Historisch Archief 1877-1940
25 Maart '16. No. 2022
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
i Mode-indrukken.
Liefste LizzyV
't Was vol, stampvol op de Mode-revue
bij Hlrsch. De bovengalerij en alle daarop
uitkomende passalons zijn in gebruik
genomen. Langs de wanden staan met geel
damast gedekte tafeltjes; voorjaarsbloemen
prijken er op. De mondaine wereld is er
vertegenwoordigd in de joyeuse stemming
van den eersten warmen lentedag, afwach
tend wat komen zal.
Wij t hadden dit keer wel geen superieure
plaats,'t geen aan den totalen aanblik niet
ten goede kwam, doch een recht gezellige
clubtafel. Aan humor geen gebrek. Oe man
nequins, waaronder bepaald charmante per
soontjes, kennen ons al. Ze weten waar
't om gaat, wenden en keeren zich voor
ons nog een extra maal, ja permiteeren
ons soms een blik op de gedragen .des
sous", die met den val van het toilet zoo
nauw samenhangen.
? Aimable niet waar? 't Gaat natuurlijk
zeer caché, we zijn,In ons hoekje in intiem
? vrouwen-gezelschap.
- Een vroolijk-uitstaand dun voile rokje
wordt, gracieus opgewipt, en we zien een
fel-groene Directoire, en daarboven een
ruim kort zijden crinoline-rokje; de hoepels
zijn; vervangen door breede paardenharen
biais.
. Ja Lizzy, ril niet, ik zeg je, we zullen
. nolens volens moeten gelooven aan de
cri. noline. Adieu fiets!
Voorloopig kan je je nog behelpen met
een paar flink bol gezette, heup-hoepeltjes,
, op elke heup n, maar voor hoelang nog!! l
Reeds ? nu kunnen we de Scheveninger en
Marker vrouwen benijden om haar dikke
heupwrongen. Let op, nog eenigen tijd en
deze worden, nu de kleederdrachten
ver: d wijnen, voor de antiquairs een winstgevend
handelsartikel.
Maar la petite robe de style" vraag je
mij. Ik weet 't, dat is je stokpaardje. Welnu,
ze ontbrak totaal: boot niet aangekomen,
dertig toiletten van het meest superieure
genre drijven nog op de baren.
Wee den oorlog!
En wat is nu 't praktisch resultaat van
de show"?
Och, Lizzy, het moet mij van 't hart, met
de modecreaties van heden kan jij op je
dorp, zonder je te compromilteeren niet
klaar komen. Geloof me kind, waag er je
niet aan. Op de hooge laarzen met wit
leéren bovenstukken en verlakte neuzen zijn
je kleiwegen niet berekend; voor je smalle
boschpaadjes zijn de rond uitstaande rokken
te onpraktisch. Wat wil je doen met de
hooge kachelpijp-hoeden zonder eenigen
be. schuilenden rand, in je dorpsomgeving waar
je je vriendin Emmy 's zomers uren lang laat
loopen in de brandende zon ? Het
modeparasolletje kan je zelf»niet eens van dienst
, zijn, het is slechts berekend op de beschut
ting van neustop, en. oogen, en de
home? spun en lange lakensche mantels zijn in den
zomer parade-kleedingstukken, die je toch
werkelijk voor je ronde, eerlijke boeren en
boerinnen niet behoeft aan te trekken.
Het schijnt of alle moderne
kleedingcreaties ditmaal zijn berekend op het
stads. leven, waar zoo bitter wordt gevoeld het
schreinende oorlogswee, waar een joyeuse
mode geen blijde incomste kan doen, omdat
de menschheid van geen jolijt is gediend,
omdat zij wil mede-Ie ven in sobere
stemTeekening voor de Amsterdammer" van Hanna Lamberts
Indrukken van de Mode-revue op de Thé-Select bij Kirsch & Cie
iiiiiiiiiiimiiiliiiitiiiiiiilllliiiiiiiifiiiiiiiiiliiiiiiiilliiiiiiiiiiilliiiiiiiiiiiiiili
migheid met de zwaar beproefden, met den
volkerenramp, die allen voortdurend bezig
houdt.
Maar jou vlindernatuur, heeft behoefte
aan afwisseling, aan etwas Neues" en mijne
meer diepzinnige neigingen trekken je niet
aan: les extrêmes se touchent."
Welnu kies dan een Pierrpt-toilet; zwart
met hier en daar opgenaaide rose zijden
rozen; neem la robe souave" met ? naar
binnen omvallenden onderrand; daarbij past
de ultramoderne cano-hoed met de op zijde
lang-horizontaal naar voren en achteren
liggende vlerken, een pracht-dracht bij je
man's watersport. Wil je echter als
Nederlandsche burgeres, je neutrale land eer aan
doen, ga dan voor je nieuwe voorjaarsrobe
te gast bij Trien, je kaasboerin van den
ouden stempel. Kleed je gerust volgens
haar werkdracht, alleen neem taffet, dat is
nog steeds modieus. Volg vooral de
heuplijnen, maar neem het lijf tot aan de taille
rondom los en niet op den rok vast. Vooral
laag décplletéaan de dessous hoor! en
doorzichtige mouwen, waaronder, vijftien
c.M. boven den linker elleboog, a la Grecque,
je gouden schakelarmband gedempt kan
flonkeren.
Als hoed bij dit toilet behoort het
NoordHollandsche boerinnen hoofddeksel, daarvan
moet je de opstaande luifel afknippen en
den bol met fluweel lint beleggen.
En nu genoeg. Reken er op dat je in een
streng Puriteinsch kleedje dezen zomer een
paar weken bezoek krijgt van je vriendin
EMMY
P.S. Hanna verzoekt mij je te groeten zij
heeft op mijn verzoek schetskrabbels voor
je gemaakt. De excessen der mode inspi
reerden haar ditmaal buitengewoon.
* * *
Van vrouwelijk doen en denken
IV
Dezer dagen las ik in de courant een
gerechtelijk vonnis, dat mij, zelve moeder
zijnde, de wenkbrauwen deed samentrekken.
Twee jongelui naar hun leeftijd (16 en
imimiiiiiiiiiiii
iiiinimmiiiiiiiimiiifiiiiiiiiiMiiiiiiiiiii
17 jaar) te oordeelen H. B. S.ers, hadden op
het dak van het huis van een der ouders
een toestel voor draadlooze telegrafie ge
maakt. Ten overvloede hadden zij hun leeraar
in de natuurkunde om raad gevraagd, en
deze, klaarblijkelijk te goeder trouw, en schik
hebbend in zijne ambitiëuse leerlingen, had
hen verzekerd, dat zoo iets niet strafbaar
was. De jongelui togen aan het' werk.
Eilacie! Hoezeer hadden zij zich vergist!
De politie kreeg er de lucht" van; onderzoek
werd ingesteld, de jongens schuldig be
vonden. Het werd een justitiezaakje en de
jeugdige boosdoeners" werden voor hun
te groote ambitie gestraft: de een met ?3
boete of n week tuchtschool, de andere
de oudste met voorwaardelijk een week
gevangenisstraf voor den proeftijd Vari
twee jaar.
Ik hoop, dat de ouders in beroep zullen
komen, desnoods tot in hoogste instantie.
Toen ik het vonnis las, drong het als vanzelf
van mijn lippen: verbeeld je, dat mijn jongen
zoo iets eens overkwam!"
De heeren rechters zijn waarschijnlijk zeer
bekwame menschen in hun vak, die elke
letter van de wet kennen en haar ook zeer
letterlijk toepassen, maar ze zijn stellig zeer
slechte paedagogen, en ik vraag me af, of
dit vonnis niet weer een bewijs is, hoe weinig
wij in dezen zoogenaamd verlichten, mo
dernen tijd zijn gevorderd in ware
menschelijkheid. Waren deze jongens boosdoeners,
op weg om menschen te worden, die den
staat nadeel berokkenen, die beioven slechte
burgers te worden in de maatschappij, opgroei
ende tot individuen, die men liefst uit den
weg gaat? Verdiende de jongste, die uit
hoofde van zijn leeftijd nog niet in de termen
viel voor de gewone justitieele straffen, in
aanmerking te komen om te worden gezonden
naar een tuchtschool, omdat hij een slecht
oppassende jongen was? Of had juist de
groote liefhebberij en ijver voor een vak hem
gedrongen dingen te doen, die nu eenmaal
in dezen oorlogstijd, uit angst voor
spionnenwerk, verboden zijn, een verbod, waarvan
de jongen blijkbaar niets afwist? Was het
in den haak om van den jongen te eischen
een boete, dien hij zelf misschien niet eens
kon betalen en is het billijk, om twee jaren
lang den druk van gerechtelijke controle uit
te oefenen op een kind dat alleen handelde
uit zucht naar weten, de meest karakteristieke
eigenschap van het kind? Hebben de
heeren rechters het recht om op de jeugd
van deze kinderen voor goed een schaduw
te werpen, die haar donkere vlek misschien
uitstrekt over hun heele volgend leven ? Gaat
de letter der wet zoover, dat zij niet vraagt,
wat daarvan deonberekenbare gevolgep zijn ?
Is gerechtelijke straf een wraak of een weg
ter verbetering?
Ik vrees, dat wij in Holland nog aan het
eerste toe zijn, en dat het nog lang zal duren
eer we het tweede benaderen.
In Engeland zouden deze jongens er zijn
afgekomen met een schrobbeering van den
rechter, waarvan de leeraar, naar wiens raad
zij luisterden, dan nog het leeuwenaandeel
had mogen innen.
In Amerika heeft men een geheel ander
stelsel van gerechtig
heid. Daar heet het
niet: welke straf
wordt geëischt voor
dat en dat feit. Daar
ziet men zijn
luidjes aan, daar geldt
het in de eerste
plaats: op welke wij
ze werken wij mede
tot verbetering van
den mensch. Natuur
lijk bestaat ook daar
een gerechtelijke wet,
maar er zijn geval
len, waarbij het mo
gelijk is af te wijken.
Il y a des
accpmmodements mème
avec Ie ciel" Kent
men dit spreekwoord
in Holland niet ? .
Natuurlijk hebben
de ouders de boete
betaald en die ver
kozen boven het ver
blijf in de tuchtschool
van n week, waar
de jongen aan zijn
ziel veel meer schade
zou kunnen lijden dan
de staat met het
draadlooze" toestel
letje. En het zal den
oudsten weinig moei
te kosten om te zor
gen, dat hij zich bin
nen den tijd van twee
jaar niet ten tweede
male schuldig maakt
aan |het gepleegde
misdrijf"; want be
denk wel, lezer, dit is
evengoed een misdrijf
als een moord of een
aanranding .of een
diefstal van een of
ander zedelijk ver
dorven individu.
En daarom kom
ik op tegen een von
nis als het gelezene,
niet om de zwaarte
der straf, maar om
dat deze straf zelf,
van een
paedagogisch en
menschverbeterend stand
punt gezien, uit den
booze is.
Als ik vader was
van die ;; jongens
zou ik tegen ze ge
zegd hebben: Het
is verboden, jongens,
zulke toestellen op de daken te maken,
dus dadelijk er weer af halen, maar. . .
ik maak jullie m'n kompliment, je hebt 't
'm kranig geleverd."
O, het wordt meer dan tijd, dat er kinder
rechtbanken komen, dat er niet meer gelet
wordt in de eerste plaats op de letter der
wet, maar op 't belang van het kind, dat
straf, welke van justitiewege wordt opgelegd,
niet is de wraak die verbittert en
demoraliseerend werkt, maar dat het worde de vinger
wijzing naar den weg, die tot verbetering
leidt en tot opheffing van den enkeling in
de gemeenschap.
E. C. v. D. M.
* * *
Verzoeke alle stukken voor de
rubriek Voor Vrouwen" in te zenden
Koninginneweg 93, Haarlem.
HET KOUSENMAGAZIJN VAN H. MEIJER
AAN HET KONINGSPLEIN TE AMSTERDAM
:-: IN 1841 :-:
THANS IN 1916 NA 75 JAAR STAAT DE
FIRMA NOG AAN DE SPITS DER
NEDER
:-.: LANDSCHE TRICOTAGE-FIRMA'S :-:
imillllllllllllMtlllltllllllltlltlMIIHIIIIMIIIII
t S.S. Tubantia'
Kapitein H. K, A. Wijtsma
commandant s.s. Tubantia"
De schampere daad van vernieling moge
allerwege woede wekken. Het politiek ge
volg moge misschien in afgrijzen wedijveren
met den politieken oorzaak. Treurnis of
gramschap moge er wezen over het
materieele verlies en vreugde over het behoud
van alle levens Allereerst, voor jezelf,
wanneer je 't schip gekend hebt, ontwelt
je een weemoedige Elegie over het schip
zelve... een zacht leed over het verlies van
een schoon schip. De Tubantia" was een
schoon schip. En ik herinner me vele malen,
terwijl ik erop nauw eenige maanden ge
leden den Oceaan overvoer dat ik telkens
weer de machtige bekoring'onderging van alle
werkgedoe, alle scheepsgeluid, alle
schoonheidsbouw en techniek, dat tezamen het schip
was en waardoO je vergat dat ns den
Oceaan oversteken een tijd van gedwongen
ingeslotenheid beduidde.:. Over zee?...
Integendeel juist een tijd van onbekom
merde en van alles volledig-voorziene
vacantie-genieting zou 't zijn. En dat bracht
je tot schóonheidsmijmering wanneer je het
schip aan-zag en dacht aan de staal van
energieke krachtsinspanning en vernuft en
organisatievermogen eraan ten koste gelegd.
Een moderne zeestoomer!... Te kunnen
maken dat hij daar als een oogverzadigende,
mooi-blanke monstermeeuw hoog, trotsch,
verbluffend-machtig weg kon drijven... te
zorgen tegelijk dat alle machineerend ver
mogen instaat zou zijn de snelheidscijfers
op stand van het eenmaal bekende hoogte
punt te houden... te zorgen meteen, dat
het bewonend publiek varend op een
>> "" ?" "' "i i iiiimiiiiMimiiimimimiiiiiimiim , ,,?,,?, ,?,
schip, nooit zou gewaar worden dat het
voer tenzij om door de bynocle een schoon
rotseiland te gaan zien... te zorgen dat door
eten, drinken, tegemoetkomende genoegen
bevrediging en spel, lange corridors, zalen,
terrassen en galerij winkels, hotel-illuzie en
slaapkamerluxe de betooveringsvolle ver
beelding ontstond, dat ieder hunner in het
hoogst seizoen van een vol-luxieuze wereld
stad leefde... dat de eng-omloopendegren
zen van het schip op het wijde water
wezenlijk wegvielen ... Dat, deze wereld
met gansch haar blind-hoog opgevoerde
kracht en weerstand en gansch haar bachante
paradijspracht en bewonderingsvollen inhoud
heeft mij vaak als stomgeslagen van eer
bied gemaakt, wanneer ik het in volle wer
king zag, geïsoleerd op den wijd-ommen
oceaan, honderde mijlen van alle land met
zichzelf alleen...
^En hieraan dacht ik het allereerst toen
ikïjopschrikte van het catastrophe-bericht.
En ik dacht tijgelijk aan de mannen, die het
schip van de vernuftige makers overnamen
om het te doen zijn waarvoor het was be
stemd, om het grót in zijn doel te ma
ken : aan kapitein Wijtsma, den zeeman,
dien ik heb leéren kennen, zóraszuiver
als in onzen gouden scheepstijd de helden
moeten geweest zijn. Een zeeman, die als
veertienjarige scheepsjongen voor 't eerst
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIllllllllllMinlIIMIIIllllllMIMIIlnMMMlnlIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIMUIIIIMMIIMIIIIIIIIMIMIIIIIItlllMIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIII
De
Tubantia" in volle zee door een Engelsch oorlogsschip
aangehouden
Feest aan boord van de Tubantia", ter gelegenheid van het
passeeren van de linie (voorlaatste reis)
S.s. Tubantia"
het blauwe water zag en op het zeil
schip van zijn vader een reis van veertien
maanden maakte naar Hongkong en
Yokohama. Een die zeeman was om zijn schip en
om^de zee. Hij zal geweend hebben. En
in de tweede plaats dacht ik en ik
breng ze beide hier ongevraagd hulde
aan purser Schröder, den leider van het
enorme scheepshuishouden reis na reis, den
bewonderenswaardigen man, die onverpoosd
de illusie te wekken wist van schoonheid
van het schip, van schijnbaar kalme regel
maat, van rust|en vertrouwen en volle vol
doening.
Een schip wordt je lief als iets eigens,
trots alles... Dat zal de weemoed zijn van
den kapitein, van den purser en van alle
de driehonderd schepelingen, die met het
eigen schip zooveel vreemds meeleefden.
Meer nog dan de menschen wordt het schip
het zwijgende, goedige monster je
eigen, omdat het temidden van veel trotsch
natuurschoon het allerschoonste is. De
Tubantia" was een schoon schip. En bij
't zwoegen door de Golf van Biscaye, bij
't opvaren van den Taag, bij 't passeeren van
de Oceaan-eilanden, bij 't invaren van de
rotsige baaihaven van Rio de Janeiro of de
tropische palmenrivier van Santos heb ik de
Tubantia" vaak in zwijgenden wedstrijd
gezien tegen de stil-slomme natuurschoon
heid. En ik vond de Tubantia"'t schoonst,
omdat 't levend was levend van
menschenvernuft een product van hooggevoerd
vernuft... En 't is weg nu, inéns weg
geslagen als met een handpatg dpor een
ander ding een ander product van uiterst
hooggevoerd menschenvernuft... Zonder
linge ... wreed-zonderlinge tijd!...
CAREL GOUOEMOND
R. W. Schröder, administrateur