De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 26 maart pagina 11

26 maart 1916 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

26 Maart '16. No. 2022 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 Vruchtbaar onderwerp voor studie voor eenen Duitschen geleerde (Teekening voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek) WEEKBLAD voo», NF.DLM.AND Weshalb sind wir Deutsche doch so unbeliebt1? Hoe zij optrekken l1*"* l L t 7 <-\ l l"' Steinlen in l'Opinion itiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiiiiii! VRAOENRUBRIEK voor Al'gemeene Wetenswaardigheden Men gelieve de vragen voor deze rubriek in te zenden aan het Redactïebureau, met op den omslag het motto Leekenspiegel", en onder opgave van naam en adres (die als vertrouwelijk zullen worden beschouwd.) J. R. te A. Wat is levitatie? Levitatie is een uitdrukking welke gebruikt wordt voor een der wonderlijke toeren waartoe spiritistische mediums volgens hun beweren In staat zijn, en die daarin bestaat dat zij een tafel, een meubelstuk of welk voorwerp ook kunnen opheffen zonder het aan te raken. Nog eens de Oostenrijksche officier Het is mij ter oore gekoomen dat er ge twijfeld wordt aan de echtheid van den brief van den Oostenrijkschen officier in het nummer van 6 deezer. Een dappere ano nymus beweerde, dat de brief onmoogelijk door een Duitscher geschreeve»kon zijn en dat hij alle kenmerken droeg van ver taalwerk. Een bekend journalist zeide: Nu ja, zulke trucjes gebruiken we allen". Ik verzoek deezen heer voor zich zelf te spreeken en ik publiceer hier een tweeden brief, welke mij gezonden is in antwoord op mijn vraag omtrent het Ziircher Programm. Tot nog toe heeft de censuur deeze correspondentie niet bemoeilijkt. De brieven koomen ongefrankeerd en ik betaal zelfs geen strafport: De schrijver is een doctor in de rechtsweetenschap en bekend publicist, dus, naar ik vermoed, beeter op de hoogte van de Duitsche taal dan de bedoelde anonymus. lliiiiillliiiimiiiiiliiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiJiiiiiMiiiiimiMiiMimmiiiiii SMAAKVOLLE RECLAME! In Rotterdam wordt voor de Duitsche actie in Nederland onderstaande even welsprekende als platvloersche opwekking rondgezonden. Kunnen de daarnevens afgedrukte illustratie's misschien den Kotter dammers tot nadere toelichting dienen? Rotterdammers ! Hebt gij U wel eens afgevraagd, welk een groot belang Nederland heeft bij een welvarend Duitschland ? Weet gij wel, dat Rotterdam zijn snellen opbloei naast het wijs beleid van zijn stedelijk bestuur te danken heeft aan het levendige handelsverkeer met Midden-Europa? Kunt gij dan sympathie hebben voor de plannen der Entente, om Duitschland's handel en nijverheid te vernietigen ? Wordt daarmede niet Uw eigen belang bedreigd ? Gij laat U toch niet bepraten door hen, die afgeven op alles wat Duitschland doet ? Of door hen die eiken Nederlander bekladden, die het een Nederlandsch belang acht, dat Duitschland den strijd nietf verliest? \ Stelt gij prijs op een eigen, onafhankelijk oordeel? Lees dan ! DE TOEKOMST WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Verkrijgbaar aan alle kiosken en stations. Ieder ontwikkeld Rotterdammer, wien het belang van zijn land en zijn stad ter harte gaat, moet dit blad lezen. Zend ons nog heden bijgaande kaart ingevuld terug. l April begint de 2e Jaargang. Hoogewal 3, Den Haag. DE ADMINISTRATIE. (Voor eopie conform: Redactie de Amsterdammer") Ik verzoek de twijfelaars aan de echtheid, de brieven zelf te koomen inzien, waartoe ik hen aan het redactiebureau te Amsterdam in de gelegenheid wil stellen. F. v. E. Lieber dr. van Eeden, Das was ich Ziircher Programm nantte war in Dec. 1915 eine Kendgebung von autoritativer deutscher Seite," die in der Neuen Ziircher Zeitung publizirt wurde. Alle unsere Zeitungen druckten sie ab und die ofh'rielle Nordd. Zeitung dementirte in schwacher Form, dass sie nicht von Seite der Regierung ausgegangen sei. Sachlich dementirte sie nichts und es war wahrscheinlich ein Fühler der deutschen Regie rung. Die Zeitungen der Englander, Franzosen etc. nahmen davon wie man schrieb keine Notiz. Soweit ich mich erinnere, wurden als Friedensbedingungen vorgeschlagen: Belgien wird unabhangig, gibt aber Garantieen für eine wirkliche Neutralitat. Frankreich erhalt sein Land zurück, berlasst aber Deutschland als Kriegsentschadigung seine russischen Papiere. Hallen verliert und gewinnt nichts. Polen wird selbststandig. Montenegro wird mit Teilen Serbiens vereinigt. Russland verliert nichts vom eigenen Gebiet. LJeber England war nichts gesagt. Vermütlich weil hier eine tiefe kommerzielle Feindschaft. Dies war die einzige positive Ausserung von unserer Seite. Natürlich viel zu verschwiegen und zu wenig autoritatif und zu wenig unmittelbar ans f ranzös.Volk geaussert. Die Anderen waren natürlich auch nicht redseliger ins Positiven. Nur lauter Schreckoder Einschüchterungs-Reden. Soweit ich ins Qetriebe blicke sind nirgends wirklich Erschöpfungen zu sehen, die krieghemmend wirken müssten. Revolutionen werden auch nicht eintreten, da die Mutigen alle an der Front sind, die Hinterlander froh wenn ihnen nichts geschiedt und die Unzufriedenen systematisch zum Schweigen verdammt sind. Die Organisirung deren die am Kriege Interesse haben ist wunderbar pracise und scheut vor keinem Gewaltmittel zurück, die Kriegsfeinde sind nicht organisirt. Nur auf den spontanen Mut der Frauen können wir noch heffen, oder dass es den Gewaltigen zu langweilig wird und die Gewinne riskant und kleiner werden. Ueber nichts aber ist man verzweifelter als ber seine eigene Ohnmacht und Resignation. Die Leute von der Jugendbewegung sind natürlich alle eingerückt, einberufen. Ihr getreuer, waar zulks behoorde, werden weersproken? Mij is dat niet bekend. Hoogachtend, X. IIIIIIIIIMIIMHIIIIIIIIIimi De Regeering en Buitenlandsche Expansie gevaren Geachte Redactie, Op 9 Maart 1.1. verklaarde minister Pleyte in de Eerste Kamer, naar aanleiding van de door den heer Van Kol aangehaalde impe rialistische uitlatingen van Japanners ten opzichte van onze Koloniën, het navolgende: Ik vertel niemand een nieuwigheid, wan neer ik er op wijs, dat sinds jaar en dag ook in een bevriend en naburig land uitin gen worden vernomen, waaruit men zou opmaken, dat in Duitschland de geest vaardig is om Nederland te annexeeren... Er moet met alle kracht voor gewaakt en gearbeid worden, dat de meeningen die ginds worden gewekt, worden weersproken, waar zij weersproken moeten worden ..." De Minister verklaarde dan verder, dat, wat Japan betreft, krachtige protesten moes ten weerklinken niet alleen van de regeeringstafel, maar ook uit de Volksvertegenwoor diging en eveneens uit den boezem van het gansche volk. Kan de Redactie mij misschien ook inlichten, wanneer van de regeeringstafel diergelijke krachtige protesten" hebben weerklonken tegen de talrijke Duitsch-imperialistische uitlatingen, waarop minister Pleyte doelde, of hoe op andere wijze de Regeering heeft gewaakt en gearbeid", dat ze ter plaatse, f S. S. Tubantia" Christiaan Krah en de kritikasters" Hooggeachte Redactie, Een beroep doende op den rechtsregel van het Hoor en Wederhoor" verzoek ik u bij dezen beleefd om de gelegenheid, in uw Spreekzaal' mij te kunnen verdedigen tegen den scherpen aanval, dien de heer Frederik van Eeden het noodig heeft gevon den tegen mij te ondernemen in het artikel Christiaan Krah en de kritikasters", afge drukt in uw weekblad (12 Mrt. 1.1.), naar aanleiding van een muziek-recensie, die ik in De Telegraaf van 1 dezer geschreven heb. De lezers van De Amsterdammer hebben door het stuk van den heer van Eeden be merkt, dat er tusschen hem en mij verschil in waardeschatting bestaat over de muziek, die Christiaan Krah gecomponeerd heeft. En het is waarlijk niet om de onheusche manier, waarop de heer van Eeden mij mijn opvat ting kwalijk neemt, dat ik er prijs op stel mij te rechtvaardigen in hetzelfde blad waarin ik werd aangevallen, een blad waarin ik het voorrecht had ettelijke bijdragen van mijn hand opgenomen te zien. Lezers van De Amsterdammer, die mijn artikel over Krah in De Telegraaf lazen, zullen zich hoogstens hebben verwonderd, dat een man als de heer van Eeden mij uitscheldt voor kritikaster" en mij vergelijkt met een popttillend hondje, alleen omdat ik een muziek onbelangrijk vind, die hij belangrijk acht. De toekomst zal het wel beslissen en uit maken wie gelijk had, de heer van Eeden of ik. Wanneer de strijd dus alleen liep tusschen den beroemden Nederlandschen letterkundige Frederik van Eeden en het journaliste van De Telegraaf S. B. S., was er geen aanleiding voor mij geweest om mij tegen de ondervonden onvriendelijkheid in 't publiek te weer te stellen. Doch het fa hier niet een strijd tusschen den letterkundige Frederik van Eeden en het journalistje S. B. S. De heer Krah, die het lied Gestraalde Ster enz." uit Van Eeden's Heks van Haarlem op muziek zette, heeft een avond, uitsluitend aan zijn werken gewijd, in het Concert gebouw laten organiseeren. Hij heeft niet nagelaten de redactie van De Telegraaf op dit feit te wijzen, terwijl eender uitvoerende dames zich herhaaldelijk moeite heeft ge geven die redactie gunstig voor hem te stemmen. Een der muziek-critici van Amsterdam, werkzaam aan een ander groot blad, heeft nadrukkelijk afgeraden De Telegraaf bij dit concert te noodigen; een groot compliment voor een blad, waarvan men weet, dat het zich door vrienden van een concertgever niet beïnvloeden laat. Op het concert zelf heeft deze criticus het noodig gevonden mij op het bijzonder geval van den heer Krah te wijzen en een bijzondere clementie in te roepen. Ik heb hem geantwoord, dat ik, zonder aanzien des perspons, schrijf wat ik voel, en dat Krah's vrienden (de heer Van Eeden en de uitvoerenden) beter hadden gedaan hem niet aan de werkelijkheid van een openbaar concert met critiek bloot te stellen, als zij de gevolgen zoozeer duchtten. Ik heb in mijn critiek niets gemeld van deze omstandigheden, doch gedaan wat ik altijd doe : geschreven, zooals ik het voel. Dr. van Eeden had zeker beter gedaan zijn wrevel niet op mij te luchten, mij daar door noodzakende om deze bijzonderheden publiek te maken. In mijn critiek verzweeg ik ze: mijn gewettigde zelfverdediging dwingt mij thans ze te openbaren. U, hooggeachte redactie, dank ik voorde t S. S. Palembang" (Afbeeldingen van de thans verloren Palembang" bleken ons niet te bestaan. De Amsterdammer" bewijst het vrachtschip dus de laatste eer door de welwillend ter reproductie afgestane oorspronkelijke bouwteekening weer te geven)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl