Historisch Archief 1877-1940
,DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
2 April '16. No. 2023
r
i>
,
Ik
l'
TWEE GEVANGENEN
Twee vooraanstaande Belgen
zi/rt door de Duitsche
overheidin gevangenschap gebracht. Zij
kunnen er zeker van zijn, dat
hunne vele vrienden hier te
lande hun troost toevenschen
in hun lot, en een gelukkiger
uitkomst.
Prof. Paul Fredericq
door prof. mr. H. P. G. QUACK
Fredericq
PI Schertsend noemde men hem den zanger
der Noord- en Zuid-Nederlandsche congres
sen. Op een der laatste congressen dat
van Deventer genoot onze Koningin, naar
ik meen, nog van zijn zang. Daarbij is hij een
der geleerdste hoogleeraren van Zuid-Neder
land. Velen onzer bladeren nog steeds in zijn
studiën over de Inquisitie. Ik had hem leeren
kennen door zijn leermeester en ouderen
vriend Emile de Laveleye. Deze had vooral
een open oog voor de geestelijke schatten,
die het Zuid-Nederlandsche volk in zijn taal
bergt, en was in den vollen zin van het
woord?hij, de socioloog bij uitnemendheid
een warm vaderlander in zijn eigen land.
Wij zijn allengs innige vrienden geworden.
Geen gebeurtenis van belang in ons verder le
ven geschledde,of wij maakten elkander bekend
met wat ons gemoed da« raakte. De trouw
spreekt uit zijn oogen, klemt in zijn stevigen
handdruk, ademt in al zijn woorden. Het
was voor mijn vrouw en mij altijd een feest,
wanneer hij in ons huis wilde komen. Wij
op onzen beurt gingen van tijd tot tijd naar
Gent, om hem en zijn twee goede, zusters,
die met hem samenwoonden, te begroeten.
De oorlog kwam. De twee zusters stier
ven, de ene na de andere. Hij-zelf werd
al spoedig de gijzelaar der Pruisische be
zetting. Thans wordt hij gevankelijk naar
Duitschland, gesleept. Men lacht om zijn
opvatting van trouw. Men denkt in Berlijn
niet meer aan het woord uit de Heilige
Schrift, Romeinen XII vers 19 Aan Mij de
wraak, Ik zal vergelden, zegt de Heer."
f,
lllUlimilllllllllMllllllltlllllllllllllIIIHtlllllllllllllllllHllllllllllllllllllllll
De inenting tegen de pokken
te Amsterdam
De laatste weken heeft Amsterdam ge
staan in het teeken der pokkenvrees en der
imentingswoede, dit laatste zoowel actief
als passief genomen. Als ik mijne herinne
ringen aan die periode samenvat, dan zie
ik vór alles armen, armen van armen en
armen van meer welgestelden, rechterarmen
van heel jonge kinderen en linkerarmen van
wie reeds de inenting vroeger ondergingen*),
blanke armen en armen zoo zwart, alsof zij
sinds hunne eerste stuiperige bewegingen
op dit ondermaansche nooit weer met water
en zeep in aanraking waren gekomen. Aan
die armen zaten hunne respectieve eige
naars vast; maar het inenten ging zoo snel,
dat men van al die kinderen, van die jonge,
ietwat verlegene, nu en dan wat coquet
doende meisjes, van die wat versloofde
vrouwen, van die stoere werkkerels, van
die afgeleefde oudjes niet anders dan een
vagen, wazigen indruk kreeg. Toch n
indruk, die domineerde: hoe netjes, hoe
fatsoenlijk, hoe rustig gedroegen zich al die
menschen; hoe kwamen zij zich even aan
de inenting, als aan een noodzakelijk kwaad,
in volkomen berusting, ja dikwijls in op
gewekte stemming, onderwerpen. Hoe stil
en kalm ging het toe op die massazittin
gen, waar vele duizenden op n middag
werden geholpen. Een enkelen keer werd
die stilte door het gehuil van een heel
kleintje onderbroken, maar kinderen van 3
of 4 jaar reeds ondergingen de kleine ope
ratie met stoïcijnsche gelatenheid. Dikwijls,
vooral op de schoolvacantiemiddagen, ver
drongen zich de nieuwsgierige, wat angstige
snuitjes om het kameraadje, dat ingeënt
werd, begluurden zijn gezicht, of het ook
pijn deed; een enkele stelde die vraag,
zacht, fluisterend, en dan, welk een verlich
ting, als de pas bewerkte met vroolijk ge
laat, wat brani, wegstapte met het zoo dik
wijls door ons gehoorde: hè, 't doet niks
) Sinds het Koninklijk Besluit van den
29sten Februari 1912 de inenting tegen de
pokken tot 5 prikjes of sneedjes beperkte,
wordt slechts op n arm ingeënt, voor de
eerste maal op den rechter, bij herinenting
op den linker. Dit geschiedt zoowel om
gemakkelijk uit te maken, wie meer dan
eenmaal is ingeënt als ook uit
nuttigheidsoverwegingen, daar bij oudere personen de
rechterarm van meer beteekenis is in het
gebruik. ?
Prof. Henri Pirenne
door prof. dr. H. BRUGMANS
Pirenne
Toen het bericht tot ons kwam, dat prof.
Henri Pirenne uit zijn woonplaats Gent was
weggevoerd naar Duitschland en daar in
een gevangenkamp was geïnterneerd, trof het
ons toch nog als een ongehoorde maatregel
van geweld. Wij zijn reeds aan veel gewoon
geraakt, dat ons vroeger zwaar zou schok
ken. Maar dat Pirenne, die toch in Duitsch
land vele vrienden en vereerders heeft, zou
worden behandeld als het eerste het beste
gevaarlijke individu, dat doet ons het bloed
naar de slapen stijgen; waar blijft de eerbied
voor de wetenschap bij een volk, dat daarop
altijd zoo prat ging en zelfs nog gaat!
IR Duitschland zal men wel een verklaring,
misschien een verontschuldiging vinden voor
deze ruwe daad van het meest elementaire
geweld. Want men kan in dit geval althans
geen onwetendheid voorwenden. Men weet
zeer goed, wat men doet: ook in Duitsch
land is Pirenne bekend genoeg. Laat dan
althans in Nederland gezegd mogen worden,
dat de sympathieën der beschaafde wereld
uitgaan naar dezen zwaar beproefden man,
die voor ons het zusterland op zijn best
vertegenwoordigt.
Pirenne is stellig een der uitnemendste
Belgen; hij is een model van de Belgische
cultuur, het typische bewijs van het ongerept
bestaan van die Belgische nationaliteit, wier
oorsprong en ontwikkeling hij in zijn be
roemde Historie de Belgique" heeft uit
gebeeld.
Zoo kennen en waardeeren wij hem als
den voortreffelijken vaderlander, die alle
goede eigenschappen van volk en ras in zich
heeft opgenomen. Op onnavolgbare wijze
vereenigt hij de beste hoedanigheden van
den Duitschen en den Franschen geschied
schrijver in zich; juist daarom is hij zonder
twijfel de voornaamste historicus van onzen
tijd. Onvermoeid en grondig navorscher ook
van de fijnste kwestiën; nauwgezet kenner
van alle bijzonderheden van de geschiedenis
van zijn land; maar daarnaast een man van
den breeden achtergrond, de forsche lijn, de
grootsche conceptie; een geleerde, die even
goed geestelijke stroomingen volgt als eco
nomische verschijnselen belicht; een onder
zoeker, die het gevondene kan samenvoegen
tot een aantrekkelijk geheel; een geschied
schrijver, die overtuigt en boeit tegelijk,
omdat zijn synthese op dezelfde hoogte
staat als zijn compositie; een man van zoo
strikte onpartijdigheid als Fruin in n
woord, de roem van zijn land en van zijn
tijd dat is Henri Pirenne.
zeer"! Werkelijk, wij hebben wel weer een
aardigen indruk van ons goedige volk ge
kregen ; en het is zeker voor een groot deel
daaraan te danken, dat de medici, die ons
zoo dapper door de overstelpende drukte
hebben heen geholpen, het toch zoo een
tonige werk volstrekt niet naar of vervelend
vonden.
Op die massazittingen zijn in een paar
weken meer dan honderdduizend menschen
ingeënt. Voegt men daarbij nog, dat vele
ziekenfondsen voor hunne leden zittingen
openstelden voor kostelooze inenting; dat
het groote ziekenfonds A. Z. A. met zijn
meer dan 110,000 leden tot al die leden een
opwekking heeft gericht om zich te laten
inenten of herenten, hetwelk kosteloos door
hun eigen dokter geschieden kon; dat wel
ieder medicus in Amsterdam haast al zijne
particuliere patiënten met het heulsap heeft
gelukkig gemaakt en dat de meeste groote
en vele kleine werkgevers hun personeel
hebben laten revaccineeren, dan moet wel
worden aangenomen, dat het overgroote
deel der bevolking van Amsterdam op het
oogenblik de inenting of herenting heeft
ondergaan.
Ongeveer al de koepokstof voor die in
entingen is verstrekt door de koepokinrich
ting van het oude, eerwaardige Amster
damsen Genootschap tot bevordering der
koepokinenting bij minvermogenden". Dit
De Gentsche hoogleeraren Paul Fredericq
en Henri Pirenne zijn gevankelijk weggevoerd
naar Duitschland. Van Pirenne kwam dezer
dagen bij een zijner vrienden in Nederland
het bericht, dat hij in het Gefangenlager te
Crefeld is; waarheen Fredericq gebracht is,
werd nog niet bekend.
De tijding van het wegvoeren van Fredericq
en Pirenne door sommige onzer dagbladen
zonder eenigen commentaar, door andere zelfs
in het geheel niet vermeld zal bij tal
van Nederlanders toornigen wrevel hebben
gewekt.
Bij tal van Nederlanders want velen
onzer kenden hen persoonlijk, en hunne
geschriften vonden ook in ons land een
reeden kring van lezers.
Paul Fredericq heeft in vroeger jaren
tot verbazing van onze deftigheid: een pro
fessor, die liedjes zong! ons de innigheid
en schalkschheid van het oud-Nederlandsche
volkslied geopenbaard. Op tal van congressen
was hij een in het oog vallende figuur; nog
niet zoo heel lang geleden maakte hij een
propagandareis door Nederland voor de
Vlaamsche beweging, hield voordrachten
daarover voor. afdeelingen van het
Nederlandsche Verbond.
Pirenne is niet zoo populair als zijn
oudere ambtgenoot, kwam ook niet zoo dik
wijls tot ons. maar wie onder zijn gehoor
hebben gezeten, toen hij, nu tien jaar ge
leden, voor de studenten van Leiden, Utrecht
en Amsterdam sprak over Ie mouvement
social et conomique des Pays-Bas dans Ie
16me siècle", zullen voor hun leven de her
innering aan dezen redenaar hebben bewaard.
Ik hoor nog een geestdriftig meisje-studentje
uitroepen: zoo spreken ze bij ons niet!"
Neen, meestal niet. Het was een lust, naar
die klare, logische uiteenzetting te luisteren ;
een genot, naar de beweging zijner handen
te zien, bij het afweren van een tegenwer
ping, bij het in slagorde stellen van een
argumentenreeks, bij het afronden en samen
vatten van een betoog.
Zijne Histoire de Belgique", een werk
van wetenschap en kunst beide, heeft ook
in Noord-Nederland groote bewondering ge
wekt: door zijn vasten bouw, door zijne
oorspronkelijke conceptie, door het nieuwe
en levende van het beeld der wording van
de Belgische natie. Hier is een geschied
schrijver aan het woord, die de veelvuldig
heid der verschijnselen weet terug te brengen
tot enkele machtige, eeuwenlang werkende
oorzaken; die het algemeen en het nood
zakelijke op den voorgrond, het toevallige
en het bijzondere naar den achtergrond brengt.
Fredericq n Pirenne zijn beiden mannen,
met wie honderden Noord-Nederlanders in
geestelijke gemeenschap leven, wien zij in
tellectueel genot en verdieping van weten
schappelijk inricht danken, die zij ook eeren
om hunne persoonlijkheid.
Zou het hen dan niet treffen, nu zij hooren,
dat beiden gevankelijk zijn weggevoerd ?
Ik wil hopen, dat velen niet alleen zijn
getroffen", maar in opstand zijn gekomen
bij de gedachte, dat het Duitsche geweld
de hand ook aan deze mannen heeft ge
slagen.
Waarom zijn zij naar een
Gefangenenlager" gebracht?
Noch Fredericq, noch Pirenne is een
heethoofd; onbesuisde rebellie tegen rechtmatige
daden van het Duitsche bestuur in België
is van hen niet te verwachten.
Haat tegen de Duitschers koesterden zij
niet, althans niet vór dezen oorlog. Beiden
hadden tal van connecties onder de Duitsche
historici. Pirenne heeft aan Duitsche
hoogescholen gestudeerd; in een feestnummer van
een Gentsch Studentenweekblad, verschenen
toen het feest van zijn 25-jarig
hoogleeraarschap werd gevierd, stond een portret van
Pirenne als student te Berlijn, in vol ornaat
IIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IMIII11III
genootschap is eene particuliere instelling,
opgericht in 1803, toen de ontdekking, waar
aan Jenner's naam onafscheidelijk is ver
bonden, ternauwernood gemeengoed was
geworden. In den sinds verloopen tijd heeft
het alle wisselingen in de methoden der
stofbereiding en der inenting medegemaakt
en steeds er voor gezorgd, vooraan te staan
in de rij der zusterinrichtingen in
binnenen buitenland. Langen tijd bestond en leefde
het van de particuliere offervaardigheid:
uit giften en legaten werd een stamkapitaal
gevormd, welks rente gevoegd bij de op
brengst der contributies van de leden, het
genootschap in staat stelde, zijne zegenrijke
werkzaamheden te ontvouwen. Later voeg
den zich daarbij subsidies van Rijk, Pro
vincie en Gemeente, wier taak voor een
deel door het genootschap wordt overge
nomen. Het stamkapitaal slonk allengs door
het aanvullen der tekorten, is nu nog slechts
klein en dient voor de bestrijding van bui
tengewone uitgaven, als het aanschaffen
van nieuwe apparaten enz. Het aantal der
contribueerende leden nam geleidelijk en
gestadig af, zoodat er nu nog slechts enkele
over zijn.
Vele namen van bekende en vooraan
staande Amsterdamsche medici zijn aan het
genootschap verbonden. Uit den lateren tijd
noem ik dr. Jb. van Geuns, die vele jaren
voorzitter was, dr. H. de Wal, die nu die
als Chargierter" van zijn Verein", de bier
muts schuin op het hoofd, de
blauw-witroode sjerp over de borst, den
Paradeschlager" in de hand. Professor Hoeniger,
van de Militaire Hoogeschool te Berlijn,
schreef er bij, dat Pirenne den Sinn
deutschen Studententums ebenso gliicklich zu
erfassen wuszte wie den Geist deutscher
Forschung."
De Berlijnsche doctor Fritz Arnheim
die de Histoire de Belgique" in het Duitsch
heeft vertaald vertelt in dat feestnum
mer, dat de student Pirenne niet alleen aan
zijne vertrouwdheid met het
Studentenkomment" en zijne bedrevenheid in het
commandeeren van een Salamander", maar
vooral aan zijne populariteit onder zijn
medestudenten de onderscheiding te danken
had, die bij menschenheugenis aan geen
buitenlandschen Vereinsbruder" te beurt
was gevallen, nl. om te worden gekozen
tot Chargierter".
Bekende Duitsche historici von Below,
Rachfahl, Bresslau, hebben bij Pirenne's
jubilee van hunne hoogachHng en sympa
thie getuigd.
Van mannen als Fredericq en Pirenne is
het niet aan te nemen, dat zij zich verzet
zullen hebben tegen wat naar oorlogsrecht
van hen mocht worden geeischt. Zoo zij
gehoorzaamheid hebben geweigerd, dan moet
hun iets bevolen zijn, dat zij naar eer en
geweten niet mochten doen.
Maar wat dan?
Het vermoeden ligt voor de hand, dat zij
geweigerd hebben hunne medewerking te
verleenen tot de stichting der Duitsche
Vlaamsche Hoogeschool te Gent.
Paul Fredericq was een van de leiders der
Vlaamsche beweging, wier geschiedenis hij
heeft geschreven. Een Vlaamsche hooge
school was ook zijn ideaal; verscheiden
jaren geleden reeds zond hij mij geregeld
een weekblad toe, dat hiervoor propaganda
maakte.
Maar Paul Fredericq behoorde niet tot die
verdwaasden, die de idee van de taal boven
die van de natie stellen. Een Vlaamsche
Hoogeschool had hij van de Belgische regee
ring willen krijgen, niet van de Duitsche;
de liefde van de Duitschers voor de Vlaam
sche beweging zal hem een gruwel geweest
zijn, omdat hij hun het geweld niet vergaf,
dat zij aan zijn volk hadden gepleegd; op
een Vlaamsche hoogeschool, ontvangen als
geschenk uit de handen van het Duitsche
gouvernement in België, zal hij de inscriptie:
Leuven, Dinanr, Andennes, hebben gelezen.
Indien Paul Fredericq in de gevangenschap
is weggeleid, omdat hij geen professor heeft
willen zijn aan een Vlaamsche Hoogeschool,
waarvan hij toch jarenlang een voorvechter
is geweest, moge dit een blos van schaamte
doen rijzen op het gelaat van zulke Neder
landers, die het heulen van Vlamingen met
Duitschers in de hand werken!
Pirenne is geen Vlaming, maar van ge
boorte een Waal, uit Luikerland; voor een
Vlaamsche hoogeschool heeft hij nooit ge
ijverd; ik heb hem nooit anders dan Fransch
hooren spreken.
Maar een minachter van de Vlamingen is
hij niet. Hij weet te goed, dat het karakter
TER DAM Kcmmltó. ?
HAAG. niMftMWM! 30?'
functie vervult, prof. R. H. Saltet, die onder
voorzitter en dr. J. G. Gohl, die penning
meester is, dr. d'Ailly die vele jaren als
directeur van de koepokinrichting zijne beste
krachten daaraan wijdde en opgevolgd werd
door den het vorig jaar helaas! overleden
dr. G Dornseiffen; dr. Idsinga, die lang
onder-directeur der inrichting was; om van
vele anderen te zwijgen.
De taak van het genootschap is het
bereiden en in voorraad houden in de
koepokinrichting van krachtig werkzame
koepokstof en het gelegenheid geven tot
kostelooze inenting en herenting, welk laatste
deel zijner taak het in normale omstandig
heden in drie zittingen per week, op ver
schillende plaatsen der stad gehouden, ver
vult.
Veel belangrijks heeft het genootschap in
dien tijd medegemaakt; en in tijden van
pokkenepidemie zal het er vroeger, toen het
nog niet mogelijk was, veel stof in voorraad
te hebben, wel eens erg om gespannen heb
ben. Bij menschenheugenis echter is het
nog niet voorgekomen, dat bijna de geheele
bevolking onzer stad zich in l a l Va week
wenscht te laten inenten en dit doel ook
bereikt.
Als de koepokinrichtisg dan ook in staat
is geweest, aan dien wensch te voldoen,
dan is dit in de eerste plaats te danken aan
den vorigen directeur, dr. G. Dornseiffen,
Foto Het Leven"
De stormloop van het publiek op de, voor de inenting aangewezen, lokalen: Turngebouw Marnixstraat en
Openbare school Marnixstraat hoek Nieuwe Egelantiersstraat
van het Belgische volk is gevormd door de
vermenging van Fransche en Germaansche
beschavingselementen: Van hem is terecht
gezegd: Ne wallon, d'une allure et d'une
vivacitétputes francaises, habitant la
Flandre depuis longtemps, unissant dans une
harmonie parfaite les cultures franc.aise et
germanique, M. Pirenne est, entre les races
flamande et walonne, undecestraitsd'union
iiiiiiiiMiiiiiiim
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiii
ONS JANNEKE VAN DAM"
Liedeke bestemd voor het Tweede
Zangbundelke voor het Nederlandsche Leger.
Uit te geven op last van den
MINISTER VAN OOKLOG
Daar ginder bij het meuleke
Woont Janneke van Dam.
Ze heeft geen leutig veulenke
Geen schaapke en geen lam.
Ze kent geen algebraatje
Geen mathematicaatje
Ons
Honneponnig Janneke,
Schenkt biertjes in het kanneke,
Bakt koekskens in haar panneke,
Ons Janneke, ons Janneke,
Ons Janneke van Dam.
Ze draagt geen zij' japonneke
Ons Janneke van Dam.
Ze kust geen net baronneke
Ze heeft geen gouden kam.
Ze. zingt geen hooge ceetje
En Fransch kent ze geen beetje
Ons
Honneponnig Janneke,
Schenkt biertjes in het kanneke,
Bakt koekskens in haar panneke,
Ons Janneke, ons Janneke,
Ons Janneke van Dam.
Al draagt ze houten klompekens
Ons Janneke van Dam.
Al zijn haar rokjes lompekens
En is haar handje lam.
Al heeft ze geld noch goedje
Noch lappeke, noch hoedje
Ons
Honneponnig Janneke,
Schenkt biertjes in het kanneke,
Bakt koekskens in haar panneke,
Ons Janneke, ons Janneke,
Ons Janneke van Dam.
En komt er een soldateke
Bij Janneke van Dam.
Dan maakt ie lief een prateke
Met Janneke van Dam.
Dan zegt hij goffie mopke
En vraagt een lustig propke
Want
Honneponnig Janneke,
Schenkt biertjes in het kanneke,
Bakt koekskens in haar panneke,
Ons Janneke, ons Janneke,
Ons Janneke van Dam.
Nadruk aanbevolen!
Betoonzetting aangeboden!
Vertolking toegestaan!
Verveling verzekerd!
door
[iiMiiiiliiiinilltllllinili
die, geleid door zijne studiereizen naar de
inrichtingen in het buitenland, het beste,
wat hij daar waarnam, naar ons land heeft
gebracht en ons heeft geleerd, t e
koepokstof' te bereiden van groote werkzaamheid
en hoe die stof lang te bewaren zonder dat
zij die werkzaamheid verliest. En het is
wellicht wel de moeite waard, hieromtrent
eens iets meer te vertellen, dan wat iedereen
weet: dat de entstof tegen pokken van het
kalf komt.
Geheel waar is dit ook reeds niet meer.
Want hoewel voor het inenten van menschen
uitsluitend stof van kalveren afkomstig wordt
gebezigd, komt er bij de bereiding nog een
ander dier te pas en wel het konijn. Tot
voor weinige jaren werd de stof steeds van
kalf op kalf voortgekweekt; maar daarbij
bleek hare werkzaamheid, wat men met een
wetenschappelijk woord virulentie noemt,
dikwijls zeer spoedig te verminderen, ja
soms geheel onverwachts te verdwijnen.
Men kwam toen op het denkbeeld bij de
koepokstof toe te passen een feit, dat men
in soortgelijke omstandigheden bij ander
materiaal had waargenomen, nl. dat de vi
rulentie bij verandering van voedingsbodem
soms stijgt. Dit in de praktijk toe te passen
was niet moeilijk, daar zeer vele dieren
(apen, paarden, ezels, kameelen, lama's,
geiten, konijnen, honden, zwijnen enz.) voor
de vaccine gevoelig zijn. Om voor de hand
liggende redenen, verdient het konijn de
voorkeur. En zoo wordt nu in onze inrich
ting telkens een konijn ingeënt met pokstof
van een kalf en de van het konijn verkregen
stof weer gebruikt om een kalf in te enten.
De voortdurende kringloop is dus: kalf,
konijn, kalf, konijn enz. met als zijketen aan
het kalf: de mensch. Trouwens men zoude
ook de konijnenstof (?lapine") of stof van
andere dieren direct op den mensch kunnen
aanwenden, zooals Voigt in Hamburg met
uitstekend resultaat heeft gedaan en zooals
ook in het desbetreffend Koninklijk Besluit
ten onzent is toegestaan. In Tonkin wordt
stof van buffels gebruikt, in Zuid-Amerika
stof van lama's, in sommige Fransche kolo
niën kameelenstof.
Als curiosum vermeld ik nog, dat eenige
jaren geleden in onze inrichting een ezel is
gebruikt om stof te verkrijgen voor inen
ting van het kalf. Die ezel werd door ons
gekocht, de rug werd geschoren en ingeënt
en bracht een flinke hoeveelheid goed
virulent materiaal voort; daarna is Hans, die
ieders lieveling werd, nog verscheidene
maanden bij ons gebleven, ons budget zwaar