De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 6 mei pagina 1

6 mei 1916 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

Zaterdag 6 Mei , 1916 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. O R O B I O DE GASTRO Jr. en Dr. F R E D E R I K VAN EEDEN ??j, 4 Voor het Buiten!, w d« Koloniën p. j., bfl vooruitbetaling fr. p. mail , 10. Afxoo«lrU|lM Nnmnwrt aan de Kiosken en Stations verkrijgbaar . 0.12* UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM Advertentiln van 1?5 regels ? 1.25, elke regel meer . . AdvtrtenttBn op de Inantieele- en kunstpagina, per regd . . /O . . .030 . . .OM ~ INHOVDt Bladx. 1: Wetgeving in versneld tempo, door v. H. Een woord van waarschu wing, tegen Daitsche machinaties, door v. H. Confetti. Prijsvraag. 2: De Nederl. Speurgeest in zake de Tnbantia". v. d. Goltz. f Kiekatamgen, door 1. H. Speenhoff. Boitenl. Ovendoht, door 0. W. Kernkamp. Ontginning en Verkeerswegen, door J. Smid. 3: SpreekBMl. Feuilleton: Masiro, door Christine Hoekstra (vervolg). B: Voor Trouwen, door Elis. M. Botme. Uit de Na tour, door Jac. P. Thflsae. 6: Beinhardt in.Nederland, door F. v. E. Graphisohe Knnstenaren, door Alb. Plassohaert. Dr. Knyper geïnterviewd, teekening van Jordaan. Dram. Kroniek, door Top Naeff. 7: In Bellevue op l Mei, teekeningen van Martin Monnickendam. Boekbespreking: Dr. Berlage en zijn werk, door 8. de Oleroq. 9: Van Vlaanderen: Zjj die Stre den l door P. de Keflzer, met teekeningen van 3. H. Canneel. Techn. Rubriek, door J, F. v. O. 12: Finano. en Economische Kroniek, door J. D. Santilhano. De Mitrailleoze. Leetenspiegel. 13: Eén nienwe bestemming voor het Damterrein, teekening van Johan Braakensiek. Zomertijd, teekening van Joan Collette. Sohaakrubriek, red. dr. A. G. Olland. Damrnbriek, red. K. O. de Jonge. Bijvoegsel: Het onderzoek naar de oorzaak van de ramp van de Tubantia", teekening van Johan Braakeneiek. iiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniii Wetgeving in versneld tempo De oorlogstijd heeft den zomertijd er door geholpen. Onder vredes-omstandigheden zou onze wetgevende macht zeker niet dit ne uur zonneschijn meer hebben aanvaard aonder een jaar of meer voor bereiding, en langdurige beschouwingen over het voor en tegen. Beschouwingen, welke uitteraard steeds veronderstellenderwijze moesten zijn neergeschreven of uitgesproken. Maar zoo gaat het immers zoo vaak bij 't wettenmaken: de een voorziet deze, de ander weer andere gevolgen, en men discussieert over de juistheid van elkan ders veronderstellingen; terwijl iemand op de publieke tribune soms denkt: maar neem dan eens de proef op de som. Dan kunt ge altijd verder zien. Dit heeft men nu gedaan. Men heeft zonder wijdloopige beschouwingen den zomertijd voor n seizoen ingevoerd, om dan eens te ondervihden, hoe 't werkt. Bijkans onbewust, gelijk de heer Jourdain proza sprak, heeft hiermede ons parlement toegepast 't geen elders, met name in Frankrijk en Engeland, voor den oorlog bij de wetgevende lichamen reeds op grooter schaal gebruik was geworden, en daar experimenteele wet geving werd genoemd. Onder den druk van de veelheid der werkzaamheden gingen die parlementen bij wetsontwerpen, welke er zich eenigszins toe leenden, er toe over, niet lang te discussieeren, maar voorloopigaante nemen, en vervolgens gemakkelijk de aan den dag tredende gebreken te herzien. Bijvoorbeeld voor onderwerpen van arbeids- en fabriekswetgeving is dit her haaldelijk in praktijk gebracht. Natuurlijk is deze methode niet ideaal, maar zij houdt er tenminste schot in, en zij verdient ook ten onzent als een nor maler vorm van wetgeving in de herin nering te blijven leven. Lang niet alle wetsontwerpen zullen er zich toe leenen maar andere zeer wel. Dan kan men spoedig beginnen, en de ervaring laten spreken, over wat deugdelijk blijken zal, en wat niet. * * Het blijft een algemeene opgave voor de toekomst, wetgeving en wetsherziening te redden van de langzaamheid van den parlementairen arbeid. Legt men zich hier niet op toe, dan zullen beide er bij in gevaar komen: de wet geving, omdat er te weinig tot stand komt, en het parlement, omdat het te weinig aflevert. 't Is gemakkelijk genoeg, te zeggen, dat de Kamerleden zich dan maar wat moeten bekorten doch verander dit nu eens tegen de eenmaal aangenomen gewoonten in! De beste verbetering zal nog kunnen komen door veranderde werkwijze. In Oostenrijk heeft men indertijd een nieuw wetboek van rechtsvordering tot stand weten te brengen, door te bepalen, dat alle discussie en amendementen in eene commissie van voorbereiding zouden worden behandeld; de volle vergade ring zou slechts stemmen. MethetDuitsche Burgerlijke Wetboek is iets derge lijks geschied. Ook Italië kent soms de behandeling van wetten alleen en bloc, niet artikelsgewijs. In Engeland is men in den lateren tijd er'toe gekomen, voor uitvoerige re gelingen een middending te scheppen tusschen Wet en Koninklijk Besluit: een algemeenen maatregel van bestuur, die in ontwerp aan het parlement moet worden voorgelegd, en dan vanzelf kracht van wet krijgf, als er binnen eenige weken geen bezwaar tegen wordt geopperd. Alleen de grondslagen moeten dan vooraf wettelijk vastgesteld zijn. In het belang van den goeden gang onzer toekomstige wetgeving verdient het ook ten onzent wel aanbeveling, aan een derge lijk instituut te denken, en bijvoorbeeld bij de aanstaande grondwetsherziening de mogelijkheid te openen. Naar onze overtuiging zullen zelfs bij de best georganiseerde parlementaire werkzaamheid, de vertegenwoordigende lichamen in de toekomst den wetgevenden arbeid niet meer aan kunnen. De onder werpen en eisenen nemen diermate toe, en de uitvoerigheid der volksvertegen woordigers evenzeer, dat het een opge kropte zaak worden moet; zöoals het dit trouwens gedeeltelijk reeds geworden is / Vooral op omvangrijker rechtsherzieningen is geen kijk meer. Noodgedwongen zal de medewerking van andere krachten moeten worden aanvaard. Ruimere bevoegdheid der rechters om door hunne wets-uitlegging de wetten ge leidelijk te vervormeni|can niet uitblijven, en de praktijk zal hun die vanzelf gaan toe kennen ook. In de tweede plaats zullen de gemeente, en vooral ook de provincie, meer regelingen gaan maken, ook ever onderwerpen van algemeener beteekenis, dan thans nog aanvaard wordt. En ein delijk zullen voor speciale gebieden af zonderlijke bestuurslichamen moeten worden ingesteld, op vertegenwoordi gende grondslag en met regelende be voegdheid, zooals wij nu reeds in sommige adviseerende colleges zien ge boren worden. Maar ook dan nog blijft de eigenlijke wetgeving een geweldig gebied,»en zullen dus de denkbeelden van experi menteele wetgeving, waarmede thans een proef genomen is, en van wetgeving in versneld tempo de moeite waard blijven. Men kan zich alvast een lijstje denken van aanhangige zaken, niet ongeschikt om zoo te worden aangepakt. Natuurlijk niet bij ingrijpende politieke beginselen, of voor regelingen, die zich moeilijk weer ongedaan laten maken, dan wel kapitale uitgaven ineens noodig maken. Maar er blijft daarnaast genoeg over. v. H. EEN WOORD VAN WAARSCHUWING tegen Duitsche Machin atie's en Anti-Nederlandsche Nederlanders" in Nederland (In zake de Toekomst en wat dies meer zij) Pleetere sinequeunt superos, Arlieronta movebunt: wat hun niet lukt niet de hulp der goden, zullen zij met de onderwereld beproeven. Hoe langer hoe meer wordt onderhandsche agitatie een der middelen van de buitensche Duitsche politiek. Vlaanderen, Noord-Amerika, Ierland Er kan blij kbaar heel wat mee worden bereikt. Ook dichter bij huis neemt de zaak steeds ernstiger afmetingen aan. In Nederlandsch-Indië zijn Duitsche com plotten ontdekt, die volgens ons bereikt hebbende mededeelingen, breeder opgezet zullen blijken te zijn, dan naïeve menschen meenen. En is men er zich wel van bewust, dat de ondergrondsche Duitsche actie ook in Nederland zelve, in den laatsten tijd weer bedenkelijk is toegenomen? ?Wat wordt daar al niet toe aangewend, van verdraaide dagbladberichten en toege stopte opvoeringen af, tot de Duitsche am bulance en dr. Kuyper toe. Voor iederen vaderlander, die zien wil, is dit tevens actie tegen Nederland; eene be laging van Nederland's duurzame, zelfstan dige positie. Zij is er op ingericht, bij zooveel mogelijk Nederlanders eene stemming te kweeken, waardoor ons land, niet alleen tijdens den oorlog, maar vooral ook daarna, murw moet worden ten bate van Duitschland's verlangens. Vrijwel op dezelfde manier, als het gegaan is van Frankrijk's zijde, nu vijfkwart eeuw geleden. En deze ervaring behoort ons dubbel te leeren, wat er op zoo'n manier met Nederland kan worden gedaan! * * * Er valt voor Nederland daartegen aller eerst dit te doen: volop en flink uit de oogen te zien. De zaak wordt in den laatsten tijd erger. Met vernieuwde drukte is het journalis tieke middelpunt van de Duitsche actie in Nederland, De Toekomst", den mond §aan open doen. De pogingen om van eze quasi-Nederlandsche zijde aan onze goegemeente zand in de oogen te strooien, worden met kracht hervat. In talrijke kostelooze exemplaren wórdt het blad In de huizen en op plattelands-leestafels verspreid. Een nieuw artistiek tijdschrift is onder den lieven naam van Lente", van achter 'n masker door de roeAromsronderneming in de wereld gebracht. Omtrent verschillende incidenten, als de Tubantia en de Palembang, werd getracht, ons publiek op de schandelijkste wijze te foppen. Eene ge heel misleidende anti-engelsche agitatie staat te vuur. Enzoovoorts, enzoovoorts. Laatstelijk beginnen de heeren van De Toekomst nu ook te beproeven, om ten onzent verdeeldheid te zaaien, en de voor standers van meer oprecht nationale denk beelden bij het publiek in discrediet te brengen. Zoo probeeren zij o.a. de Vaderlandsche Club van onvaderlandsche oogmerken te belasteren; en wordt tegen ieder die niet als zij, Nederland blind wil laten voor ge varen van den Duitschen kant, de verden king pro-geallieerd" en van partijdigheid voor John Buil uitgestrooid. Nu is deze Vaderlandsche Club gevormd door ruim honderd zich van hunne verant woordelijkheid ten volle bewuste landgenooten, teneinde gezamenlijk meer kracht te ontwikkelen tegen al wat in Nederland slap en on- en anti-nationaal mocht zijn. Uit eigen verzekerdheid is ons te goed bekend hoezeer wij in kringen als van de Vaderlandsche Club erop uit zijn, ons tegenover eiken vreemden invloed geheel vrij te houden en zelfs de geringste toena dering, ook van den kant der geallieerden, geheel te ontwijken, juist omdat men alleen zoodoende als doelbewuste vaderlan ders tot zijne medeburgers spreken mag. Dat enkele, waarlijk Nederlandsche bladen, er op zijn aangevallen, 't is moeilijk te begrijpen uit welke motieven, zij hun gegund. Deze houding kan slechts voort komen uit gebrek aan inzicht, en wij zullen met hen niet twisten. Het zal immers toch zoo moeten zijn, dat waar noodig allen, die te goeder trouw zijn, elkander de hand reiken. Maar met de Toekomst en consorten is iets anders ! De valsche insinuatie's van die zijde zijn alleen weer nieuwe stokerijen, in 't belang van Duitschland; in strijd met dat van Nederland. Zoo wordt het al te bar. Zoo kan men al deze verschillende po gingen zien voortgaan, om onder vaak on schuldigen schijn de publieke opinie en de onvaderlandsche gezindheid ten onzent te ondermijnen. En daartegenover moet dan blijkbaar de wijn nog maar klaarder worden geschonken! Het is noodig, een nog duidelijker kijk in het spel te geven, nog scherper Ie doen be grijpen, met wat voor ondergrondsche machinatie's en vertakkingen men in Nederland te rekenen heeft. Ieder kan dan het beste gewaarschuwd zijn. Een sprekend voorbeeld van zulke machinatie's en vertakkingen leveren dan onder anderen de navolgende staaltjes eener cor respondentie, welke, naar wij meenen te kunnen verzekeren, gevoerd is door Prof. J. G. Sleeswijk, leider van De Toekomst, en met de heeren Van Vredenburch en Van Heeckeren van Wassenaer, tevens het be stuur van de uitgeverszaak vormend. 1) I Haag, den 2 September 1915 Herrn Regierungsrat GERSTENHAUER Politische Abteilung des General- Gouvernements Hertogstraat 3, Brussel Sehr geehrter Herr Regierungsrat, Wie Ihnen aus früherer Korrespondenz sowie aus mündlicher Besprechung bekannt ist, haben wir die Herausgabe einer Broschure geplant, welche die Deutsche Uebersetzung des Kriegstagebuchs des Hpllandischen Pfarrers Domela Nieuwenhuis Nijegaard in Gent bringen soll. Es ist in der ersten Halfte dieses Jahres in der Form von kürzeren Aufsatzen grösztenteils in der Toekomst", sowie teilweise in der Hollandischen Monatschrift de Tijdspiegel" erschienen. Die Vorbereitungen für die Herausgabe sind hun fast fertig. Ein Probeabdruck bersende ich Ihnen anbei. Wir halten uns eine Auflage van 5000 Exemplare gedacht Es würde uns nun auszerordentlich willkommen sein, wenn die Deutsche Behö'rde uns bei der Herausgabe entgegen kommen wollte. Wir mochten Ihnen dazu den Vorschlag machen, dasz man von uns fest bernimmt: 3000 Exemplare a 35 cent (Holl. Wert), total also: 1050.?Gulden (ein Tausend und fünfzig), franco Haag. Der Verkaufspreis fiirdasPublikum könnte am Besten auf M. 1.?gestellt werden. i Wir mochten dann die Freiheit behalten, die brigen 2000 Exemplare auf eigene Oelegenheit in den Buchhandel zu bringen. Wie Sie wissen hat man sich bei uns für das Tagebuch auszerordentlich interessiert. 'Es ist sehr fesselnd geschrieben, wahrend der Autor den Deutschen Soldat sehr tobt, und ihn sogar willkommen heiszt als den Befreier Flandrens. Hoffentlich erhalte ich baldigst durch Ihre freundliche Vermittlung die Entscheidung auf unsren Vorschlag, denn das Abdrucken wartet darauf. Auch mit Hinsicht auf die Aktualitat ist natürlich eine schnelle Erledigung dieser Angelegenheit erwünscht. lm balde werde ich Ihnen naheres mitteilen ber die andere Broschure Niederdeutsche in Frankreich", van Hauptmann Dr. Witte (Antwerpen), welche nachste Woche als artikel in der Toekomst" erscheinen soll. Wir hatten uns die Herausgabe davon als Deutsche sowie als Hollandische Broschure (für Flandern!) vorgestellt. Es gehort eine farbige Karte des Sprachgebietes dazu, worüber ich mit Ihnen schon gesprochen habe. Die letztgenannte Broschure soll aber billiger sein. lm Voraus mit vielen Dank für Ihre Antwort, mit besten Grüszen und gröszter Hochachtung, ergebenst. (w. g. J. G. SLEESWIJK) Ich bersende Ihnen anbei die Abdrucke der Klischees zweier Umschlag-Zeichnungen, woraus man wa'hlen kann. Die mit Pferd und Löwe ist für das Kriegstagebuch mehr passend, ist aber als Zeichnung weniger gelungen, besonders der lachelnde Löwe l D. O. . H Herrn Regierungsrat GERSTENHAUER Politische Abteilung bei dem General Gouvernement in Belgien, Lambermontstr., Brussel. Sehr geehrter Herr Regierungsrat, Endlich komme ich dazu, Ihnen zu antworten auf Ihre beiden Briefe! Sehr viel Arbeit für die ToÉfcomst" war Ursache, dasz die Bearbeitung der Broschüren verzögert worden ist. Die Sache steht jetzt so: das deutsche Kriegstagebuch van Domela Nieuwenhuis liegt fertig vor und wird demnachtst in Deutschland verbreitet werden (5000 Exempl.) Das hollandische Kriegstagebuch wird jetzt bearbeitet: innerhalb 10?14 Tagen werden Sie 3000 Exemplare erhalten, wahrend 2000 in Holland verbreitet werden. Von der Witte'schen Broschure (auf Deutsch) werden bald 3000 Exempl. nach Deutschland gehen. Das Klischee der Karte haben Sie jetzt wohl erhalten, damit Sie diese Broschure in Brussel drucken lassen können. Das Klischee der Karte ist damals schon van uns bezahlt worden (l 75 francs). Sobald sie die 3000 niederlandische Tagebücher erhalten haben, empfangen wir: 1050 Gulden (Holl. Wert) + 175 francs. Sind sie damit einverstanden ? Die Anfrage urn Zulassung der Toekomst in Belgien ist geschehen. Hoffentlich bekommen wir bald Antwort. Hochachtungsvoll und ergebenst, (w. g. J. G. SLEESWIJK) III Sehr geehrter Herr Regierungsrat, Ware es Ihnen nicht .möglich, uns jemand zu empfehlen, der bereit ware, die Toe komst" in Brussel zur Verbreitung zu bringen, z. B. bei den Deutschen Offizieren und in den deutschfreundlichen Flamischen und Hollandischen Kreisen. Am liebsten ware uns natürlich, wenn Abonnemente fest genommen würden; vielleicht ware auch der Verkauf von Sondernummern möglich ? Sie bersehen die Möglichkeit dazu besser als ich. Am liebsten natürlich ohne viel kosten für Zwischenpersonen. Aber keine offlzielle offentliche Empfehlungen! Wir würden bereit sein, z. B. wahrend drei Wochen 100 Probenummern mittels Kurier an eine bestimmte Adresse zu senden. Vielleicht könnte auch Herr Baron von Ziegesar in dieser angelegenheit mitberaten? Mit der Bitte u m Entschuldigung, dasz ich Sie sosehr in Anspruch nehme; hochachtungsvol und gartz ergebenst, (w. g. J. G. SLEESWIJK). * * * Ziehier dan de klandestiene agenten voor Duitschland op en top aan het werk! Zulk soort dingen kenschetsen de geheele zaak, en moeten zelfs den gemoedelijksten burger doen bevroeden, op wat voor manieren er op z'n Nederlandsch" wordt geageerd. Aan de enkele nagels herkent men den lui paard genoeg. Ofschoon Nederlanders, zich en hunne onderneming stellen in dienst, en op wat voor kruiperige wijze! van de afdeeling voor politieke zaken" van 't Duitsche bestuur te Brussel. Het zuiver Nederlandsche orgaan" de Toekomst met officieele Duitsche bemiiddeling als lectuur aan den man brengen bij Duitsche officieren en ongelukkige Vlamingen (?alleen, als 't u blieft geene open lijke aanbevelingen van de Duit sche autoriteitf") Den Duitschen veroveraar voofzien van propaganda-lectuur in België, tegen België; Inzendingen voor deze rubriek gelieve men te adresseeren aan het Redactiebureau, met op den omslag het motto: .ConfettC'. Tooneel-Kroniek Wij moeten daarom zelfs dengenen .onzer lezers, die behoefte gevoelen om zich een avond te vervelen, een bezoek entraden." (Msbd.) Dengenen echter, die zich een avond willen amuseeren, kunnen wij dus een be zoek wel aanraden, * Voorloopig laatste optreden van het gezelschap Spree." (Adv.) Dat is niet fout. Zoo kan < men b.v. van iemand, die schijndood is, gerust zeggen: hij heeft voorloppig zijn laatsten adem uitgeblazen. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMUniiiiiiiiimiiiiiitiiiHiiiiiiiitfiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii PRIJSVRAAG HET DAMTERREIN Met de hotelonderneming is 't definitief mislukt. Voor het terrein op den Dam, waar vroeger het Commandantshuis stond, moet weer eene bestemming gezocht worden. Braakensiek begint vandaag reeds met een idee. De Amsterdammer" noodigt nu zijne lezers uit de prijsvraag waartoe kan de Gemeente het best haar Damterrein bestemmen"? te beantwoorden: lo. door een versje van hoogstens 8 regels, f 2o. door eene puntige teekening, f 3o. door zulk eene teekening met toepasselijk versje. Als Ie en 2e pry's zullen in elke afdeeling prachtwerken worden toegekend. De inzendingen moeten gezonden worden in gesloten enveloppen met op den omslag Damterreinprijsvraag, afdeeling I (II of III)" aan 't Redactiebureau, 333 Keizersgracht, vór den 20n Mei a.s. De Redactie behoudt zich 'f recht voor, ook niet bekroonde bijdragen te plaatsen. (van het bedoelde boekje van D. N. Nyegaard behoeft alleen gezegd te worden, dat het n doorloopende minachting predikt jegens de regeering van koning Albert, den Bel gischen staat, en de boridgenooten, n voortdurende vereering voor de Duitschers in Vlaanderen 2). Uit zulke zaakjes, ten nadeele van den ongelukkigen, overweldigden zuster staat, bij welks zelfstandig voortbestaan ons eigen Nederland bovendien ook een zoo overwegend politiek belang heeft, nog geld slaan bovendien,?(want naar.eene voor ons van deskundige uitgeverszijde gemaakte berekening, moet aan de affaire behoorlijk zijn verdiend). Niettemin nog drukte maken, en de ge krenkte onschuld spelen, wanneer de geheele onderneming wordt verklaard voor een Duitsch werktuig, terwijl toch de contracten met den officieel voor spionnage en perspropaganda aan het Duitsche gezantschap in den Haag verbonden Reichmann, zwart op wit staan, en voor meubileering van de kantoren der vennootschap, van uit het gezantschap is gezorgd. Op deze wijzen heulen en scharrelen met de Duitsche autoriteiten, en t e g e l ij k e rtijd in Nederland nog met een doodkalm gezicht durven mee spreken, waar het betreft de hoogste Nederlandsche belangen, ja nog verdenking en tweedracht trachten te zaaien onder Nederlanders van zuiverder allooi. Aan argelooze publieke personen in Neder land de verklaring af troggelen, dat de leiders van De Toekomst hoogstaande mannen zijn" (aldus de heer De Beaufort in de Tweede Kamer)... En met dat a l, na officieuze besprekingen te Berlijn, van uit Berlijn de l ij s* en ontvangen van de adressen in NederlandschIndië, aan welke nummers van De Toekomst moeten toegezon den wordenl Want ook hierover ware soortgelijke vanwege De Toekomst gevoerde correspondentie aan te toonen. Zoo, bijvoorbeeld, zit nu dit soort van dingen in elkaar. Het is fraai. Neen, het is ellendig; allerellendigst. En de hemel weet, wat er overigens nog in ons goede vaderland niet al zoo wordt gewroet, waar wij niet achter komen! Grosz Macht und viel List Sein grausam Rüstzeug ist. Oppassen blij f t de boodschap/ v. H. 1) De Hollandsche vertaling der brieven wordt gemakshalve hierachter bij gegeven. De

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl