Historisch Archief 1877-1940
12
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND '
2 April '16. - No. 2023
«stwi-wjii»," is T p-»-- I^V*.^ *WjüMÏ' 'trf'^ - ? -*? ? 'TOOCr- ' ^QtgiTCIti
Braziliaansche Koffie onder den
druk van den Oorlog
Brazilië, het koffie- produceerend land bij
uitnemendheid, ondervindt de nadeelige
terugwerking van den oorlog in de voor
naamste bron van zijn bestaan thans op
gevoelige wijze.
Te oordeelen naar de gegevens omtrent
de eerste helft geëindigd 31 December
1915 van het koffie-jaar 1915/16, belooft
dat jaar, wat de oogst-opbrengst betreft,
een der gunstigste van een reeks der laatste
jaren te zullen worden.
De aanvoeren hebben nl. van l Juli tot
31 December 1915bedragen2.213.000zakken
Rio en 8.710.000 zakken Santos, te zamen
dus 10.923000 zakken, welke cijfers in het
zelfde tijdvak der 2 voorafgaande jaren
waren:
1.403.000 en 6.110.000 =: 7.413.000 zakken
Ie helft 1914 en 1.927.000 en 8.737.000 =
10.664.000 zakken Ie helft 1913. Reeds in het
2e semestre van 1914 waren de eerste maan
den na het uitbreken van den oorlog de om
standigheden zoowel voor het te gelde
maken als voor het vervoer van den oogst
zeer ongunstig, zoodat een vergelijking van
1914 eigenlijk minder juist is. Bovendien
was de oogst-opbrengst van 1913/14, vooral
wat Santos betreft, zeer ruim, nl. de grootste
sedert 1909/10, en alleen overtroffen door
die van 19 .6 7, waarvan het enorme resul
taat aanleiding gaf tot het ontwerpen en
uitvoeren van de valorisatie-operatie.
De aanvoeren van Santos waren in de
tweede helft van \9\5 bijna even groot als
in hetzelfde tijdvak van l914' zoodat de oogst
1915/16 die van \9\2|14, ten bedrage van
10.860.000 zakken, veimoedelijk evenaarden,
zoo niet overtreffen zal. De Rio-oogst van
1913/14 bedroeg 2.960.000 en die van 1914/15
3.3-0.000 zakken, d,i. de grootste sedert
1909 10. Voor 1915/16 wordt een nog grootere
opbrengst verwacht dan die van 1914/15.
Door de storing in het transport naar
Duitschland en Oostentijk-Hongarije is dit
gunstige oogst-resultaat echter voor Brazilië
een bron van ernstige zorgen geworden, die
den producenten te meer ongelegen komt,
omdat het reeds het tweede jaar is, dat zij
met een verminderden a* zet van 3Vs 4 4
millioen zakken rekening Webben te houden
In dfze moeielijke omstandigheden hebben
de koffie-producenten van den Staat Sao
Paulo zich om hulp tot e regeering van
Brazilië gewend. Maar deze was reeds in
1914, kort na het uitbreken van den oorlog,
genoodzaakt de coupon-betaling op een
aantal der staatsleeningen voor de eerst
volgende 3 jaren te staken en hare pogingen,
tot het sluiten van een nieuwe leening in
Amerika, leverden tot dusver niet het
gewenschte resultaat op. Er bleef haar dus
geen andere uitweg over, dan hare toevlucht
te nemen tot een verdere uitgifte van
papierengeld.
In het vorig najaar heeft het Congres een
wet aangenomen, waardoor de regeering van
Brazilië werd gemachtigd tot uitgifte van
350000 contos papier. Hiervan werden
150.000 contos, als voorschot, voor de nieuwe
koffie-valorisatie bestemd.
Op de 4 millioen zakken koffie, die thans
niet naar Duitschland en Oostenrijk-Hongarije
Kwa jongensstreken ?
Hetgeen zich in de laatste dagen ontwik
keld heeft in de geschiedenis van de
Tubantiaaanslag, leidt tot nieuwe en merkwaardige
conclusies.
Resumeeren wij nog eens in 't kort, dan
kunnen we het volgende vaststellen:
Op verklaring van verantwoordelijke
Nederlandsche Koopvaardij-officieren
natuurlijk niet op praatjes van zenuwachtige
passagieressen of passagiers heeft onze
Regetring vastgesteld dat de Tubantia ge
torpedeerd is.
Gelet op antecedenten concludeert de
publieke opinie: Duitsche torpedo.
Het antwoord van Duitsche zoowel als
van Engelsche Regeering op het protest van
de onze toont aan dat beiden maagdelijk
rein staan in deze kwestie.
Door hare stelligheid maakt de Engelsche
verklaring op ons publiek over het algemeen
gunstige indruk; bovendien zijn onze bladen
het eens dat de Duitsche verklaring, ge
voegd bij het gemis in Duitsche bladen aan
ook maar het geringste woord van afkeuring
over de verfoeilijke daad, getuigt van een
zeldzaam cynisme.
Dank zij het fortuintje dat de kapitein
van de Batavier had om booten op te pik
ken met stukken metaal er in (Qott strafe
den verdammten Hollander, zal 't nu mis
schien worden), is onze Regeering in staat
om dat gruis te onderzoeken met het resul
taat dat: de stukjes metaal niet anderszijn
dan fragmenten van een torpedo met bronzen
luchtkamer. Waarmede in de eerste plaats
bewezen was dat het geen mijn is geweest
onze Hollandsche koopvaardij-officieren voor
de zooveelste maal goed uitgekeken hebben
en de Duitsche bladen in de gelegenheid
zijn de smet op hun naam te herroepen.
Immers zij wilden dat niet aannemen wél
de verklaring van den Duitschen passagier
Schilling.
Terwijl onze Regeering er aanleiding in
kan vinden te protesteeren bij de Duitsche
tegen het beleedigend negeeren van de con
clusie onzer Marine-autoriteiten, die toch
wel niet minder ernstig zullen onderzoeken
dan de Kaiserliche.
Nu het bewezen was dat het een torpedo
was geweest, lag het voor de hand dat de
publieke opinie nu eerst recht overtuigd
was dat het een Duitsche moest zijn. Be
halve antecedenten waren'daar immers ver
schenen uitlatingen van een Herr Ballin,die
begrijpelijkerwijs weder zijn tegengesproken,
maar daarom door het groote publiek des
te meer geloofd werden. Wat was er
natuurkunnen worden geëxporteerd, wordt door
de regeering van Sao Paulo bij wijze van
beleening een voorschot verstrekt van 60 pCt.,
een prijs overeenkomende met de gemid
delde jaarlijksche noteering in normale tijden.
De eigenaren van die koffie stellen ze dan
ter beschikking van de regeering, die ze
beschouwt als onderpand van de papier
uitgifte.
Overigens was de uitvoer van Rio-koffie
in de 2e helft van 1915 veel grooter dan in
hetzelfde tijdvak van 1914 en wel:
1915 naar Europa 1.469.000 n. Amer. 297.000 z.
1914 480.000 456.000 z.
De uitvoer naar de Ver. Staten was dus
sterk verminderd, die naar Europa daaren
tegen enorm toegenomen, terwijl
Santoskoffie zoowel naar Amerika als naar Europa
in veel grootere hoeveelheden werd uitge
voerd dan in hetzelfde tijdvak van 1914,
zooals uit onderstaande opgave blijkt:
2esemestre n. Europa: n. Amerika: tezamen
1915 3.431.000 3613.000 7.044 000 z
1914 2.071.000 2.432.000 4.503.000 z
Tegenover een grooteren uitvoer, zoowe'
uit Rio als uit Santos, in de tweede helft
van 1915, staat een toename van den wereld
voorraad in denzelfden tijd. Deze bedroeg
nl. op l Juli 1915 7.538.000 zakken, sedert
een aantal jaren de kleinste hoeveelheid aan
het einde van het koffie-jaar. Maar 6 maan
den later (einde December 1915) was die
voorraad tot 10.272.000 zakken gestegen.
Aan het eind der 2 laatste jaren was de
31 Dec. 1915. 31 Dec. 1914
wereldvoorraad: 10.272.000 z. 10.091.000 z
Eurp. voorraad: 3.530.000 z. 4.333.000 z
? De koffie-valorisatie, indertijd van ver
schillende zijden nog al aangevallen, is in
zoover voor Duitschland thans een meevaller
geweest, dat het na het uitbreken van den
oorlog, toen de aanvoer van overzee bijna
tot de onmogelijkheden behoorde, gebruik
kon maken van belangrijke hoeveelheden
koffie, nl. ongeveer l millioen zakken, die
te Hamburg en 750.000 zakken, die te Ant
werpen waren opgeslagen, terwijl de valo
risatie-voorraad te Triest Oostenrijk ten
goede kwam.
Dit alles is allengs verbruikt en de aan
voer uit het buitenland bleef beperkt to
datgene, wat uit ons land, Zweden, Noor
wegen en in den laatsten tijd voornamelijk
uit Denemarken kan worden verkregen. De
invoer naar Duitschland is dus niet totaa
gestaakt, maar wordt ten zeerste bemoeilijk!
ook door de duurdere prijzen, een gevolg
van de hoogere vrachten voor de neutrale
landen, en meer nog door de belangrijke
daling van de Duitsche valuta.
Wat het verschil bij den tegenwoordigen
lageren markenkoers voor Duitschland heef
te beteekenen, kan men nagaan, als men
weet, dat het in 1912 voor een bedrag van
252Vj millioen en in 1913 voor bijna 220
millioen Rijksmark aan koffie heeft ingevoerd
Het is dus begrijpelijk, dat de groote
massa, die de tegenwoordige hooge prijzen
niet kan betalen, haar toevlucht neemt tot
surrogaten, die in het land zelf worden
gefabriceerd. Maar dit is natuurlijk een hulp
middel en de spoorwegverbinding met Turkije
moge thans den weigestelden Duitscher in
staat stellen een kopje geurige mokka te
verobberen, voor de minder bevoordeelde
klassen der maatschappij zal dit genotmid
del wel te duur zijn, ook wegens de hooge
kosten van het vervoer te land. En
dit op koffie evenzeer belust publiek za:
zich, zoolang de oorlog duurt, wél moeten
blijven tevreden stellen met de surrogaten
uit gerst, eikels enz. bereid.
V. D. S.
HMIIHIMmlIlllllllllllllmiMlmlIIMIMIIMmMIIMIHnlMIIMHIIIIIIMIIJIIII
lijker da« dat Duitschland reeds nu begon
te denken aan de toekomst na den oorlog
en dus reeds nu maatregelen begon te nemen
door de neutrale handelsvloot vleugellam te
slaan om des te beter te kunnen
concurreeren met haar eigen materiaal? En met de
Tubantia" is voorzeker een lastige con
current opgeruimd.
Zoo zijn de redeneeringen en waar of
niet het blijft gezegd, gedacht en ge
schreven, waarbij nog komt andere belangen
voor Duitschland, nadeelen voor Engeland,
enz. Daartegenover staat echter de pertinente
verklaring van de Duitsche Regeering en
de merkwaardige, om niet te zeggen lugu
bere mededeeling in De Toekomst" dat
de duikers uit het graf der Tubantia" de
gegevens mogen putten, om den schuldige
te kunnen aanwijzen' waaraan wordt toe
gevoegd de mededeeling dat een onzer'
nog feiten bekend zijn, die voorloopig reeds
ter beschikking van onze Regeering zijn ge
steld. Wij begrijpen niet waarom zulk een
belangrijke mededeeling achterbaks gehou
den wordt, waar ieder sterveling in Neder
land snakt naar goede bewijzen van welken
aard dan ook.
Voorts de (officieele?) mededeeling dat
Duitschland geen conflict met Nederland
wenscht etc. Dit alles is natuurlijk heel mooi
en wij willen aan al die verklaringen niet
twijfelen, maar nu komt daar uit Engeland
het bericht dat fragmenten van torpedo's
als in de booten van de Tubantia" gevon
den, slechts afkomstig kunnen zijn van
Duitsche torpedo's en het Handelsblad van
Maandagavond 27 Maart zegt in een over
zicht dat bij het rapport over de fragmenten
feitelijk verzuimd is te vermelden dat ze
behoord hebben tot een onvervalschte
Schwarzkopffer en zet dan ook boven het
artikel: Een torpedo uit Berlijn.
Is het wonder als men zich nu de vraag
gaat stellen: Hoe zit het nu? Is het nu zoon
Janboel bij de Duitsche Marine, dat zij geen
controle meer hebben over de daden van
hunne gezagvoerders, of hebben zij het ge
zag over hunne duikbooten toevertrouwd
aan een troep kwajongens, die maar doen
wat ze willen met hun gevaarlijk speelgoed,
zonder zich rekenschap te geven van het
resultaat van hunne daden ?
En nog eens terugdenkende aan de Medea,
de Katwijk, de Artemis, die als vergissin
gen" geboekt zijn, waren dat k van die
kwajongens streken? Om niet te spreken
van de Koningin Emma, de PrinsesJuliana,
de Mecklenburg, en zoovele anderen waar
van tot dusverre nog niet vastgesteld is
wat de oorzaak was.
En zou het nu ook kunnen zijn dat de
spoedige ontkenning van het torpedeeren
der Tubantia door de Duitsche Regeering
gegrond is op de overweging: Neen, 't is
wel een Janboel bij die onderzee-dienst,
maar zóerg is het toch niet.
Een schip met dergelijke bijzondere
kenteekenen in den grond te boren, dat zou
VRAQENRUBRIEK
voor
Algemeene Wetenswaardigheden
Men gelieve de vragen voor deze rubriek in te
zenden aan het Redactiebureau, met op den omslag
het motto Leekenspiegel", en onder opgave van
naam en adres (die als vertrouwelijk zullen worden
beschouwd.)
N. P. te V. Hoe komt het dat het Wilhelmus
van Nassouwe" in de laatste jaren ons moot
volkslied Wien Necrland's bloed" verdron
gen heeft?
Mij dunkt er is voor een echt Neêrtander
iets stuitends reeds in het begin van eerst
genoemd.
Wij meenen het feit, dat het Wilhelmus
sedert de inhuldiging van onze Koningin
in 1898 meer algemeen als HET volkslied
wordt aangemerkt en gezongen, hieruit te
moeten verklaren, dat men sedert dien tijd
de oorspronkelijke melodie weer in eere
heeft gebracht.
Het is deze melodie welke het Wilhelmus
weer populair heeft gemaakt, waartoe de
tot dat tijdstip gebezigde verbasterde wijze
niet in staat was. Daarbij komt dat men
tegenwoordig hoe langer hoe minder zich
kan vereenigen met den tekst van Wien
Neêrlands bloed, welke te ver verwijderd
is van hetgeen in onzen tijd een Neder
landsen volkslied behoort eigen te zijn,
ofschoon er voor onze tijdgenooten ook
heel wat toe behoort om met geestdrift,
als in naam van Willem den Zwijger, te
zingen:
Den Coninck van Hispaengien
Heb ick altyt gheeert.
Met het stuitende, reeds in het begin
van het Wilhelmus, wordt waarschijnlijk
den tweeden regel bedoeld:
Ben ick van Duytschen bloet.
In dezen regel ligt echter volstrekt niet
opgesloten dat de Prins erkent dat hij is,
wat wij thans een Duitscher noemen.
Duitsch heette in die dagen, en nog veel
later, al wat Nederlandsen nationaal was.
Het woord duitsch heeft na de middel
eeuwen in de geschreven taal het woord
dietsch, dat Nederlandsch beteekent,
verdrongenv Vooral in de 16e en 17e eeuw
was duitsch het gewone woord voor
Nederlandsch.
J. K. te L. Kunt u mij eenige werken
noemen waaruit blijkt hoe men hier te lande
vór en tijdens den oorlog dacht over het
Pan-Germanisme in het bijzonder, en in
't algemeen over de Duitscher s?
Behalve de u bekende werkjes van dr.
Brug mans, en dr. van Manen kunnen wij
nog noemen :
Stephan, Een dreigend gevaar. Over de
verduitsching van Nederland's handel, nijver
heid en techniek. 1915.
Kiersch, Het Pangcrmanisme en de oor
log. 1916.
den Beer Poortugael, Nederlanden Duitsch
land. 1902.
Bley, Die Alldeutsche Beweging und die
Nieder lande. 1897.
Bley, Die Weltstellung des Deutschtums 1897
Andier, Le pangermanisme. 1915.
toch een al te stomme vergissing zijn.
Nu de feiten echter staan zooals thans
zal er toch geantwoord moeten worden op
het resultaat van dit nadere onderzoek dat
zoo gaarne gewenscht werd en wij zijn er
zeer benieuwd naar.
Men vraagt zich af: Zou de Lusitania
k een vergissing" geweest zijn?
Men ijst bij de gedachte dat dergelijk
moordmateriaal aan zulke onbedreven han
den is toevertrouwd.
De menschen, die er hun sport van ge
maakt schijnen te hebben en die men zich
nu voorstelt, veilig onder water met behulp
van de periscoop, hun grossartig" werk van
moord en vernieling aanziende, wellicht hun
slachtoffers met een glas Pommery goede
reis toewuivend naar de eeuwigheid!
Wij schreven reeds eerder over de ver
anderde zee-oorlogskunst tengevolge van
de vooruitgang in de techniek.
Welke Nederlander is er die de daden
van de Möwe afkeurt, of die van een kapi
tein van de Ernderi?
Hij moge dan anti-Duitsch zijn en
antimilitairist, maar zal toch in zich zelf gezegd
hebben : Flinke kerels !
Althans als zeeman vooral weet men hun
daden, waarbij zij al hun hersens en ener
gie noodig hadden, te respecteeren.
En zoo was het in het vijandelijke land
niet minder
Hoe zuur keek men niet ja, hoc ang
stig was men niet in Engeland, toen Herr
von Muller telkens op een andere plaats
verscheen met zijn kruiser, maar k
toen zij hem eenmaal meester waren, hoe
werd hij geëerd als de zeeman van het on
vervalschte ras.
Maar met de/e duikbooten is het geheel
anders. Er zullen weinigen zijn, die daarin
iets te bewonderen zien, maar wel veel te
verafschuwen, en als Duitschland er op
gesteld is geweest zijn sympathie te ver
spelen bij de neutrale zeevaarders, dan
heeft het nooit beter middel kunnen kiezen.
En wij gelooven, dat, wanneer het den
neutralen en niet het minst den
Hollandschen zeeman vergund was over de daden
en handelingen van zijn wederzijdsche
vrienden" te rechten, hij zijn vriend John
vermoedelijk zes maanden cel zou geven
voor het geregeld met z'n handen in ander
mans zak zitten, maar vriend Michel kreeg,
als gevaarlijk voor de samenleving, voor zijn
moordenaarswerk minstens levenslang of
verbanning naar Tristan d'Acunha, omdat
de doodstraf is afgeschaft.
Een zienswijze, trouwens reeds de vorige
week door Braakensiek op de gewone voor
treffelijke wijze in beeld gebracht.
J. O.
Oud- Gezagvoerder
(B 9
Een tragisch liedje van de Veluwe
door I. G. VAN RIEMSDIJK, Meerde
VERKEERD BEGREPEN
Hie was een ruwe kerel
Zien vrouwe was zoo niet.
Hie warkte veur zien centen,
Moar toch had zie vedriet.
Zie was 't liefst allennig,
As hie de deur uut was,
Want oaver heur manieren.
Was hie toch nooit te pas.
Hie was moar steeds an 't schelden:
Zie deu niet half genog"!
En toch deu zie heur beste
d'Heele dag, van s' margens vrog,
Zie was niet flink en stark,
Had dokter zellens e zeg,
Moar vert zei, nee vrouwe,
Ie bent toch lui en slech.
De ziekte ward steeds slimmer,
Zie kon op 't letst niks meer,
Op 'n dag, zie was allennig,
Viel ze bic de toafel neer.
Toen 'ert tegen d' oavond,
Weer terug kwamp, pp d' neerd,
Riep hie: geef op mien ten,
Of ben 'k soms niet wat weerd!?
't Bleef donker en ok stille,
Hie ward er heilig van.
En scheldend op zien vrouwe
Stak hie de lampe an,
Moar toen, toen bleef ie steken,
Keek angstig in het rond
Want, dood lag doar de vrouwe
Vlak veur hem op de grond.
Hie had zien heele léven
Inwendig groot berouw
En zei hie in zien eigen,
Bie 't warken en gesjouw:
't Is wonder in de wereld,
Moar a'j 't goed in wilt zien,
Dan kwamp veur heur het léven,
En kwamp de dood veur mien.
Verklaring:
De moet worden uitgesproken als de
2e e in 't Fransche woord lève.
neerd woonkamer.
heilig = woedend.
Nieuwe boeken van deze week:
CAESAR OEZELLE, De Dood van Yper, l,
80 pag., f 0.60. Amsterdam, L. J. Veen.
E. J. VAN DER MAATEN, De termijnhandel
in Effecten en Goederen, 187 pag., f 3.
's Gravenhage, G. Delwel.
J. M. ACKET, Ouwe Getrouwen, verzame
ling proza en poëzie, 443 pag. f 2.50. Haarlem,
Erven F. Bohn.
F. VAN DEN BERG, Mijn eerste zendbrief,
11 pag.. f 0.10.
JAN FABRICIUS, Dolle Hans, Indo-Drama
in drie bedrijven, 148 pag. 's Gravenhage,
L. A. Dickhoff Jr.
Inhoud van de Maart-Tijdschriften:
Natuur en Vernuft, afl. XI: De Sahara.
Na de zee, de lucht. De zorgzame na
tuur. De zeevaart en de natuur. Een
vernuftige spin. De paalworm. Reus
achtige vijgenboomen. Samenwerking bij
vogels. Het meesterschap over de diepte
der zee. Korfwoningen.
Dear Mr. Holmes.
Please look into the facts more carefully
yourself. We have not been theorizing at
all until now. You had better try and give
us the evidence. Get up from your easy
chair, my dear Sir.
Yours,
MR. VAN
* * *
Het Nederl. Roode Kruis
Hooggeachte Redactie
Eenigen tijd geleden werd in uw blad
gewezen op de zeer onvoldoende genees
kundige verzorging van ons leger en in het
bijzonder op de gebrekkige inrichting van
het Nederl. Roode Kruis *), dat niet bij
machte schijnt te zijn om in oorlogstijd te
doen waartoe het zich verbonden heeft.
Later las ik nog van eene commissie die
benoemd zou worden ter hervorming. Daarna
niets meer.
Mag ik vragen: is, of komt die zaak nu
in orde? Of beteekent dat; ze wordt voor
goed weggemoffeld en alles blijft bij het oude?
En de militaire geneeskundige dienst?
Zou daar verbetering in komen ?
Een ieder herinnert zich nog het geval
van der Breggen, enkele jaren geleden, die
zwaar ziek in de tent werd gelaten hoewel
dringend en dringend opneming in het
hospitaal werd verzocht. Hij stierf spoedig.
Thans lees ik weer van Gerard van den
Hoek, die met 39 graden koorts moest
looien van bureau tot bureau, om eerst te
voldoen aan de noodige formaliteiten" en
nu gestorven is.
Zoo worden af en toe gevallen van onver
antwoordelijke behandeling bekend. En hoe
vele worden nooit openbaar?
Moet dat maar steeds zoo blijven? Of is
daar iets aan te doen? En hoe?
G.
*) Zie de nummers van de Amsterdammer"
van 3, 10, 17, 31 Oct.; 14 Nov.; 12 en 19
December 1915.
Onze Planken-Helden
XII
Teekening voor nde Amsterdammer"
van Wybo Meyer
Frans Seignette
(Directeur van het Central Theater")
RIJM-KRONYCK
Krijgsmanszangen^III
Aan mijne nieuwe vrienden.
De kazerne is een woning,
waar de jeugd geen vreugde is,
en waar 't schuren, lange uren,
van portalen, gangen, muren,
de hoogste aller deugden is.
De kazerne is een zeestrand,
waar 'k gebracht ben door den vloed,
waar de eb mij heeft gelaten,
tusschen allerlei soldaten,
wier bestaan 'k nooit had vermoed.
Barend, Joopie, Kees en Gerrit,
strekken hun vermoeide lijf
naast het mijne in de kribben,
en des morgens port mijn ribben,
een sergeant, dien 'k niet beschrijf.
Gerrit, Joopie, Kees en Barend,
'k had nog nooit van u gehoord,
doch reeds kennen we eikaars vreugden,
zorgen, droefenis en deugden,
sokken, ondergoed en boord.
Kees heeft vaste-loop-verkeering,
Joop en Barend zijn getrouwd,
Gerrit wacht zijn tweede kleine"...
en 'k heb op mijn beurt ook mijne
hoop' en plannen hun ontvouwd.
De kazerne is een woning,
die men zuchtend binnen-gaat,
en die ieder vol verlangen
naar zijn dierb'ren, na een langen
dag van rechts-om-keert's verlaat...
MELIS STOKE,
Landstorm-r e er uut
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Redacteur: Dr. A. G. OLLAND
Predikheerenkerkhof l, Utrecht
Alle berichten,deze rubriek betreffende,gelieve
men te adresseeren aan bovenstaand adres.
PROBLEEM No. 41 l
VAN H. WEENINK TE AMSTERDAM
(Eerste Publicatie) 3
ZWART
a bcdefgh
WIT
Wit: Kg8, Dg7, Pa5, pionnen e2 en f4.
Zwart: Kd6, pion c6.
Wit geeft mat in drie zetten.
Oplossing over 14 dagen.
OPLOSSING PROBLEEM No. 40
VAN G. HEATHCOTE
Wit: Kal, Dd3, Ta7 en f6, Lhl, Pd5 en
d6, pion c2.
Zwart: Kc6, Tc8, Pb8 en e3, pionnen
a6 en d4.
1. Tf6-e6, Kc6?c5, 2. Pd6?b7f.
l , Pb8-d7, 2. Pd6-b7f.
l Pe3Xd5, 2. Pd6-e4f.
l a6?a5, 2. Dd3?b5f enz.
Een betrekkelijk lastig probleem met ver
schillende schijnoplossingen, die echter falen
door 1... Pd7.
Goede oplossing ontvingen we van: H. Vos
te Zutphen, J. Koopmans te Amsterdam,
B. J. van Enst te Amersfoort, J. Zijp te
Veenhuizen, dr. M. B. Oerlemans te Heusden,
M. Dolman te Zeist, G. A. C. te Antwerpen,
M. L. Frijda te Arnhem, J. Rietman te Dieren,
J. S. te Zeist, L. O. te Utrecht.