Historisch Archief 1877-1940
Zaterdag 22 April
A0, 1916
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS,
Mr. E. S. OROBIO DE GASTRO Jr. en Dr. FREDERIK VAN CE D EN
Abonnement per 3 maanden / 1.65
Voor het Bultenita de Koloniën p. J., WJ vooruitbetaling fr. p. mail . 10.
Nummers aan de Kiosken en Stations verkrijgbaar , 0.12'
UITGEVERS: VAN HOLKEMA ft WARENDORF
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM
Advertentitn van l?5 regels /1.25, elke regel meer .... /OJ25
AdrtrtentiSn op de f nantieele- en kunstpagina, per regel . . . 030
Reclames, per regel O40
IHHOUDi Bladz. 1: Sohoolvrede, door T. H.
Bnitenl. Overzicht, door O. W. Kernkamp. Con
fetti. Prflavraag. 3: Prof. A. Lorentz, door
prof. dr.P. Zeeman.?Prof. dr.H. Stranb herdacht
De Voorspelling der Geneeskundigen, door prof. dr.
M. Stramb f.?Krekelzangen, door J. H. Speenhofi.
3: Onze OrisU van 31 Haart 1916, en deDnitsohe
Pers, door Looker on. Feuilleton: Masiro, door
Ohristine Hoekstra (vervolg). : Voor Vrouwen,
door Eli8. M. Bogge. - Spreekzaal. 6:
Shakespeare's sterfdag herdacht, door J. F. Bense.
Een mensen der XXe Eeuw, teekening van George
van Baemdonck. Muziek in de Hoofdstad, door
F. O. van Geer. 7: Sohjjn en Weezen, Fred. van
Eeden. Tentoonstellingen, door H. De Oid",
door 8. Bottenheim. Kaart van Amsterdam door
Pieter Bast, door A. J. W. Enschedé. 8:
MatthansPasfiion, door Abel Croon. 9: Boekbespreking,
doorHenri Borel.?Een Protest, door J. C. Bloem.
In 't Wild, door Petronins, Goede Vrijdag, tee
kening van Jordaan. 11: Financ. en Economische
Kroniek, door v. d. S. 12: Eym-Kronyck, door
Melis Stoke. Onbewuste Zelfcritiek, door Melis
Btoke. Aan Bpeenhoff. Aan P. A. L. 13:
De Ontvangst van dr. Kuyper in Dnitschland,
teekening van Johan Braakensiek.
Sehaakrnbriek, red. dr, A. G. Olland. Damrubriek,
red. E.. O. de Jonge.
Bijvoegsels: Geen Wittebrood, teekening voor de
Amsterdammer" van Joh. Braakensiek.
Shakespeare's sterfdag Herdacht, teekening voor de
Amsterdammer" van Marins Bauer.
IIIIIIIMIIIIII iiniiiiiiitiiiiii
SCHOOLVREDE
EenNederlandsche-Anti-Schpoloorlogsraad heeft zijn program van eischen voor
den sehoolvrede ingediend, en de Regee
ring «heef t aanstonds het ontwerp over
genomen.
Evenals van alle
minimum-vredeprograrns, zou men ook van dit kunnen be
twijfelen of het eenigen vasten grondslag
voor den werkelijken vrede biedt.
Vrede, wel te verstaan, als: een echten
toestand van rustige, verdraagzame samen
leving. Niet als: een doekje voor het
bloeden.
Een vrede, waarbij iedereen vrede heeft,
zal wel - nimmer en nergens tot stand
komen. Ontevredenen en
tegenspartelenden blijven er altijd; zij 't alleen de
ultra's.
Maar een degelijke vrede behoort dan
ook daarop te zijn gericht, dat van de
verschillende kanten de gematigden en
de gemiddelden, die toch steeds de groote
meerderheid vormen, er genoegen mee
nemen.
Het ongeluk van onzen schoolstrijd
is tot op heden juist altijd geweest, dat
hij de ultra's van de verschillende
zijden, in 't eerste gelid bracht. De
eischen, over en weer als inzet van den
strijd gesteld, waren gemeenlijk de eischen
der uitersten. De groote, lang niet zoo
ver' van elkander staande middengroepen,
kregen daarbij zelden het woord; maar
vervulden de rol van hulpdivisies, die
tegen elkander in het veld werden ge
voerd, zonder altijd zelfs recht te weten
waarom.
Ook de pogingen tot schoolpacificatie
liepen gewoonlijk uit, aan den eenen kant
in een voortdurend toegeven aan scherp
sectarische eischen, aan den anderen
kant op een vinnig vasthouden aan
hyperneutrale en hyper-openbare traditie's.
Daarom heeft nog gén pacificatie de
pacificatie gebracht, omdat zij veeleer
steeds neerkwam op een heen en weer
schuifelen en veranderen van
vechtstelling.
De tegenwoordige tijd heeft ook ons
leeken de wendingen van de
oorlogstaktiek eenigszins beter doen verstaan.
En wij kunnen er niet zoo bijster meer
aan hechten, of de eene partij wordt
gedwongen van bepaalde strijdmiddelen
of bepaalde stellingen afstand te doen.
Wanneer men onmiddellijk daarachter
weer andere loopgraven aanwezig vindt,
of naar andere wapenen grijpen kan,
dan mogen al bij de een of andere over
winning de wimpels weer eens gewaaid,
en klokken gebeierd hebben, 's ande
ren daags komt de ontnuchtering, en weer
van 't oude laken een pak.
Precies hetzelfde zien wij in deze nieuwe
schoolvrede-plannen, die in menig opzicht
weer weinig anders zijn dan
schooloorlogsrechtbepalingen.
En degenen, die, zooals de minister
Cort van der Linden, daarvan eene ver
andering in de partijgroepeering onzer
binnenlandsche politiek verwachten,
eene nieuwe aera van toenadering
tusschen tot dusverre tegenover elkander
staande richtingen, zullen met eene be
drogen illusie uitkomen.
* *
Natuurlijk kan men in het voorgestelde
grondwetsartikel ook nog iets anders
zien: alleen maar een middel
omdegeheele aanhangige grondwetsherziening
acceptabel te maken. Om ? rechter- en
linkerzijde, Tweede en Eerste Kamer
onder n hoedje te vangen.
Dan steekt de geheele beteekenis van
de zaak niet uit buiten het tournooiveld
van een tijdelijk probleem, een puzzle
van parlementaire politiek.
En zoo laat het zich ook verklaren,
dat eene uit Kamerleden gevormde com
missie hiermede bij wijze van compro
mis komt aandragen.
Een tonnetje olie op de golven.
Hiermee nu kan een schipper wel eens
een stormbui goed doorstaan. Doch 't
is geen middel, om zijn schip een ge
heele verdere reis voorspoedig te doen
volbrengen!
En deze taak blijft dan nog voor den
boeg. Het ontworpen grondwetsartikel
staat, zoo bezien, geheel los van de
wetsvoorstellen.waarvan het toch eigenlijk
bestemd was om een kort begrip te zijn.
De aanneming van het voorgestelde art.
192 wordt eene platonische betuiging,
geschikt om aan de vanwege de linker
zijde voorgenomen kiesrechtswijziging
succes te waarborgen.
Ongetwijfeld komt het voorstel tege
moet aan de grieven, die van alle bezwa
ren in zake 't onderwijs de rechterzijde
misschien wel steeds den meesten aan
hang bezorgd heeft: dat de kosten voor
de openbare school ook moeten worden
opgebracht door hen, die van deze school
geen gebruik maken.
In de nu getroffen formule: ook het
bijzonder onderwijs onder wettelijke voor
waarden uit de openbare kas betaald,
klinkt zeker een vriendelijk en redelijk
geluid.
En met die formule kan men een tijdje
samen uit wandelen gaan, onder het
motto: morgen zullen wij verder zien.
Doch, men meene niet, dat daarmede
in waarheid de grondig vredestichtende
daad in den lande zal zijn volbracht.
Daarvoor komt alles nog op uitwer
king aan.
Een volk dirigeert men niet met com
promissen. Al aanstonds zullen de ver
schillende leden der commissie-Bos
moeite genoeg krijgen, hunnen aanhang
in discipline te houden en deze paci
ficatie" kalmweg te doen aanvaarden.
Bij de rechtsche partijen zal de
moeilijkheid het geringste zijn. Daar
heeft men zich immers voorloopig alleen
maar stil te houden, en de twee vingers
weer aan te grijpen, welke uitgestoken
zijn. Het eischen begint later wel weer
opnieuw. En hiermede ook 't geheele
lieve leven.
Maar juist daarom vleie men zich bij
links ook nog niet, met dit al op den
weg van den werkelijken vrede te zijn.
Weinig kwesties hebben zich zoozeer
vastgezet in de gemoederen ook van de
kleine politieke gemeente, als de
schoolkwestie. Zij is niet alleen een verkiezings
leuze, door leiders uitgegeven, en zij
laat zich niet door beslissingen of over
leg van leiders ontwarren. Zij zal de op
staatkundig gebied zoo ongelukkige anti
these" van onderen af blijven voeden,
zoolang niet door eene geheele reorga
nisatie van het schoolwezen, de gedach
ten in eene andere richting zijn geleid.
Op dien staatkundigen greep komt
het aan.
In de commissievoorstellen tot wijzi
ging van het Lager Onderwijs kunnen
wij hem nog niet zien.
Veeleer moet bedacht:
dat hunne regeling eene ontzaglijke,
bijna zou men zeggen: absurde vermeer
dering van kosten zal meebrengen,
zonder daarvoor als regel betere scho
len, integendeel: vaak meer gesplitste en
kleinere, te geven,
en dat men van 't praktische ideaal:
zooveel mogelijk n school, die de een
heid onder 't opgroeiend geslacht der
natie bevordert, verder afraakt dan ooit!
Hiertegenover kan men na alle erva
ring gerust zeggen, dat werkelijke op
klaring van den dampkring in zake het
onderwijs, en in zake de anti-these
slechts zal kunnen plaats vinden door eene
doelbewuste zelfstandige, liberale onder
wijspolitiek.
Eene onderwijspolitiek, waarbij de
kracht niet wordt gezocht in 't doen
van concessies aan de bijzondere school,
maar in het zoo aantrekkelijk en bruik
baar mogelijk maken van de openbare
school, voor de meesten.
Nog immer nemen wij niet aan, dat
dit een vrome illusie zou behoeven te zijn.
De Commissie Bos heeft reeds ver
scheidene gewichtige punten daartoe
aan de hand gedaan: de radicale ver
betering van de opleiding der onder
wijzers; en eene verheffing van hunne
levensvoorwaarden, welke zich daarbij
aansluit.
Voorts: de instelling van een Onder
wijsraad, aan welk college wij zelfs nog
liever iets meer dan adviseerenden
arbeid" zouden zien opgedragen: een
leidend orgaan voor den inhoud van ons
volksonderwijs, die bij den strijd over
den vorm, vaak te zeer in den hoek is
gedrukt.
Maar nu verder; wat hier aan den top
van de pyramide geschiedt, geschiede
ook aan den voet: maak van de open
bare school meer eene zuivere
onderwijsen opvoedingszaak.
De Commissie spreekt er ook wel van,
dat de openbare scholen aan plaatselijke
behoeften en inzichten der ouders moeten
kunnen worden aangepast." Ze werkt dit
evenwel niet uit. En toch steekt hierin1
de voornaamste schoolreorganisatie, die
in groote groepen der bevolking den vrede
met de openbare school kan herstellen.
Leg het bestuur dier schoolzaken
voornamelijk in de handen der ouders
zelve, zoodat de gemeentelijke
onderwijszorg niet enkel blijft een onderdeel
van de politieke gemeenteautonomie.
Geef aan de ouders de gelegenheid
om, volgens de regels der wet, en onder
leiding de gemeenteschool te besturen
en dus tevens verband te houden met
den geest die in hun kring
overheerschende is, ook op kerkelijk gebied;
waarbij toch tegelijk voor de belangen
der minderheden en voor algemeene
verdraagzaamheid gezorgd kan worden.
Schrik niet terug voor gematigde
pnneutraliteit; en durf de fouten herzien,
die omstreeks 1878, bij al het goede,
door de liberale schoolpolitiek zijn be
gaan.
Natuurlijk zullen exclusivistische ele
menten overblijven, waarvoor bijzondere
regeling onmisbaar is. Misschien is 't
zelfs wenschelijk verschillende regeling
te maken voor geheel verschillende uit
gangspunten van het op afzondering aan
gelegde katholicisme, en voor de her
vormden.
Maar laat u niet door de ultra's af
leiden in eene richting, die meer en
meer de waarachtige onderwijsbelangen
havent. Stel uw vertrouwen in de groote
middengroepen, talrijker wellicht dan
op 't politieke schouwtooneel aan den
dag komt. De groepen, alleen die nog
steeds zijn te winnen voor n onver
deelde school, mits ge haar weet te doen
zijn niet uw school, maar de school der
natie.
Op deze grondgedachten moet een
liberale onderwijswetgeving en eene
partijreformatie te bouwen zijn, die
vruchtbaarder zijn dan alle politieke
pacificatieplannen, omdat zij niet be
rusten op gekunsteld pacificisme, maar
op een werkelijk vredestichten.
v. H.
Volgens de jongste berichten is nu de
laatste nota van de Vereenigde Staten aan
Duitschland te wachten tenzij deze
laatste" slechts de voorloopster van een
allerlaatste" en een onherroepelijk aller
laatste" blijkt te zijn.
Indien President Wilson werkelijk spijkers
met koppen gaat slaan, zalTheodore Roosevelt
in zijn eerstvolgend boek althans een droppel
honig in den alsem kunnen mengen, wanneer
hij wederom een oordeel zal uitspreken over
Wilson's staatkunde tijdens dezen oorlog.
Zijn jongste geschrift laat er geen haar
goed aan.
Het is een merkwaardig boek, dat Fear
God and fake your own part"; ook aan andere
onzijdige volken dan het Amerikaansche
houdt het een spiegel voor, waarin zij hunne
facie niet zullen bewonderen.
Een echt Amerikaansch" boek, in den zin,
dien dit woord voor vele Nederlanders heeft;
met een vervaarlijk groot geluid, bijna even
vervaarlijk als Teddy's gebit; met veel re
clame ook van eigen voortreffelijkheid, die
alvast stemmen werft voor de aanstaande
presidentsverkiezing.
Maar Roosevelt is ook iets anders en iets
beters dan de marktschreeuwer, waarvoor
hij bij velen bekend staat. Hij .moge dan
voor ons gehoor zijne stem te luid verheffen,
wat hij tijdens dezen oorlog heeft gezegd,
met name over de passieve neutraliteit, ver
dient dat er naar geluisterd wordt.
Van den beginne af heeft hij zijn
landgenooten den plicht voorgehouden om de
macht der Unie in dienst te stellen van het
recht.
In November 1914 schreef hij in de New
York Times:
Waarover ik mij van alle ellende het
meest bedroef is de gebleken onmacht der
zich beschaafde noemende natiën tot werke
lijke bescherming van het recht. Onze eigen
regeering, ons eigen volk gaat nog niet vrij
uit. Onze houding is die der neutraliteit,
en de neutraliteit is een negatief begrip. De
neutraliteit van Amerika in dezen oorlog
brengt de wereld geen stap vooruit. Zij be
rust op de meening, dat ons particulier be
lang, een belang van het zuiverste egoisme,
ons verbiedt de moreele verplichtingen te
vervullen, die wij ten opzichte van een klei
nen, zwakken staat in werkelijkheid reeds
hebben aangegaan."
Ditzelfde thema is het telkens
terugkeerende motief van zijn jongste boek. De
yreeze Gods". die hij aan zijn volk pre
dikt, brengt ook den plicht mede het op te
nemen voor kleine natiën, wien onrecht ge
schiedt. Indien wij rustig toezien terwijl
België overweldigd wordt, en met ten hemel
geslagen oogen zalvende redevoeringen hou
den over den plicht der onzijdigheid, toonen
wij in werkelijkheid God niet te vreezen;
integendeel, wij toonen een verachtelijke
vrees voor den duivel en een lage neiging
om hem te dienen." Zou zou ook Thomas
Carlyle gesproken hebben, wanneer hij dezen
oorlog had beleefd hoewel hij, evenzeer
als Roosevelt, bewondering gevoelde voor het
Duitsche volk.
Maar Wilson heeft zijn volk aangemaand
tot onzijdigheid, niet alleen in woord, maar
ook in gedachte". Zijn
water-en-melkstaatkunde" vond eerst reden tot protest,
toen de stoffelijke belangen der Amerikanen
werden geschaad door Engeland's
contrabande-bepalingen. En toen het later niet al
leen om dollars, maar om menschenlevens
ging, toen honderden Amerikaansche man
nen en vrouwen en kinderen met de Lusitania
in de diepte zonken, maakte Wilson zich
belachelijk met zijne verklaring, dat Amerika
te trotsch was om te vechten". Een volk,
dat te trotsch is om te vechten", kan er
zeker van zijn, dat het getrapt wordt; want
ieder man en ieder volk, die wel willen
vechten, weten dat die eigenaardige trots"
alleen een andere naam voor abjecte laf
heid is."
Vreest God en zorgt dat gij uw eigen
zaak kunt verdedigen hoe zult gij dit
laatste doen, wanneer gij u daartoe niet
bereid hebt? Wat baat u een diplomatie,
die geen macht achter zich heeft? Voor de
weerbaarmaking van het Amerikaansche
volk is nooit iets gedaan; zijne prachtige
vloot is in de laatste jaren verwaarloosd.
Spiegelt u toch aan het rampzalige voor
beeld van België. Indien België een leger
van 500,000 man aan zijne oostgrens had
kunnen opstellen, zou het den indringer
buiten zijn land hebben kunnen houden, zou
vermoedelijk zelfs geen poging zijn gedaan
om zijne onzijdigheid te schenden. Waarom
is Zwitserland bewaard gebleven voor het
lot van België? Dat ligt hem niet alleen,
ook niet hoofdzakelijk aan het verschil van
geographische gesteldheid, maar hieraan:
Zwitserland was gereed om zich te verde
digen, België niet.
Laat Amerika ook gewaarschuwd worden
door wat in Azië gebeurt. China overtreft
Japan verre in rijkdom van natuurlijke hulp
bronnen, in uitgestrektheid, in bevolking;
maar het heeft de cardinale zonde begaan
om te verzuimen, zich uit te rusten ten
oorlog; nu is het aan de genade van Japan
overgeleverd; het is zelfs twijfelachtig of
het wel zal blijven bestaan.
Dat Amerika op verre na niet de militaire
macht kan ontwikkelen, waartoe zijn be
volkingscijfer en zijn rijkdom het in staat
stellen, is het werk van de vervloekte
beroepspacificisten", van Wilson, Bryan,
Ford en consorten, die de ongelooflijke
dwaasheid hebben begaan van te ijveren
voor een door tractaten verzekerden vrede,
zonder te zorgen dat de handhaving van die
tractaten door militaire macht kon worden
afgedwongen. Zij ook hebben de stemming
aangekweekt, die zich uit in het bekende
gedicht I didn't raise my boy to be a sol
dier" alsof het in deze eeuw nog niet
de eerste plicht van elk man was om zijn
leven te stellen in dienst van het vaderland,
d. w. z. in dienst van de gemeenschap, en
dus ook de plicht van een moeder om haar
zoon daartoe op te voeden. ledere vrouw,
die dat niet gedaan heeft, helpt er toe mee
om een dubbelen last te leggen op een
jongen, die een patriotische moeder heeft.
Het veelgeprezen vrijwilligersstelsel komt
eigenlijk hierop neer, dat dappere mannen
worden aangemoedigd om zich dubbel te
kwijten van hun plicht en dubbel gevaar
te loopen, alleen opdat lafaards en pietlutten
en geldmakers veilig thuis kunnen blijven".
Niemand heeft het recht om te leven,
die niet kan sterven voor een heilige zaak".
Verfoeiing treffe allen, die om een nietige
reden of met een duivelsch doel oorlog
voeren, die de rechtvaardigen en de zwak
ken onbarmhartig verdrukken. Alle eer worde
bewezen aan de vredepredikers, die recht
vaardigheid boven vrede stellen. Maar schande
over het hoofd van hen, die aan ons volk
zouden willen leeren, dat het niet in staat
en bereid moet zijn om zijn recht te ver
inzendingen voor deze rubriek gelieve men
te adresseeren aan het Redactiebureau, met op
den omslag het motto: ,Confettf'.
Wie een kuil graaft voor een ander...^
De Toekomst afl. 3 bevat op pag. 49 een
artikeltje Het Toppunt" waarin een in de
Engelsche taal gestelde zinssnede voorkomt,
waarachter tusschen haakjes de vertaling in
het Nederlandsch volgt.
Op pag. 60, van diezelfde afl., treffen wij
den volgenden passus:
De heer Cohen schijnt geen hoog denk
beeld te hebben van de ontwikkeling van
de lezers der Revue hebdomadaire, 1) want
de woorden Schzweig, Hundt" moet hij vaar
hen nog in het Fransch vertalen."
Dit met elkander in verband brengende,
wordt hier, namens de lezers van De Toe
komst" den heeren redacteuren van dat blad
vriendlijk dank gebracht voor het zoozeer
op prijs gestelde compliment door den
Toekomst-lezer:
Analphabeet.
l) Een te Parijs verschijnend blad. Red. A.
De dijk aan het Mallegat behoort
aan het Rijk, en wordt onderhouden
door de Staatsspoor".
Weth. de Jong, (R'dam).
Mocht onverhoopt de Staatsspoor komen
te overlijden, dan zal de Electrische de zorg
overnemen.
*
Ziekenfonds Door en Voor Werk
lieden." Na 5 jaar lidmaatschap een directe
uitkeering van f 20.?bij overlijden van
den bode. (Adv.)
Leuk voor zoo'n bode. Hij kan er natuurlijk
van op aan, dat menig lid van dit fonds met
nauwlettende zorg z'n gezondheid gadeslaat.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiliililii
PRIJSVRAAG
DE ZOMERTIJD
Binnenkort zal, waarschijnlijk, de klok een
uur vooruit worden gezet, om ons Nederland
van meer zonlicht te doen genieten.
Wij noodigen onze lezers uit:
lo. een puntdicht van ten hoogste acht regels
of 2o. een humoristische teekening
op deze gebeurtenis betrekking hebbend, te
maken.
Voor elke afdeeling zal een eerste en een
tweede prijs, een prachtwerk , beschik
baar worden gesteld.
De redactie behoudt zich het recht voor,
ook niet bekroonde inzendingen, te publiceer m.
De inzendingen moeten uiterlijk Woensdag
26 April aanstaande des voormiddags ten
10 ure aan het Redactie-bureau Keizers
gracht 333, Amsterdam, bezorgd zijn. Op
den omslag te vermelden:
Zomerti/d-Prijsvraag. Teekening (of) Gedicht.
'"'" mi 'iiiiiiiiiiiiiimitiiiiiiiimimiiiimiiiiimiiiiiiminiiimii
dedigen, zoo noodig door het uiterste mid
del van een oorlog."
Er is n soort van menschen, die Roose
velt, zoo mogelijk, nog dieper verfoeit dan
de beroeps-pacificisten dat zijn wat hij
noemt de hyphenated Americans", de Ame
rikanen, die vór dien naam een anderen
naam zetten, die er door een koppelteeken
(?hyphen") aan verbonden wordt: de
DuitschAmerikanen, de lersch-Amerikanen, de
Engelsch-Amerikanen. Hij kent maar n soort
van medeburgers: Amerikanen, onverschil
lig uit welk Europeesch land zij zelven of
hunne voorvaderen kwamen; hij heeft ge
weigerd zijn naam te plaatsen onder een
oproeping, waarin de Engelsch-Amerikanen
werden uitgenoodigd sympathie te betuigen
met Engeland. Wanneer er twee vlaggen
aan n mast geheschen worden, komt de
eene boven de andere te staan. De hyphenated
American" hijscht altijd de Amerikaansche
vlag onder."
Een Amerikaansch burger, die van ge
boorte of van afkomst een Duitscher is,
heeft, zoo hij een goed Amerikaan is, aan
spraak op dezelfde achting als iemand,
wiens voorvaderen drie honderd jaar geleden
met de Mayflower over den Oceaan staken.
Maar zij, die zich Duitsch-Amerikanen noe
men, hebben in het laatste jaar getoond,
dat zij heelemaal geen Amerikanen zijn,
alleen: Duitschers in Amerika. Zij zingen
Deutschland ber Alles" en bedoelen precies,
wat zij zingen. Zij bedoelen, dat zij de eer
en het belang van Duitschland stellen boven
de eer en het belang van Amerika, dat zij
de Duitsche vlag hiischen boven de Ame
rikaansche.
Er zijn nog andere onderwerpen, die
Roosevelt in zijn jongste boek ter sprake
brengt. In hoofdzaak is het een oorlogsboek:
over België, over de Lusitania en de Ancona,
over Wilson's nota's, over het stoken der
Duitsch-Amerikanen raakt Roosevelt niet
gauw uitgepraat. Maar men vindt er ook
hoofdstukken over Mexico, het Panama
kanaal en Japan.
Die over Mexico en het Panama-kanaal