Historisch Archief 1877-1940
Zaterdag 29 April
AM916
DE AMSTERDAMME
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS,
Mr. E. S. OROBIO DE CASTROJr. en Dr. FREDERIK VAN EED E N
Voor het Buiten! tn de Koloniën p. ]., bij vooruitbetaling fr. p. mail . 10.
Abonttolgln Nnmmera urn de Kiosken en Stations verkrijgbaar , 0.12*
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM
AdvertentiÉn van 1 5 regels /l. 23, elke regel meer . .
Advertentiën op de Bnantieele- en kunstpagina, per regel
. . /OZ5
. . .030
.0140
FNHOCDi Bladz. 1: Don Qaichotte.
Sehoolyrede, dcor v. H. l Mei-dag in het tweede
Oorlogsjaar, door H. Spiekman. Confetti.
Bnitenl. Overzicht, door . W. Kernkamp. 2:
Onze Prijsvraag (Paotdichten). Dramatische
Kroniek, door Top Naeff. Krekelzangen, door J. H..
Speenhoff.' e Officier als Opvoeder, door
S. 3: .Der Springende Punkt", door T. H.
Feuilleton: Masiro, door Christine Hoekstra (ver
volg). 5: Voor Vronwen, door Elis. M. Bogge.
Een Montessori-Moeder, door Th. M. Ketelaar. 6:
Nederl. Bonw-, Sier- en NJJ ver heidskunst te Kopen
hagen, door Corn. v. d. Sluis. Over Muzikale
Interpretatie, door H. van Leenwen. Yan het
Feest ter Tiering van den Verjaardag van Koning
Albert van België, teekeningen van Joan Collette.
7: Het Klnohtspel van Griekenland, teekeningen van
George van Baemdonck. Literaire Beschou
wingen, door Fred. van Eeden. 9: Een ond
Dijkboek, door prof. H. Brugmans. De Violist,
' door P. C. Kwitteekeningen van een
Landstormplichtige, door Melis Btoke. met teekeningen van
Henri v. d. Velde. 11: Financ. en Economische
Kroniek, door J. D. Santilhano. 12: Onze
Prjjsvraag' (afd. Teekeningen).?Aan Jan Masch, door J.
H. Bpeenhoff. Spreekzaal. 13: De Krygsfurie
en het Anti-Militarisme, teekening van Johan
Braakensiek. Schaakrubriek, red. dr. A. G.
Olland. Damrubriek, red. K. O. de Jonge.
Bijvoegsel: De Vereenigde Staten en Dnitschland,
teekening van Johan Braakensiek.
iiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiHimiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiui
gj v DON QUICHOTTE
Weinig tijdstippen nog zijn zoo zwaar
van beslissing geweest, ook wat ons
land aangaat, als de laatste dagen.
Niet wegens geheimzinnige incidenten,
maar door dingen, die ieder op de vin
gers narekenen kan. '
Door Wilson's nota nijpt thans deze
vraag: zal Duitschland ter wille van zijn
zeehandelsoorlog tot het bittere uiterste,
alles achter stellen? Alles, ook: de be
hoefte aan internationale vriendschap;
den zin voor neutraliteit en humaniteit;
de toekomst van de eigen verhoudingen
na den vrede?
Laat rhen erkennen dat van af het
Duitsche standpunt deze tweestrijd zwaar,
ja, tragisch moet zijn. Door opoffering
van dit alles kan het immers met zijn
onderzeesche torpedo's en mijnen een
allergeweldigst wapen tegen 't hart zijner
vijanden hanteeren. Uithongering tegen
over uithongering. Terwijl anders... aan
ditzelfde wapen zijn meest onverbiddelijke
kracht ontbreekt.
In dezen nog aan eene plooierij te
blijven denken, lijkt wat oppervlakkig.
Het zal zijn kiezen of deelen. De oplos
sing rust nog in den schoot der goden.
Maar naar het ons voorkomt, is er een
groote kans dat zij, nu of wat later, niet
zal vallen aan den voor de neutralen
bevredigenden kant.
Het machtsmiddel der duikbootactie
is te verleidelijk; en de moreele triomf
daartegenover, wordt te zeer door diepe
practische teleurstellingen vergald.
Zoo zijn de feiten, welke men onder
de oogen heeft te zien, en zich ook
niet te verbloemen dat zij evenzeer ons
aangaan.
Is de duikbootactie tegen den toevoer
naar Engeland, aan Duitschland de breuk
waard met Amerika en met alle door
Wilson gestelde beginselen van vreed
zaam belang, dan spelt dit voor Neder
land weinig goeds.
Gaat voor den strijd om leven en dood
dit alles op zij, dan moest het bijkans
een wonder heeten, indien niet te avond
of morgen ook Nederland's kusten, Neder
land's rivieren.Nederland's scheepvaart, en
Nederland's belangen, het offer van Neder
land's vriendschap werden waard geacht;
en daardoor ook Nederlandsch gebied
in den weg der strijdenden te liggen
komt.
Bovendien missen, indien eenmaal de
keuze tegenover Amerika vallen mocht,
de overige neutrale staten voor hunne
neutraliteit den sterken steun, dien de
positie der Vereenigde Staten tot dus
verre heeft meegebracht.
Neen, er is voor ons land op 't oogen
blik geen nabijliggender en reëeler ge
vaar, dan de consequentie's van den
rücksichtslosen"pnderzeebooten-oorlog,
waarover nu gewikt en gewogen wordt.
Daarom zijn het dagen van dubbelen
ernst.
* *
En terwijl deze gedachten ons allen
in de afgeloopen week hebben moeten
bezig houden; terwijl veel meer dan ooit
wij ons paadje hebben vrij te houden, om
niet loopplaats van een vernielend tumult
te worden; terwijl onze
onschendbaarheid, met alle .daaraan verbonden be
langen, in de naaste toekomst de meest
gespannen aandacht vergt, werden te
Amsterdam de Paaschdagen benut tot
een demonstratief kongres tegen den
oorlog", waar de onmiddellijke demobili
satie van leger en vloot werd geëischt,
en de arbeiders werden uitgenoodigd tot
werkstaking en andere middelen van
pressie, tegen onze weerbaarheid!
Hopelijk is het optreden dezer volks-,
leiders niet van overwegende kracht
tegenover het gezonde verstand van ons
volk.
Maar toch mag gevraagd worden, of
die voormannen (en voor-vrouwen) zich
dan van géne verantwoordelijkheid meer
bewust zijn. En of niet alvast de teleur
stellingen, welke hun idealisme reeds
vaker aan de menigte heeft gebaard,
hen voorzichtiger moesten stemmen, in
plaats van andermaal in de gemoederen
der eenvoudigen denkbeelden te zaaien,
waarvan de harde werkelijkheid aan
stonds de slachtoffers maken zou.
Hoe schoon klinkt het: geen oorlogs
geweld in Nederland.
Daarvoor bidden wij allen.
Maar oorlogsgeweld komt ook onge
nood. In ons land, kan men zelfs gerust
zeggen, nooit anders dan ongenood.
Durft iemand nu meenen, dat dit geweld
niet ruw, niet barbaarsch, niet bloedig, en
niet verwilderend zou zijn, wanneer er
gén Nederlandsch leger 'den arm opge
heven hield om den indringer terug te
wijzen ?
Dat men ageert tegen de duurte, en
maatregelen vraagt om die te verhelpen,
daarin zij dezen anti-militaristen succes
toegewenscht.
Maar de buitenlandsche positie van
onzen staat moesten zij ongemoeid laten.
Er mag van hen verlangd, dat zij
zichzelve zullen bezinnen, en den kuil hunner
hersenschimmen overdekken, waarin an
ders hunne eigen volgelingen 't eerst
zouden kunnen komen te vallen.
Loopgraven zijn nu eenmaal op 't
oogenblik beter!
* *
*
Te midden van kleinere grootheden sprak
ginds ook de heer Domela Nieuwenhuis,
en het is aannemelijk, dat hij en zijne
medestanders weder een niet geringe
bekoring op hun gehoor hebben uitge
oefend.
Laat hier dan een waarschuwing mogen
klinken tegen wat niet anders genoemd
kan worden dan Don Quichotterie.
Don Quichotte! De man, die alles
mooier en verhevener zag dan het is;
die gloeide voor al wat edel is, maar
ook voor veel wat slechts edel leek,...
wij allen willen gaarne een sprank van
zijn onzelfzuchtig en ridderlijk vuur be
zitten.
Maar: er zijn oogenblikken waarin hij
ophoudt goedaardig en onschuldig te zijn.
Don Quichotte kan gevaarlijk worden,
omdat hij n ding niet voor zijne
medemenschen over heeft: met de werkelijk
heid rekening te houden en den spijt te
verduren van prozaïsch te moeten zijn !
Cervantes, dien de natuur, zeker in een
naargeestige bui, op denzelfden dag heeft
laten sterven als Shakespeare, en wiens
genie in deze dagen dus ook nog wel eens
in 't bijzonder mag worden herdacht, ver
haalt van zijnen Don Quichotte, hoe deze
eens een groep galeiboeven tegenkwam,
onder bewaking van politiebeambten.
Het waren de ergste moordenaars en
roovers, maar zij maakten op den
dolenden ridder zulk een gunstigen en
onschadelijken indruk, dat hij, vol ver
ontwaardiging, hunnen geleiders toeriep,
ze hun eigen gang te laten gaan.
Wat hebben deze lieden U misdre
ven"? sprak hij hun toe, zij zullen zich
rustig gedragen, mits ge u maar niets
van hen aantrekt."
Vol vuur dreef hij de bewakers uiteen;
de boeven maakten van de gelegenheid
gebruik, zich los te werken en... nu
begon het lieve leven eerst recht.
Het verdrijven van hun wachters deed
de woestelingen terstond weer in allerlei
baldadigheden vervallen. De goede Don
Quichot nam nog het woord om ze toe
te spreken: heeren, ik ben overtuigd,
dat gij u voortaan wel ordentelijk zult
gedragen,..." maar hij kreeg ook weldra
een hagelbui steenen op 't hoofd, en
moest vol builen en gaten afdruipen, met
de verwenschingen van alle vreedzame
burgers achter zich aan.
Het is misschien niet geheel passend,
deze gelijkenis aan te halen in verband
met de oorlogvoerende mogendheden.
Zij maakt echter in elk geval twee
dingen goed duidelijk.
Ten eerste, dat Don Quichottes den
boel vaak verschrikkelijk in de war
kunnen sturen. En ten tweede, dat goede
beveiliging en bewaking om zich vreemde
lastposten van het lijf te houden, nog zoo
verkeerd niet zijn.
28 IV '16 >? v. H.
* * *
Schoolvrede en Openbare
School
Het is misschien ook niet geheel pas
send, de figuur van Sancho Pancha
aan te halen naar aanleiding van een
helaas niet van eenig schetteren vrij te
pleiten artikel in Het Vaderland, over
't geen wij omtrent den beoogden
schoolvrede schreven.
Toch doemde bij ? de lezing daarvan
deze aantrekkelijke figuur voor ons op,
zooals hij voor de grap was benoemd
geworden tot gouverneur van het eiland
Barataria, en zich alstoen geheel tusschen
twee planken in vastbinden liet, om de
naderende vijanden te weerstaan. Z
onbewegelijk zat de brave landman inge
pakt, dat hij geen vin vermocht te ver
roeren, en zelfs niet om zich heen kon
zien, waar zich zijne vijanden, waar zich
zijne medestanders bevonden.
Wat hij alleen deed, was het aanheffen
van een vreeselijk geschreeuw, dat hem
natuurlijk toch niet de overhand bezorgde.
Zitten sommige liberale schoolpolitici,
als die van Het Vaderland niet ook een
beetje erg in de goede, oude
schoolkwestie vastgebonden, en wordt het
hun daarom ook niet wel eens moeilijk,
den besten loop van zaken te onder
scheiden?
De ware tegenstander, zeiden wij, blijft
het ultra-clericalisme, dat is: misbruikte
godsdiensten onvrijzmni|,"neid.En in plaats
van dat de thans ondernomen
compromispolitiek dit gevaar verzwakt, wordt aan
den schoolstrijd veeleer nieuw voedsel
toegediend, al ware het slechts, doordat
hij zich op plaatselijke schaal scherper
kan ontwikkelen.
Van eene ware liberale schoolpolitiek
koesteren wij eene andere voorstelling en
andere verwachtingen. Wil deze, ge
zegend doel! eene wezenlijke oplos
sing brengen van den schoolstrijd, ja,
van onze bijna geheel op dezen school
strijd rustende partij-antithese, dan moet
de hand geslagen aan een zelfstandig
liberaal schoolbeleid (liefst onder
opperleiding van eenen eigen Minister van
Onderwijs), dat aan de openbare
volksschool weder ook de groote groepen
van gematigden zoekt te binden, welke
men allengs, niet 't minst door toedoen
der ultra's van beide zijden, van haar
heeft vervreemd. Een der middelen hier
toe kan onzes inziens ook zijn, het toe
kennen van meer invloed aan de ouders,
op de openbare school, onder leiding en
toezicht.
Deze politiek zal de rechten der bij
zondere school niet miskennen; zij richt
zich niet tegen haar, maar langs haar
heen, krachtiger vór de openbare.
Deze openbare school te laten tegemoet
komen aan meer behoeften en meer
eischen; voor velen meer, ook onder de
immers in meerderheid verdraagzame,
godsdienstige Nederlanders; vast te
blijven houden aan het liberale en demo
cratische, nu ook vór alles nationale
ideaal, van eene school die vereent, en
niet scheidt, dit is en blijft de taak
des staatsmans.
Zulk een zelfstandig perspectief ont
breekt ons in de compromis-politiek der
regeering; en wordt door het voorge
stelde grondwetsartikel weliswaar niet
uitgesloten, doch door de er aan gegeven
uitwerking nog veel minder geopend.
Voorop staat daar het doen van nadere
concessie's aan de bijzondere school.
Eene bestendiging van de
schoola/sc/ie/ding en verdeeling, blijft hieruit voort
vloeien. En wanneer men meent ons te
mogen verwijten de historische beteekenis
van den schoolstrijd niet voldoende te
hebben doorgrond, dan stellen wij daar
tegenover eenvoudig dit: dat juist blijkens
de geschiedenis geene van zulke conces
sie's, en geen compromis-politiek, ooit
in den schoolstrijd rust heeft gebracht!
Een belachelijke opmerking van Het
Vaderland", alsof deze onze kritiek op
de voornemens der regeering zou samen
hangen met ons oordeel over haar
buitenlandsch beleid, zullen wij overigens maar
laten voor de rekening van Sancho
Pancha, die immers zelf tot zijnen meester
zeide: ik ben slimmer dan u, maar...
erg driftig".
Beter ware het, wat meer te bedenken,
eer het misschien eensklaps te laat blijken
kan, dat een liberale regeering beter
dan door ja-broerderij, een liberale partij
beter dan door allerlei compromis-poli
tiek, en de liberale beginselen beter dan
op deze manier van Het Vaderland
kunnen worden gediend.
v. H.
De -Mei-viering in het
tweede oorlogsjaar
door H. SPIEKMAN
Lid van de Tweede Kamer
Welk een heerlijke, en tegelijk welk een
weemoedige gedachte wekt de viering van
den I-Meidag, den waarlijk schoenen, edelen
en beteekenisvollen Internationalen arbei
dersfeestdag, in het tweede oorlogsjaar.
Hoe klein, onopgemerkt is de I-Meidag
begonnen, en tot welk een stroom van
broederschapsgevoelens op n dag in 't jaar,
tot welk een symbool van toekomstige broe
derschap der volkeren, wanneer de ramp
zalige wereldconcurrentie zal zijn opgeheven,
was hij aangegroeid.
Begonnen bij besluit van het Internatio
naal Socialistisch- en
vakvereenigings-congres van 1889 te Parijs, als de eerste uiting
van arbeiders der moderne industrie-landen,
om van hun onmenschelijk slavenleven te
worden verlost, en van het vurig verlangen
naar een werktijdregeling die aan den mensch
en den burger in den loonarbeider zijn rech
ten zou geven en den arbeider voor zijn
gezin zou veroveren, is deze internationale
kreet om den 8-urendag langzamerhand,
onder den invloed der omstandigheden, uit
gegroeid tot een jaarlijksche demonstratie
voor de broederschap aller arbeidende vol
keren, die den vrede der volkeren in hun
geheel zouden brengen over de wereld.
De propaganda voor de oude leuze: 8 uur
werken, 8 uur rust en 8 uur genieten van
den vrijen tijd naar men zelf wenscht, is
niet verwaarloosd. Door den l Meidag is
met reusachtige kracht de aandacht zoowel
van werk- als werkgevers als van de arbei
ders zelfs, op het ontzaggelijke belang van
den verkorten werktijd gevestigd geworden,
en het was een der schoonste en meest ver
blijdende resultaten van de internationale
arbeidersbeweging, dat de 8-urendag uit de
sfeer van de blauwe idealen eener verre,
vage toekomst, in menige industrie en me
nige tak van verkeer en in menig land reeds
midden in de vele levende en practische
eischen had gesteld.
Wij leven snel! In Duitschland was in het
jaar 1914 voor 63000 arbeiders en arbeidsters
reeds de 8-urendag in collectieve contracten
overeengekomen.
In Denemarken werkte in 1889 nog zoo
goed als geen enkele arbeider 8 uur per dag.
In 1914 werkten reeds 9700 arbeiders 8 en
8Vt uur per dag.
In Engeland en Frankrijk is voor de mijn
werkers de 8-urendag, en daarmee een groot
stuk levenskracht veroverd.
En over de voortschrijding van den 8-uren
dag in de Vereenigde Staten schrijft de cor
respondent van genoemd blad te New-York
in het nummer van 6 November 1915, dat
gaandeweg meer groepen arbeiders den
8-urendag weten te veroveren, en gaandeweg
meer ondernemers dien waardeeren.
In ons land hebben de Diamantbewerkers
den 8-urendag veroverd, en wanneer niet de
oorlog velen het brood ontnomen had, de
8-urendag, die zoo enorm veel goeds in zich
bergt, zou de door zoovelen voorspelde, en
door enkelen misschien wel gehoopte, ellende
niet hebben gebracht.
Maar de Meibeweging was vooral ge
worden: de dag der internationale demon
stratie tegen het felle imperialisme der
machtigste ondernemersgroepen in de groote
landen, en zódoortrilde de laatste jaren
vooral allen die aan deze machtige
arbeidersbetoogingen deelnamen, het gevoel dat op
dat deel der Meidagviering, de internationale
broederschap, de haat van het
kaste-militairisme, de waardeering en liefde voor de
arbeidersklassen van andere landen wier
stem men noodig had en wier verlossing de
eigen verlossing zou bevorderen, de nadruk
moest worden gelegd.
De l-Meidag was, men moge thans smalen
wat men wil en men moge neg zoo bevoor
deeld zijn jegens alles wat uit de socialis
tische arbeiderswereld voortkomt, in zijn
oorsprong, zijn groei, zijn internationaliteit,
zijn idealistische zendingen, zijn aanmoe
digen van internationaal broederschapsgevoel,
een der schoonste gewrochten van de mo
dern socialistische beweging, een reveil aan
de in afgunst levende menschenrassen om
zich boven de eigen economische- en machts
begrippen, tot het hoogere belang der geheele
menschheid te verheffen, en allereerst de
wereld van de menschonteerende arbeids
toestanden en onmenschelijke werktijden te
bevrijden.
Nu vieren wij reeds onzen tweeden l Mei
dag in oorlogstijd.
De natuurpracht viert, als altijd met onzen
Meidag, haar hoogtij, de harten der duizenden
en millioenen loon-arbeiders en hunne vrou
wen, wier leven in stage zorgen en grijze
eenvormigheid heenvliedt, gaan in deze milde
voorjaarsdagen opnieuw open om eenige
balsem van hoop en vertrouwen op de toe
komst, uit de kracht der arbeidersbeweging
te ontvangen.
Inzendingen voor deze rubriek gelieve men
te adresseeren aan het Redactiebureau, met op
den omslag het motto: .Confettt',
Uit een postzegel-catalogus.
Wij vestigen de aandacht onzer cliën
ten op onze aanbiedingen in zegels van
Bosnië. Het handelt zich hierbij om
ongekend voordeelige koopjes!
O. i. handelt het zich om Germanismen.
*
De Agentenvereeniging Ondersteu
ning" zal een Soiree Amusante geven,
waar opgevoerd zal worden: Ouder
smart (Affiche)
Een agent houdt er een eigen begrip van'
amusant op na.
Springen, zonder plank. De plaats,
waar afgestooten wordt, moet' hard,
die, wanneer gesprongen wordt, zacht
zijn.' (Sport in het Leger)
En die, hoe hoog er gesprongen wordt,
half zacht."
*
Welke waarde gehecht moet worden
aan het gemaakte huiswerk, bleek ons
dezer dagen weer voor de zooveelste
maal." (Dordr. Ct.)
En hoeveel waarde gehecht moet worden
aan het niet gemaakte huiswerk, moge ons.
ten derde male voor de zooveelste maal
blijken.
*
Loopgraven, waar men bovendien
elk oogenblik gevaar loopt door lood
of andere moordtuigen gedood te
worden." (De Prins)
Als dat er niet bijkwam, dan was de
oorlog nog om te doen."
*
Wij zullen... gedwongen worden
tot een nieuwe financiering, waarop
vooruit te loopen in 1915 een daad zou
zijn van goed begrip onzer nationale
positie." (Mr. Bomans)
Deze passus is uit een artikel dat in De
Tijd voorkomt. Het artikel heet: Eerst den
ken, dan doen.
*
Wat ging het er vroolijk op los, en
wat liepen de liedjes er vlug in!"
(Limb. K.)
Een dier liedjes: Wat ben ik er vanavond
leelijk ingeloopen; maar 't zal me niet meer
overkomen."
Een net heer vraagt een kamer met
alkoof waar een piano kan staan."
(Adv.)
Daar een piano iets .korter is dan een
ledikant, zal het juist gaan.
Geeft deze Meidag aan de millioenen die
hem vieren, hoop en troost?
Vieren zij den Meidag nu allén maar uit
gewoonte, zooals de soldaat die morgen zijn
tegenstanders dooden zal, heden bidt voor
het geluk van allen?
Neen, dat gevoel heb ik niet.
Ik heb het gevoel, dat, naar mate het
zekerder wordt dat de oorlog slechts zou
kunnen eindigen door ontzettende tooneelen
van honger, verwoesting, moorden die de
lucht of van uit de ondergraven bodem,
door middelen die met oorlog niets meer
gemeen hebben aan de grenzenlooze en
zinnelooze haat, en zijn daden ontaarden in
een verwildering die ons zou doen wan
hopen aan de menschheid, de arbeiders
klasse de eenige zal kunnen zijn en moeten
zijn die aan den oorlog een einde maakt.
Ik denk hierbij niet aan ons land.
Hier, waar geen oorlog is, en de regeering
alles wil doen om den oorlog te weren, lijkt
mij een I-Meidag als klank en roepstem om
vrede, een heerlijke taak, maar een Meidag
viering om oproer te wekken, ontzaggelijk
gevaarlijk... juist voor den vrede.
Ik denk daarbij aan de landen die in den
oorlog zijn.
De l-Meidag zal in Duitschland opnieuw
scharen arbeiders tot verzet tegen den oor
log wekken, zal in Frankrijk de avontuur
lijke politiek, die nog droomt van verove
ringen, dempen, zal in Engeland de rassen
haat temperen.
De l-Meidag in 1916 zal een nieuwe stroom
van broederschap, een geest van milder oor
deel, brengen bij de vroegere strijders, en
een waarschuwing zijn aan de regeerders,
dat de arbeidende volkeren zich niet mogen
en niet willen laten uitmoorden.
Er zijn teekenen in de landen vanwaar
het moet komen, die bemoedigend tot ons
spreken.
Ik geloof, en hoop althans vurig, dat uit
de socialistische I-Meidag 1916 de kracht
vór den vrede in verdubbeld sterke mate
zal ontwaken.
Rotterdam, April 1916