De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 26 maart pagina 5

26 maart 1916 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

25 Maart '16. No. 2022 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND i Mode-indrukken. Liefste LizzyV 't Was vol, stampvol op de Mode-revue bij Hlrsch. De bovengalerij en alle daarop uitkomende passalons zijn in gebruik genomen. Langs de wanden staan met geel damast gedekte tafeltjes; voorjaarsbloemen prijken er op. De mondaine wereld is er vertegenwoordigd in de joyeuse stemming van den eersten warmen lentedag, afwach tend wat komen zal. Wij t hadden dit keer wel geen superieure plaats,'t geen aan den totalen aanblik niet ten goede kwam, doch een recht gezellige clubtafel. Aan humor geen gebrek. Oe man nequins, waaronder bepaald charmante per soontjes, kennen ons al. Ze weten waar 't om gaat, wenden en keeren zich voor ons nog een extra maal, ja permiteeren ons soms een blik op de gedragen .des sous", die met den val van het toilet zoo nauw samenhangen. ? Aimable niet waar? 't Gaat natuurlijk zeer caché, we zijn,In ons hoekje in intiem ? vrouwen-gezelschap. - Een vroolijk-uitstaand dun voile rokje wordt, gracieus opgewipt, en we zien een fel-groene Directoire, en daarboven een ruim kort zijden crinoline-rokje; de hoepels zijn; vervangen door breede paardenharen biais. . Ja Lizzy, ril niet, ik zeg je, we zullen . nolens volens moeten gelooven aan de cri. noline. Adieu fiets! Voorloopig kan je je nog behelpen met een paar flink bol gezette, heup-hoepeltjes, , op elke heup n, maar voor hoelang nog!! l Reeds ? nu kunnen we de Scheveninger en Marker vrouwen benijden om haar dikke heupwrongen. Let op, nog eenigen tijd en deze worden, nu de kleederdrachten ver: d wijnen, voor de antiquairs een winstgevend handelsartikel. Maar la petite robe de style" vraag je mij. Ik weet 't, dat is je stokpaardje. Welnu, ze ontbrak totaal: boot niet aangekomen, dertig toiletten van het meest superieure genre drijven nog op de baren. Wee den oorlog! En wat is nu 't praktisch resultaat van de show"? Och, Lizzy, het moet mij van 't hart, met de modecreaties van heden kan jij op je dorp, zonder je te compromilteeren niet klaar komen. Geloof me kind, waag er je niet aan. Op de hooge laarzen met wit leéren bovenstukken en verlakte neuzen zijn je kleiwegen niet berekend; voor je smalle boschpaadjes zijn de rond uitstaande rokken te onpraktisch. Wat wil je doen met de hooge kachelpijp-hoeden zonder eenigen be. schuilenden rand, in je dorpsomgeving waar je je vriendin Emmy 's zomers uren lang laat loopen in de brandende zon ? Het modeparasolletje kan je zelf»niet eens van dienst , zijn, het is slechts berekend op de beschut ting van neustop, en. oogen, en de home? spun en lange lakensche mantels zijn in den zomer parade-kleedingstukken, die je toch werkelijk voor je ronde, eerlijke boeren en boerinnen niet behoeft aan te trekken. Het schijnt of alle moderne kleedingcreaties ditmaal zijn berekend op het stads. leven, waar zoo bitter wordt gevoeld het schreinende oorlogswee, waar een joyeuse mode geen blijde incomste kan doen, omdat de menschheid van geen jolijt is gediend, omdat zij wil mede-Ie ven in sobere stemTeekening voor de Amsterdammer" van Hanna Lamberts Indrukken van de Mode-revue op de Thé-Select bij Kirsch & Cie iiiiiiiiiiimiiiliiiitiiiiiiilllliiiiiiiifiiiiiiiiiliiiiiiiilliiiiiiiiiiilliiiiiiiiiiiiiili migheid met de zwaar beproefden, met den volkerenramp, die allen voortdurend bezig houdt. Maar jou vlindernatuur, heeft behoefte aan afwisseling, aan etwas Neues" en mijne meer diepzinnige neigingen trekken je niet aan: les extrêmes se touchent." Welnu kies dan een Pierrpt-toilet; zwart met hier en daar opgenaaide rose zijden rozen; neem la robe souave" met ? naar binnen omvallenden onderrand; daarbij past de ultramoderne cano-hoed met de op zijde lang-horizontaal naar voren en achteren liggende vlerken, een pracht-dracht bij je man's watersport. Wil je echter als Nederlandsche burgeres, je neutrale land eer aan doen, ga dan voor je nieuwe voorjaarsrobe te gast bij Trien, je kaasboerin van den ouden stempel. Kleed je gerust volgens haar werkdracht, alleen neem taffet, dat is nog steeds modieus. Volg vooral de heuplijnen, maar neem het lijf tot aan de taille rondom los en niet op den rok vast. Vooral laag décplletéaan de dessous hoor! en doorzichtige mouwen, waaronder, vijftien c.M. boven den linker elleboog, a la Grecque, je gouden schakelarmband gedempt kan flonkeren. Als hoed bij dit toilet behoort het NoordHollandsche boerinnen hoofddeksel, daarvan moet je de opstaande luifel afknippen en den bol met fluweel lint beleggen. En nu genoeg. Reken er op dat je in een streng Puriteinsch kleedje dezen zomer een paar weken bezoek krijgt van je vriendin EMMY P.S. Hanna verzoekt mij je te groeten zij heeft op mijn verzoek schetskrabbels voor je gemaakt. De excessen der mode inspi reerden haar ditmaal buitengewoon. * * * Van vrouwelijk doen en denken IV Dezer dagen las ik in de courant een gerechtelijk vonnis, dat mij, zelve moeder zijnde, de wenkbrauwen deed samentrekken. Twee jongelui naar hun leeftijd (16 en imimiiiiiiiiiiii iiiinimmiiiiiiiimiiifiiiiiiiiiMiiiiiiiiiii 17 jaar) te oordeelen H. B. S.ers, hadden op het dak van het huis van een der ouders een toestel voor draadlooze telegrafie ge maakt. Ten overvloede hadden zij hun leeraar in de natuurkunde om raad gevraagd, en deze, klaarblijkelijk te goeder trouw, en schik hebbend in zijne ambitiëuse leerlingen, had hen verzekerd, dat zoo iets niet strafbaar was. De jongelui togen aan het' werk. Eilacie! Hoezeer hadden zij zich vergist! De politie kreeg er de lucht" van; onderzoek werd ingesteld, de jongens schuldig be vonden. Het werd een justitiezaakje en de jeugdige boosdoeners" werden voor hun te groote ambitie gestraft: de een met ?3 boete of n week tuchtschool, de andere de oudste met voorwaardelijk een week gevangenisstraf voor den proeftijd Vari twee jaar. Ik hoop, dat de ouders in beroep zullen komen, desnoods tot in hoogste instantie. Toen ik het vonnis las, drong het als vanzelf van mijn lippen: verbeeld je, dat mijn jongen zoo iets eens overkwam!" De heeren rechters zijn waarschijnlijk zeer bekwame menschen in hun vak, die elke letter van de wet kennen en haar ook zeer letterlijk toepassen, maar ze zijn stellig zeer slechte paedagogen, en ik vraag me af, of dit vonnis niet weer een bewijs is, hoe weinig wij in dezen zoogenaamd verlichten, mo dernen tijd zijn gevorderd in ware menschelijkheid. Waren deze jongens boosdoeners, op weg om menschen te worden, die den staat nadeel berokkenen, die beioven slechte burgers te worden in de maatschappij, opgroei ende tot individuen, die men liefst uit den weg gaat? Verdiende de jongste, die uit hoofde van zijn leeftijd nog niet in de termen viel voor de gewone justitieele straffen, in aanmerking te komen om te worden gezonden naar een tuchtschool, omdat hij een slecht oppassende jongen was? Of had juist de groote liefhebberij en ijver voor een vak hem gedrongen dingen te doen, die nu eenmaal in dezen oorlogstijd, uit angst voor spionnenwerk, verboden zijn, een verbod, waarvan de jongen blijkbaar niets afwist? Was het in den haak om van den jongen te eischen een boete, dien hij zelf misschien niet eens kon betalen en is het billijk, om twee jaren lang den druk van gerechtelijke controle uit te oefenen op een kind dat alleen handelde uit zucht naar weten, de meest karakteristieke eigenschap van het kind? Hebben de heeren rechters het recht om op de jeugd van deze kinderen voor goed een schaduw te werpen, die haar donkere vlek misschien uitstrekt over hun heele volgend leven ? Gaat de letter der wet zoover, dat zij niet vraagt, wat daarvan deonberekenbare gevolgep zijn ? Is gerechtelijke straf een wraak of een weg ter verbetering? Ik vrees, dat wij in Holland nog aan het eerste toe zijn, en dat het nog lang zal duren eer we het tweede benaderen. In Engeland zouden deze jongens er zijn afgekomen met een schrobbeering van den rechter, waarvan de leeraar, naar wiens raad zij luisterden, dan nog het leeuwenaandeel had mogen innen. In Amerika heeft men een geheel ander stelsel van gerechtig heid. Daar heet het niet: welke straf wordt geëischt voor dat en dat feit. Daar ziet men zijn luidjes aan, daar geldt het in de eerste plaats: op welke wij ze werken wij mede tot verbetering van den mensch. Natuur lijk bestaat ook daar een gerechtelijke wet, maar er zijn geval len, waarbij het mo gelijk is af te wijken. Il y a des accpmmodements mème avec Ie ciel" Kent men dit spreekwoord in Holland niet ? . Natuurlijk hebben de ouders de boete betaald en die ver kozen boven het ver blijf in de tuchtschool van n week, waar de jongen aan zijn ziel veel meer schade zou kunnen lijden dan de staat met het draadlooze" toestel letje. En het zal den oudsten weinig moei te kosten om te zor gen, dat hij zich bin nen den tijd van twee jaar niet ten tweede male schuldig maakt aan |het gepleegde misdrijf"; want be denk wel, lezer, dit is evengoed een misdrijf als een moord of een aanranding .of een diefstal van een of ander zedelijk ver dorven individu. En daarom kom ik op tegen een von nis als het gelezene, niet om de zwaarte der straf, maar om dat deze straf zelf, van een paedagogisch en menschverbeterend stand punt gezien, uit den booze is. Als ik vader was van die ;; jongens zou ik tegen ze ge zegd hebben: Het is verboden, jongens, zulke toestellen op de daken te maken, dus dadelijk er weer af halen, maar. . . ik maak jullie m'n kompliment, je hebt 't 'm kranig geleverd." O, het wordt meer dan tijd, dat er kinder rechtbanken komen, dat er niet meer gelet wordt in de eerste plaats op de letter der wet, maar op 't belang van het kind, dat straf, welke van justitiewege wordt opgelegd, niet is de wraak die verbittert en demoraliseerend werkt, maar dat het worde de vinger wijzing naar den weg, die tot verbetering leidt en tot opheffing van den enkeling in de gemeenschap. E. C. v. D. M. * * * Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Koninginneweg 93, Haarlem. HET KOUSENMAGAZIJN VAN H. MEIJER AAN HET KONINGSPLEIN TE AMSTERDAM :-: IN 1841 :-: THANS IN 1916 NA 75 JAAR STAAT DE FIRMA NOG AAN DE SPITS DER NEDER :-.: LANDSCHE TRICOTAGE-FIRMA'S :-: imillllllllllllMtlllltllllllltlltlMIIHIIIIMIIIII t S.S. Tubantia' Kapitein H. K, A. Wijtsma commandant s.s. Tubantia" De schampere daad van vernieling moge allerwege woede wekken. Het politiek ge volg moge misschien in afgrijzen wedijveren met den politieken oorzaak. Treurnis of gramschap moge er wezen over het materieele verlies en vreugde over het behoud van alle levens Allereerst, voor jezelf, wanneer je 't schip gekend hebt, ontwelt je een weemoedige Elegie over het schip zelve... een zacht leed over het verlies van een schoon schip. De Tubantia" was een schoon schip. En ik herinner me vele malen, terwijl ik erop nauw eenige maanden ge leden den Oceaan overvoer dat ik telkens weer de machtige bekoring'onderging van alle werkgedoe, alle scheepsgeluid, alle schoonheidsbouw en techniek, dat tezamen het schip was en waardoO je vergat dat ns den Oceaan oversteken een tijd van gedwongen ingeslotenheid beduidde.:. Over zee?... Integendeel juist een tijd van onbekom merde en van alles volledig-voorziene vacantie-genieting zou 't zijn. En dat bracht je tot schóonheidsmijmering wanneer je het schip aan-zag en dacht aan de staal van energieke krachtsinspanning en vernuft en organisatievermogen eraan ten koste gelegd. Een moderne zeestoomer!... Te kunnen maken dat hij daar als een oogverzadigende, mooi-blanke monstermeeuw hoog, trotsch, verbluffend-machtig weg kon drijven... te zorgen tegelijk dat alle machineerend ver mogen instaat zou zijn de snelheidscijfers op stand van het eenmaal bekende hoogte punt te houden... te zorgen meteen, dat het bewonend publiek varend op een >> "" ?" "' "i i iiiimiiiiMimiiimimimiiiiiimiim , ,,?,,?, ,?, schip, nooit zou gewaar worden dat het voer tenzij om door de bynocle een schoon rotseiland te gaan zien... te zorgen dat door eten, drinken, tegemoetkomende genoegen bevrediging en spel, lange corridors, zalen, terrassen en galerij winkels, hotel-illuzie en slaapkamerluxe de betooveringsvolle ver beelding ontstond, dat ieder hunner in het hoogst seizoen van een vol-luxieuze wereld stad leefde... dat de eng-omloopendegren zen van het schip op het wijde water wezenlijk wegvielen ... Dat, deze wereld met gansch haar blind-hoog opgevoerde kracht en weerstand en gansch haar bachante paradijspracht en bewonderingsvollen inhoud heeft mij vaak als stomgeslagen van eer bied gemaakt, wanneer ik het in volle wer king zag, geïsoleerd op den wijd-ommen oceaan, honderde mijlen van alle land met zichzelf alleen... ^En hieraan dacht ik het allereerst toen ikïjopschrikte van het catastrophe-bericht. En ik dacht tijgelijk aan de mannen, die het schip van de vernuftige makers overnamen om het te doen zijn waarvoor het was be stemd, om het grót in zijn doel te ma ken : aan kapitein Wijtsma, den zeeman, dien ik heb leéren kennen, zóraszuiver als in onzen gouden scheepstijd de helden moeten geweest zijn. Een zeeman, die als veertienjarige scheepsjongen voor 't eerst IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIllllllllllMinlIIMIIIllllllMIMIIlnMMMlnlIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIMUIIIIMMIIMIIIIIIIIMIMIIIIIItlllMIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIII De Tubantia" in volle zee door een Engelsch oorlogsschip aangehouden Feest aan boord van de Tubantia", ter gelegenheid van het passeeren van de linie (voorlaatste reis) S.s. Tubantia" het blauwe water zag en op het zeil schip van zijn vader een reis van veertien maanden maakte naar Hongkong en Yokohama. Een die zeeman was om zijn schip en om^de zee. Hij zal geweend hebben. En in de tweede plaats dacht ik en ik breng ze beide hier ongevraagd hulde aan purser Schröder, den leider van het enorme scheepshuishouden reis na reis, den bewonderenswaardigen man, die onverpoosd de illusie te wekken wist van schoonheid van het schip, van schijnbaar kalme regel maat, van rust|en vertrouwen en volle vol doening. Een schip wordt je lief als iets eigens, trots alles... Dat zal de weemoed zijn van den kapitein, van den purser en van alle de driehonderd schepelingen, die met het eigen schip zooveel vreemds meeleefden. Meer nog dan de menschen wordt het schip het zwijgende, goedige monster je eigen, omdat het temidden van veel trotsch natuurschoon het allerschoonste is. De Tubantia" was een schoon schip. En bij 't zwoegen door de Golf van Biscaye, bij 't opvaren van den Taag, bij 't passeeren van de Oceaan-eilanden, bij 't invaren van de rotsige baaihaven van Rio de Janeiro of de tropische palmenrivier van Santos heb ik de Tubantia" vaak in zwijgenden wedstrijd gezien tegen de stil-slomme natuurschoon heid. En ik vond de Tubantia"'t schoonst, omdat 't levend was levend van menschenvernuft een product van hooggevoerd vernuft... En 't is weg nu, inéns weg geslagen als met een handpatg dpor een ander ding een ander product van uiterst hooggevoerd menschenvernuft... Zonder linge ... wreed-zonderlinge tijd!... CAREL GOUOEMOND R. W. Schröder, administrateur

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl