De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 22 april pagina 2

22 april 1916 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

* f ?> DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 22 April '16. No. 2026 dienen atleen ra liet fendenregister van President Vfüaon te vergrooteHi; voor,ons, Nederlandei», heeft dit weinig belang. Maar als RooseveJt over de verhouding van de Vereenigde SjWen,-.tot Japan gaat spreken, spitsen wij dexJorep. Hij blijkt een grdpt bewonderaar te zijn van Japan en* het Jfpansche volk, en acht het In het belang zoowel van de Vereenigde Staten als van Japan om in vriendschap met elkaar te leven. Er is maar n.quaestie, die wrijving kan veroorzaken: de immigratiequaestie; maar overigens ziet bij geen en kele reden, die vijandschap tusschen beide Staten zou kunnen verwekken. «Voor elk van beide zou het een dwaas heid, ja een ramp zijn om zich de vijandschap van den ander op den hals te halen. Men zou bijna kunnen zeggen, dat het politiek inzicht van een Amerikaan of een Japanner, kon worden berekend naar de gevoelens van vriendschap en eerbied, die zij ten op zichte van elkander's volk koesteren. De twee natiën moeten voor altijd hand in hand gaan." Dit hand in hand wandelen van Amerikaan en Japanner moge een liefelijk beeld van internationale verbroedering opwekken, voor Nt<fcr!and heeft het zijne gevaren. Indien Roozoo hij voor déderde maal president JM* Vereenigde Staten n nauw ver!< Wil laten sluiten met Japan, zouden . blM niet .gaarne tot dat ambt verkozen zien.; Maar de kans daarop schijnt ons ook niet groot: Van de Duttsch- Amerikanen krijgt hij njet n stem; eyenmin van de pacificistejijën van hen, bij wie de liefde voor den dollar boven de vreeze Gods" gaat; dat de overigen hem de meerderheid kunnen bezorgen, komt ons niet waarschijnlijk voor. 19 .April 1916 G. W, KERNRAMP. llftltlllllIIIIIMlblIllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHIHIIIHIIIIIIII Prof. H. A. Lorentz door prof. dr. P. ZEEMAN .Alles Lebendige bildet eine Atmosphare um,sich her" heeft Goethe gezegd. Ieder weet uit eigen ervaring welk een subtiele invloed van een persoon met bijzonder karakter kan uitgaan. Deze invloed van een persoonlijkheid kan nooit ten volle be schreven, alleen beleefd worden, maar de schilder kan wanneer het oogenblik hem gunstig is, het individueele weergeven, en tevens door het te voorschijn roepen-van herinneringsbeelden een buitengewoon rijken inhoud overleveren. Zulk een oogenblik heeft de schilder M. Kamerlingh Onnes ge grepen, nadat hij het schilderen op zich wilde nemen van Lorentz's portret. Deze had daartoe, zijne'toestemming verleend gevolg gevende aan den wensen, van een beperkten kring van vrienden, ambt- en vak-genoten, uitgesproken bij gelegenheid van Lorentz: veertigjarig doctoraat op 11 December 1915.' Inderdaad dit is geheel Lorentz, zooals wij hem kennen van zijne colleges, van een vergadering der Akademie van Wetenschap pen, van een voordracht, met den vriendeItjken schitterglans van zijn oog, waarmede hij u zoo juist heeft aangezien om nu weer in de verte zijn blik te laten welden. Met een enkel woord wil ik hier trachten de onderzoekingen van Lorentz aan te duiden, die voor de tegenwoordige natuurkunde van zoo- fundamenteele beteekenis zijn. Wij weten daarbij vooruit, dat wij onze bewon dering niet ten volle kunnen mededeelen aan hen, die niet in staat zijn zijne werken zelve te begrijpen, maar als Nederlanders kunnen wij allen er ons over verheugen zijn naam te bezitten, dien wij naast de beroemdste van andere volken mogen plaatsen. IIIIIIIHIHIIIHIHIIHUIIIIIIHtllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIII Prof. Dr. M. STRAUB f Den 14en April 1.1. is overleden Prof. Dr. M. Straub; hoogleeraar in de oog heelkunde aan de Universiteit van Amster dam. Het heengaan van Straub, nog in de kracht des levens, is een aangrijpend verlies. Voor zijn vak, dat hij met meesterhand uitoefende, en voor allen die hem kenden. Straub was een man met buiten gewoon levendigen en veelomvattenden geest. Hij behoefde zich niet binnen enge banen te houden. Zijn oordeel ging over veel en velerlei. En zoo verliezen ook de algemeene natuurwetenschappen en de algemeene belangen der Amsterdamsche Universiteit in hem een groote kracht. In onze Medische Kroniek" heeft Straub verschillende artikelen geschreven, die De Amsterdammer" met dank her denkt. Toen de heer Straub ziek werd, had hij andermaal een bijdrage gereed gemaakt. De redactie heeft gehoopt, haar te kunnen plaatsen na zijn herstel. Nu kunnen wij dit artikel nog slechts plaatsen als de meest aandoenlijke necro logie ; eene, jdie de beste getuigenis aflegt van Straub's hoogstaanden en door dringenden geest. De Voorspellingen der Genees kundigen DOOR PROF. DR. M. STRAUB t De geneeskundigen hebben de belangrijke taak aan hun patiënten den vermoedelijken duur en den afloop hunner ziekte te voor spellen. Die voorspelling is een gewichtig Bij de veelzijdigheid van Lorentz's arbeid, moeten wij ons ai dadelijk beperken en 'spreken alleen over die theorie welke bij het noemen van Lorentz's naam den natuur kundige het eerst voor den geest komt: de electronen theorie. Wij noemen eerst een paar hoofdstations op den breeden weg, die naar het binnenste der theorie zou voeren. In 1875 ver se h ij n t Lo rentz's disser tatie over de theorie der terugkaatsing en breking van het licht, in 1878 eene verhande ling over het verband tus schen de voort plantingsnelheid van het licht en de dichtheid en samenstelling der middenstoften, dan in 1895 het funda menteele werk: proeve eener theorie der electrische en opti sche verschijn selen in bewo gen lichamen, en in 1904 eene mededeeling aan onze Aka demie van Wetenschappen over electromagnetische verschijnselen in een stelsel dat zich metwillekeurige snel heid, kleiner dan die van het licht beweegt. Als samenvat ting verschijnt inl909de Theory of Electrons", voor lezingen door Lorentz gehou den aan de Columbia Uni versiteit te New-York. In de electronen-theorie wordt aange nomen dat alle electromagnetische verschijn selen, en dat zouden wel eens alle natuur verschijnselen kunnen zijn, berusten op de ligging en de beweging van zeer kleine electrisch geladen deeltjes: de electronen. Die electronen liggen in den wereldaether. Het doel der electronen theorie is nu door te dringen tot de kennis der verschijnselen in het inwendige der materie, want Maxwell's theorie, die door Lorentz wat den vrijen aether betreft wordt overgenomen, kan dat niet doen. Het systeem van mathematische formules waartoe Lorentz's theorie voert (de vergelijkingen van Lorentz) maakt het nu mogelijk rekenschap te geven van de voor naamste verschijnselen van het licht en de electriciteit. De vergelijkingen van Lorentz kan men gemakkelijk schrijven op de binnenvlakte van de hand en het is zeker wonder baarlijk dat men daarmede een aantal natuur verschijnselen kan beschrijven en andere kan voorspellen. Van af de breking van het licht in een prisma, de emissie en de absorptie van het licht, den electrischen stroom in een metaaldraad, de eigenschappen der vrije elec tronen in de kathodestralen, het ontstaan der Röntgenstralen tot aan het astronomisch verschijnsel van de abberratle van het licht der vaste sterren, en de onafhankelijkheid van de optische en electromagnetische ver schijnselen van de beweging der aarde. Over die onafhankelijkheid een korte[ulteenzetting. Onze aarde beweegt zich met Prof. A. LORENTZ naar een door den heer M. Kamerlingh Onnes geschilderd portret een snelheid van 30 K.M. per secunde om de zon. Met die snelheid moeten wij met onze instrumenten in ons laboratorium door den aether heengaan. Want een der grond stellingen die Lorentz aanneemt is dat de aether steeds vast blijft staan en ook de aarde daardoor heen kan glijden, eene hypo these die door Fresnel voor de optische verschijnselen ingevoerd door Lorentz tot alle electromagnetische werd uitgebreid. Men zou nu verwachten dat wij van den achter wind die door onze laboratoria gaat wel iets moesten bemerken. Stel dat op een tafel twee electrisch geladen bollen staan. Door een proef van Rowland is bewezen dat snel bewogen ladingen als electrische stroomen werken. Hier hebben we twee bollen die met een snelheid duizendmaal zoo groot als die van eene vliegmachine door den aether vliegen, dus die zich als twee electrische stroomen zouden moeten gedra gen. Daar die stroomen ook dezelfde richting hebben zouden ze elkaar moeten aantrek ken, terwijl men de snelheid ten opzichte van den aether uit de grootte van de aan deel van hun werk. Het is voor de gezinnen van groot belang te weten hoe lang op invaliditeit van den kostwinner of van de huisvrouw moet worden gerekend, te weten of de ziekte van een kind al of niet een heel schooljaar zal moeten kosten. Een dokter, die goed voorspelt, is in zulke perioden veel waard. Doch er is meer. De juiste, door den loop der ziekte bevestigde voorzegging wint voor den arts het vertrouwen zijner zieken. Zonder vertrouwen kan niemand op den duur goed werk doen en in het bizonder de arts kan niet opklimmen tot het volle vermogen van zijn genezingskunst, wanneer hij niet het vertrouwen bezit. Wie dit niet kan inzien, verwart de weten schap der geneeskunde en de geneeskunst. De wetenschap staat vaster, maar de ge neeskunst reikt verder, mits zij haar volle .kracht onder den steun van een rijk ver trouwen kan ontplooien. Van de meeste hulpmiddelen om te ge nezen, waarover de arts beschikt, is het ver mogen niet zoo scherp vastgesteld, dat de keus uit het beschikbare een eenvoudig rekensommetje zijn zou. Eerste voorwaarden voor een practisch bruikbare voorzegging zijn grondige kennis van wat in het algemeen van de ziekte bekend is, en zoo veel mogelijk bizondere kennis, berustend op in soortgelijke gevallen verrichte waarnemingen. Voldoende is die kennis alleen niet.' _De voorspellingen der medici zijn geens zins alleen op wetenschap gegrondvest, on middellijke uitvloeisels van goed bekende wetten. Zij hebben menigmaal den zwak keren grond van algemeene menschenkennis en wereldkennis, van een gelukkige greep. In vele gevallen kan de arts, ook als hij het vraagstuk wetenschappelijk zoo goed beheerscht als bereikbaar is, niet over de gegevens voor een volkomen verdedigbaar oordeel beschikken. Moet hij dan zeggen, als de zonderlinge rechter in Nathan: kom eens over duizend jaar terug? Neen, hij geeft raad naar zijn beste weten en ver mogen, zooals de formule van den artseneed het zegt. Hij zal, waar wetenschap tekort schiet, als ervaren en wijs man menigmaal goed slagen. Beoefent hij dan nog wel de seneeskunde? De arts, die in een practische vraag, zoo goed mogelijk voorbereid, verder dan zijn kennis gaat, zal niet beschuldigd worden, dat hij den weg der kwakzalverij heeft genaderd. De patiënten zouden hem, als zij de situatie doorzagen, dankbaar zijn, dat hij niet alleen raad gaf als geleerde, maar ook als mensch en alsSvriend. Ongunstiger ligt het geval, wanneer de arts meent vasten grond onder de voeten te hebben en in werkelijkheid zijn kracht heeft ont leend aan een wetenschappelijke dwaling. Gelukkig leert de ervaring, dat de onjuiste geneeskundige theoriën toch niet zóver van de waarheid afstaan. Zij hebben in den regel tenminste een klein deel van de waar heid of een misvormd beeld van de waar heid, dat voor een behoedzaam man nog juist genoeg zijn kan om een praktisch bruikbaar inzicht te vormen. Zoo zijn dus de voorspellingen der ge neeskundigen het uitvloeisel van een men gelmoes van bestanddeelen gelijk een ouderwetsch recept: een deel waarheid, een deel menschenkennis, een deel intuïtie. Het onderwerp voorspellen zit ons medici hoog. Wij kunnen maar moeielijk verdragen, dat deze onze kunst slechts weinig waar deering geniet, dat iedereen het als vanzelf sprekend beschouwd, als de voorspelling uit komt en blijmoedig onze kunst veroordeelt en bespot, wanneer zij faalt, niet in aanmerking neemt, dat onze ziel in het werk zit. Noch de patiënt, die goedkeurend uitroept: dok ter, je heb het geraje,' noch de patiënt, die een voorgestelde operatie afslaat op argu menten, die onze zorg voorbijzien, krijgt een vriendelijk gezicht. Wij weten wel, dat wij dikwijls zwak staan, maar we zouden dan des te meer waardeering voor onzen durf willen ervaren. De dagelijksch gekweekte belangstelling in het onderwerp voorspellen, deed mij met groote ingenomenheid een boek opnemen, waarin nu eens niet de voorspellingen der medici, doch die der astronomen worden besproken 1). Het voorspellen is vele eeuwen lang het bizondere prerogatief geweest der sterrekundigen, die in den ouden tijd tevens priesters waren. Zij vestigden hun reputatie met het voorspellen der eklipsen, maar gingen weldra op de minder nauwkeurig berekenbare storingen in 's menschen lot over. Zij grondden deze voorspellingen op den loop der planeten. Zij wisten door den eb en door den vloed met zekerheid, dat zon en maan invloed uitoefenen op de aardsche dingen. Zij namen aan, dat ook de planeten dit doen en bestudeerden daarom met de uiterste zorg de schijnbaar zoo ingewikkelde, grillige banen, welke de pla neten aan den hemel beschrijven. De eerste planeetlezende astronomen waren de Chaldeeuwsche priesters in het oude Babyion, die zoowel voor de astronomie als voor de planeetlezerij de leermeesters der geheele wereld geweest zijn. De laatste geleerden, welke uit de sterren het menschelijk lot hebben voorspeld, waren de beroemde Deensche astronoom Tycho Brahéen de nog beroemdere Keppler. Vele der voorspel lingen van Tycho Brahébestaan nog in manuscript en men kan dus nog controlee ren in hoeverre de voorspellingen geslaagd zijn. Zijn prognosen zijn menigmaal op treffende wijs uitgekomen. Vorstelijke personen lieten door hem hun horoskoop en nog meer dien hunner kinderen opmaken. De geleerde vond DE HUPSA-JUFJES (Teekening voor De Amsterdammei'' van .1. H. Speenhntf). Is er wel een Land op Aarde Waar de mop" zoo leutig gaat; Waar een Volk, door Hupsa-jufjes, Zich zoo zoetjes foppen laat? Nergens is men zooals wij Met die dans-aanstellerij! Lesjes-geefsters, lesjes-neemsters, Met je hupsjes van een kraai, In je zieltjes ben je leelijk En van buiten veel te fraai. Hippelt, trippelt als 'n vlooi, Voor Tooneel ben je te mooi! Voel-jedan niet, naampj es-maaksters, Met je zeurig wip-gedrijn, Dat de DANS je mooi moet maken, Zelf mag je wel leelijk zijn. Heb-je rare, slinger-juf j es, Voor je met je dans bekoort, Nog meer begeleiding noodig Qan het REINE C-ACCOORD, Voel-je niet de rijke droefheid Van een klank-verhaal in b; Niet het vorstelijke fiere, Van een dans-gebaar in g? Waarom vieze Grieg-reclames, Voor je hupsen, weeje dames ? Wil-je dansend doen gevoelen, Wat of lück en Bach bedoelen ? Al dat hoogsch" is overbodig; Bach heeft toch uw hulp niet noodig! Als je danst moet je niet WETEN Niet BEGRIJPEN wat je doet: Maar dan moet je bevend VOELEN Dat je DANSEN, dansen MOET l Lesjes-piksters, centjes-hapsters Dans-aanstelsters, spaart ons, toe! Deftig-doende allumeuses" Met je zedeloos gedoe. Als je danst, dan moet je lichaam, Zelfs je haar verborgen zijn. Dansen is de HOOGSTE KUisCHHElD In GEBAAR, in VORM en LIJN! Wü-je dansen rijk aan schoonheid, Kijk aan kunst en rijk van maat?.. fufjes, gaat dan dansen leeren Van de MEIDEN op de STRAAT. trekking zou kunnen afleiden. Alle dergelijke proeven, in het bijzonder ook eene beroemde proef van Michelson, hebben een negatief resultaat opgeleverd. Lorentz heeft in 1904 kunnen bewijzen door twee eenvoudige hypothesen over de krachten tussschen de molekulen en over de gedaante der electronen aan zijne theorie toetevoegen, dat bij de beweging door den vaststaanden aether een waarnemer op aarde, die wel is waar niet absoluut volkomen, maar dan toch uiterst fijne instrumenten tot zijne beschikking heeft, nooit kan bemerken of er al dan niet een aetherwind" is. Eene absolute onafhankelijkheid van de aardbeweging wordt in Einstein's relativi teitstheorie verkregen, eene theorie waarover een oordeel zonder het schitterend geheel van Lorentz's werk onmogelijk zou zijn. Eindelijk willen wij nog iets over eene der schoonste voorspellingen van Lorentz's theorie zeggen. Een natuurkundige ontdekt dat een lichtbron door magnetische krachten naast het oorspronkelijke licht, ander licht van iets grootere en iets kleinere golflengte gaat uitstralen. Maar dan moet, zooals Lorentz op grond van zijne theorie kan aangeven, dat licht op bepaalde wijze gepolaxiseerd het werk moeielijk en verantwoordelijk en zwoegde hard alvorens hij nauwkeurig en scherp zonder omwegen zijn meening gaf. Men moet met vele omstandigheden rekening houden, zei de man, en hij heeft misschien met nog meer omstandigheden rekening gehou den, dan hem zelf bewust geworden is. De belangrijkste omstandigheid is, volgens de planeetlezers, den stand der planeten in het uur der geboorte. Elke planeet had in het algemeen haar beteekenis. Hoe die beteekenis in het voorhanden geval moest worden opge nomen en in een practisch oordeel omgezet, dat hing van de inzichten van den voor speller af. De Deensche Koning Frederik de Tweede bestelde bij Tycho Brahédrie nativiteiten" voor zijn drie zoons Christiaan, Ulrik en Hans. De voorspellingen betreffende den eersten en den laatsten kloppen heel goed met de uitkomst. Christiaan werd op grond van de sterren genoemd een vrouwenvriend, krijgslustig, met een sterken zin voor gerech tigheid, met belangstelling in geestelijke zaken, waardoor hij in groote moeielijkheden komen zal (30-jarige oorlog),van goed humeur, prachtlievend, muzikaal, gelukkig in den bergbou w, maar blootgesteld aan groote twee dracht in het huwelijk. Men zegt dat Koning Christiaan ongeveer zoo geweest is. Aan den kleinen hertog Hans verkondigden de sterren door Tycho Brahé's mond een kort leven en een gebrekkige gezondheid. Tegen het 18de jaar werd hem een groot levensgevaar voor speld. Dit gevaar zou komen van Mars, maar ook van de zee, doch niet van Venus, die eer gunstig is. Het meeste gevaar dreigde van Saturnus in den vorm van melancholie en zielelijden. Op zijn achttiende jaar trok hertog Hans naar het beleg van Ostende en van daar naar Rusland om in het huwelijk te treden met een dochter van den Czaar. Hij stierf in Rusland nog vór hij zijn bruid had ontmoet, veilig ontkomen aan Mars, de zee en Venus, terneergeslagen door het slepen der onderhandelingen over het hu welijk. Dat was de invloed van Saturnus! In die dagen werden veel voorspellingen gedaan, die door het publiek geacht werden door de uitkomst bevestigd te zijn: Het jaar 1580 moest wel verkeerd afloopen: in Januari een maansverduistering, terwijl de zon in een der teekens van den dieren riem stond, die naar een mensen genoemd zijn: tweelingen, maagd, boogschutter en waterman. In een van deze teekens stonden in Maart Mars en Saturnus in conjunctie en in September Jupiter en Mars in oppo sitie, en eindelijk, alsof het nog niet genoeg was, kwam er in October een komeet. De gevolgen bleven niet uit. Er trok een influenza-epidemie door Europa even algemeen als die welke wij in 1890 beleefd hebben. Alle zwakborstige menschen en niet weinig vorstelijke personen stierven. Toen de komeet meewerkte was de ziekte op haar ergst. zijn en zal men in een spektroskoop de spectraallijn in drieën zien splitsen als de magnetische kracht maar groot genoeg is. De ervaring heeft deze voorspelling schit terend bevestigd en tevens de woorden van den dichter: Mit dem Genius steht die Natur in ewigem Bunde: Was der eine verspricht, leistet die andre gewiss. ormamint-Tabletten bacteriën in beschermen Illlllll MUI IIIIMIIMIIIIIMII Mijn zegman is beslist van meening, dat de voorspellers te goeder trouw waren. Ik heb hem kwalijk genomen dat hij een uit spraak van Keppler, die ook aan,, nativiteiten" deed, verzwijgt, waarin deze opmerkt, dat zonder voorspellingen de astronomie geen vak is, waarvan men bestaan kan. Bij her lezing van het prachtige boek 1) vind ik echter de opmerking, dat in onze dagen ook de kundigste en meest nauwgezette arts, zich even zoo schamper over de kunst, waaraan hij zijn leven gewijd heeft, zou kunnen uitdrukken, als hij door een tegen slag in een zwaarmoedige bui is. Thans is de beroemde planeetlezerij, die drie duizend jaren in de handen van priesters en geleerden gebleven was en in Oost en West het algemeen vertrouwen had genoten, afgedaald naar krotjes en achterkamertjes, waar In het geheim menschen, die hun eeuw niet meeleven, inlichtingen over de toekomst komen vragen. De ontdekking van Kopernicus, dat de wonderbaar ingewikkelde baan der planeten aan den hemel, waaruit men den invloed der sterren op 's menschen lot afleidde, een optisch bedrog is, dat die baan alleen van de aarde uit bekeken die grillige en geheimzinnige kronkels sch.tjnt te maken, maar van de zon uit gedacht even eenvoudig elliptisch is als die van onze eigen planeet, maakte het v/erk der planeetlezers, die na hem kwamen en zijn theorie verstonden, tot bedrog. Daarenteg en hebben wij thans andere voor spellers, die evenals de oude Chaldeeuwen meenen op wetenschappelijken bodem te staan en waarvan wij hopen dat de basis steviger dan die der planeetlezers is. Tegen woordig voorspellen de weerkundigen en de geneeskundigen. De weerkundigen ontvan gen uitgebreide inlichtingen van over de geheele aarde verspreide stations en slagen daardoor in het doen van bruikbare, voor de scheepvaart gewichtige voorspellingen, die echter nog niet meer dan n volle dag toekomst bestrijken. Voor de voorspellingen der medici mag' ik wel toegevendheid inroepen, nu het ge bleken is, hoe schromelijk de astronomen, dégeleerdsten onder de geleerden zich drie duizend jaar lang hebben vergist. Het is pijnlijk vcior het menschdom in het algemeen, dat hun cliënten in die drie duizend jaren heelemaal niet gemerkt heb ben, dat zij te goeder trouw werden mis leid. Dat belooft \veinig voor de bestrijding der kwakzalverij. 1) Troels?Lundi, Himmelsbild und Weltanschauung im Wa ndel dtrZeiten. Uebersetzt von Leo Bloch. T eubner, Leipzig 1913.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl