Historisch Archief 1877-1940
s.-A
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
vaü«t ^KTh ^"""-V1?r T.rvF;FT"~TrT-r'r7s
E «...i. I- «, % ' , f»? f ur i
i , - *''* ' '
22 April '16. No. 2026
T WOONHUYS"
Directeur F. J. ZEEGERS.
Gebouw INDUSTRIA, DAM, hoek Rokin.
Voortzetting van den verkoop der
ZELDZAME COLLECTIE
OOSTERSCHE TAPIJTEN
afkomstig van het
me Brussel
ter waarde van ruim EEN MILLIOEN francs
waaronder
Zeldzame en groote tapijten voor
Musea's, Hotels of Vergaderzalen.
Antieke exemplaren voor
verzamelaars.
Tapijten voor salon en huiskamers
(meer dan 2000 stuks).
leder tapijt is geprijsd in francs,
om te rekenen a 35 cents.
Verkoop uitsluitend a contant.
/??a
l
W.I
V^ v v -***r -^*^*j^r w w '^^- l
WZEISTBAW
AMSTERDAM
in 't uur van Plymouth naar Bombay, dat
zonder oponthoud de reis door het
Suezkanaal in ongeveer 25 dagen kan volbrengen,
zal dus de route om de Kaap nemende
daarvoor 45 dagen noodig hebben, d.i. bijna
eens zoo lang en dientengevolge met bijna
eens zooveel kosten.
Die nadeelen drukken in de eerste plaats
op de Britsche handelsvloot, die in het
verkeer door het kanaal van Suez de voor
naamste is. Terwijl in 1882 2565 Engelsche
schepen met 4 millioen toninhoud het
kanaal passeerden, was dit aantal in 1913
gestegen tot ongeveer 3500 schepen met een
inhoud van 12 millioen ton.
Bovendien zal het geringere
scheepvaart. verkeer via Suez een verder nadeelige terug
werking uitoefenen op de handelsbeweging
van Egypte, die reeds in niet geringe mate
door den oorlog heeft geleden.
In 1914 ging, vergeleken met 1913, de
invoer reeds met & 6.140.589, de uitvoer
met 7.570.269 terug. Maar er waren nog
grootere nadeelen, daar, blijkens de consu
laire rapporten, bij het begin van den oorlog
groote hoeveelheden katoen verloren gingen,
zoodat de laatste oogst op slechts 18.ÜOO.OOO
was te ramen tegen & 32.000.000 van den
oogst 1913/14.
Voor 11 maanden van 1915 waren de
cijfers van den import 16.692.315, van den
export 22.562.823, d.i. een mindere invoer
ten bedrage van & 3.959.100 en een toename
met 1.911.408 voor uitvoer, welke toename
geheel op rekening komt van katoen en
Tarwe, voor Engeland zelf bestemd.
Dat men noode besluit tot het volgen van
de langere en dus meer kostbare route, is
te begrijpen, wanneer men let op de
ofh'cieele gegevens in het Britsche parlement
verstrekt omtrent de door Engeland's handels
vloot geleden verliezen, volgens welke in
1915 reeds 409 schepen van meer dan 500 ton
inhoud, tezamen 997.972 ton metende, zijn
verloren gegaan, terwijl van andere nationali
teiten 317 handelsschepen met 827.388 ton
inhoud dit zelfde lot hebben ondergaan.
Tegenover het totaal verlies van de
Britsche koopvaardijvloot sedert het begin
van den oorlog, zijnde 1.219146 ton, staat
de aanbouw van nieuwe schepen in 1915
'met tezamen ongeveer 650.000 ton inhoud.
Omtrent de beteekenis van de handels
vloten der neutrale zeevarende staten, dienen
de volgende gegevens:
aantal stoomschepen.
van 1500 t. van 100 t.
en hooger. en hooger.
Noord-Amerika 558 1233
Noorwegen 398 1658
Nederland 330 710
Griekenland 265 433
Spanje 262 588
Zweden 247 1090
waarvan de inhoud (in 1000 t.)
bruto. netto.
Noord-Amerika 2580 1656
Noorwegen
Nederland
Zweden
Griekenland
Spanje
1978
1499
1022
893
886
1180
923
595
561
539
waaruit kan blijken, hoezeer ook ons scheep
vaartverkeer 'door dezen oorlog wordt ge
troffen.
Meer en meer doet zich het gebrek aan
cheepsruimte gevoelen, daar behalve het
iiiiiiMitiniiiiiiii
verlies door torpedeeren, mijnen-ontploffing
en inbeslagneming, de oorlogvoerende lan
den, voor welke het verkeer ter zee open
staat, op een groot gedeelte van de eigen
handelsvloot voor krijgsdoeleinden hebben
beslag gelegd. Engeland heeft te dien einde
zelfs ongeveer 25 pCt. van de Britsche koop
vaardijvloot gecharterd; ook de regeeringen
van Frankrijk en Italië hebben tot dit doel
een groot aantal schepen aan de vrije vaart
onttrokken.
De handelsvloten van Duitschland en
Oostenrijk-Hongarije, voor zoover nog in
de eigen havens aanwezig, wagen zich niet
daar buiten, waar zij alle kansen loopen
van door den ter zee geduchten vijand voor
goeden prijs verklaard of in den grond ge
boord te worden, de Russische handelsvloot
is eveneens grootendeels tot werkeloosheid
gedoemd; wat dus beschikbaar is, doet
opgeld.
Zuid-Amerika ondervindt eveneens in ge
voelige mate het nadeel van het gebrek aan
voldoende middelen van vervoer ter zee.
Van den grooten voorraad levensmiddelen
is genoeg voor uitvoer beschikbaar, maar
het middel om het te realiseeren, het naar
Europa te transporteeren, ontbreekt of is
slechts in onvoldoende mate beschikbaar.
Onder deze omstandigheden is het begrij
pelijk, dat men in Brazilië overweegt, of
men ook het voorbeeld van Portugal zou
navolgen, door de Duitsche schepen, die bij
het uitbreken van den oorlog in
Braziliaansche havens een schuilplaats hebben
gevonden, te gebruiken om in het gebrek
aan scheepsruimte te voorzien.
En het zijn heel wat Duitsche schepen
die daar reeds 20 maanden op het einde
van den oorlog wachten. In vredestijd is
het handelsverkeer tusschen Duitschland en
Brazilië nog al van beteekenis; het neemt
de derde plaats in en volgt op de Ver. Staten
en Engeland.
Ook de staten van het Zuid-Amerikaansch
verbond, nl. Argentinië, Brazilië en Chili,
waarbij zich later ook Uruguay heeft aan
gesloten, die gewoon zijn in gemeenschap
pelijk overleg te handelen, zouden onder de
tegenwoordige omstandigheden wellicht van
den nood een deugd maken en, indien Bra
zilië inderdaad de in zijn havens geïnter
neerde Duitsche schepen requestreert, tot
denzelfden maatregel kunnen overgaan
tegenover die schepen, welke te Buenos
Aires, Montevideo en Valparaiso een schuil
plaats hebben gezocht.
Natuurlijk is dat niet geoorloofd, maar
in dezen oorlog is zooveel geschied, dat
ongeoorloofd is.
v. D. S.
IIIHlIIIIMMniimilllimnlIIIMMIHIIMMillMIIMMllllllllMIIHIIIIIIimillllll
Aan P. A. L.
(Zie het vorige nummer)
Dank je wel voor jou waardeering
voor mijn Stumper"-Krekellied.
P. A. L. je bent een gein-jas"
Maar een stumper" ben je niet!
Weet, goedkoope geintjes-tapper"
HUMOR IS ONTROERENIS.
Dat een geintje altijd cynisch,
Dat het nimmer GEESTIG is.
J. H. SPEENHOFF
RIJM-KRONYCK
Krijgsmanszangen V
Bekentenis
ter overweging aan hoofden
van gezinnen, die onder hunne
kennissen
landstormplichtigen hebben.
Wanneer, na langen marsen,
de krijgsman uit wil blazen,
dan kijkt hij achterom,
en, suffig, om zich heen:
Hij kent de weien niet,
waar vreemde koeien grazen,
en zet zich zuchtend op
een nooit-gezienen steen.
Zoo kijk ook ik rondom,
na ruim een maand van zwoegen,
en vind mij-zelf terug,
in streken, die 'k niet ken ...
mijn wangen zijn verweerd,
mijn huid vol ruwe voegen ,..
en 'k vraag mij peinzend af,
of ik dat zélve ben.
Ik vond het vroeger vies,
om op den grond te slapen,...
haha! belachelijk!
ik droeg een overhemd !
Ik dronk nooit uit mijn hand,
en dorst er niet uit eten,
en had nog nooit een pruim"
bezogen en omklemd.
Ik vond het vroeger vies,
mij 's morgens slecht te wasschen,
en poetste nooit een schoen!
en dweilde nooit een vloer! !...
Doch las ik schaam mij dood
serieuze paperassen,
... en kende gén matroos
of smid of groentenboer!!
Ik praatte vroeger nooit
met mijn barbier z'n klanten,
of achter op de tram
met vreemden over 't weer...
Nu groet ik dagelijks
kapteins en luitenanten,
die 'k zelfs bij naam niet ken,
en die 'k niet frequenteer.
Mijn geest is afgestompt,
en 'k heb geen conversatie
dan over rechts-om-keert"
en schoudert-het-geweer" ...
dus, Moeders, vraagt mij niet
op uw diners, want gratie
manieren of fatsoen
bezit ik reeds niet meer.
'k Bezit niet meer den tact
uw dochters te behagen,
doch neem van elk gerecht
zoo dikwerf als 't slechts gaat...
mijn glas word voor-en-na
ad fundum omgeslagen...
... Ach ! wend het weenend hoofd,
en zegt: hij is soldaat!"
MELIS STOKE
L a n s t o r m p U c h t i g e
? ? *
Onbewuste Zelf-critiek
Zij, die hebben durven beweren, dat de
Duitsche soldaat een materialist is, zullen
leelijk opkijken bij het lezen der volgende
regelen, die ik in een Duitsch tijdschrift
vond. Er moge uit blijken, welk een ge
voelige, tot het idealistische geneigde ziel
er schuilt onder de ruwe krijgsmanshuid ;
het is het eenvoudige, doch treffende ge
dicht, van een soldaat, die, na een kort ver
lof in zijne geboortestad, weer teruggekeerd
is in de loopgraven :
"drlaubs^JEnnnerungen
Urtaub! . . . bift bu fdjön gerocfen ! . . .
? ? beutfdjer SBeht . . .
'
IHIIIMIIIflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIMIIMIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIII
Pils met ramenas bij Schiller,...
opstaan om een uur of tien...
en de vreugde, om de Quelle
en mijn meisje weer te zien ...
Bruine Amsterdamsche korstjes,...
Wijnandt Fockink, klare, port,...
een nieuwe krant met Wolf-berichten...
... Ach, zoet verlof... gij waart tékort...
MELIS STOKE
, 9.1(ünd)neï, ÏKofel, SRhein!
Seruietten, roei)3 unb fauber ;
traftenbal)n unb Omnibuë . . .
2)cut[d)c aufer, >eimat§sauber,
Neine Stoffen, icbd)en§ ftttp!
"Hater, ÏÖutter, Sdjroefter, SJJafe !
A'JeineïSlhnen alte ruft ...
Sattbre cJjcr fiir bie "Jlafe . . .
eitnatfpradje . . . cünatluft !
trafsenan.jug unb S4h)ama . . .
W ad) t s cin "-iiettc, roeip luie djnee !
föagncvopcr, Stilte, 'Srama,
Staharett unb Variété!
Seittfdje SDSiefcn, beutfdje Stinber,
Skin bie eller unb Ikjterf,
eutfd)es isdjulfjauë, betttj'dje '&inber,
eutfd)cöfnujprigeë ebdd' . . .
(ïrtrablatt mit beutfrfjem toiege . . .
. . . Unb id) t)alte 28ad)t, '
'
lUs id) iu i eb er Uviaub f'riege
Cber btèman Jyïiebcn madjt.
Het zal geen verwondering wekken dat
ik, die zelve soldaat ben, en mijnen verren
collega dus begrijpen en waardeeren kan,
mij door zijne woorden geïnspireerd gevoel
tot navolging.
Op dezelfde eenvoudige, doch veelzijdige
en ethische wijze wensch ik hieronder de
gevoelens weer te geven van een evenzeer
ermaanschen, eenvoudigen Nederlandschen
soldaat, die, na een kort verlof te Amsterdam
te hebben doorgebracht, naar het veldleger
teruggegaan is :
VERLOFS-NAKLANKEN . . .
Ach, verlof, . . . wat waart gij heerlijk . . .
Kalverstraat en Haantjesbier . . .
Rolmops, kaas en vette lappen . . .
Mengelberg en 't stadsvertier . . .
Riemsdijk-drama's, Schinkelhaven . . .
Artis, leverworst en ham . . .
Atax-rijden, schoone hemden . . .
de verbouwing aan den Dam . . .
't Huis, waar eens mijn ouders woonden. . .
uienbiefstuk in de Poort, . . .
't Kalfje, Trianon, 't Museum, . . .
Rembrandt, Ruysdael en zoo voort, . . .
IJsco en 't Bagijnenhofje, . . .
Schoone lakens, heldre boord, . . .
? Al die lieve, oude grachtjes, . . .
Hoek en de Oude-man-huis-poort . . .
Brief aan Speenhoff
Een lezer schrijft, naar aanleiding van
Speenhoff's Verkade-gedicht:
Beste Speenhoff, Goede Koos!
wat heeft-ie jou gedaan ?
Gun jij Verkade nu weer niet
zijn zér-voornaam bestaan ?
Hij, de acteur van een publiek,
dat mier-zoet snoepfondant
in loges en in stalles kauwt...
... die storremenderhand
de harten en de beurzen won
van een' beschaafd publiek,
dat naar zijn wufte stukken kijkt,
vol weergalooze chique.
Geloof het Koos! Verkade wordt
door hen, om strijd beschouwd
als 't ideaal van manlijkheid...
... een afgodsbeeld van hout. *)
En, Koos, nu nog een goede raad,
van ons, die je graag mogen
laat het nu na in het vervolg,
om werkers af te drogen.
Laat jij je ook niet filmen, hoor!
want dat wordt vast een strop,
men zag alleen een zwarten jas
en 'n ongekamden kop!
B. v. E.
*) Zie het Hindenburg-Denkmal corr.
* * *