Historisch Archief 1877-1940
?i'v.'
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
8 April '16. No. 2024
fr
fe
!t
l'
E./
'
De buste van nu wijlen T. M. C. Asser,
uitgevoerd door prof. Odéte Delft. Het
. borstbeeld wordt heden in de Universiteit
te Amsterdam onthuld
IIIIUIIIMIIIIIIIIIIIIIlllllllirillllllllll
Das Deutsche Volk and die Politik *) en
die vooral om de wijze waarop zij gedaan
wordt, onze volle belangstelling verdient.
Preuss behandelt de vraag, die het
leitmotief" van zijn gansche boek vormt:
«waarom is het Duitsche volk internationaal
zoo weinig bemind?", met den moed van
den politieleen en psychologischen onderzoe
ker, naar de diepere oorzaken van de geheel
eigenaardige, vooral politieke positie, die
Duitschland en dientengevolge ook het
Duitsche volk inneemt onder de andere
machten van het westelijk Europa en zijn
internationale onbemindheid.
Dat wij ons, zegt hij, daar buiten in de
wereld in geen bizondere sympathie hadden
te verheugen, hebben wij altijd wel geweten
en het meestentijds beantwoordt met een
schouderophalen. Doch wat wij thans aan
wantrouwen en antipathie tégenover Duitsch
land moesten beleven en dat niet enkel
bij de met ons in openlijke vijandschap
staande volken, maar ook bij haast alle
neutrale, dat overtreft wel verre de mate
van onbemindheid, waarover zelfs de sterke
bij ons met een lachend gemoed zich zou
durven heenzetten," bladz. 15.
Deze politieke antipathie tegen Duitsch
land, wordt van zulk een sterke inter
nationale strooming gedragen, dat zij de
publieke meening, ook in die staten zeer
belangrijk beïnvloedt, die door een koel
afwegen hunner eigen belangen geleid sinds
lange jaren aan den kant van Oostenrijk en
Dultschiand hebben gestaan," bladz. 18.
Preuss die (Je vraag van vél verdere
strekking acht, dan het zich bepalen tot
datgene wat in dezen oorlog zelf is ge
beurd, hoort het antwoord dat men van
buiten Duitschland, van de zijde zijner
tegenstanders nl. hierop te geven heeft
dan ook al : het is het Prulsisch-Duitsche
militarisme". Maar dit is voor hem niet dan
het Schlagwort", in dezen oorlog uitge
vonden, waarmede zij tegen Deutschland
meenen te velde kunnen trekken die zich
met Rusland hebben verbonden. Als be
lachelijkheid kon dooden, dan zou dit beeld
het hebben kunnen doen : dat land van vloek
en jammer, die eeuwige vredesverstoorder
van de wereld ia een heilig verbond voor
*) Pol. Kbliothek, Band XIV. Eugen
Dledrich's Verlag in jena. 3 und 4Tausend.
tllllllIJHJIIJIIllllllllllllllHHHtlllimitlllMMiniMMIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIII
De Kunstmestvoorziening en
hare moeilijkheden
De wetenschap, welke stoffen de planten
voor hare voeding aan den bodem ontleenen,
is van betrekkelijk recenten datum. Men is
daaromtrent hoofdzakelijk eerst tusschen de
jaren 1840 en 1880 tot klaarheid gekomen.
Vór deze periode was men van meening,
dat de humus het plantenvoedende bestand
deel van den bodem was. De nieuwere
onderzoekingen leerden echter, dat de kool
stof, waaruit de humus grootendeels bestaat,
door de planten uit de lucht wordt getrokken,
doch dat het plantenlichaam verschillende
minerale bestanddeelen bevat, die door den
bodem moeten worden geleverd evenals in
de meeste gevallen de stikstof.
Aan het eind van even genoemd tijdvak
stond dan ook vrij wel vast, dat door de
bemesting hoofdzakelijk Ara//, phosphorzuur
en stikstof aan den grond moeten worden
toegevoegd. Hiermede was de weg geëffend
voor het doelmatig gebruik van kunstmest
stoffen, die sedert, dank zij de ontwikkeling
van de Industrie en het transportwezen, den
landbouwer in groote hoeveelheden werden
aangeboden.
Van dit aanbod is door de Nederlandsche
landbouwers, geleid door de hun van
Regeeringswege in ruime mate geschonken voor
lichting, al heel spoedig een gretig gebruik
gemaakt.
Terwijl omstreeks 1890 het
kunstmestgebruik hier te lande nog onbeduidend was,
kan men thans zeggen, dat, speciaal op de
lichtere gronden, de landbouw steunt op
den kunstmest en het ontbreken daarvan
het geheele bedrijf zou desorganiseeren.
In den laatsten tijd is in het
Landbouwverslag om de drie jaren eene zorgvuldig
opgemaakte statistiek gepubliceerd inzake
den langs coöperatieven weg aangekochten
kunstmest. Deze statistiek leert, dat die
aankoop eene waarde vertegenwoordigde:
politieke vrijheid en volkerenvrede!"
Hoe kon echter, vraagt hij zich af, deze
meening van buitenaf zoo vast inwortelen,
dat zoo goed als nergens in de internationale
openbare meening, eenigen twijfel daarom
trent heeft kunnen opkomen? En dat, in
weerwil van het brutale feit van het bond
genootschap met Rusland ? "
Maar dan, zijn er voor deze internationale
stemming de wortels in de historische poli
tieke ontwikkeling wel te vinden, luidt de
andere vraag. Wie onder het Duitsche volk
deze probleemstelling zou willen beant
woorden met de hooghartige bewering,
wat kan ons de meening van anderen
schelen, het is genoeg dat ons goede
duitsche zwaard de aanvallen onzer vijanden,
hoe talrijk die ook zijn mogen, weet te niet
te doen," stuit bij Preuss op het resolute
wederantwoord: .deze, onze als altijd weer
deugdelijk gebleken krijgshaftigheid behoort
het woord der staatsmanswijsheid niet te
doen vergeten, dat men met bajonetten
alles kan doen, niet erop zitten!"
Het streven naar politieke zelfkennis ver
zwakt niet, maar staalt de nationale kracht.
En niet hiernaar hebben wij te vragen, of
wij het anderen wel naar den zin hebben
gemaakt, maar naar de
ontwikkelingsvoorwaarden van onze eigen nationaal-pplitieke
individualiteit, in den ouden en den nieuwen
tijd."
Dit zielkundig-politieke onderzoek naar
den aard der Duitsche politieke individua
liteit, vormt de hoofdwaarde van dit goede
boek in een voor Duitschland zoo kwaden tijd.
Het is het onderzoek naar het wezen van
die onloochenbare volksaard, die tegelijk de
volkskracht en de zwakte van de politieke
individualiteit in de geschiedenis
vanDuitschland (hebben gevormd, hetwelk Preuss als
het anders-zijn" van het Duitsche volk, dan
de andere hem omringende beschaafde
volken betitelt en de vraag die hierop van
zelf volgt: of dit anderszijn ook tevens is
een beter zijn".
Het onderzoek naar de kennis dezer eigen
schappen leidt hem tot de definieering van het
Duitsche politieke volkstype, zijn tegen
stelling van organiseerbaarheid en zelf
organisatie als de eigenschappen van zijn
nationale individualiteit."
Hare groote kracht vertoont deze organi
seerbaarheid op militair, daarnevens gedeel
telijke ook op economisch gebied. Hare
zwakke kant is het politieke gemeenschaps
leven, tenminste voor wat de moderne ver
houdingen aangaat. Bij de geschiktheid
tot zelforganisatie verhouden zich sterkte
en zwakte omgekeerd. Derhalve zijn wij
anders dan de meeste andere staatsvolken,"
bladz. 76.
Het Duitsche volk is hierom met zijn
groote organiseerbaarheid", in den grond der
zaak zulk een onpolitiek" volk gebleven.
Het volkomen gemis aan zelforganisatie"
daartegenover, heeft de persoonlijkheid van
meet-af geheel onderworpen gemaakt aan
den overheidsstaat", die door de gansche
geschiedenis van het Duitsche volk heen
tot diep in den modernen tijd toe, de leiding
van alle politieke organisatie heeft kunnen
bezitten, iedere politieke gemeenschapswil"
in zijn uitingen heeft kunnen verstikken en
de oorzaak van die eeuwenlange politieke
onmacht van het Duitsche volk zelf is ge
worden.
Van politieke macht, zoo luidt de bittere
erkenning, doet de Duitscher smarteloos
afstand; hij ontbeert haar niet, wijl hij haar
nooit heeft bezeten"
Zijn politieke vrijheid heeft de Duitsche
staatsburger zich nimmer zelf veroverd. Niet
in den staat zocht hij die vrijheid, maar
van den staat.
De Duitsche dichters en denkers waren,
meent Preuss, niet allen zoo overwegend on
politiek"; maar zooveel te sterker zij politiek
gevoelden, zooveel te duidelijker zijn zij zich
bewust geworden de zonen van een onpolitiek
volk te zijn, welks beste gaven zich niet in
maar buiten den staat ontplooien konden.
Daarom was het dan ook in zijn gansche
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiifiHiiiiimiiiiiiiiit
in 1904 van ? 6,132,000
1907 9,335,000 '
1910 11,624,000
1913 17,254,000
Hoeveel er buiten de coöperatie om wordt
aangeschaft, is niet met volkomen zekerheid
te zeggen. Men mag het er op grond van
verschillende aanwijzingen echter voor
houden, dat de coöperatieve aankoop 50 a
60 pCt. van den totalen aankoop bedraagt.
Hieruit volgt dus, dat de totale waarde van
den door onzen landbouw jaarlijks ver
bruikten kunstmest kan worden geraamd op
minstens 30 millioen gulden.
Zeer waarschijnlijk is er geen land, waar
zooveel kunstmest wordt gebruikt als hier
te lande. Wanneer wij bedenken, dat Neder
land groote uitgestrektheden weinig vrucht
bare gronden omvat en onze landbouw door
de geheele wereld den naam heeft zeer
intensief te worden gedreven, dan behoeft
dit geen verwondering te baren.
Eenigen tijd geleden publiceerde het Duit
sche Kalisyndikaat in het door dit lichaam
uitgegeven tijdschrift Die Ernahrung der
Pflanze" een kaartje, waarop de onder
scheiden landen van Europa met verschil
lende tinten waren aangegeven, al naar zij
kalimest verbruikten. Dit kaartje leerde.dat
het verbruik van zuivere kali per 100 H. A.
gecultiveerden grond bedroeg:
in Nederland. . . . meer dan 2000 K.G.
Duitschland 1000?2000
België ... . 500-1000
Schotland j
Noorwegen 250?500
Zweden |
Engeland en Wales
Oostenrijk
Zwitserland
Finland .......
Frankrijk
Spanje
Italië
Ierland
Rusland
Portugal
Hongarije
De Balkanstaten. .
100- 250
25- 100
O- 25
Uit deze cijfers blijkt dus, dat Nederland,,
wat het kaliverbruik betreft, bovenaan staat
en op grond van de in de bemestingsleer
bekende wet van het minimum is aan te
nemen, dat het met phosphorzuur- en
stikstofmest ongeveer evenzoo zal zijn.
geschiedenis, slechts een geven van den
overheidsstaat aan het volk.
Menige generatie van het Duitsche burger
dom, heeft het als de dichterlijke uitgebeelde
uitdrukking van een vermeend politiek zelf
gevoel harer ziel kunnen opvatten, dat de
beroemde scène tusschen markies Posa en
koning Filips, zijn toppunt vindt in den
voetval en de bede: geef vrijheid van
denken, Sire l"
Altoos stond het volk als de smeekende,
bij koener opwellingen zelfs als de eischende
den vorsten tegenover; tegenover de over
heid die alleen ten slotte te geven had.
Wat ook juist is. Want de vrijheid van den
staat kan werkelijk slechts de staat, d.i. de
overheid geven, de vrijheid in den staat
daarentegen moet genomen worden", blz. 89.
De wereldpolitieke machtspositie van
Duitschland ligt ten slotte voor Preuss, niet
in de eerste plaats in de overmacht van
Duitsche wapenen.
De bij onze tegenstanders zoo beroemde
generaal Von Bernhardi, zegt hij, zag het
gevaar voor Duitschlands toekomst in het
verslappen van den oorlogsgeest, waardoor
ons volk in zijn gansche geschiedenis heeft
uitgemunt. Dat zulke zorgen ongegrond
waren, zien wij thans. Maar deze krijgs
haftige deugden, in politieke om te zetten,
dat heeft het Duitsche volk in zijn verleden
nooit gekund.
Zal het dit ook {n de toekomst niet ver
staan? Hier, op pötlttek terrein, ligt de be
slissing over Duitschland's lot".
Tot ernstig nadenken moet dit boek in
Duitschland wel opwekken. Burgerdom en
volk kunnen zich aan de groote vraag van
Duitschland's binnenlandsche toekomst na
dezen oorlog, niet meer onttrekken.
Haar nu en dan zóte hebben gesteld, is
op zich-zelf een daad van moed.
Duikbootgeschut
Het vorige jaar Februari annonceerde
Duitschland den duikbootoorlog, meer spe
ciaal tegen handelsvaartuigen bedoeld en
thans heeft dit Rijk het noodig geoordeeld
dien zooveel kwaad bloed zettenden strijd
nog te verscherpen.
In verband daarmede zal het de lezers
van dit weekblad waarschijnlijk belang in
boezemen eenige bijzonderheden te vernemen
over het geschut, dat den duikbootcomman
danten hierbij ten dienste staat.
De vroegere, kleinere duikbooten beschik
ten alleen over torpedo's; de tegenwoordige,
grootere onderzeebooten hebben ook geschut,
aan boord. De redenen hiervoor zijn tweërlei.
In de eerste plaats heeft de strijd zich
behalve tegen oorlogsbodems, ook tegen de
handelsvloot gekeerd. Om tegenover die
handelsvaartuigen het doel te bereiken is
dikwijls dreiging met torpedeering voldoende
en waarom zou de duikboot dan een zeer
kostbare torpedo verschieten, die ze veel
beter tegen een oorlogsschip kan gebruiken?
Hoe vaak lezen we niet uit een verhaal,
dat de rencontre tusschen een duikboot en
een koopvaarder beschrijft, dat de onder
zeeboot begon met eenige schoten voor de
boeg van het handelsschip te lossen, waar
door de bemanning dermate geintimideeid
werd, dat ze ijlings het schip verliet.
Een tweede voordeel van kanonnen aan
boord te hebben, is, dat de duikboot nu
ook in staat is een harer grootste vijanden:
iiiHiiiHiiiiimiiiiiiiiiiiimiiiiiii!
Dit groote kunstmestgebruik heeft echter
eene schaduwzijde, die zich in dezen tijd in
sterke mate doet gevoelen, n.l. dat het onze
landbou w-product ie in hooge mate afhan
kelijk maakt van het buitenland. Het
overgroote deel van de verschillende kunstmest
stoffen toch moet hier worden ingevoerd.
Wat den stikstofmest betreft, speelt chili
salpeter, en daarnaast zwavelzure ammoniak,
de hoofdrol. Het chilisalpeter komt, zooals
bekend is, uitsluitend uit Chili. Onder nor
male omstandigheden ontvangt onze land
bouw van deze kostbare meststof jaarlijks
pi. m. 90 millioen K.G. Het jaarlijksch ver
bruik van zwavelzuren ammoniak bedraagt
ongeveer 16 a 18 millioen K.G., waarvan
ongeveer de helft hier te lande als bijproduct
van de gasbereiding wordt gewonnen.
De belangrijkste phosphorzuurhoudende
meststoffen zijn Thomasphosphaat en
Superphosphaat. Het Thomasphosphaat is een
nevenproduct der staalbereiding volgens de
methode van Thomas en Gilchrist. In 't ge
heel verbruikten wij in den laatsten tijd
hiervan jaarlijks pi.m. 200 millioen K.G.,
welke hoeveelheid voor het grootste deel
uit Duitschland en voor een klein deel uit
België kwam. Sedert het uitbreken van den
oorlog is de aanvoer echter vrij wel stop
gezet, zoodat onze landbouwers thans nage
noeg uitsluitend op Superphosphaat zijn aan
gewezen. Dit wordt bereid uit zoogenaamde
ruwe phosphaten, d. z. phosphorzuurrijke
gesteente»door toevoeging van zwavelzuur.
Ons totaal verbruik van Superphosphaat be
droeg in de laatste jaren pi.m. 150 millioen
K.G. per jaar. Daarentegen produceeren de
NederlandschelSuperphosphaatfabriek en jaar
lijks pl.m. 325 millioen K.G. Ofschoon de
productie dus meer dan voldoende was om
in de binnenlandsche behoefte te voorzien,
werd deze behoefte toch voor 2/5 door het
buitenland, hoofdzakelijk door België, ge
dekt, terwijl het Nederlandsche product voor
verreweg liet grootste deel werd uitgevoerd.
Opmerking verdient het intusschen, dat de
Nederlandsche fabrieken hare grondstoffen,
zijnde het ruwe phosphaat en het zwavel
zuur of de voor de zwavelzuurbereiding
noodige stoffen, mede uit het buitenland
moeten betrekken. De aanvoer daarvan laat,
althans voor zoover zwavelzuur betreft, ten
gevolge van den oorlog zeer te wenschen
over, waardoor de superphosphaatproductie
in hooge mate wordt belemmerd. In verband
met het uitblijven van het Thomasphosphaat
zal dit tengevolge hebben, dat aanwending
Kanon van 7.5 cM. in opgerichten stand
het vliegtuig te bevuren, zooals we straks
zullen zien.
Waaruit bestaat nu dit geschut, hoe is
het ingericht en op welke wijze wordt het
opgesteld ?
We dienen hierbij onderscheid te maken
tusschen kalibers van 3,7 cM. (gewicht
pl.m. 250 K.G.) en van 7,5 cM. (gewicht
pl.m. 850 K.G.).
Eerstgenoemde staan steeds bovendeks,
gereed om elk oogenblik, zoodra de boot
boven water komt, te kunnen vuren. De
weerstand, dien ze aan het water bieden,
is namelijk zoo gering, dat de vaartsnelheid
der boot daardoor niet noemenswaard be
nadeeld wordt.
Geheel anders is het met de grootere
kalibers. Deze wekken bij bovendeksche
plaatsing tijdens de vaart onder water wel
een zoodanigen weerstand op, dat de snel
heid der duikboot dientengevolge een
belangrijke vertraging ondervindt. Het is dus
noodzakelijk hen gedurende het verblijf
van de duikboot beneden den zeespiegel
in een ruim op te bergen, teneinde de
vaartsnelheid zoo goed mogelijk tot haar recht
te doen komen. Hieruit volgt, dat dit eenige
complicatie in de affuitconstructie meebrengt,
maar doch niet zooveel, of het kanon is na
20 seconden tot vuren gereed en in denzelf
den tijd weer in het ruim opgeborgen.
Wat verder het kanon van 3.7 c.M. betreft,
veel bijzonders is hiervan niet te vertellen.
Het is een snelvuurkanon met wieg, rem en
wiegdrager. De tap van laatstgenoemden
is draaibaar verbonden met het op het dek
aangebrachte voetstuk, dat van voren en
achteren kegelvormig toeloopt om den wa
terweerstand zoo gering mogelijk te maken.
Het kanon van 7.5 centimeter is aange
geven op de afbeelding. Dit wordt dus ge
durende de vaart onder water benedendeks
opgeborgen en wel ruggelings, zoodat alleen
de kast, waarin zich het voetstuk bevindt,
eenigszins zichtbaar is. Door het losmaken
van een grendel komt het kanon tengevolge
der actie van veeraccumulatoren automatisch
in stelling. Op de afbeelding is het juist in
stelling gekomen.
De opzet is voorzien van een panorama
kijker, zoodat de richter het geheele zeevlak
kan afzien. Gelijk uit de af beelding blijkt,
is het kanon ook uitstekend geschikt tot
het beschieten van luchtvaartuigen. Teneinde
dit mogelijk te maken heeft de wiegdrager
een eigenaardigen kraanvorm naar achteren
(zie de afbeelding), waardoor groote ele
vaties mogelijk zijn. ARTILLERIST
llllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIMIIIIHIIIIIinillllllllllllllllllllllllllllllllllll
van de normale hoeveelheid
phosphorzuurmest voor het komende oogstjaar wel niet
mogelijk zal zijn. Of dit nadeelige gevolgen
zal hebben, hangt af van de hoeveelheid
opneembaar phosphorzuur, welke nog in den
bodem aanwezig is.
Wat de derde kunstmestsoort, de
kalizouten, aangaat, is het bekend, dat tot dus
ver Duitschland zoo goed als het eenige land
is, waar deze in aanzienlijke hoeveelheid
wordt aangetroffen. In den laatsten tijd
schijnen intusschen in Spanje belangrijke
kalibeddingen te zijn ontdekt.
Duitschland beheerschte door dit mono
polie tot zekere hoogte de moderne, intensieve
cultuur in andere landen. Vooral onze land
bouw is zeer van den aanvoer van Duitsche
kali afhankelijk, zooals uit de bovenvermelde
cijfers inzake het kaliverbruik kan worden
afgeleid, vooral als men daarbij de reeds
genoemde wet van het minimum in het oog
houdt.
Volgens deze wet toch wordt de opbrengst
van een gewas bepaald door het
plantenvoedend bestanddeel, hetwelk in de geringste
hoeveelheid in den bodem voorhanden is.
Blijft de aanvoer van een der drie ge
noemde voedingsstoffen in gebreke zoo is
dit dus in den regel van grooten invloed op
het effect, dat van de twee andere is te ver
wachten. De landbouwer verkeert dan in
ongeveer dezelfde positie als de bouwer, die
voor drie huizen kalk en steen bezit en
slechts voor n hout, zoodat hij, niettegen
staande zijn ruimen voorraad kalk en steen,
toch maar n huis kan bouwen.
Behalve door de geringere productie en de
hooge vrachten wordt de aanvoer van kunst
mest in niet geringe mate bemoeilijkt door
de omstandigheid, dat onderscheiden mest
stoffen voor de vervaardiging van oorlogs
materiaal gebruikt kunnen worden. Zulks is
het geval met Chilisalpeter, zwavelzuren
ammoniak en kalizouten. Dit heeft ten gevolge,
dat de regeeringen der oorlogvoerende staten
inzake den uitvoer en het transport er van
weinig toeschietelijk zijn.
Toen het zich dan ook liet voorzien, dat
de particuliere handel niet in staat zou zijn
de bezwaren der oorlogvoerende mogend
heden op te heffen, nam de Nederlandsche
Regeering den invoer van kunstmest zelf
ter hand en stelde bij K. B. van 2 Aug. 1915
eene commissie in, belast met de zorg voor
den aanvoer en de distributie van kunstmest
stoffen. In deze commissie zijn landbouw,
handel en nijverheid alle drie
vertegenPRO-DUITSCH
Wanneer je 'n schaap ben, 'n koe of'n varken
Dan ben je in Holland al da'lijk verdacht.
Dan wordt je verkocht aan'n nijvere slager,
Dan wordt je misschien voor den uitvoer
geslacht.
Wanneer dan je hammen en bouten en worsten,
Zoo buiten je schuld in de vleeschwagen gaan.
En als op je vrachtbrief Berlin wordt ge
schreven,
Dan ben je pro-Dultsch en ze snauwen je aan.
Wanneer je 't waagt met je vrouw en je jongen
Naar Lohengrin of naar de Faust toe te gaan.
En heb j' om je tekstboekje, om 't te sparen:
Een kaf je van déRotterdammer gedaan.
Wanneer je dan zelf in ''t zwart ben gestoken,
Je vrouw in 't wit, nou dan schaam je je dood.
Wantheeftdan je jongen nog vuur roojeharen,
Dan ben je Pro-Duitsch, met je zwart, wit
en rood t
Wanneer je 'n knakworst met zuurkool ver
orbert
En daarbij een Pilsener Urqueübestelt;
Dan zeggen de lui, die je smullen beloeren:
Daar zit weer zoo'n tiep, die zich fuift met
Duitsch geld."
Wanneer je dan kellntr" zegt bij 't betalen,
Wanneer je 'n kirsch"by 'tdesert drinken durft
En als je dan ook nog deToekomst gaat lezen,
Dan ben je Pro-Duitsch en dan heb je de (bof).
Wanneer je niet houdt van Saucis deBoulogne,
Of van Macaroni of van Caviaar.
Wanneer je geen trek hebt in Whisky met Soda
En akelig wordt van 'n Fransche sigaar.
Wanneer je geen Camembert-kaas kan ver
dragen
En als je niets geeft om cognac of absinth ;
Geneest dan je neef nog van d' Engelsche ziekte
Dan ben je Pro-Duitsch en dan ben je hun
vrind.
Wanneer je Papa ruikt naar Eau de Cologne
En als hij niet kan zonder broek met 'n kruis.
Wanneer je Mama met de helm ts geboren
En als je 'n vrind bent van Kamerlid Duys.
Wanneer je dan Krilger heet, Hesse of Kohier
Wanneer je vol vuur 't Wilhelmus fluit;
En dan nog een zaak hebt in bontwerk en moffen
Dan ben j e Pro-Duitsch en een groote schavuit.
iiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiHiiiiiiiHiiHiiimiiiiiiiHiMiiimiifiii
Open speelplaatsen,
geen gymnastiekzalen
DA CAPO
(Ingezonden)
De heer Hubert van Bleijenburgh, wiens ar
beid in het belang der lichamelijke opvoeding,
ik steeds, zooveel mogelijk, met levendige
belangstelling heb gevolgd, ben ik niet alleen
zeer erkentelijk voor de aandacht door hem
in dit blad (9 Januari j.l.) geschonken aan
jmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitmiiiiiiiimiMiiiiiMimiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiii
woordigd. Zij stelde de landbouwers in de
gelegenheid door middel van den gewonen
handel den benoodigden kunstmest bij haar
te bestellen onder verplichting de noodige
waarborgen te verschaffen, dat hij in eigen
bedrijf wordt gebruikt.
Langs dezen weg hoopte de Regeering
de bestaande bezwaren uit den weg te ruimen
en ongetwijfeld is dat ook voor voor een
deel gelukt.
Toch zijn ook bij deze regeling de moei'
lijkheden nog groot en het moet al zeer
meeloopen, indien de oogst van 1916 niet
onder onvoldoend gebruik van kunstmest
zal lijden. Kali schijnt er vrij voldoendde te
zijn aangevoerd. Met phosphorzuur staat het
minder gunstig. De bezwaren die zich voor
doen, gelden echter vooral den stikstofmesf,
juist het bestanddeel, waarvan de onvol
doende aanwending zich dadelijk zal wreken.
De hoeveelheid zwavelzuur-ammoniak,
waarover men dacht te kunnen beschikken,
is zeer tegen gevallen. En onz« schepen met
chilisalpeter ondervinden, door de sluiting
van het Panamakanaal en het ophouden in
Engeland, groote vertraging, zoodat, ook al
mocht alle bestelde chilisalpeter geleverd
kunnen worden, het in vele gevallen voor
de aanwending wellicht te laat zal zijn.
Voorts mag wel eens de aandacht der
consumenten van landbouwproducten ge
vestigd worden op de kolossale prijsstijging
der kunstmeststoffen, gemiddeld wellicht met
75 pCt. De productiekosten van die ge
wassen, waarvoor veel kunstmest gebruikt
pleegt te worden, zullen dientengevolge
sterk stijgen, zoodat de term normale prij
zen", indien de oorlogstoestand voortduurt
tot na den oogst, in nog meerdere mate uit
het consumentenwoordenboek zal moeten
verdwijnen dan tot dusver reeds het geval
was.
Het is wel zeker, dat door de hooge
prijzen, vele verbruikers minder kunstmest
hebben besteld, dan zij gewoonlijk aan
wenden. Dientengevolge zou, ook al werd
het bestelde geheel ontvangen, de oogst
toch waarschijnlijk onder onvoldoende be
mesting lijden. Uit verschillende berichten
valt dan ook reeds op te maken, dat schaarschte
en duurte van kunstmest de ontginning van
woeste gronden zeer beperkt. Wordt van
het bestelde slechts een deel ontvangen,
zoo zal het kwaad zich natuurlijk in zooveel
sterkere mate doen gevoelen,
J. SMID