De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 20 mei pagina 5

20 mei 1916 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

20 Mei '16. No. 2030 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR :NEDERLAND Teekening voor ,4e Amsterdammer" van Hanna Lamberts A la Russe" A l'?enfant" la reine" la ménagère" A la papilion" A la van Dijck'K A r?artiste' MODE-KRONIEK. Hoe de hals wordt omwikkeld naar individueele neiging en karakter. inuiMiiiiiiiiuiiiiitiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiimiitiiiiiiiMiiiiimiiiii mniuiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiniMiiiiiiiiiiMiiiiiiiimmiiiiiiiJiiitiM^ Mevrouw is boven aan het gymnastiseeren" Stel je voor, dat je van het opendoende meisje dat antwoord ontving, als je ergens een visite maakte! Denk je erin, dat het antwoord gegeven werd in Den Haag, en de dame, al of niet ontvangen door de gymnastiseerende mevrouw, wier voorliefde voor lichaamsoefening ze niet deelde, ging met een andere kennis nog tea' en bij Lensvelt of in de Princess' Room! Gaat je niet een rilling door de leden, als je denkt aan de lachende oogen en het gegichel van jonge meisjes, aan de neusoptrekkingen en schouderophalingen van oudere dames en aan de algemeene conclusie, dat ze al verdergaat met haar excentriciteiten" ? En als het feit zich in Amsterdam voordeed, hoe zou het dan gaan? Zouden er in de pauze in het Concertgebouw veel stemmen opgaan van personen, die na de vermelding van het feit, gul en hartelijk instemming betuigden met dat streven naar lichamelijke ontwikkeling, ook bij de vrouwen, en ook bij de vrouwen van meer gevorderden leeftijd? Toch zou zulk een reden van niet of niet dadelijk gereed zijn voor het ontvangen van bezoek, heel natuurlijk moeten wezen en als normaal en gewoon worden beschouwd. Het is een allertreurigst verschijnsel, dat de volwassenen in ons land hun lichaamsont wikkeling verwaarlozen en dat alle praten en schrijven over die mooie zaak daarin nog zoo weinig verbetering heeft gebracht. Na de lezing van Jan Feith's feuilleton in het Handelsblad" over zijn bezoek aan 't In stituut voor Zweedsche Gymnastiek in Stock holm ben ik weer sterk onder den indruk gekomen van onze schromelijke lakschheid in dezen. Dagelijksche lichaamsoefening is noodig voor ieder mensen, voor ouden zoowel als jongen. NU zijn er enorm veel manieren, waarop men voldoende beweging kan krijgen, en ik wil niet doordraven of overdrijven door te zeggen, dat een ijverig voetballer en een vurige tennisvriendin en een fietsende slagersjongen in een drukke zaak en een schoonmakende werkvrouw en een den heelen dag door de wagens patrouilleerende tramconducteur en een boodschaphitje van een hoedenjuffrouw slechts enkele spieren van hun lichaam oefenen en dus niet vol doen aan den eisch der oefening van alle spieren en spiergroepen volgens het stelsel der Zweedsche of van een andere gymnastiek. Bij Jan Feith lezen we: Want volgens dit stelsel wisten wij het nog niet, na een eeuw? verlangt elk deel van ons menschelijk lichaam, wil het geheel gezond en krachtig blijven en niet eerder slijten dan het verloop onzer levens jaren dit noodwendig voorschrijft»een ge regelde dagelijksche oefening; voor kinderen is dit noodig ter harmonieust ont wikkeling, voor ouderen tot een harmonieuse instandhouding van het lichaam." En wat men dan wint bij zoo'n veelzijdige * Moeraszeezwaluwen Dit is weer een van die barbaarsche namen, welke de wetenschap aan een van onze allerelegantste en bekoorlijkste vogeltjes gegeven heeft, aan een der meest karakteristieke ver schijningen van ons Hollandsche polderland. Gelukkig echter draagt,dit zeezwaluwtje ook nog andere epitheta, die ons aangenamer in de poren klinken, want afgezien nog van 't leelijke der benaming, is zij nog min of meer foutief ook, wijl deze vogelsoort abso luut niet aan de zee gebonden is, doch tot ver binnenslands aangetroffen wordt. Neen, dan is de naam Zwarte Stern of Rietzwaluw, zobals dit sierlijke zwaluwtje hier en daar genoemd wordt, veel toepasselijker, evenals 't Groningsche Bruin- en Zwartsteern of 't Friesche Blauwe Stins. En als ik op Texel ben, dan praat ik met den Staatsboschwach ter mee over Blauwstar,ot ik't al mijn leven lang gedaan heb.' Den aardigsten volksnaam gaven de Vlijmensche visschers echter, die onzen Hydrochelidon kort en krachtig Kik noemen, naar het geluld, dat hij maakt. Die Brabanders zijn practisch, want als je in 't Vennengebied komt, dan heet men 'm daar Venkraai, inderdaad een benaming, die niet is mis te verstaan. Zoo ziet ge, dat we geschikte namen te kust en te keur hebben en heelemaal niet aan den leelijken wetenschappelijken titel gebonden zijn; ik noemde u trouwens nog lang niet alle volksnamen, van welke ik er in den loop der jaren diverse uit den ,mónd van buitenmenschen opving en noteerde. oefening en scholing is geen kleinigheid, als we lezen wat er op volgt: De strekking van Ling's systeem is, om van het lichaam een gehoorzaam, steeds voor alle verlangde diensten beschikbaar instrument te maken, dat ter volledige be schikking staat van den moreelen wil. De systematische physieke ontwikkeling moet dienen, om overeenstemming te brengen tusschen de verschillende spier- en zenuwgroepen van ons lichaam." Wij, Nederlanders, zijn nog zoo ver af van een algemeen doorgevoerde, doelmatige lichaamsoefening dat we maar blij moeten zijn, als in al die bovengenoemde bedrijven en bezigheden, waarbij alle land- en tuin- | bouwwerk en de bedrijven van smid en timmerman, visscher en varensman en sjou wer moeten worden gevoegd, met al, wat er om en bij behoort, de lichaamsoefening nolens volens, zij het dan eenzijdig, mee op den koop toe wordt genomen. Maar stel u de levens van vele vrouwen voor, de zittende, hoogstens eens wande lende of wat door huis dribbelende levens! Moesten die niet door opzettelijke lichaams beweging zorgen, dat hun lichaam de noodige oefening en daardoor versterking kreeg? Hygiëne wordt nog lang niet genoeg onder wezen ; maar onze kranten en tijdschriften, die groote leerboeken van algemeenen aard, houden het iedereen toch herhaaldelijk voor, dat zonder oefening onze spieren en bloed vaten en zenuwen ziek moeten worden. En dat ze het worden inderdaad, mij dunkt, de doktersklinieken en de apotheken en de kwakzalversfleurigheid en de loop onzer gesprekken en de verzuchtingen in brieven, ze toonen het in driedubbel voldoende mate. Men wil maar niet algemeen inzien, dat ons lichamelijk wezen uit millioenen celletjes bestaat, die alle krachtig moeten wor den doorstroomd door ons'bloed. Dat het bloed hun allen zonder onderscheid de noodige zuurstof moet toevoeren, en dat ons lichamelijk welbehagen afhangt van hun aller frissche en krachtige werkzaamheid. Het groote werkcomplex, dat onze microcosmos is, hoe gewillig ook en hoe lijdzaam soms het mindere voor lief nemend, kan alleen werkelijk tevreden zijn met algemeene ver zorging van alle deelen, zooals de gymnastie die geven kan. En al is het zeker moeilijk te voldoen aan den eisch van zulk een algemeene, doel matige oefening, het is ook, wanneer men een zittend leven moet leiden of als vrouw des huizes meent heelemaal niet aan die dingen te kunnen toekomen, wél mogelijk, eenigermate te zorgen, dat ons lichaam niet alles in dat opzicht te kort komt. Hebt gij dan als kind de heerlijkheid van de gymnastiekles niet gevoeld, als meisje niet uw gymnastiekclubje gehad en die wekelijksche prettige oefeningsavonden ? Waarom neemt ge niet iets van dat goede mee in uw huwelijksleven ? Ik kan het u niet dringend genoeg aanbevelen: Ga weer oefenen!" Schaf ringen en een zweefrek aan, een paar halters, ijzeren staven, houten stokken, en doe uw vooroefeningen en uw bescheiden werktuigoefeningen thuis alle dagen, ook als ge het druk hebt, dan is dat halve uur voor u nuttige en prettige afleiding tevens. Dan kan het voorkomen, dat de meid mis schien eens zegt: Mevrouw is boven aan het gymnastiseeren!" Dat is erg, heel erg, iiiiiiilimlllllliniiiii! Ge kunt ervan op aan, wanneer een vogel zoo'n bekendheid geniet onder het volk, dat hij dan niet zeldzaam is aan te treffen en gelukkig is dat met 't zwarte sterntje het geval. Naast lepelaar, fuut, roode reiger en meerkoet, behoort het tot de karakteristieke verschijningen uit ons lage moerasland, dat veel van zijne bekoring voor mij verliezen zou, wanneer ik deze sterns er uit zou moeten missen, want n door hun aantal n door al hunne levensuitingen stoffeeren zij 't Hollandsche watergebied op een inder daad zeer gelukkige wijze. Nest en eieren van 't zwarte sterntje Ziet ze spelevaren boven 't donkere water vlak met de zilverblanke waterlelies, de gouden plompen en de bronzen rietpluimen, met vluggen vleugelslag wiekend boven de waterlanen, plots remmend en bijkans stil staand in de lucht, scherp spiedend naar ik geef het toe, en. ge kunt er last van krijgen. Maar als het uw gezondheid ten goede kwam, zou dan niet die last te dragen zijn ? Andere lasten, die het leven u oplegt, zullen dan pok minder zwaar aanvoelen, ge' loof dat vrij. Gymnastie in de open lucht vraagt kapi tein Van Dam van Isselt. Doe gij uw oefe ningen ook bij voorkeur bij een open raam, al is het maar een zolderraam, maar doe ze in elk geval. Heb er wat moeite voor over, wat gedoe met uit- en aankleeden, wat moeheid en spierpijn in het begin. Uw lichaam loont het u ten slotte met een heer lijk gevoel van welbehagen en uw geeste lijke qualiteiten... die winnen er denkelijk nog het allermeest bij l FREDERIKE J. VAN L/ILDRIKS iliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim IMIIIII IIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIUIIII nu i Het vrouwenprobleem in Ibsen's] Gespenster" {Overpeinzingen) Al dadelijk, nadat ik Ibsen's Gespenster gezien had, wilde ik neerschrijven, wat me tegenstaat en wat, voor mij, het stuk tot een dood ding maakt, dat ik niet aanvoel, dat me zelfs afstoot en irriteert. Wat mij be vreemdt, is, dat ik bij herlezing datzelfde wrevelige, geïrriteerde gevoel niet onder vind, tenminste niet in zoo hooge mate als bij de voorstelling het geval was hoogst waarschijnlijk maakte het schitterende spel van Elsa Lehmann de voor mij onsympa thieke figuur van Frau Alving te levend, te tastbaar. Die vrouw was het voornamelijk, die mijn ergernis opwekte; ik had haar willen toeroepen: Mensen, je verdient het ongeluk, waarvoor je ons medegevoel tracht op te wekken!" Hoe kan een vrouw, en dan een intelligente vrouw, zooals Frau Alving blijkt te zijn, na haar vlucht weer terugkeeren tot een man, voor wien zij zulk een grenzenlpoze minachting gevoelt. Dat was geen plichtsgevoel, dat was lafheid of gemakzucht terugkeeren was slechts dan noodzakelijk, indien er kinderen wa ren geweest. Hier in dit geval was het een krankzinnigheid, welke misdadig werd, toen ze na haar terugkeer weer ging samen leven met haar man, van wien ze toch vór haar vlucht al wist dat hij ziek was. Een vrouw, die om deze reden een man ont vlucht, zichzelf dus duidelijk rekenschap heeft gegeven van de noodzakelijkheid van die vlucht, moet toch ook in staat zijn ge weest de eventueele gevolgen van een hereeniging met dien man niet te onder schatten. Ibsen laat ons werkelijk geen hoog idee krijgen van de Noorsche vrouw uit dien tijd. Geen moderne vrouw met eenig zelfbewustzijn en gevoel van eigenwaarde zou zich hebben laten overhalen, en zeker niet door zoo'n onnoozelen hals als Pastor Manders, terug te keeren tot een worsteling als Kammerherr Alving; laat ik nog eens herhalen: geen moderne vrouw zonder kin deren. Als er opofferingen te getroosten zijn terwille van haar kinderen, ben ik ervan overtuigd, dat de moderne vrouw hierin bij geen vrouw van vroegere generatie ten achter staat. En nu, geloof ik, dat de reden waarom het stuk ons niet zeer aantrekt is, dat Frau Alving geen vrouw is, voor wie men sym pathie gevoelt; dat is een vrouw, voor wie men de schouders ophaalt en geen stuk zal omlaag, om dan weer, den kop naar beneden, met langzaam wiekbeweeg, weldoordacht en bezonnen, den tocht voort te zetten, soms ineens neerschietend op de prooi, zoodat de borst het rimpelend nat beweegt en de vlugge vogel, een rij schitterende droppels afschuddend, onder tevreden kik kik kik verder vliegt... Ziedaar een dagelijksch zomerbeeld uit de waterrijke streken van ons Nederland, dat nooit nalaat den ontvankelijken bezoeker te treffen door gratie en aantrekkelijkheid. Donkerleiblauw van boven, wat lichter de onderkant, ziedaar het wel korte, doch dui delijke signalement van de blauwstars, wier grootte nagenoeg gelijk is aan die der ver wante vischdiefjes, welke iedereen natuurlijk wel van den zeekant kent. Waar stratiotes in dichte bossen opgroeit, zoodat de visschersboot er nauwelijks in kan doordringen, waar oud, voorjarig riet en biezen kris en kras op den modderigen bodem is neergeworpen door den wind, daar liggen op beschutte plekjes de sterntjesdorpen in nest hij nest aaneen. Enkele bladeren omlaag gebogen, 'n weinig halfvergaan materiaal van plantenresten, ziedaar het geheele fundament, waarop de twee, soms drie, zeer donkergevlekte eieren worden gedeponeerd. Ook in natte hooilanden, zoo maar tusschen 't gras op den vochtigen, soppendèn trilgrond, vondjk b.v. op Texel en in N.-Brabant het nest zonder noe menswaardige onderlaag; onze foto brengt dit in beeld. Nadert ge zoo'n nederzetting, dan is 'tgekrijsch en lawaai niet uit de lucht, en ik houd ervan dan deze dappere vogeltjes te observeeren bij 't onvervaard aanvliegen op den indringer, wien zij zich niet ontzien soms den hoed met een bliksemsnellen vleugelzwaai van 't hoofd te slaan. Vooral, wan neer mijn oude" varensman Dorus bij ons zoeken naar de zeldzame kleine waterhoentjes in den dooden Maas-arm zijn hond mee het oordeel der jaren kunnen weerstaan, wanneer men niet minstens voor de hoofd persoon respect zal kunnen gevoelen. Alle gesprekken, de smart, zelfs de vreugde in en de trots op haar zoon (in het eerste bedrijf) laten mij koud, omdat alles pas klaar is gemaakt voor de gelegenheid het is niet echt, omdat het geval niet noodig was geweest. Oswald is niet wreed, wanneer hij beweert: Und was für ein Leben Du kannst es zutück haben ". Frau Alving verdient haar lot, omdat zij niet trouw aan zichzelf bleef, omdat ze maar een heel klein zieltje had, bang voor het oordeel der menschen, en omdat ze den grooten misdaad had begaan een kind te ontvangen van een man, van wien ze vooruit had kunnen weten, dat geen gezond kind te verwachten was. JEANNETTE SLIJPER?MlNKENHOFF Snel-Opnamen II Er zijn menschen die men overal ontmoet. De logica gebiedt me, mij-zelf ook daar onder te rangschikken. Onlangs nog op een Russisch liefdadigheidsfeest zag ik hem, eerst zijn naam op het programma en daarna hém-zelf in levende lijve op het podium. Hij droeg zijn Oeuvres" voor in zijn moe dertaal, het Russisch, dat, totaal onbe grijpelijk was voor een groot deel der toe hoorders. De beleefdheid gebood te luisteren, zoo deden wij dus. Gij kent hem niet, lezeres, en dat is heel jammer want kluchtiger en merkwaardiger mensch dan hij ontmoette ik zelden. Het is een oer-Rus met een over vloedige blonde krullenvracht en een aartsvaderlijken baard. Een type van worstelaar, zwaar gewicht, en als ge met hem spreekt, hoort ge een stemmetje als van een operettesoubrette en ziet ge glimlachjes en beweginkjes van een ingénue. Als hij zijn moeder chaproneert en gij deze voor den eersten keer ontmoet zegt hij sans faute: Je vous présente mon mère. Voor mij was deze eerste voorstelling zeer pijnlijk, daar mon mère" een heerencostuum droeg. Ik durfde toen niet vragen of: mevrouw" zich amuseerde in Parijs, ook niet, of mijnheer" zich amuseerde in Parijs, waardoor ik genoodzaakt was zotte vragen te stellen als: On s'amuse bien a Paris ?" On" was zeer hartstochtelijk, en vroeg mij veel over mijn land en zijn gewoonten. Mijn: non" of oui" madame verfluisterde dan tot een onnaspeurlijk hermaphroditisch zelf standig naamwoord. Later lichtte men' mij in, dat mon mère" werkelijk een vrouw was, die daar zij-zelf haar landerijen in Rus land controleert, de mannelijke kleeding heeft aangenomen, omdat deze, voor de lange afstanden, die zij te paard aflegt, veel doel matiger is. Welnu, de zoon van mon mere" kon digde ons aan, dat wij la grande plaisir" zouden smaken de mooie stem du cantatrice Felia Litvinne te hooren. Dit verheugde ons zeer, want hoewel haar naam op het program stond, is een verkoudheid een goed voorwendsel voor een ster" om plots te eclipseeren. Wij kregen werkelijk de mooie stem te hooren en daar, na twee toegiftjes, het applaus maar bleef aanhouden, zong zij de Marseillaise. En toen... in plaats van tevreden te zijn, riepen eenige toehoorders ook nog om het Russische Volkslied. Maar iiiliiiiiiiiliiiliiiiiiliillliiiiiiiiiiiiiniiitii nam en we tusschen de zwarte rietzwaluwen verzeild raakten, bereikte hun woede 't top punt en omzwermden ze wild en opgewonden onze schuit, terwijl de woede haar toppunt bereikte, wanneer de spaniel te water ging en de vogels zich rechtstreeks bedreigd achtten. Ik houd van deze ongebondenheid in het vrije vogelbestaan en 't is mij steeds een verheffing van den geest het in al zijn uitin gen gade te slaan. We moeten dankbaar zijn, dat we in haast iedere provincie de zwarte sterns kunnen observeeren en de Engelschen, die ieder jaar ons rijke vogelland bezoeken, waardeeren dat ook. Speciaal om grutto, kluit, roerdomp, Zwarte stern, op nest lepelaar, kemphaan, zwarte stern en zoovele andere vogels te kunnen bestudeeren, moeten die Britten nu naar ons land komen, wat ze ook heel trouw doen, want ieder jaar tref ik ze op Schouwen of Texel aan, om er te vin den, wat ze in eigen vaderland derven. Gemen had buiten de aanwezigheid der re vol utionnairen gerekend. Hadden deze ter wille der Fransche gastvrijheid de Marseillaise rustig aangehoord, tegen het Russische volks lied protesteerden zij. Eerst meteen: nee! nee!" toen wet gefluit. De piano sloeg de eerste accporden aan, de prachtstem gleed de zaal in. En alsof n gedachte, den geest der revolutionnairen beroerd had, stonden zij op alle rangen op en verlieten de zaal, terwijl de zang klonk: God behoede den Czaar." Toen het lied geëindigd was, kwamen de stemmen los. Een soldaat, door krukken gesteund riep: Gij hebt het récht niet te protesteeren, wij, de verminkten, hebben het recht en wij zwegen. Wij! riep een jonge vrouw: wij hebben acht jaar in de gevangenis doorge bracht, wij hebben wél het recht! En terwijl de strijd heftiger werd, verscheen daar Sévérine, de volksleidster bij uitnemend heid, omdat de goedheid van haar hart alle hartstochten overvleugelt, en bracht met haar eenvoudig woord de gemoederen tot rust. En opeens herinnerde ik mij, hoe ik deze grijze vrouw, jaren geleden, het was bij de terechtstelling van Ferrer een zaal gevuld met drie duizend arbeiders had zien beheerschen, toen de macht der gewapende politie en soMaten te kort schoot. Sévérine, ook u ziet men altijd, daar waar geholpen moet worden en toch ziet men u niet genoeg. Het is waar, er is veel leed te heelen,... o, dat ge u vettienvoudigen kondt! En mijn Russische vriend? 's Avonds ont moette ik hem voor het buffet, waar hij een berg minuscule sandwiches,verorberde. Tiens, zei ik, u is een lorgnet gaan dragen, maar waarom heeft u aan den onder kant de glazen laten wegsnijden ? C'est parce que je ne pouvais pas sourire! Een gulle grijns bolde zijn gezicht en het wonder gebeurde, dat zijn opbellende wangen, de holten der glazen vulden, zonder dat instrument af te wippen. Er zijn menschen, die men overal en graag ontmoet, de een omdat hij vrede, de ander omdat hij humor brengt. Voor beiden open ik wijd mijn deur. Parijs MANJA iiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiMiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiii 1841 1916 H, MEIJER KONINGSPLEIN - AMSTERDAM U ITZ ETTEN LUIERMANDEN LINGERIES TRICOTAGES lukkig hebben ze dien achteruitgang aan zichzelf te wijten, want jagers, eierverzamelaars en musea hebben onder de vogels, die er vroeger zoo goed broedden als bij ons, danig opgeruimd, zoodat de vogelmenschen zich nu lange en kostbare reizen moeten ge troosten, om de kemphaantjes op hun tournooiveld te bespieden. De zwarte zeezwaluw is n van die uit gewekenen, en nu zouden de Engelschen er veel geld voor over hebben, om haar als vroeger op hun Broads" weer te krijgen. In Norfolk, dat buitengewoon vogelrijke moerasland bij Yarmouth aan de Oostkust, was de soort vroeger bijzonder talrijk. Lubbock vermeldt in 1818 dat de species breeds in myriads near Upton" waar toen de nesten op de droogste gedeelten van het vochtige gebied te vinden waren. Zelfs had de vogel toen een volksnaam: Blue Darr. Doch reeds 'n kwarteeuw later betreurt hij de sterke vermindering aldus: ... vroeger waren de veenstreken mijlen in het rond door deze sterns bewoond ... now months pass away without the appearance of a single bird!" Dan komt de treurmare van 't laatst ge vonden nest in de buurt van Catfield bij Sutton in 1858. Zekere mr. Gunn, vermeldt in The Zoologist van '69 dat een ei van de zwarte stern werd gevonden in een moeras bij Yarmouth op 20 April van dat jaar. Nu zijn de Engelschen stern-loos! Ik ben er blij om, dat dit gevaar voor on3 land afgewend is. Wel wordt door de cultuur deze vogel, gelijk zoovele andere, in het nauw gebracht, doch enkele ruime vrijplaatsen zijn ten eeuwigen dage voor hem gereserveerd en onze nazaten zullen de corporatie, die daarvoor op zulke eminente wijze zorgde, de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten, ongetwijfeld nog eens dankbaar voor wezen. A. B. WIGMAN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl