De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 2 april pagina 3

2 april 1916 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

2 April '16. No. 2023 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND OOSTERBEEK MEUHLEER1NGEN iitniiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiMi nécessaires a la formation et a la cohésion morale de la patrie beige." Hij is een Belg, die het recht van bestaan van een tweetalig en tweestammig volk heeft verdedigd in zijn brochure La nation beige", door hem geschreven vór hij zich zette tot het samenstellen van zijne Histoire de Belglque". Hij wilde, dat zijn volk zich bewust weid van zijn bestaansrecht voor het heden, opdat het er kracht en moed uit zou putten voor een betere toekomst. Het wezen van het Belgisch volk vond hij in de vermenging van Germaansch en Romaansche cultuur, waaruit een nieuwe cul tuur ontstond, die met beide trekken ge meen toch een eigen gestalte had. De taak, die aan het tweetalige en tweestammige België en de gemeenschap der volken is toegewezen, is volgens hem: die van be middelaar tusschen Germaansche en Romaansche beschaving; daarom streve het Belgische volk er naar, zich naar geen van beide zijden af te sluiten, maar ontvankelijk te blijven voor den invloed van hier en van ginds, om er zijn eigen individualiteit door te versterken. Zoo is Pirenne ten slotte noch Waal, noch Vlaming, maar: Belg. Een Belg, die ge krompen zal hebben van pijn, toen zijn natie vertreden werd onder de plompe voeten van Duitsche soldaten; die pok aan zijn vroegere Duitsche vrienden niet verborgen niiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiiiiiMiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiH belastende, tot zijn haar weer was aange groeid en toen is hij niet onvoordeelig weer van de hand gezet. De scène van het ver voer van den langoor vanaf het station naar onze inrichting zal menigen Amsterdammer, doch zeker onzen conciërge, onvergetelijk blijven. Door de inschakeling van een ander dier bij de bereiding van pokstof blijft de virulentie nu zonder verzwakking op goede hoogte, zoodat aan onze inrichting steeds bij uitstek werkzaam materiaal wordt be reid. J3at echter ook bij deze methode tegen vallers niet zijn uitgesloten, is duidelijk, als men bedenkt, dat men hier met een biolo gisch proces te doen heeft. (Biologisch proces is een geleerd woord voor: proces, waarvan wij het naaste niet weten, doch klinkt deftiger en spaart ons die onaange name bekentenis, die ons anders al te dikwijls van de lippen moest.) Onmiddellijk nadat het kalf afgeënt is, wat vier dagen na de inenting geschiedt, wordt het naar het abattoir vervoerd en ge slacht. Alleen als het sectierapport, dat ons door den Directeur van het abattoir, Dr. Y. van der Sluis, wordt verstrekt, volmaakt gunstig luidt, wordt de stof verder bewerkt en in gebruik genomen. Andeis wordt zij vernietigd, zooals nog de vorige week met stof van een kalf moest geschieden. En wat dat zeggen wil, kan men begrijpen, als men verneemt, dat n kalf onder gunstige om standigheden wel voor 40,000 a 50,000 en tingen stof kan leveren. Daar echter de slager, die ons de kalveren verhuurt, de op dracht heeft, ons slechts gezonde, krachtige dieren van eerste kwaliteit te leveren en bovendien Dr. van der Sluis alle voor ons bestemde kalveren vooraf inspecteert, behooren dergelijke tegenvallers gelukkig tot de groote zeldzaamheden. De van het kalf afkomstige entstof wordt met een mengsel van glycerine en water vermengd en in een bijzonder daarvoor geconstrueerden molen, die bij ons door water kracht wordt gedreven, fijn gemalen. Doordat zij in een bevrieskast wordt bewaard, waarin door afwisselende lagen ijs en zout voort durend eene temperatuur van 10?12" onder nul heerscht, blijft hare virulentie, die bij gewone temperatuur vrij spoedig door gly cerine wordt aangetast, langen tijd behouden; wij hebben reeds met het beste gevolg stof van 2Vg jaar oud aangewend, dateerende van het eerste in gebruik stellen van onzen frigolo (zoo heet de bevrieskast). En zoo zijn wij nu in staat, ten allen tijde groote BOUWT TE NUNSPEET MOOIE BOSCHRIJKE TERREINEN SPOOR, TRAM, ELECTRISCH LICHT, TELEPHOON INLICHTINGEN Mij. DE VELUWE" VRAAGT TANDMIDDCLCr* TAMINIAÜ'S ? JAM ? - American -Eau de Cologne wordt het MEEST gevraagde Merk. Ifflp.: JEAN MULDER, Sloterdijk. J. S. MEUWSEN. HOFLEVERANCIER. Hoeden en Mode Magazijnen. AMSTERDAM. Leidschestraat 4, Beurspassoge h. Damrak, Damstraat hoek Nes, Doelenstraat hoek Achter burgwal. ROTTERDAM. Mosseltrap 3, Boymansstraat 3. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii zal hebben, dat het tafellaken tusschen hem en hen was doorgesneden. In een brochure van Karl Lamprecht, na diens dood uitgegeven (Deutsche Zukunft Belgien) prijst hij als stelsel aan, dat de Duitschers de Belgen voor zich moeten trachten te winnen, door te toonen dat zij hart voor hen hebben (speciaal voor de Vlamingen!). Maar hij voegt daaraan toe: Die wirklich führenden Schichten sind einstweilen noch nicht zu haben. Sie verleugenen jede Freundschaft, die sie mit Deutschen gehabt haben, und ich weisz, daszmansich vor seinen Deutschen Freunden verleugnet nat, wenn diese auch nur Anstandsbesuche machen wollten". Het zou mij niet verwon deren, als de gesloten deur, waarvan Lamprecht hier met eenige bitterheid spreekt, die van Pirenne geweest was. Maar Pirenne zal niet naar het Gefangenenlager" te Crefeld zijn gebracht, omdat hij Lamprecht of welken vroegeren Duitschen vriend ook niet wilde ontvangen. Waarom dan wel? Omdat hij geweigerd heef t college te geven aan een Duitsche Vlaamsche hoogeschool? Staat daar gevangenschap op? Het Duitsche bestuur in België weet, wie Pirenne en Fredericq zijn, en dat hunne namen in de kringen der historici van vele landen geëerd worden. Zulke mannen brengt men niet naar een Gefangenenlager", zonder dat bekend wordt gemaakt, aan welk misdrijf hoeveelheden goed virulent materiaal in voorraad te hebben en te houden; daardoor alleen was het ons mogelijk, aan de over stelpende aanvraag der laatste weken het hoofd te bieden. Naar gelang der behoefte wordt de stof met behulp vaneen, al weer door waterkracht gedreven toestel in glazen buizen van ver schillende diameter geperst, welke buizen dan aan de blaasvlam worden dichtgesmolten en daarna verder in den frigolo worden be waard. Dit vullen en toesmelten der buizen maakte in de laatste weken het onafgebroken, tot laat in den nacht voortdurende, werk noodig van een drietal hulpkrachten. Dat er in de afgeloopen weken aan de koepokinrichling buitengewoon hard, en in den letterlijken zin van het woord dag en nacht gewerkt is, zal men wel willen gelooven als men even de volgende cijfers nagaat: in het jaar 1915 zijn door het ge nootschap verricht 5227 inentingen en 436 herentingen, dus samen 5665. Alleen op Woensdag 15 Maart zijn door het genoot schap op 2 plaatsen (aan het Turngebouw aan de N. Passeerdergracht en aan de school letter E in de Marnixstraat) ingeënt ruim 10500 personen, dus op n dag bijna het dubbele van het aantal entingen in het geheele vorige jaar. Op 26 Maart 1915 bedroeg het aantal ver zendingen van stof van af l Januari nog geen 400. Op 26 Maart 1916 waren 3412 verzendingen geschied. ledere post bracht een grooten stapel aanvragen, die allen steeds denzelfden dag werden geboekt en ver zonden. Bovendien liep het den geheelen dag af en aan van doktoren en hunne afge zanten, die om stof kwamen vragen. In het geheele jaar 1915 werd verzonden stof voor 46737 personen, tot op 26 Maart 1916 was stof voor bijna 300,000 personen verzonden. Hierbij zijn niet gerekend de hoeveelheden, die voor de massaentingen van wege het Genootschap en van Gemeentewege gehou den, werden gebruikt. Alleen door het in dienst nemen van veel extra-personeel en door de koepokinrichting, die in normale omstandigheden ook wordt gebruikt als ge legenheid voor kostelooze inenting, uitslui tend te bestemmen voor de bereiding en verzending van koepokstof, kon aan de buitengewone eischen, die aan de inrichting werden gesteld, zóworden voldaan, dat ieder geneesheer op tijd de door hem aan gevraagde hoeveelheden verkreeg. Terloops wil ik hier nog even zeggen, dat ook op de drukst bezochte massaenting F. VAN OER HEIDE HILVERSUM 's-Grravel.weg. Telef. 1150 Artistieke Meubileering SPECIALE ONTWERPEN DE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts ?1.65 per kwartaal zij zich schuldig hebben gemaakt. Tot dus verre is dit niet geschied. Blijft het Duitsche bestuur in België dit verzwijgen, dan zal het daardoor het vermoeden versterken, dat Fredericq en Pirenne zijn gestraft, omdat zij geweigerd hebben iets te doen, wat streed met hun gevoel van eer. 29 Maart 1916. G. W. KERNKAMP. Meer Uitgebreid Lager Onderwijs te Amsterdam. (Ingezonden) Als belangstellende in onderwijszaken zou ik, naar aanleiding van het schrijven van den heer Th. M. Ketelaar over bovengenoemd onderwerp in het nummer van Zondag 30 Januari j.l. gaarne het volgende opmerken. Het lijkt mij, dat de Gemeente Amster dam, die al zooveel voor het onderwijs van de kinderen harer inwoners doet, niet mag nalaten, naast hare Hoogere Burgerscholen en haar Gymnasium, een voldoende aantal volledige M. U. L. O.-scholen te stichten. Zooals uit de mededeelingen van den heer Ketelaar blijkt, voldoen de twee-jarige vervolgklassen niet aan de behoefte aan voortgezet onderwijs van hare leerlingen. Slechts twee vreemde talen worden daar onderwezen, en zoo zijn de leerlingen ge dwongen, willen ze later een behoorlijke iedere persoon met een afzonderlijk geste riliseerd lancet werd ingeënt, dus nooit 2 personen achter elkander met hetzelfde instrument. Indien men mij nu vraagt, of inderdaad al die drukte noodig was en of het niet wat druktemakerij is geweest, dan antwoord ik, wat ik ook tot mijne patiënten zeide, als zij mij vroegen, of ik hun aanraadde, zich ook aan de herenting te onderwerpen, nl.: het individueele gevaar is voor ieder der ruim 600,000 Amsterdammers betrekkelijk gering, waar tot nu toe ternauwernood 30 menschen zijn aangetast. Intusschen, niemand weet, wie de volgende zal zijn, gij, ik, of een ander. Waar nu verder het economische nadeel, dat een geval van pokken met zich mede brengt, door het stopzetten van het beroep, het sluiten der woning en het opnemen van het geheele gezin in het Ziekenhuis, zoowel voor den enkeling als voorde gemeenschap zoo buitengewoon groot is en wij door in enting van een zoo groot mogelijk deel der bevolking den bodem voor het pokgif in Amsterdam onvruchtbaar maken, terwijl die inenting zelve zoo goed als geheel onge vaarlijk is, moet ik u den raad geven: laat u inenten". Juist in dat laatste moment zie ik het groote nut van de inentingswoede, die geheerscht heeft; in Amsterdam was het overgroote deel der inwoners slechts n maal in de prilste jeugd ingeënt; nu zijn bijna allen opnieuw gevaccineerd en al zal de beschutting wellicht niet in alle gevallen afdoende blijken (immers verschillende oor zaken kunnen eene inenting doen mislukken), in den regel zal zij blijken voldoende te zijn geweest. Hoelang duurt nu de beschuttende kracht der inenting? Vaststaande getallen daarvoor kan men niet verstrekken, doch de eerste geslaagde inenting geeft zeker wel eene 5 tot 10 jaren, ja niet zelden veel langer, soms het geheele leven durende immuniteit. Als na eene met goed virulent materiaal uitgevoerde herenting niets of zoo goed als niets opkomt, bewijst dat alleen, dat de gerevaccineerde op dat oogenblik nog im muun was, dat wil zeggen onvatbaar voor de besmetting. Hoe lang die onvatbaarheid zal bestaan, kan niemand voorspellen. Hun, bij wie niets is opgekomen, mag dus worden geraden, zich bij een volgende epidemie of als de tegenwoordige lang blijft bestaan, nogmaals aan de herenting te onderwerpen. Komen er duidelijke pokpuisten op, dan is dit vermoedelijk wel het bewijs, dat de immuniteit grootendeels verloren was ge MCTZf&'CO eeNice veRTeceiswooRDiceRs VAM INALLeSTIJLCM coMPLere HUISIMRICHTING MCUBCLMAKCRS LeiDSCHeSTRAAT AMSTSRDAM l ^BBBBBBBBBBBBBBBBBBtt BVf &&&&. &.&&.&:&&??£:?&?&?&?&.?&();!& tt'f! m EENIGE SPECIALITEIT KB g KRlMPVRIjE il GEZONDHEIDSKB § g|ONDERGOEDEREN §g Bk Nederlandsch Fabrikaat |g lïTRicoTHUlSi «BBBBBBBBBBBBBBBB betrekking verwerven, in de voor ons Hol landers noodzakelijke, derde taal extra-les te nemen. Bovendien is een twee-jarige cur sus te kort, drie jaren zijn amper voldoende, om een behoorlijke hoeveelheid leerstof goed te doen verwerken. Uit het groote aantal kandidaten, dat zich telken jare voor de vervolgcursussen aangeeft, blijkt vol doende de groote behoefte aan voortgezet onderwijs, buiten de drie- of vijf-jarige middelbare scholen. Ouders, die hun kinderen gaarne naar een M. U. L. O.-school zouden zenden, maar beseffen, dat het leerplan der vervolgcur sussen maar twee leerjaren en twee vreemde talen omvat, zijn nu wel, tegen hun zin, en vaak met de wetenschap, dat het gesukkel zal geven, gedwongen, hun kinderen naar de middelbare school te zenden. Lang niet alle kinderen zijn geschikt voor het middelbare onderwijs. Een bewijs daarvoor is wel, dat van de 100 leerlingen, die op 12 a 13 jarigen leeftijd tot de H. B. S. worden toegelaten, er niet meer dan een 25-tal het einddiploma halen. Dat pleit niet tegen de school; het bewijst alleen, dat een aanzienlijk getal leerlingen niet op hare banken behoorde plaats te nemen. Dat aantal, waaronder heel ijverige jon gens en meisjes voorkomen, voor wie het echter, om hun aanleg, noodzakelijk is, een meer naar hun behoeften ingericht leerplan iiiiMiimiiiiiimimilM gaan, hoewel men niet mag vergeten, dat bij de inenting een veel grootere hoeveel heid virulent materiaal, en dat wel op eene plaats, in het lichaam wordt gebracht, dan ooit bij besmetting, althans in normale om standigheden, zal plaats hebben. Maar met zekerheid kan men aannemen, dat eene wel geslaagde revaccinatie weder voor een reeks van jaren onvatbaar maakt voor pokken, of dat, als men dan al de ziekte krijgt, deze in den vorm van gewijzigde, dat wil zeggen lichte, goedaardige pokken zal verloopen. Ik meen hiermede het voornaamste ver meld te hebben, wat den lezers van dit blad belang kan inboezemen. Over de verschijn selen, het verloop en de besmettelijkheid der pokziekte heb ik met opzet gezwegen, daar de behandeling van dit onderwerp minder op mijn weg ligt en de uitnoodiging om iets over het actueele onderwerp te schrijven tot mij werd gericht in mijne hoedanigheid van directeur der koepokin richting. Ik zoude dan nu ook kunnen ein digen, indien ik niet nog even in het licht wilde stellen de krachtige hulp, die het ge nootschap in zijn streven, zooveel mogelijke Amsterdammers in te enten, van verschil lende zijden heeft ondervonden. In de eerste plaats wensch ik hier hulde te brengen aan de hartelijke, krachtige medewerking, die wij, de onder-directeur dr. J. van Roojen en ik, van het Gemeentebestuur, in casu den betrokken wethouder, mochten ondervinden. Op dien eersten gedenkwaardigen Maandag, den 13en Maart, toen op het alleronverwachtst de Amsterdammers dus wel eens gebruik wilden maken van de hun reeds 8 weken lang geboden gelegenheid (en het zal wel altijd een psychologisch raadsel blijven, waarom toen opeens die furor vaccinari begon en waarom die in de epidemie 1903 1904, die veel meer slachtoffers maakte, ten eenenmale ontbrak), toen zij in dichte drom men naar het stadhuis optrokken, waar wij ternauwernood op een paar honderd rekenden en voor eenige duizenden kwamen te staan, op dien dag was dr. Jiüa aanwezig en chassez Ie naturel, il revient au galop pakte zelf mee aan. In de herhaaldelijk, soms laat in den nacht met hem gehouden conferenties was'steeds al zijn streven erop gericht, om alles zoo krachtig en flink mo gelijk aan te pakken, de zaak zoo goed mo gelijk te regelen. Toen op Maandag den 20en Maart bleek, dat een honderdtal per sonen, waaronder vele vrouwen met kinderen, de aankondiging, dat vooreerst geen vacci natiebewijzen werden afgegeven, niet had MEDDENS S.B. gereed en naar maat vanaf r «s.-. Coupeur-reiziger te ontbieden. 11 nMiiiiiimmiiiiiiiiniiiiMHiiiiiiimiiii IIIHIIIIIIIIIHIIIIMIIIIIIHIIIIIIIIIIII te volgen, behoort op een M. U. L. O-school, een school, die in drie jaren een minder uitgebreide, maar afgeronde hoeveelheid leerstof afwerkt. Deze school kan zich ge heel richten, naar hetgeen haar leerlingen noodig hebben. Zoo zal de eene zich er op toeleggen, voor te bereiden voor het M.U.L.O. diploma, een diploma, dat nu reeds toegang geeft tot verschillende betrekkingen, zoowel als tot meerdere vakscholen; de andere zal er meer op aansturen, die kennis te doen verwerven, die op kantoor of werkplaats wordt vereischt. Dat zal nog te meer kun nen, wanneer de wetgever, zooals overwogen wordt, de vakken van het meer uitgebreid lager onderwijs aanvult met wat boekhouden en handelskennis. Dat soort school, dat op vele plaatsen in ons land in een wezenlijke behoefte voorziet, dat in vele handels- en nijverheidscentra bloeit naast de beide soorten Hoogere Bur gerscholen, ontbreekt bij het openbaar onder wijs te Amsterdam, terwijl er toch werkelijk groote behoefte aan bestaat. Het is dan ook haast niet te denken, dat het gemeentebe stuur der hoofdstad langen tijd kan weigeren, die leemte aan te vullen. B u)s s u m P. HOFSTEDE Het feuilleton MASIRO" vinden de lezers dit keer op pag. 5. gelezen, trok Wethouder Jitta, met een paar studenten, aan het hoofd van dien drom naar het stadhuis, hield daar persoonlijk de revisie en verstrekte ons de gegevens, zoodat teleurstelling werd voorkomen. Wij zijn hem inderdaad grooten dank verschuldigd. Tal van geneesheeren, wier arbeid dit toeliet, stelden zich geheel belangeloos te onzer beschikking om op de middag- en avondzittingen hulp te verleenen. Dat die hulp dankbaar werd aanvaard, behoeft wel nauwelijks gezegd; wij worden echter door de Gemeente in staat gesteld, voor het dikwijls zeer zware werk (het inenten van een 1500 personen dór n dokter op n middag is uiterst zwaar en vermoeiend werk) een passend honorarium te verleenen. Ook werd onze taak zeer verlicht, doordat de directeuren van Wilhelminagasthuis, Bin nengasthuis en Onze Lieve Vrouwegasthuis zich met een gedeelte van hunnen staf, assistenten en verplegend personeel, bereid verklaarden zittingen voor inenting te hou den, de beide laatsten aan hunne Inrich tingen, de eerste iederen avond in het Universiteitsgebouw. En verder doordat de directeur van den gemeentelijken genees kundigen dienst afzonderlijk zitting heeft gehouden en doen houden voor het gemeentepersoneel en hunne gezinnen en bovendien in verschillende ver van het centrum gelegen buurten gelegenheid tot inenting heeft geopend. Ten slotte wil ik hier nog onze zeer groote waardeering uitspreken voor de krachtige en intelligente hulp, die wij van de politie mochten ondervinden. Voor een groot deel is het daaraan te danken geweest, dat alles zoo goed heeft gemarcheerd, en inspecteur Quanjer van het Jonas Daniel Meijerplein in het Panorama, zoowel als inspecteurs Glasius en de Vries Hu mei van het Leidscheplein in het Turngebouw hebben ons bij de dagelijksche zittingen ter zijde gestaan en geholpen op eene wijze, die boven mijn lof is verheven. Op het oogenblik, dat ik deze regelen schrijf, luwt het wat met de drukte; ver moedelijk is wel dat deel der bevolking, dat iets voor de inenting voelt, onder het lancet geweest. Van harte hoop ik, dat nu het nut van al dit werk zal mogen blijken uit een spoedig uitsterven der pokken in onze gemeente. Dr. D. H. KOETSER

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl