Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
26 Maart '16. - No. 2022
r
t,
?r
RYM-KRONYCK
Krïjgsmanszangen II
Odéaan mijn Wapenrok
Ik heb mijn wapenrok gekregen,
en, 's morgens vroeg op de chambrée,
dien aangedaan, en toen terdege
(pardon) de broek-gesp vastgeregen...
... en 'k ging als vecht-soldaat in zee...
Ik heb mijn rok op straat gedragen,
en duizend-maal gesalueerd...
... zoo gaat het voortaan alle dagen...
... Ik speur naar sterren, streepen, kragen...
ach, velen zijn gegradueerd!
Ik streel verheugd mijn gulden knoopen,
die talrijk zijn, en bijster mooi...
En hang mijn overjas graag open,
om goed in 't oog te laten loopen:
mijn simpel, koninklijk emplooi l
Doch 'snachts.alsd'anderen ingemaff'zijn,
dan denk ik, starend naar mijn jas:
mijn ijdelheid zou wél gestraft zijn...
als drie-kwart van ons neergepaft zijn,
en ik... in jou gesneuveld was!..."
Wie weet, wat wij nog eens beleven, !
o jas!... ik denk er dikwijls an... (O
.. .jij bent dan nét zoo grijs gebleven...
... alleen ontwaart men, misschien, even'£§
... een gaatje... met wat rood d'r an,.. -=3
MELIS STOKE, '"Sg
I, andstormplichtige
ONZE PUZZLE
Deze puzzle schijnt bijzonder in den smaak
gevallen te zijn ... of was te gemak'lijk op
te lossen. In elk geval is A. B. zeer verheugd,
zoovele en goede oplossingen te hebben
ontvangen.
Ook ziet A. B. gaarne door lezers of
lezeressen gemaakte puzzles tegemoet.
L Een der oplossingen is:' !
Behalve deze, zijn nog zeven andere op
lossingen mogelijk, waarbij het cijfer 5
dezelfde plaats behoudt.
Goede oplossingen kwamen in van: Daan
H., B. SI., J. v. L, J. S. de V., A. M. v. R.,
A. M. B., Wilh. C. C., H. J, v. d. P., mevr.
L, I. D. Jr., Carl. P. M. R., J. G. K., W. LI,
H. van H., L. B., J. G. A. v. W., G. v. d. S.,
mevr. W. H., Bart J. D., A. Gr., G. B., allen
te Amsterdan; ter H., te Haarlem; F. van
H. te Rotterdam; H. van S. te Voorburg;
G. de ]. te Heemstede; H. K. te Zuidbroek;
C. ]. W. F. te Leiden; Bam v. d. S. te
Steenbergen; H. K. te Lenthe; P. V. Bzn.
te 's Gravezande; mevr. P. L. te 's
Gravenhage; Fr. G. S, te Barneveld; W. B. te
Zeist; J. E. J. v. d. C. te Holten; A. L. M. S. te
's Gravenhage; C. G. B. te 's Gravenhage;
P. v. C. te Uitgeest; A. P. K. te Alkmaar;
Theo P. ter G. te Apeldoorn; J. B. te Slo
ten ; J. de B. te Hillegersberg; K. C. R.?B.
te Alkmaar; M. K. K. te Petten; J. J. te
Midsland; Jaap H. te Sittard; mevr. M. v.
E.?A. te Leiden; W. A. J. v. d. D.teTiel;
J. J. B. Jr. te Utrecht; G. van S. te 's Graven
hage ; Rob. K. te Haarlem; L. te 's Graven
hage ; H. W. te Leiden; Rozet H. te Sneek;
P. J. T. te Utrecht; W. H. te Wolvega; B.
v. E. te Arnhem; J. E. te Arnhem; J. v. d.
V. te Ellecom; J. v. H. te Nijmegen; T. H.
te Zwolle; G. H. B. te St. Anna-Parochie;
P. v. d. W. te Tinaarloo ; H. L. H. te Schoon
hoven; Truus T. te Zwolle; W. J. te Rijswijk;
C. S. H. C. te Bennekom; mej. J. H. t. H.
te Goes; H. de V. te 's Gravenhage; S. H.
F. H. te 's Gravenhage; G. A. H. te 's Gra
venhage ; J. W. D. te Hilversum; H. L. V.
te Goedereede; C. v. d. P. te Bleiswijk;
Jansje de Z. te Leiden; A. W. A. R. te
Goes; A. J. W. te R.: J. A. N. B. te Rot
terdam ; E. C. R. te Oudewater; D. H. te
Deventer; mej. E. H. D. te Utrecht; mevr.
W. V.-D te Arnhem; P. C. W. de G. te
Haarlem; H. A. B. te Oegstgeest; M. F. W.
te Venlo; M. v. d. V. te Loppersum; Ghr.
G. K. te Enschedé.
Het lot was E. C. R. Mzn. te Oudewater
gunstig. Aan dezen is een boekwerk toe
gezonden.
CORRESPONDENTIE.
Ter H. te Haarlem, C. J. W. F. te Leiden
en Daan H. te Amsterdam: dank voor uwe
interessante oplossingen.
Bart J. D. te Amsterdam: Natuurlijk zal
ik u gaarne onder de geregelde oplossers
zien. Ook de bijdragen van uw zusjes zijn
zeer welkom.
Frans v. H. te Rotterdam: Gij hebt de
puzzle knap en vlug opgelost. A. B. heeft
langer naar de oplossing zitten zoeken.
Teekeningen voor de Amsterdammer" van George van Paemdonck
CULTURE
KULTUR
niiiiiitiittiiittniitiniinniiiiiiinitiinititiiiiitiiiittitiitimttiiiiitttiitiiiitiitiKitnittiiutiniiiiiiii:
willige Leening
van den
Staat der Nederlanden
groot f
125.000.000.De inschrijvingen kunnen geschieden van
27 tot en met 29 Maart 1916
van des voorin iddags 9 tot des namiddags l uur
bij het Agentschap van het Ministerie van Financiën te
Amsterdam, op alle betaalmeesterskantoren, behalve dat te
Amsterdam, en op de kantoren van de ontvangers der directe
belastingen in gemeenten waar geen betaalmeesterskantoor
gevestigd is.
Stortingstermijnen: 8 Mei, 7 Juni, 7 Juli en 7 Augustus 1916.
Voor verdere bijzonderheden raadplege men het prospectus, dat op
de bovengenoemde kantoren en op alle postkantoren (hulp- en bijkantoren
inbegrepen) te verkrijgen is.
De Minister van Financiën,
ANT. VAN GIJN.
Een kostbaar bezit en begeerde buit
Dat Riga, de oude Oostzee-haven, die
meer dan twee eeuwen reeds in het bezit
is van Rusland, als een kostbaar bezit tegen
de vijandelijke aanvallen wordt verdedigd,
is begrijpelijk. Wegens hare eigenaardige
geografische ligging en ondanks de krach
tige concurrentie van de andere Baltische
havensteden, mocht zij erin slagen de eerste
plaats, die zij in de jaren 1880?1890 scheen
te zullen verliezen, sedert het begin dezer
eeuw te herwinnen en te behouden.!%'?'?'-*?"'?
In het begin van het tijdvak 1880-1890
bedroeg de jaarlijksche omzet van Riga's
handel ter zee ongeveer 90 millioen roebel
en stond dus bij dien van Reval en
Petrograd niet onbelangrijk ten achter.
Eerst van 1896 af verbeterde de invoer,
terwijl de uitvoer, die geruimen tijd
op dezelfde hoogte was gebleven, eerst
tegen het einde der vorige eeuw teekenen
van vooruitgang begon te vertoonen. Maar
daarna brak zoowel voor in- als export een
betere tijd aan, die slechts voorbijgaand
werd afgebroken door den
Russisch-Japanschen oorlog en door de daarna opduikende
revolutie.
Aan de opkomst van Ruslands economisch
leven sedert 1908 nam de handel van Riga
een werkdadig aandeel.
In 1912 was de invoer tot 1471/;, de uit
voer tot 225V;i millioen roebel gestegen,
d. i. totaal ongeveer 372';V millioen, welk
cijfer in 1913 400 millioen bereikte.
Door den oorlog ontbreken de gegevens
voor de jaren 1914 en 1915, maar van 1900
tot en met 1913 valt gestadige vooruitgang
te vermelden en wel van een totaal van
131.57 tot ruim 400 millioen roebel.
Van welke beteekenis deze laatste cijfers
zijn, kan het best blijken uit een vergelij
king met den omzet van andere groote
havens van Rusland. Zoo vindt men bijv.
voor den in- en uitvoer van Libau in 1912
32.17 en 73.08 millioen, van Reval 85.91
en 19 millioen ea van Petrograd (met in
begrip van Kroo'4st;ad) vqor 1910 149.2 en
112.87 millioen roebel.
De voornaamste uitvoer-artikelen van Riga
zijn in gewone tijden granen, zaden, eieren,
boter, vlas, hennep, huiden, vellen en hout.
Vooral voor vlas is het sedert jaren de voor
naamste export-haven, die meer dan al de
andere Baltische havens te zamen uitvoert,
nl. 40 h. 50 pCt. van het totaal Russisch
vlas-export. En zelfs de grootere vlas-uitvoer
der latere jaren van Windau, die in 1912
3.53 millioen poed bedroeg, tegen ongeveer
8 millioen via Riga, geschiedt voor rekening
van den handel van deze laatste havenplaats.
In gewone tijden vertegenwoordigt de uit
voer van eieren van Riga een waarde van
25 a 30 millioen roebel en de uitvoer van
boter 5 a 6 millioen. Voor dit artikel zijn
Petrograd en Windau ernstige mededingers
geworden, doordien de Russische Noorder
spoorweg, die de afstand van Siberië naar
de hoofdstad aanmerkelijk verkortte, zoowel
als de tarief-verlaging van den
MoskouWindau-Rybinsk spoorweg den uitvoer van
boter via Riga belangrijk deed teruggaan ten
gunste van andere havens.
Ook voor lijnzaad zijn in de latere jaren
vooral de Zuid-Russische havens, alsmede
Libau en Petrograd scherpe concurrenten
geworden, hoewel niettemin Riga's export in
1912 nog 3.56 millioen poed, d. i. 35 pCt.
van Rusland's totalen uitvoer bedroeg. Van
beteekenis is de handel in vellen en huiden,
die in 1912 een waarde van ongeveer 47
millioen roebel vertegenwoordigde, d. i.
bijna 50 pCt. meer dan enkele jaren te voren.
Van dit bedrag vormen kalfs- en
schaapsvellen met een waarde van 31 millioen roe
bel, het voornaamste artikel.
Eveneens is de houthandel van Riga van
groote beteekenis, en neemt het in dit opzicht
een eerste plaats in. De hout-uitvoer nam
van 1908 tot 1912 van 65 tot 95 millioen
kub. voet toe en vertegenwoordigde in laatst
genoemd jaar een waarde van ruim 39 mil
lioen roebel.
Maar ook als invoer-haven neemt Riga een
voorname plaats in. O. a. wordt uit Engeland,
dat ook Petrogad gewoonlijk van steenkolen
voorzag, jaarlijks voor gemiddeld 52/:i mil
lioen roebel kolen in Riga ingevoerd, terwijl
Duitschland vór den oorlog de voornaamste
leverancier van cokes was.
Als gevolg van groote uitbreiding van
Ruslands ijzer-industrie, is de invoer van
giet-ijzer, ijzer-erts en staal vermindert in
verhouding tot de grootere opbrengst van
het land zelf.
De invoer van machines, die in 1912 een
waarde van ruim 24 millioen roebels ver
tegenwoordigde, is wat de machines voor
industrie, met name naai- en breimachines,
betreft voornamelijk in handen van En
gelsche leveranciers, terwijl Duitschland
tijdelijk de voornaamste verkooper was van
landbouw-werktuigen, doch voortdurend
rekening moest houden met de scherpe con
currentie der Engelsche, Zweedsche en
Amerikaansche fabrikanten.
Andere voorname invoerartikelen zijn
katoen, waarvan in 1911 664,649, in 1912
482,680 poed werd ingevoerd, en kunstmest
stoffen. Van deze laatste werd in 1912 voor
bijna 2Vs millioen roeber superphosphaat en
ruim 2 millioen roebel van andere producten
ingevoerd, waarvan Duitschland het kalizout
en salpeter en '13 van de benoodigde hoe
veelheid superphosphaat leverde.
Onderstaande cijfers (in millipenen roe
bels) vermelden de bij den zee-in- en uit
voer van Riga voornaamste belanghebbende
landen in de jaren 1911 en 1912:
invoer: uitvoer:
1911 1912 1911 1912
Engeland
Duitschland
België
Nederland
Denemarken
Zweden
Noord-Amerika 3.63
Noorwegen 0.66
64.83 58.55 72.25 81.71
51.80 53.04 38.57 42.98
6.72 5.61 25.67 33.13
6.20 7.54 13.19 12.68
5.78 8.98 3.76 4.38
5.69 5.91 2.90 4.33
2.77 16.53 27.14
0.58 0.73 0.92
Frankrijk 0.19 0.57 12.59 16.90
Maar Riga heeft eveneens een veelzijdige
industrie, n.l. weverijen, metaal- en machine
fabrieken, ijzerwaren, cementfabrieken, che
mische industrie, rubber-artikelen, papier
enz. Vór den oorlog had Duitschland's
nijverheid er een werkdadig aandeel op het
gebied van electriciteit-installatie's, chemi
sche fabrieken en machinebouw.
Maar Engeland nam, zooals uit voor
melde in- en uitvoercijfers blijkt, de eerste
plaats in, daarop volgde Duitschland.
Bij het scheepvaart-verkeer was de ver
houding anders: in 1912 liepen inde haven
van Riga binnen 2763 vaartuigen met een
inhoud van 1,948,923 register tonnen, waarvan:
871 met 526,154 r. g. onder Russische,
679 427,660 Duitsche,
333 248,341 Deensche,
330 342,114 Engelsche,
315 182,792 Zweedsche vlag.
Zulk een in- eu uitvoerhaven is blijkbaar
een begeerde buit, die terecht als een kost
baar bezit wordt verdedigd.
24 3 '16 V. D. S.
*?