Historisch Archief 1877-1940
8 April '16. No. 2024
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
5
Rosita Cesaretti
IN MEMORIAM
Qu'as tu fait pour mourir, noble créature,
Belle image de Dieu, qui donnait en
chemin
Au riche un pen de joie, au malheureux
du pain?
Ah! qui donc frappe ainsi dans la mère
nature,
Et quel faucheur aveugle, affamë de
pature,
S«r les meilleurs de nous ose porter
la main. *)
Hoe kort is het niet geleden, dat wij haar
bloemen, geschenken en gejuich brachten
op haar eere-avond. Cav. de Hondt had ge
wild, dat zij zou optreden als Carmen of
Mignon, hare succesrollen in het afgeloopen
seizoen. Zij wilde niet. Carmen kan ieder
een zingen," zij wilde jubileeren in eene rol,
nog niet in den afgeloopen winter voor ons
gezongen, als Lepnora in La Favorita".
Ons grillig klimaat dupeerde haar eerst
en wierp haar op het ziekbed. Maar enkele
weken later zong zij, nog niet geheel hersteld.
Zoo staat zij voor ons in hare witte wade,
als zij ten doode gewijd, nog voor het laatst
de vergiffenis komt afsmeeken van hem,
dien zij heeft liefgehad. Hoe konden wij
vermoeden, dat dit schoone spel der ver
beelding in zoo korten tijd diep-tragische
werkelijkheid zou worden. Presso amorir,
della mia vita il dono prendi, gran Dio", als
een sombere voorspelling klinkt het in onze
herinnering na.
Met welk een zuiveren gloed wist zij niet
leven te blazen in de, nooit te voren tot
werkelijkheid geworden, Mignon-flguur. Hoe
was de Mignon door den adem van hare
kunst niet geworden tot eene vrouw, vol
van warme liefde en teeder verlangen naar
het land, ook het hare,
oüfleurit Poranger".
Helaas, dat verlangen heeft haar in den
dood gedreven. Zij wilde onze lente"dagen
ontvluchten om te gaan, naar de stad van
waar zij was gekomen, naar Rome, de eeuwige
stad. Zij heeft haar niet weder mogen aan
schouwen; het noodlot, bestuurd door
schennende moordenaarshand, heeft het
anders gewild.
Wij, achtergebleven in ons koele, kille
Noorden, wij zullen nooit meer hooren:
.Ces accents pleins d'amour, de charme
et de terreur,
Qui voltigeaient Ie soir sur ta lèvre
inspirée,
Comme un parfum léger sur l'aubépine
en fleur.
Oüvibre maintenant cette voix plorée?
Cette harpe vivante attachée a ton
coeur. *)
Wij weten het niet, slechts dit weten wij,
dat zij in onze herinnering zal blijven voort
leven, voor altijd.
April 1916. I. E. JR.
*) de Musset Stances a la Malibran".
iiimimtiuiMiiiiii
iiliiilliliiimiiiimiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiimiiitiiii
it"D0'
De Trawant van den Kievit
In de laatste week van Maart, of begin
April, als het weer zoo koud is en er nog
zooveel sneeuw valt als dit jaar, kijk ik
altoos uit naar gruttos.
Van de kieviten is dan zoo te zeggen het
eerste nieuwtje af; ik heb ze bij minnespel
en dans begluurd en, hetzij met goeden of
ongunstigen uitslag, naar hun lekkere eitjes
gezocht. Verder is er trouwens nog niet
veel bijzonders te zien in 't Laag. Lentegroen
is er nog weinig bijzonders hier in het veen;
't schijnt wel, of het niet zoo gauw den
ijstijd kan vergeten, waarin het ontstond.
Enkele blaadjes en sprieten brengen 'n beetje
voorjaarstint op de bruine, doodsche hei,
aan den slootkant spruit hier en daar 'n
vroege plant uit, op de wat groenere land
wegen steekt verstolen 'n enkel meizoentje
z'n blanke bloemhoofdje naar boven om te
kijken of de zon boven de
Veluweheuvelrand al een beetje warmte geeft, de
elzentakjes betreuren hun vroegtijdige geboorte
en de zilveren wilgenpoesjes bij 't weidehek
trillen van de kou in den Westenwind.
Komt ge daarentegen aan den zuidelijken
bergrand, dan lonkt 't vriendelijke speen
kruid u met duizend gouden oogen toe, alle
boomen worden groen en de heesters
desgelijks; in tuin en park is de grond rood,
wit en blauw van crocusjes, narcissen, tul
pen en hyacinthen, daar lokt mees en tjiftjaf,
klingelt pimpel en zwartkop, daar fluit merel
en zanglijster uit den treure in de witte
bruidsbouquetten der kroosjes.
Doch ginds in het Laag is 't nog doodsch
en verlaten en als de leeuweriken er niet
geweest waren, die onvermoeid zongen in
Hyacinthen-Mozaïek
Het is voorjaar en weldra prijken de
bollenvelden in ons vaderland in volle pracht,
hyacinthen en tulpen in oneindige
kleurschakeeringen.
Daar liggen ze, geurend, in de zonnestralen,
in bedden netjes, weloverlegd gerangschikt,
wat stijf wel, maar toch zoo onvergetelijk
schoon in dat harmonisch kleuren geheel.
Is het wonder, dat er elk jaar opnieuw
duizenden vreemdelingen komen genieten
van onze bollenvelden en ook wij Neder
landers zelf nooit moe worden ieder voor
jaar opnieuw dien rijkdom van kleur en geur
te gaan bewonderen ? Hoe jammer en treurig,
dat ook door den oorlog deze kuituur lijdt,
en onze kweekers zulke uiterst moeilijke
tijden doormaken!
Elk jaar echter als ik tusschen de velden
doorwandel, treft mij steeds opnieuw even
pijnlijk, de waarschijnlijk niet te vermijden
verspilling der bloemen. Heele bergen afge
ritste bloesems liggen langs de slooten te
vergaan. Op mijne vraag of daar nu niets
mee aan te vangen is, wordt mij steeds
geantwoord, dat men de bollen niet kweekt
terwille van de bloemen. We weten dat
wel, maar toch zouden wij wenschen, dat
er meer menschen genot konden hebben
van dien bloemenschat die daar als waar
deloos wordt weggeworpen. Ik weet er geen
oplossing voor te vinden, tenminste geen
praktische, winstgevende; wel weet ik hoe
aan honderden, ja duizenden kinderen prettige
uren kunnen worden verschaft door middel
van die losse hyacinthenbloesems.
Uit mijne vroegste kinderjaren herinnerde ik
mij, hoe wij kinderen ons uren lang ver
maakten met op een oud bord, gevuld met
vochtig zand, patroontjes te steken van
afgevallen hyacinthjes. Dit bracht mij op
de gedachte, dit eenvoudig spelletje wat
verder uit te werken en te benutten.
De eenvoudigste vorm is, zooals ik zoo juist
zeide, een kistje of bord vol vochtig zand
waarin men met een puntig stokje eerst het
figuur in lijn teekent t welk men van plan
is straks te gaan maken. De hyacinthjes
worden in de gaatjes gestoken en de over
gebleven ruimten ingevuld met een tweede
en derde kleur bloemen.
In de laatste jaren is mozaïek in allerlei
variaties, met blokjes, met steentjes, bal
letjes enz. zeer in trek bij kinderen; die
voorliefde voor dat spelletje maken we ons
ten nutte om de hyacinthen-mozaïeken die
we op grootere schaal willen laten maken,
goed te doen gelukken. Een stap verder
dan 't bord met zand, is de veilige zandbak
in den tuin, waar de heele kleintjes gezellig
in de buitenlucht dit rustige spelletjes spe
len kunnen. Ons eigenlijke veld is echter
't strand, waar b.v. kinderen van
vacantiekolonies enz. er bijzonder aardig mee kun
nen worden bezig gehouden.
Om nu voor dit idee wat propaganda te
maken, organiseerde ik met hulp van eenige
dames en heeren, verleden jaar in April
toen de hyacinthen bloeiden, een wedstrijd
in het leggen van zulke mozaïeken, aan
't strand te Scheveningen. De leerlingen van
ongeveer 10 openbare scholen onder geleide
hunner onderwijzers, namen er aan deel.
De kinderen waren van te voren over doel
en werkwijze ingelicht, zoodat ieder kind
dus op het terrein verscheen met een vooruit
bedacht ontwerp. Door de welwillende zorg
der firma van Waveren en Kruijf te Hillegom
stonden er 66 manden afgeritste bloemen
klaar, die door handige padvinders aan de
deelnemers uitgedeeld werden. Dat er wer
kelijk, voor een eerste proefneming aller
aardigste effecten bereikt werden en er zeer
veel verscheidenheid van onderwerpen was,
konden de juryleden, een zestal dames, als
ook de talrijke toeschouwers getuigen.
Om u een denkbeeld te geven, wat de
fantasie der kleinen alzoo voortbracht, noem
ik u eenige voorstellingen op, bijv. een schip,
zwaan, fransche lelie, vlag, vliegende meeuw,
vaas, wapenschild, kroon, vlinder, verder een
kruiwagen en tallooze geometrische
vlakversieringen. De heldere kleuren der bloemen,
doen mooi op het neutrale tintje van zand.
Met eenvoudige middelen kan er heusch
iets aardigs worden bereikt.
Hoewel de te winnen prijzen: zilveren
horloges, fraaie boeken enz., benevens de
rondgediende versnaperingen natuurlijk het
hunne er toe bijdroegen onze jongens en
meisjes in een vroolijke stemming te bren
gen, ben ik, geheel daarvan afgezien, over
tuigd, dat allen zeer voldaan naar huis
gingen, en honderden kinderen een
aangeiiiiimiiiimmiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiii
de lucht en op den grond en door hun opti
misme de kieviten gelokt hadden, dan had
den die zich misschien ook nog wel drie
keer bedacht, voor ze de koude, nattig-gure
Vallei introkken. Doch nu ze er toch een
maal waren, maakten ze bonne mine a
mauvais jeu", zetten 'n onverschillig
witzwart snuit en legden, toen het weer er toch
niet beter op werd en ze notabene al 'n week
over tijd waren, in arren moede hun eieren
op den vcchtigen siepergrond, al trok die
wel wat op. Want om nu toch heelemaal
tot April te wachten, ligt gansch niet in der
kieviten aard en traditie.
Zoo gaven ze 'n goed voorbeeld aan de
gruttos, die eens kwamen kijken of de
Geldersche Vallei al wakker was.
En al was dat maar zoo-zoo, toch bleven
ze, om geen figuur te maken tegenover
de onvervaarde kievitvogels, die al wijd en
breed te broeden zaten.
Toen April eenmaal goed en wel gearri
veerd was, er al wat meer groen en bloei
in de lage veenstreek kwam, de zonnestralen
koesterende warmte verspreidden en er eiken
dag meer vlinders vlogen boven sloot en
wei, werden ook de gruttos aangegrepen door
voorjaarsbevlieging en hadden pret voor zes.
Ze vlogen elkaar luid joelend en jubelend
Grutto's nest
MAANDKRABBELS
voor de Amsterdammer" van Bas van der Veer
namen middag hadden. De proefneming
scheen mij goed geslaagd te zijn.
Ik zou meenen, dat deze wijze om wat
aan de bloemen te hebben meer hier en
daar toegepast kon worden.
Hollandsche jongens en meisjes, aan ons
mooi Hollandsen strand, in de frissche
zeelucht aangenaam en ontwikkelend bezig
met de zoo bij uitstek Hollandsche bloem,
de geurige, kleurrijke hyacinth! Wat wil
men meer?
E. HEIJMANS-VAN BEEK
llllllllltllllllllllMllllllltllllllllHIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIMMIIIIIIItllll
Brieven uit Singapore
III
Het is drukkend warm geweest de laatste
dagen, des morgens om zes uur reeds 849,
geen wonder dus dat een onweer losbarstte
en de tropische regen met geweld naar be
neden valt. Het water wordt met bakken
uit den hemel gegooid zooals men zegt, het
zijn geen druppels, maar dikke stralen,
zoodat het inderdaad een gordijn van regen is,
dat boomen en huisjes aan den overkant
van den weg absoluut aan het gezicht ont
trekt. De inlanders hooren zoo'n bui al van
verre aankomen en dikwijls word ik pas op
de komende regen opmerkzaam gemaakt
door een plotseling rumoer in huis : een
gehol van bedienden. De baboe komt
aangeloopen, met mijn kleeren en beddegoed, dat
buiten te luchten hing, in de armen; de
second boy sleept de garderobe van den
toewan naar binnen; de toekang ajers (water
dragers) remmen om overal de jalouziën te
sluiten, want er is geen vensterglas; en de
rest der dienende geesten haast zich om
matten op te rollen en emmers, tinrietjes
potjes, bakjes enz. te zetten onder de
diverse lekken die onvermijdelijk in elk
Singapoorsch huis schijnen te zijn: Zelfs
Government House is daar niet vrij van,
ik herinner mij op het Nieuwjaarsbal diverse
fusten op de trappen te, hebben zien staan.
Men raakt echter aan dergelijke eigenaar
digheden zoo gewoon dat niemand er meer
op let. Is het b.v. niet teekenend dat de
Chineesche jongen mij onlangs eenig geld
kwam vragen om een extra groote tijl te
koopen ten einde vier lekken tegelijk te
kunnen opvangen ?
De bodem kan hier echter zeer veel ver
dragen, want na zulk een bui zijn grond
en grasveld spoedig weer droog; valt
hij in den morgen, dan kan gewoonlijk des
middags alweer tennis gespeeld worden. En
dat zegt veel voor de Engelschen, want
zoowel mannen als vrouwen blijven hun
liefde voor de sport ook onder de tropische
zon getrouw. Bijna geen huis dat niet een
of twee tenniscourts heeft, vele hebben er
meer, en aan het onderhoud wordt groote
zorg besteed, 's Middags na afloop der kan
tooruren, half vijf, ziet men eiken
rechtgeaarden zoon van Albion in wollen trui en das, ge
wapend met de racket, zich naar een der
vele clubs of tennisparties begeven, alwaar
IHIMIIimiMMIUllllllllllMMIIItmillllllMllllllllllinilllllllllllllllllllllMMI
achterna, hoog door de blauwe lucht, langs
de witte wolkgevaarten, tierend en roepend,
schreeuwend en gierend hun expressieve
lentevreugd luider uit nog dan in Maart hun
trawant de kievit met zijn gescherm en
zwoegend wiekbeweeg, met zijn gekrijsch
en dolle sprongen.
Alleen reeds om der grutto's gedoe te
aanschouwen, loont het op een vroegen,
zonnigen Aprildag den laaggelegen
Hollandschen polder in te gaan. Wat ge dan in 't
voorbijgaan nog opsteekt aan andere dieren
en planten, is als toegift te beschouwen.
Ge behoeft et- niet naar te zoeken, want
als hij er is en ze zitten het heele land
door dan ziet ge hem dadelijk; 't is een
vogel, die gezien wil worden. Ziet hem daar
staan op de post van 't weidehek, uitkijkend
over zijn wijde domein. Hoe prachtig is dit
dier geproportionneerd. Het fijne kopje met
den langen snavel en het groote, sprekende
oog past precies op dien slanken, fraai
kastanjebruinen hals, die over de borst
langzamerhand in 't grijze en dan in 't witte
trekt. Het gladde, ronde lijf staat stevig op
de dunne, lange waadpooten en de geheele
vogel is een en al gratie. Een lust voor
de oogen.
Kijk, nu gaat hij roepen. Heel duidelijk
zegt hij zijn naam en vertelt u op nadruk
kelijke wijs, dat hij grutto" heet. Herhaal
delijk tracht hij u daarvan te overtuigen,
en bij eiken roep wiegt hij met zijn heele
lijf. Doch hij kan nog meer. Als ge nadert
en den steltlooper op de wieken brengt,
dan schiet hij met snellen vleugelslag de
lucht in. En daar, aan den slootkant, vliegt
er nog een op en houdt hem gezelschap;
ge hadt hem niet opgemerkt in de bruin
achtige hei. In volle vlucht gaat het nu kris
en kras langs den lentehemel, voorbij de
leeuweriken, die alom in de lucht hangen
en tierelieren, en daarbij fluiten ze hoogst
melodieus.
Grieto, grieto, grieto," roepen ze eerst
langzaam, beurt om beurt. Doch lang duurt
die kalme voordracht niet, daartoe zijn deze
tte expansief. Al vlugger en
dan tot donker gespeeld wordt. Vraag echter
niet hoe sommigen, vooral dames, er dan
uitzien! Over het algemeen schijnt men er
zich toch goed bij te bevinden, alleen wor
den vele dames wanhopig mager. Ook golf
en voetbal worden hier vlijtig beoefend, en
het is merkwaardig zooals dit laatste spel
in den smaak der inlanders valt; het is een
typisch gezicht de Maleiers met eenigszins
opgetrokken sarong en op bloote voeten dit
echt Europeesche spel met animo te zien
spelen en men vraagt zich onwillekeurig af
hoe zij zonder zich letsel te doen met die
bloote voeten die zware bal bewerken. Er
is altijd veel belangstellend publiek bij dit
spel, dat op groote grasvelden aan den
openbaren weg gespeeld wordt, massa's
inlanders zitten gehurkt op den grond of
als vogeltjes vlak naast elkaar op de hekken
er om heen.
Behalve deze outdoor-games is er nog
een spel in Singapore zeer in zwang nl.
bridge. Ook dit wordt in den namiddag tus
schen vijf en zeven heel veel gespeeld;
dames-bridgeparties zijn aan de orde van
den dag, want het is bovendien een gemak
kelijke wijze van entertainen. Men komt om
half vijf bij elkaar, drinkt thee met
bijbehooren, cake, sandwiches en fondants zijn
de gebruikelijke versnaperingen, later ijs of
fruitsalade en dan de sigaretten niet te ver
geten, want sommige Engelsche dames zijn
hartstochtelijke rooksters. Dikwijls ook neemt
men dadelijk aan de speeltafel plaats en
dan wordt ernstig doorgewerkt tot zeven
uur half acht. Een voordeel van deze par
tijtjes is, dat er geen gelegenheid bestaat
voor babbelpraatjes, men is te veel bezig.
Een andere occupatie tusschen vijf en zes
uur des middags is het kaartjes droppelen,
zooals de Hollander zegt van het Engelsche
to drop carts". Het maken van visites be
staat nl. slechts uit het rondbrengen van
kaartjes. Een ieder heeft een houten busje,
gelijkende op een Amsterdamsch
brievenbusje, waarop de naam van de bewoonster
van het huis vermeld staat met bijvoeging
van not at home". Dit practisch meubel
wordt om vier uur buiten aan een paaltje
of aan het hek, bij het begin van den oprit op
gehangen, om tegen half zeven door den boy
met den oogst weer te worden binnenge
haald. Sommige huizen liggen vrij ver van
den hoofdweg af, en om nu onnoodig op
rijden te voorkomen, staan aan het begin
van den rijweg paaltjes met busjes en namen
van elk der woningen aan dien weg gelegen;
dat zijn er soms zoovele dat het wel een
kerkhof gelijkt. Ik telde er onlangs elf naast
elkaar. Een of twee dagen na het ontvangen
van een kaartje, gaat men er een terug
brengen en is dan fahig om uitgevraagd
te worden. Soms ontmoet men die menschen
op een at home" of dinnerpartie, of soms
ontmoet me ze in het geheel niet en blijft
de conversatie beperkt tot dat kaartje.
Verleden jaar bijv. dropte iemand een
kaartje in ons busje. Twee dagen later
vlugger wordt hun geluid, tot het enkel
voudige grutto" er nauwelijks meer uit te
onderkennen is en alles overgaat in een
uiterst welluidend, snel op elkaar volgend
grieto-grieto-grieto-grieto..." heel mooi om
te hooren. Alleen daarvoor moet ik ieder
vroeg voorjaar 't Laag in. Wie bij het duin
woont, kan ze ook daar volop van genieten;
't nog hooger-staande tloe-wie..." van den
wulp krijgt ge er als toetje bij!
Lang duurt het nu ook niet meer, of ik
kan met kans op succes naar't eerste legsel
uitzien. Dat is nog moeilijker te vinden dan
van de kieviten, die er den roep van hebben.
De vier eieren zijn heel wat grooter en
vertoonen de vlekken meer in elkander
vloeiend; overigens is het nest precies als
van dezen vogel.
Voor twee jaar ontmoette ik op ons
grootste Waddeneiland een Engelschman,
die daar alleen kwam met de bedoeling er
de vogels te fotografeeren, welke men in zijn
bracht ik plichtgetrouw een dito mijnerzijds
terug. Eenigen tijd daarna volgt een
ultnoodiging voor een diner; de oorlog breekt
uit, het diner wordt afgezegd;
digestiekaartje gebracht voor het diner dat zou
hebben plaats gehad; twee maanden later
vind ik kaartjes p. p. c. van dezelfde familie
in mijn busje en de conversatie was ten
einde zonder dat wij elkaar ooit hadden
gezien. Ook gaat er een verhaal van een
dame die tot een kennis zeide: Reeds drie
maal heb ik getracht je een visite te maken,
maar driemaal heb ik voorbij moeten rijden
omdat je busje er niet hing l" Want dat is
de gewoonte, hangt er peen busje dan gaat
men eenvoudig voorbij. Deze wijze van be
zoeken afleggen is niet bevorderlijk voor de
gezelligheid, maar in heel veel gevallen wel
zér gemakkelijk.
ELSA.
Ons Kookboek
VOOR DE KOFFIETAFEL
VLEESCHPANNEKOEK
Restjes koud rund- of kalfsvleesch, (onge
veer 2 ons) liefst van beide wat, worden in
den vleeschmolen gemalen met een eetlepel
kappertjes en een paar uitjes in 't zuur. Dit
mengsel doet men in een pannetje met een
kopje jus, brengt het aan de kook en mengt
het aan met een theelepel maïzena.
Maak een beslag van ongeveer l pond
zelfrijzend bakmeel of gewoon meel, met
l of 2 eieren, wat melk, en water.
Bak daarvan in boter 3 pannekoeken. Leg
l pannekoek op den schotel, doe er een
gedeelte van het vleeschmengsel op, leg
daarop den 2den pannekoek, dan weer
vleesch, en den 3den pannekoek er boven op.
Men dient dezen schotel warm op, en
snijdt den pannekoek in stervorm voor.
A. A.?T.
Hoe komt een huisvrouw goedkoop en
gemakkelijk aan kappertjes?
Zaai in 't laatst van April voor 5 et.
OostIndische kers in tuin, bakje, of aarden pot.
Pluk later de zaadjes, doe die in een
stopfleschje, (leege mosterdfleschjes zijn er uit
stekend voor), en doe er azijn op. Zoo kan
men ze bewaren. ?
Men behoeft niet in eens een fleschje vol
te hebben, iedere morgen gaan er bij mij
weer een paar bij.
Zoo maak ik soms 5 of 6 fleschjes vol,
de rest van 't zaad, zaai ik weer 't vol
gend jaar.
A. A?T.
iiiiitmiMiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Verzoeke alle stukken voor de
rubriek Voor Vrouwen" in te zenden
Koninginneweg 93, Haarlem.
* * *
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllltllllllllllllllllIlllllllllllllllllllllIllllllllllllllllllH
Koningsplein
AMSTERDAM
LUIERMANDEN
No. l f 60.
No. 2 90.
No. 3 125
No. 4_ 175.
Vraagt gedetailleerd
:-: PrjjstMrant. :?:
iimiiiiiimiiitiiiiiimiitiiiHit
Grutto
vaderland was kwijtgeraakt in den loop der
jaren. Dat is 'n heel lijstje en de grutto
staat er ook op.
Vroeger broedde hij vrij talrijk in
GrootBrittannië, maar ze hebben de zoo nuttige
vogels daar net zoo lang met kruit en lood
vervolgd en zoo intensief de eieren geraapt,
dat ze ten slotte voor de eer bedankten en
zich alleen nog maar op den trek vertoonden.
De Engelsche visschers en vogelvangers van
de Oostelijke kust kenden den marel zelfs
zoo goed, dat ze hem bij een volksnaam
noemden (Yare-whelp; Barker) en een rijmpje
hadden op den dag der aankomst: 12th of
May: Godwit-day." De Engelsche naam is
n.l. Godwit. Tegenwoordig kent men er den
grutto niet anders dan van den trek, voor
namelijk in 't najaar.
Nog in 1825 vermelden Sheppard en
Whitear het rapen der eieren bij de
havenplaats Gt. Yarmouth en het laatste nest
schijnt vier jaar later gevonden te zjjn, toen
zekere meneer Rising een
paartje schoot, dat een nest
had op Horsey.
Een enkelen keer pro
beerde nog eens eentje zich
te vestigen, maar nooit
werd_ hun het broeden in 't
onvriendelijke Engeland ge
gund. Integendeel, iedereen
maakte zich op, den
zeldzamen vogel te bemachti
gen en hem voor goed geld
aan'n museum te verkoopen.
Maar ik vraag u of het niet
veel aardiger en leerzamer
is, den polder of 't duin in
te gaan en daar den trawant
van den kievit in zijn mooie
omgeving in al zijn levens
uitingen te observeeren,dan
hem opgestopt in de vitrines
van een stoffig museum te
bekijken.
A. B. WIGMAN