een draaideur die onmiddellijk in de hal uitkomt heeft zijn bekoring. Wat het ondeugende meisje Elsebee heette ze daar deed ? Wel, eens toonen wat ze durfde, tegenover een onontbolsterbaren Hollandschen?aanstaande"en zijn gezeten familie.Heel erg ontstellend is dit niet, ze reist op een reisje naar Arnhem, waarvoorhaaraanstaande stellig de goede aansluitingen op een papiertje heeft geschreven, door naar St. Moritz, als blijk van zelfstandigheid en tot verhooging van haar eigenwaarde, en neemt daar onder de hoede van een verstandige vriendin een schrijfster, laat mij er dit van wege het verstand collegiaal moge bijvoegen - haar intrek in een hotel onder den naam van Mrs. Olivier, met het oplijk doel er de crème van Europa een weinig voor het lapje te houden. Gelukkig valt ze ook daar dat kan in het internationalisme wel eens anders treffen , in, men zou haast zeggen, Zwolschdegelijke crème. Behoudens een paar gasten, onvermijdelijk Italiaansch en grafe lijk, die er hun beroep van maken: Werthsachen für welche der Hotelier keine Verantwortung bernehmen kann", uit de diverse kamers te doen verdwijnen, zijn het alevel beste jongens, een Noor, een Ameri kaan en nog een gezellige oom om in geval van nood een oogje in het zeil te houden. Zij beijveren zich slechts de vroolijke Mrs. O. in alle takken der sport behulpzaam te zijn. Wanneer dan ook Willem van der Bank, die in dit stuk Jan heet, er aanlandt om zijn Elsebee te zoeken, behoeft hij niet veel verder te schrikken dan van den aangenomen schuil naam. Een valsche naam in een hotel... hm... dat ben ik, schoon niet uit Zwolle, wel met Jan eens. Voor het overige zullen hem deze kapers op de kust met hun drieën minder hebben verontrust dan indertijd mevrouw Simons?Mees' Veroveraar" allén. Niet dat hij Mrs. O. omgaande mee naar huis krijgt. Terwille van zijn opvoeding acht ze het noodig nog eenige dagen in het internationalisme te vertoeven. Maar na dezen termijn, waarin hij zich tegen wil en dank een al te ijverig leerling betoonde en niemand minder dan de langvingerige Comtessina bewerkte, vindt ze het toch welletjes. De wereldschokkende ontdekking der ver dwenen kostbaarheden gaf den laatsten stoot, deed om zoo te zeggen de deur toe. Met den nachttrein reizen ze af, jhr. mr. dr. Jan en zijn, van vreemde smetten bevrijde, Miss. Mogelijk dat men er in Zwolle nog van spreekt. Ten onrechte, want er gebeurde niets. In het stuk? k niet in het stuk. Enny Vrede was als Elsebee, om in de taal des auteurs te blijven: een dot. Voor zulk een rasmeisje-met-een-hartje van-goud, heeft zij alles mee, de ietwat bruuske spontaniteit en het trouwhartig come-along-bay timbre in het lage register van haar stem. En ook het talent. Zij droeg het stukje. Voor de overigen was het vlak werk; Henri Eerens als de Noor onder scheidde zich in een scènetje en Mien Schmidt Krass was waarlijk alweer een knap krompratende Indische dame. Is dit een onver mijdelijk succes element? Anders zouden we advizeeren, ook met het oog op de vele vreemdelingen in ons land: nu eens iets anders dan Neerland's Insulinde voor nar te laten spelen op het Vaderlandsch tooneel. Naschrift. Herman Roei vink heeft... gevoel. Het is vrouwelijk getint en omvat een voor alsnog niet zeer wijde wereld, ze moge inter nationaal heeten, de Geldersche Achterhoek grenst er onmiddellijk aan. Tusschen senti mentaliteit, jongensachtige fleurigheid, bru taliteit en gemoedelijken humor is dit gevoel niet altijd te onderkennen. Nochtans is het er. In zijn literair werk somtijds; volledig, voor wie zoo gelukkig is het zich te herin neren, in zijn proloog-voordracht vór Boutens: Spel van Platoon's Leven" ter gelegenheid van een Delftsche maskarade. Ook in het figuurtje van Elsebee, waaraan voor het overige geen draad oorspronkelijks, leeft het... Houden wij ons daar aan- Ten slotte moet dit toch... den kunstenaar maken. Tenzij de heer Roelvink alweer een vol gend lente-zomer-winter-lüchtspel, met wolk panorama van Chris Lebeau, een waar achtige twee-dekker van eigen vinding, en dames-vliegcostuums naar ontwerp van Cato Neeb, onder de pen heeft ? Dan... ja, dan wordt het bedenkelijk. TOP NAEFF iiiiiiiitimmHHmiiwHiiimitiuuuHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiliiiiiim Er schreit een stille droefenis Er schreit een stille droefenis Door alle hoornen van den tuin En vele bladen zijn al bruin Terwijl het Juni is. En struiken buigen onder 't wicht Van rozen roze en rozerood, Maar vele knoppen zijn al dood Verschroeid in 't middaglicht. De rozen hebben zwaar gebloeid Maar wijd en loom terwijl ik vond Geeneen als halfgesloten mond Waarom verwachting gloeit. Er leeft in mij een zomer uit; Maar niet in tinten mijner lusten, Zij welkten toch eer zij mij kusten En blijven eeuwig bruid. Er schreit een stille droefenis Door alle boomen van den tuin En vele bladen zijn al bruin Terwijl het Juni is. L. B. BECKINQ * * * Nieuwe boeken van deze week Dr. C. TE LINTUM, Engeland en de Vereenigde Staten (Staten en Volkeren) 48 pag., f 0.40. Baarn, Hollandia-drukkerij. A. PLAAT, Onderwijsbeschouwingen, naar aanleiding van het wetsontwerp tot regeling van het vakonderwijs, 54 pag. Apeldoorn, J. H. Steghgers H.Jzn. Dr. A. KUYPER, Nadere toelichting op het program van de anti-r evolutionair e partij, Eerste deel, De beginselen, afl. 6. Kampen, J. H. Kok. ADOLPHE ENGERS, FRANZ MoLNaRS, Liliom, voorstadslegende in drie bedrijven (7 tafereelen) en een geënsceneerd voorspel, 158 pag. 's Gravenhage, M. M. Couvée. De drooglegging der Zuiderzee, het plan J. ULEHAKE, contra het plan C. LELY, 18 pag., f 0.30. Zutphen, W. J. Thieme & Cie. (Vervolg van pag. 3) uiiiiHiiiiiHiiiHiiiiiiiHiiiiiiiiiiHiiiiiHiiiiiiniiininiiiiiiiii AbonnementsDrQs per jaar. HOOG FIJNE LIKEUR Wacht U voor onedele imitatie of misleidende merken. OVERAL VERKRIJGBAAR. l Generaal-Agent: J. A. VERBUNT, Tilburg.] W. GIEBEN. INRICHTING TOT MEUBILEERING EN VERSIERING DER WONING nODELKAHERS GEOPEND VAN 9 TOT 6 UUR KEIZERSGRACHT 478 AMSTERDAM TEL. NOORD 3708 PTTDCBOIS Opger. 1860 COLLECTIES VOOKUAM)EN VAN GOYA, REDON, KATHE KOLLWITZ BUHOT, GTJÉRARD, ENSOR, RASSENFOSSE VAN DER VALK. Catalogi verkrijgbaar. COMPLETE MEUBILEERING BEHANG ERIJ DEVRJES&DEEMl Reguliersgrachf 20 AMSTERDAM Telefoon 9533 Vraagt Geul Catalogus LOUIS Coif feur, Posticheur, SPECIAAL ADRES vooti bet 01 aken van tnansfournatlons, domi-tnansfoBmations, devants, eto. ets. Maison de Conf/anoe. des Pvetniöves Paria, Itondvea. CQaiaona Sur domande on se rendra d domicile". .DE BIEBKAN" CHEMIGRAFISCHE KUNSTINRICHTINi. VH DIRK SCHNABEL AMSTERDAM CLICHÉ'S VOOR ZWART EN KLEURENOK ONS NIEUW PROCÉDÉH KOPERDIEPDRUK Abonneert u op Die Woche. Prijs per 3 maanden ? 2.30. Lont NOS. 20 cent. Vertegenwoordiger voor NederL Van Holkema & Warendorf.Amst.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl