De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 8 april pagina 2

8 april 1916 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

?i'v.' DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 8 April '16. No. 2024 fr fe !t l' E./ ' De buste van nu wijlen T. M. C. Asser, uitgevoerd door prof. Odéte Delft. Het . borstbeeld wordt heden in de Universiteit te Amsterdam onthuld IIIIUIIIMIIIIIIIIIIIIIlllllllirillllllllll Das Deutsche Volk and die Politik *) en die vooral om de wijze waarop zij gedaan wordt, onze volle belangstelling verdient. Preuss behandelt de vraag, die het leitmotief" van zijn gansche boek vormt: «waarom is het Duitsche volk internationaal zoo weinig bemind?", met den moed van den politieleen en psychologischen onderzoe ker, naar de diepere oorzaken van de geheel eigenaardige, vooral politieke positie, die Duitschland en dientengevolge ook het Duitsche volk inneemt onder de andere machten van het westelijk Europa en zijn internationale onbemindheid. Dat wij ons, zegt hij, daar buiten in de wereld in geen bizondere sympathie hadden te verheugen, hebben wij altijd wel geweten en het meestentijds beantwoordt met een schouderophalen. Doch wat wij thans aan wantrouwen en antipathie tégenover Duitsch land moesten beleven en dat niet enkel bij de met ons in openlijke vijandschap staande volken, maar ook bij haast alle neutrale, dat overtreft wel verre de mate van onbemindheid, waarover zelfs de sterke bij ons met een lachend gemoed zich zou durven heenzetten," bladz. 15. Deze politieke antipathie tegen Duitsch land, wordt van zulk een sterke inter nationale strooming gedragen, dat zij de publieke meening, ook in die staten zeer belangrijk beïnvloedt, die door een koel afwegen hunner eigen belangen geleid sinds lange jaren aan den kant van Oostenrijk en Dultschiand hebben gestaan," bladz. 18. Preuss die (Je vraag van vél verdere strekking acht, dan het zich bepalen tot datgene wat in dezen oorlog zelf is ge beurd, hoort het antwoord dat men van buiten Duitschland, van de zijde zijner tegenstanders nl. hierop te geven heeft dan ook al : het is het Prulsisch-Duitsche militarisme". Maar dit is voor hem niet dan het Schlagwort", in dezen oorlog uitge vonden, waarmede zij tegen Deutschland meenen te velde kunnen trekken die zich met Rusland hebben verbonden. Als be lachelijkheid kon dooden, dan zou dit beeld het hebben kunnen doen : dat land van vloek en jammer, die eeuwige vredesverstoorder van de wereld ia een heilig verbond voor *) Pol. Kbliothek, Band XIV. Eugen Dledrich's Verlag in jena. 3 und 4Tausend. tllllllIJHJIIJIIllllllllllllllHHHtlllimitlllMMiniMMIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIII De Kunstmestvoorziening en hare moeilijkheden De wetenschap, welke stoffen de planten voor hare voeding aan den bodem ontleenen, is van betrekkelijk recenten datum. Men is daaromtrent hoofdzakelijk eerst tusschen de jaren 1840 en 1880 tot klaarheid gekomen. Vór deze periode was men van meening, dat de humus het plantenvoedende bestand deel van den bodem was. De nieuwere onderzoekingen leerden echter, dat de kool stof, waaruit de humus grootendeels bestaat, door de planten uit de lucht wordt getrokken, doch dat het plantenlichaam verschillende minerale bestanddeelen bevat, die door den bodem moeten worden geleverd evenals in de meeste gevallen de stikstof. Aan het eind van even genoemd tijdvak stond dan ook vrij wel vast, dat door de bemesting hoofdzakelijk Ara//, phosphorzuur en stikstof aan den grond moeten worden toegevoegd. Hiermede was de weg geëffend voor het doelmatig gebruik van kunstmest stoffen, die sedert, dank zij de ontwikkeling van de Industrie en het transportwezen, den landbouwer in groote hoeveelheden werden aangeboden. Van dit aanbod is door de Nederlandsche landbouwers, geleid door de hun van Regeeringswege in ruime mate geschonken voor lichting, al heel spoedig een gretig gebruik gemaakt. Terwijl omstreeks 1890 het kunstmestgebruik hier te lande nog onbeduidend was, kan men thans zeggen, dat, speciaal op de lichtere gronden, de landbouw steunt op den kunstmest en het ontbreken daarvan het geheele bedrijf zou desorganiseeren. In den laatsten tijd is in het Landbouwverslag om de drie jaren eene zorgvuldig opgemaakte statistiek gepubliceerd inzake den langs coöperatieven weg aangekochten kunstmest. Deze statistiek leert, dat die aankoop eene waarde vertegenwoordigde: politieke vrijheid en volkerenvrede!" Hoe kon echter, vraagt hij zich af, deze meening van buitenaf zoo vast inwortelen, dat zoo goed als nergens in de internationale openbare meening, eenigen twijfel daarom trent heeft kunnen opkomen? En dat, in weerwil van het brutale feit van het bond genootschap met Rusland ? " Maar dan, zijn er voor deze internationale stemming de wortels in de historische poli tieke ontwikkeling wel te vinden, luidt de andere vraag. Wie onder het Duitsche volk deze probleemstelling zou willen beant woorden met de hooghartige bewering, wat kan ons de meening van anderen schelen, het is genoeg dat ons goede duitsche zwaard de aanvallen onzer vijanden, hoe talrijk die ook zijn mogen, weet te niet te doen," stuit bij Preuss op het resolute wederantwoord: .deze, onze als altijd weer deugdelijk gebleken krijgshaftigheid behoort het woord der staatsmanswijsheid niet te doen vergeten, dat men met bajonetten alles kan doen, niet erop zitten!" Het streven naar politieke zelfkennis ver zwakt niet, maar staalt de nationale kracht. En niet hiernaar hebben wij te vragen, of wij het anderen wel naar den zin hebben gemaakt, maar naar de ontwikkelingsvoorwaarden van onze eigen nationaal-pplitieke individualiteit, in den ouden en den nieuwen tijd." Dit zielkundig-politieke onderzoek naar den aard der Duitsche politieke individua liteit, vormt de hoofdwaarde van dit goede boek in een voor Duitschland zoo kwaden tijd. Het is het onderzoek naar het wezen van die onloochenbare volksaard, die tegelijk de volkskracht en de zwakte van de politieke individualiteit in de geschiedenis vanDuitschland (hebben gevormd, hetwelk Preuss als het anders-zijn" van het Duitsche volk, dan de andere hem omringende beschaafde volken betitelt en de vraag die hierop van zelf volgt: of dit anderszijn ook tevens is een beter zijn". Het onderzoek naar de kennis dezer eigen schappen leidt hem tot de definieering van het Duitsche politieke volkstype, zijn tegen stelling van organiseerbaarheid en zelf organisatie als de eigenschappen van zijn nationale individualiteit." Hare groote kracht vertoont deze organi seerbaarheid op militair, daarnevens gedeel telijke ook op economisch gebied. Hare zwakke kant is het politieke gemeenschaps leven, tenminste voor wat de moderne ver houdingen aangaat. Bij de geschiktheid tot zelforganisatie verhouden zich sterkte en zwakte omgekeerd. Derhalve zijn wij anders dan de meeste andere staatsvolken," bladz. 76. Het Duitsche volk is hierom met zijn groote organiseerbaarheid", in den grond der zaak zulk een onpolitiek" volk gebleven. Het volkomen gemis aan zelforganisatie" daartegenover, heeft de persoonlijkheid van meet-af geheel onderworpen gemaakt aan den overheidsstaat", die door de gansche geschiedenis van het Duitsche volk heen tot diep in den modernen tijd toe, de leiding van alle politieke organisatie heeft kunnen bezitten, iedere politieke gemeenschapswil" in zijn uitingen heeft kunnen verstikken en de oorzaak van die eeuwenlange politieke onmacht van het Duitsche volk zelf is ge worden. Van politieke macht, zoo luidt de bittere erkenning, doet de Duitscher smarteloos afstand; hij ontbeert haar niet, wijl hij haar nooit heeft bezeten" Zijn politieke vrijheid heeft de Duitsche staatsburger zich nimmer zelf veroverd. Niet in den staat zocht hij die vrijheid, maar van den staat. De Duitsche dichters en denkers waren, meent Preuss, niet allen zoo overwegend on politiek"; maar zooveel te sterker zij politiek gevoelden, zooveel te duidelijker zijn zij zich bewust geworden de zonen van een onpolitiek volk te zijn, welks beste gaven zich niet in maar buiten den staat ontplooien konden. Daarom was het dan ook in zijn gansche iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiifiHiiiiimiiiiiiiiit in 1904 van ? 6,132,000 1907 9,335,000 ' 1910 11,624,000 1913 17,254,000 Hoeveel er buiten de coöperatie om wordt aangeschaft, is niet met volkomen zekerheid te zeggen. Men mag het er op grond van verschillende aanwijzingen echter voor houden, dat de coöperatieve aankoop 50 a 60 pCt. van den totalen aankoop bedraagt. Hieruit volgt dus, dat de totale waarde van den door onzen landbouw jaarlijks ver bruikten kunstmest kan worden geraamd op minstens 30 millioen gulden. Zeer waarschijnlijk is er geen land, waar zooveel kunstmest wordt gebruikt als hier te lande. Wanneer wij bedenken, dat Neder land groote uitgestrektheden weinig vrucht bare gronden omvat en onze landbouw door de geheele wereld den naam heeft zeer intensief te worden gedreven, dan behoeft dit geen verwondering te baren. Eenigen tijd geleden publiceerde het Duit sche Kalisyndikaat in het door dit lichaam uitgegeven tijdschrift Die Ernahrung der Pflanze" een kaartje, waarop de onder scheiden landen van Europa met verschil lende tinten waren aangegeven, al naar zij kalimest verbruikten. Dit kaartje leerde.dat het verbruik van zuivere kali per 100 H. A. gecultiveerden grond bedroeg: in Nederland. . . . meer dan 2000 K.G. Duitschland 1000?2000 België ... . 500-1000 Schotland j Noorwegen 250?500 Zweden | Engeland en Wales Oostenrijk Zwitserland Finland ....... Frankrijk Spanje Italië Ierland Rusland Portugal Hongarije De Balkanstaten. . 100- 250 25- 100 O- 25 Uit deze cijfers blijkt dus, dat Nederland,, wat het kaliverbruik betreft, bovenaan staat en op grond van de in de bemestingsleer bekende wet van het minimum is aan te nemen, dat het met phosphorzuur- en stikstofmest ongeveer evenzoo zal zijn. geschiedenis, slechts een geven van den overheidsstaat aan het volk. Menige generatie van het Duitsche burger dom, heeft het als de dichterlijke uitgebeelde uitdrukking van een vermeend politiek zelf gevoel harer ziel kunnen opvatten, dat de beroemde scène tusschen markies Posa en koning Filips, zijn toppunt vindt in den voetval en de bede: geef vrijheid van denken, Sire l" Altoos stond het volk als de smeekende, bij koener opwellingen zelfs als de eischende den vorsten tegenover; tegenover de over heid die alleen ten slotte te geven had. Wat ook juist is. Want de vrijheid van den staat kan werkelijk slechts de staat, d.i. de overheid geven, de vrijheid in den staat daarentegen moet genomen worden", blz. 89. De wereldpolitieke machtspositie van Duitschland ligt ten slotte voor Preuss, niet in de eerste plaats in de overmacht van Duitsche wapenen. De bij onze tegenstanders zoo beroemde generaal Von Bernhardi, zegt hij, zag het gevaar voor Duitschlands toekomst in het verslappen van den oorlogsgeest, waardoor ons volk in zijn gansche geschiedenis heeft uitgemunt. Dat zulke zorgen ongegrond waren, zien wij thans. Maar deze krijgs haftige deugden, in politieke om te zetten, dat heeft het Duitsche volk in zijn verleden nooit gekund. Zal het dit ook {n de toekomst niet ver staan? Hier, op pötlttek terrein, ligt de be slissing over Duitschland's lot". Tot ernstig nadenken moet dit boek in Duitschland wel opwekken. Burgerdom en volk kunnen zich aan de groote vraag van Duitschland's binnenlandsche toekomst na dezen oorlog, niet meer onttrekken. Haar nu en dan zóte hebben gesteld, is op zich-zelf een daad van moed. Duikbootgeschut Het vorige jaar Februari annonceerde Duitschland den duikbootoorlog, meer spe ciaal tegen handelsvaartuigen bedoeld en thans heeft dit Rijk het noodig geoordeeld dien zooveel kwaad bloed zettenden strijd nog te verscherpen. In verband daarmede zal het de lezers van dit weekblad waarschijnlijk belang in boezemen eenige bijzonderheden te vernemen over het geschut, dat den duikbootcomman danten hierbij ten dienste staat. De vroegere, kleinere duikbooten beschik ten alleen over torpedo's; de tegenwoordige, grootere onderzeebooten hebben ook geschut, aan boord. De redenen hiervoor zijn tweërlei. In de eerste plaats heeft de strijd zich behalve tegen oorlogsbodems, ook tegen de handelsvloot gekeerd. Om tegenover die handelsvaartuigen het doel te bereiken is dikwijls dreiging met torpedeering voldoende en waarom zou de duikboot dan een zeer kostbare torpedo verschieten, die ze veel beter tegen een oorlogsschip kan gebruiken? Hoe vaak lezen we niet uit een verhaal, dat de rencontre tusschen een duikboot en een koopvaarder beschrijft, dat de onder zeeboot begon met eenige schoten voor de boeg van het handelsschip te lossen, waar door de bemanning dermate geintimideeid werd, dat ze ijlings het schip verliet. Een tweede voordeel van kanonnen aan boord te hebben, is, dat de duikboot nu ook in staat is een harer grootste vijanden: iiiHiiiHiiiiimiiiiiiiiiiiimiiiiiii! Dit groote kunstmestgebruik heeft echter eene schaduwzijde, die zich in dezen tijd in sterke mate doet gevoelen, n.l. dat het onze landbou w-product ie in hooge mate afhan kelijk maakt van het buitenland. Het overgroote deel van de verschillende kunstmest stoffen toch moet hier worden ingevoerd. Wat den stikstofmest betreft, speelt chili salpeter, en daarnaast zwavelzure ammoniak, de hoofdrol. Het chilisalpeter komt, zooals bekend is, uitsluitend uit Chili. Onder nor male omstandigheden ontvangt onze land bouw van deze kostbare meststof jaarlijks pi. m. 90 millioen K.G. Het jaarlijksch ver bruik van zwavelzuren ammoniak bedraagt ongeveer 16 a 18 millioen K.G., waarvan ongeveer de helft hier te lande als bijproduct van de gasbereiding wordt gewonnen. De belangrijkste phosphorzuurhoudende meststoffen zijn Thomasphosphaat en Superphosphaat. Het Thomasphosphaat is een nevenproduct der staalbereiding volgens de methode van Thomas en Gilchrist. In 't ge heel verbruikten wij in den laatsten tijd hiervan jaarlijks pi.m. 200 millioen K.G., welke hoeveelheid voor het grootste deel uit Duitschland en voor een klein deel uit België kwam. Sedert het uitbreken van den oorlog is de aanvoer echter vrij wel stop gezet, zoodat onze landbouwers thans nage noeg uitsluitend op Superphosphaat zijn aan gewezen. Dit wordt bereid uit zoogenaamde ruwe phosphaten, d. z. phosphorzuurrijke gesteente»door toevoeging van zwavelzuur. Ons totaal verbruik van Superphosphaat be droeg in de laatste jaren pi.m. 150 millioen K.G. per jaar. Daarentegen produceeren de NederlandschelSuperphosphaatfabriek en jaar lijks pl.m. 325 millioen K.G. Ofschoon de productie dus meer dan voldoende was om in de binnenlandsche behoefte te voorzien, werd deze behoefte toch voor 2/5 door het buitenland, hoofdzakelijk door België, ge dekt, terwijl het Nederlandsche product voor verreweg liet grootste deel werd uitgevoerd. Opmerking verdient het intusschen, dat de Nederlandsche fabrieken hare grondstoffen, zijnde het ruwe phosphaat en het zwavel zuur of de voor de zwavelzuurbereiding noodige stoffen, mede uit het buitenland moeten betrekken. De aanvoer daarvan laat, althans voor zoover zwavelzuur betreft, ten gevolge van den oorlog zeer te wenschen over, waardoor de superphosphaatproductie in hooge mate wordt belemmerd. In verband met het uitblijven van het Thomasphosphaat zal dit tengevolge hebben, dat aanwending Kanon van 7.5 cM. in opgerichten stand het vliegtuig te bevuren, zooals we straks zullen zien. Waaruit bestaat nu dit geschut, hoe is het ingericht en op welke wijze wordt het opgesteld ? We dienen hierbij onderscheid te maken tusschen kalibers van 3,7 cM. (gewicht pl.m. 250 K.G.) en van 7,5 cM. (gewicht pl.m. 850 K.G.). Eerstgenoemde staan steeds bovendeks, gereed om elk oogenblik, zoodra de boot boven water komt, te kunnen vuren. De weerstand, dien ze aan het water bieden, is namelijk zoo gering, dat de vaartsnelheid der boot daardoor niet noemenswaard be nadeeld wordt. Geheel anders is het met de grootere kalibers. Deze wekken bij bovendeksche plaatsing tijdens de vaart onder water wel een zoodanigen weerstand op, dat de snel heid der duikboot dientengevolge een belangrijke vertraging ondervindt. Het is dus noodzakelijk hen gedurende het verblijf van de duikboot beneden den zeespiegel in een ruim op te bergen, teneinde de vaartsnelheid zoo goed mogelijk tot haar recht te doen komen. Hieruit volgt, dat dit eenige complicatie in de affuitconstructie meebrengt, maar doch niet zooveel, of het kanon is na 20 seconden tot vuren gereed en in denzelf den tijd weer in het ruim opgeborgen. Wat verder het kanon van 3.7 c.M. betreft, veel bijzonders is hiervan niet te vertellen. Het is een snelvuurkanon met wieg, rem en wiegdrager. De tap van laatstgenoemden is draaibaar verbonden met het op het dek aangebrachte voetstuk, dat van voren en achteren kegelvormig toeloopt om den wa terweerstand zoo gering mogelijk te maken. Het kanon van 7.5 centimeter is aange geven op de afbeelding. Dit wordt dus ge durende de vaart onder water benedendeks opgeborgen en wel ruggelings, zoodat alleen de kast, waarin zich het voetstuk bevindt, eenigszins zichtbaar is. Door het losmaken van een grendel komt het kanon tengevolge der actie van veeraccumulatoren automatisch in stelling. Op de afbeelding is het juist in stelling gekomen. De opzet is voorzien van een panorama kijker, zoodat de richter het geheele zeevlak kan afzien. Gelijk uit de af beelding blijkt, is het kanon ook uitstekend geschikt tot het beschieten van luchtvaartuigen. Teneinde dit mogelijk te maken heeft de wiegdrager een eigenaardigen kraanvorm naar achteren (zie de afbeelding), waardoor groote ele vaties mogelijk zijn. ARTILLERIST llllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIMIIIIHIIIIIinillllllllllllllllllllllllllllllllllll van de normale hoeveelheid phosphorzuurmest voor het komende oogstjaar wel niet mogelijk zal zijn. Of dit nadeelige gevolgen zal hebben, hangt af van de hoeveelheid opneembaar phosphorzuur, welke nog in den bodem aanwezig is. Wat de derde kunstmestsoort, de kalizouten, aangaat, is het bekend, dat tot dus ver Duitschland zoo goed als het eenige land is, waar deze in aanzienlijke hoeveelheid wordt aangetroffen. In den laatsten tijd schijnen intusschen in Spanje belangrijke kalibeddingen te zijn ontdekt. Duitschland beheerschte door dit mono polie tot zekere hoogte de moderne, intensieve cultuur in andere landen. Vooral onze land bouw is zeer van den aanvoer van Duitsche kali afhankelijk, zooals uit de bovenvermelde cijfers inzake het kaliverbruik kan worden afgeleid, vooral als men daarbij de reeds genoemde wet van het minimum in het oog houdt. Volgens deze wet toch wordt de opbrengst van een gewas bepaald door het plantenvoedend bestanddeel, hetwelk in de geringste hoeveelheid in den bodem voorhanden is. Blijft de aanvoer van een der drie ge noemde voedingsstoffen in gebreke zoo is dit dus in den regel van grooten invloed op het effect, dat van de twee andere is te ver wachten. De landbouwer verkeert dan in ongeveer dezelfde positie als de bouwer, die voor drie huizen kalk en steen bezit en slechts voor n hout, zoodat hij, niettegen staande zijn ruimen voorraad kalk en steen, toch maar n huis kan bouwen. Behalve door de geringere productie en de hooge vrachten wordt de aanvoer van kunst mest in niet geringe mate bemoeilijkt door de omstandigheid, dat onderscheiden mest stoffen voor de vervaardiging van oorlogs materiaal gebruikt kunnen worden. Zulks is het geval met Chilisalpeter, zwavelzuren ammoniak en kalizouten. Dit heeft ten gevolge, dat de regeeringen der oorlogvoerende staten inzake den uitvoer en het transport er van weinig toeschietelijk zijn. Toen het zich dan ook liet voorzien, dat de particuliere handel niet in staat zou zijn de bezwaren der oorlogvoerende mogend heden op te heffen, nam de Nederlandsche Regeering den invoer van kunstmest zelf ter hand en stelde bij K. B. van 2 Aug. 1915 eene commissie in, belast met de zorg voor den aanvoer en de distributie van kunstmest stoffen. In deze commissie zijn landbouw, handel en nijverheid alle drie vertegenPRO-DUITSCH Wanneer je 'n schaap ben, 'n koe of'n varken Dan ben je in Holland al da'lijk verdacht. Dan wordt je verkocht aan'n nijvere slager, Dan wordt je misschien voor den uitvoer geslacht. Wanneer dan je hammen en bouten en worsten, Zoo buiten je schuld in de vleeschwagen gaan. En als op je vrachtbrief Berlin wordt ge schreven, Dan ben je pro-Dultsch en ze snauwen je aan. Wanneer je 't waagt met je vrouw en je jongen Naar Lohengrin of naar de Faust toe te gaan. En heb j' om je tekstboekje, om 't te sparen: Een kaf je van déRotterdammer gedaan. Wanneer je dan zelf in ''t zwart ben gestoken, Je vrouw in 't wit, nou dan schaam je je dood. Wantheeftdan je jongen nog vuur roojeharen, Dan ben je Pro-Duitsch, met je zwart, wit en rood t Wanneer je 'n knakworst met zuurkool ver orbert En daarbij een Pilsener Urqueübestelt; Dan zeggen de lui, die je smullen beloeren: Daar zit weer zoo'n tiep, die zich fuift met Duitsch geld." Wanneer je dan kellntr" zegt bij 't betalen, Wanneer je 'n kirsch"by 'tdesert drinken durft En als je dan ook nog deToekomst gaat lezen, Dan ben je Pro-Duitsch en dan heb je de (bof). Wanneer je niet houdt van Saucis deBoulogne, Of van Macaroni of van Caviaar. Wanneer je geen trek hebt in Whisky met Soda En akelig wordt van 'n Fransche sigaar. Wanneer je geen Camembert-kaas kan ver dragen En als je niets geeft om cognac of absinth ; Geneest dan je neef nog van d' Engelsche ziekte Dan ben je Pro-Duitsch en dan ben je hun vrind. Wanneer je Papa ruikt naar Eau de Cologne En als hij niet kan zonder broek met 'n kruis. Wanneer je Mama met de helm ts geboren En als je 'n vrind bent van Kamerlid Duys. Wanneer je dan Krilger heet, Hesse of Kohier Wanneer je vol vuur 't Wilhelmus fluit; En dan nog een zaak hebt in bontwerk en moffen Dan ben j e Pro-Duitsch en een groote schavuit. iiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiHiiiiiiiHiiHiiimiiiiiiiHiMiiimiifiii Open speelplaatsen, geen gymnastiekzalen DA CAPO (Ingezonden) De heer Hubert van Bleijenburgh, wiens ar beid in het belang der lichamelijke opvoeding, ik steeds, zooveel mogelijk, met levendige belangstelling heb gevolgd, ben ik niet alleen zeer erkentelijk voor de aandacht door hem in dit blad (9 Januari j.l.) geschonken aan jmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitmiiiiiiiimiMiiiiiMimiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiii woordigd. Zij stelde de landbouwers in de gelegenheid door middel van den gewonen handel den benoodigden kunstmest bij haar te bestellen onder verplichting de noodige waarborgen te verschaffen, dat hij in eigen bedrijf wordt gebruikt. Langs dezen weg hoopte de Regeering de bestaande bezwaren uit den weg te ruimen en ongetwijfeld is dat ook voor voor een deel gelukt. Toch zijn ook bij deze regeling de moei' lijkheden nog groot en het moet al zeer meeloopen, indien de oogst van 1916 niet onder onvoldoend gebruik van kunstmest zal lijden. Kali schijnt er vrij voldoendde te zijn aangevoerd. Met phosphorzuur staat het minder gunstig. De bezwaren die zich voor doen, gelden echter vooral den stikstofmesf, juist het bestanddeel, waarvan de onvol doende aanwending zich dadelijk zal wreken. De hoeveelheid zwavelzuur-ammoniak, waarover men dacht te kunnen beschikken, is zeer tegen gevallen. En onz« schepen met chilisalpeter ondervinden, door de sluiting van het Panamakanaal en het ophouden in Engeland, groote vertraging, zoodat, ook al mocht alle bestelde chilisalpeter geleverd kunnen worden, het in vele gevallen voor de aanwending wellicht te laat zal zijn. Voorts mag wel eens de aandacht der consumenten van landbouwproducten ge vestigd worden op de kolossale prijsstijging der kunstmeststoffen, gemiddeld wellicht met 75 pCt. De productiekosten van die ge wassen, waarvoor veel kunstmest gebruikt pleegt te worden, zullen dientengevolge sterk stijgen, zoodat de term normale prij zen", indien de oorlogstoestand voortduurt tot na den oogst, in nog meerdere mate uit het consumentenwoordenboek zal moeten verdwijnen dan tot dusver reeds het geval was. Het is wel zeker, dat door de hooge prijzen, vele verbruikers minder kunstmest hebben besteld, dan zij gewoonlijk aan wenden. Dientengevolge zou, ook al werd het bestelde geheel ontvangen, de oogst toch waarschijnlijk onder onvoldoende be mesting lijden. Uit verschillende berichten valt dan ook reeds op te maken, dat schaarschte en duurte van kunstmest de ontginning van woeste gronden zeer beperkt. Wordt van het bestelde slechts een deel ontvangen, zoo zal het kwaad zich natuurlijk in zooveel sterkere mate doen gevoelen, J. SMID

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl