Historisch Archief 1877-1940
20 Mei '16. No. 2330
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
C. C. van Schoonhoven f
(Teekenlng van Joh. Braakenslekj
De j.l. Zaterdag overleden tooneelspeler
Van Schoonhoven in de rol van
Gysbreght van Aemstel
iniiiiiniiiiiiitiiiiiiiiinninHiiiutiiiiiiimtiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiniuiiiitiiii
JUDITH
Drama van Herman van den Eerebeemt
(Met teekeningen voor de Amster
dammer" van G. W. Knap)
Een nieuw Nederlandsen Judith-drama,
een heldenspel van Herman van den
Eerenbeemt, geschreven ter gelegenheid van
het lustrum der Roomsen-Katholieke Stu
denten-Vereeniging : Sanctus Thomas
Aqainas, en gespeeld 15 Mei in den Stads
schouwburg door katholieke vrienden der
kunst, met medewerking van enkele
tooneelisten.
Herman van den Eerebeemt's Judith is in
treffelijk dicht, vaak op Vondeliaanscheri
trant, vervat. Hfl beheerscht het instrument
der taal, zuiver en rein. Een hoogst enkele
maal valt hij uit het strakke en verhevene,
eensklaps in het slappe en het al te gewone.
Veel van wat over Judith geschreven werd,
is in zijn hoofd gevaren. Over het wezen
van hei dramatische heeft hij ernstig nage
dacht en daarin gevolgd wat hij voor het
beste oordeelde.
Hij laat Judith zich niet aan Holofernes
geven; zij slaat hem, dronken, den kop af
vór hij zijn wil kan volbrengen.
Eerebeemt heeft daarvoor zijn goede rede
nen. In de voorstelling heeft hij echter ge
faald door onzekerheid en laten we het
maar zeggen ook door onbenulligheid.
Het hoogtepunt van het drama, een sterk
dramatisch effect heeft hij verspeeld.
Aan sterken indruk schaadt ook het lange
redeneeren der hoofdpersonen, het soms
vertellen wat allen weten. Aan de
samenlllflIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMMItllllllllltllllllllllllllllllltHllllllllltllllll
Max. Reger f
stelling van het geheel zou meerdere even
redigheid goed hebben gedaan. Aan de koren
heeft de auteur te groote plaats ingeruimd.
Wanneer deze gezongen waren, zou dit
misschien minder zijn opgemerkt. Judith
komt te weinig op den voorgrond, Judith
is te weinig het middelpunt van alle hande
ling, en zij zelve heeft te weinig strijd.
Voor als nog blijft Giacometti's .Judith"
het best speelbare Judith-drama. Dit neemt
niet weg dat, hoe rhetorisch ook, groote
waarde, in 't bizonder literaire waarde aan
Herman van Eerebeemt's werk moet toege
kend worden.
Minder hoog dan v. Eenebeemt's werk
stond 4e vertooning. Prijzenswaardig echter
aller toewijding. Deze was voorbeeldig.
Aller spel bleef ingehouden. Het had meer
naar buiten moeten komen en vlam schieten.
Het zeggen bleef te strak, te stijf, te rhe
torisch. Inzonderheid van de koren. Joden
en Jodinnen moeten met hun klagen de lucht
met een sterker wordend wee en ach ver
vullen. -Deze Joden en Jodinnen misten de
klacht, misten het klagelijke. Ze wekten
geen deernis, zij rederijkten. De ziel, het
leven ontbraken.
Hetzelfde deode had de regie niet voor
komen in de opstelling der groepen. Allen
stonden netjes als lange lijntjes, en kwamen
langzaam, langzaam aangewandeld, deftig
en statig, de armen gekruist op de borst.
Was dat een volksmenigte voortgedreven
door angst en benauwdheid, klagende en
jammerende om verlossing? Te star, te
mechanisch deed ook het hand-opheffen
aan; het scheen eenigszins als vooroefening
op een'gymnastiebschool.
In de tent van Holofernes, wanneer hij
nachtbraakt en drinkgelagen houdt, had de
Eene persoonlijke herinnering
Het plotseling'verscheiden van Max Reger
heeft mij zeer getroffen en ta-dtepen wee
moed wijd ik eenige regelen aan de nage
dachtenis van den genialen man, dien ik het.
voorrecht had in ons land te introduceeren.
regie juister oog voor het karakter. Daar had
ze gebroken met het strakke en schoolsche.
Daar was het leven. Daar danste Angele
Sydow, eerbaar gekleed, luchtig als een
hinde den dans van weigeren en lokken,
van lokken en weigeren, wetend: niet lan
ger dan het weigeren duurt, niet langer
duurt het nimmer.
Ze danste zoo schoon als ze zelden ge
danst heeft en twee leerlingen met haar,
dochters uit Rotterdamsche artisten familie.
Aan karakteriseering ontbrak het enkelen
we! eens. Daar kwam o. a. een oude man
op, geheel grijs en gebogen van ouderdom,
mishandeld door den vijand. Die oude zette
een stem op als de klokke Roelants en liet
in niets merken, dat hij was gesleurd, ge
jaagd en veel smaads had geleden.
Willem van der Veer had tot opdracht
achter de schermen de stem van God" te
laten hooren. Majesteit, mystiek en verhe
venheid verwacht men in die stem, een
geluid zich aansluitend aan den plechtig
wegrollenden donder. Willem van der Veer
heeft niet n dier eischen in acht genomen.
Hij sloeg slechts groot en sterk geluid.
Zonder meer.
De rol van Judith eischt eene
tooneelkunstenares in de volle kracht van haar
talent. Op het breede, het groote, het ver
hevene en het majestueuse komt het in die
rol aan, en op het beheerschen van w
liiiiiiiifiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiintii
Hij was wel een der meest interessante
verschijningen in de kunstwereld. Juist
tijdens mijn verblijf in Duitschland begon
hij de muzikale wereld in beroering te
brengen en wij, muziek-dwèrgjes vergeleken
bij den reus, leefden alles mede in vol
enthusiasme! Himmel-hoch jauchzend1' wan
neer de strooming vór was Zum Tode
betrübt" als de tegenstanders aan het woord
waren!
Walter Fischer (Berlijn) schreef toen:
Max Reger ist eine Kunsterscheinung, die
das Für und Wider der Meinungen in nicht
geringerem Masze entfacht hat, als einst
Kichard Wagner, Max Klinger u. a. Von
den einen als der Bringer einer Reaktion
auf das Wagnerepigonentum.als der Schöpfer
des musikallschen Fortschrittes auf
Bachischer Basis gefeiert und verehrt von den
andern als eine Verirrung auf dem Wege
gesunder" musikalischer Entwickelung und
als ein blosses technisches Phanomen
verdammt: so steht er, von der Parteien
Hass und Gunst getragen, im Vollbesitze
seiner künstlerischen Kraft; schafft und
schafft mit fast beispielloser Furchtbarkeit,
völlig unbekümmert urn das, was für und
wider urn ihn herum vorgeht."
Max Reger is den 19den Maart 1873 in
Brand, bij Weiden in Beieren, geboren. Zijn
vader, Josef Reger, verhuisde later naar
Weiden waar hij muziekonderwijs gaf in de
Kafhollschen Praparanden-Anstalt." Zijn
moeder gaf haar kleinen Max de eerste
pianolessen en zijn vader leerde hem, in
gemeenschap met D. Lindner orgelspel. Het
plan was hem op te leiden voor
onderzeggenskunst. Aan al deze eischen kon eene
jonge actrice als jufvr. Nettie Hufstadt niet
voldoen. Zij heeft echter gedaan wat K
vermocht. Meer dan dat! Zoodra zij sprak
en ageerde, kwam er leven in het strakke om
haar; ze toonde in zeggen en spel (begrip
van het verhevene, en trok'vaak de aandacht
door standen, mooi van lijn. Haar zeggen
had zin. Voor het albeheerschende miste zij,
vermits haar jonge jaren, de kracht. Het
weifelende, het onzekere en het onbeholpene
in het tooneel, waarin zij Holofernes veinst
ter wille te zijn, dat waarin zij hem den
kop zal afslaan; en het latere, waarin zij
terug komt met Holofernes' hoofd, zijn haar
niet tot verwijt te maken. Het licht aan de
halfslachtige en vage tooneelen zelve.
De heer Coen Hissink karakteriseerde
Holofernes volkomen naar het begrip van
het tooneelwerk. Zijn braveeren in den aan
vang is vatbaar voor schakeering. Het best,
ja uitmuntend speelde hij den omkeer van
woestheid tot veiteedering, en het begeeven
van Judith.
In die tooneelen ontbrak het hem aller
minst aan.schakeering. Ook niet in die, in
welke jufvr. Maria Jansen hun in een zinne
beeldig verhaal waarschuwt voor Judith.
Jufvr. Marie Jansen vleide en vliemde zon
der opzettelijkheid of .het, opwekken van
weeheid, zij deed het als eene volleerde Eva
met lieflijke stem. Wanneer ze in haar eerste
opkomst Holofernes woestheid door zang
weet te verzachten, moet ze staan met haar
gezicht naar hem gekeerd, en niet naar het
publiek. Zij is daar geen kamerzangeres.
De veldheer der Joden, Ozias, had het
ongeluk zwaar verkouden te zijn, zoodat hij
meer den indruk van een schor basje" dan
van een krijgsoverste maakte.
De acteur Willem van der Veer, nu
gelegenheidsregisseur, heeft het decor met
overleg saamgesteld, en, al waren zijne
groepeeringen te lijnerig en te doodsch, hij
had het goede begrip de personen wijd uit
elkaar op te stellen. Wat de costuums be
treft, is net gelukkig dat de Assyrièrs dood
zijn en niet n hunner kan komen zeggen,
hoe veel daarin anders moest zijn. Had
Holofernes uit den doode kunnen opstaan
en zijn alter-ego zien in de kleeding die de
zijne moest verbeelden, zijn harnas op z'n
Romeinsch, en met een pruik op als een
boschduvel, hij zou subiet van schrik naar
het schimmenrijk weder gekeerd zijn.
Eene algemeene aanmerking nog over
gebaar en zeggen. De gebaren van allen
waren niet goed, ondoordacht, en niet pas
send bij het woord. Doorgaans te druk, te
molewiekerlg. Het steken der handen boven
het hoofd staat onschoon, het gelijkt te veel
op wegwijzers; de uitgespreide vingers doen
denken aan hooivonkjes. Gebaren dienen
bescheiden en rond te zijn en bijna nooit
boven het hoofd te gaan; de vingers der
hand niet uitgespreid, en de hand lichtelijk
gebogen. Men make weinig gebaar, anders
wordt het misbaar.
En nu het zeggen. De meesten zegden op
zich zelf goed, enkelen, zoowel dames als
heeren, zelfs mooi. Ieder sprak .echter op
zijn eigen houtje en op een andere manier;
de een prijslijk eenvoudig en menschelijk, de
ander rhetorisch, een derde rhythmisch, een
vierde namaak-Keizersgrachtsch, een vijfde
hemelsch enz. De regie had in het zeggen
wijzer; hij heeft de polytechnische school
doorloopen, bereidde zich voor in de
Praparanden-Anstalt en heeft ook het toelatings
examen gedaan voor het onderwijzers
seminarium.
Doch zijn plannen veranderden. Eenereis
naar Bayreuth had een zeer vruchtbare uit
werking op het ontluikende compositie
talent van Reger. Het gunstige oordeel van
Hugo Riemann over eenige orchest-werken,
die in dezen tijd verschenen, deed hem be
sluiten zich geheel aan de kunst te wijden.
Hij ging les nemen bij Riemann, eerst in
Sondershausen en later in Wiesbaden, en
werkte tegelijkertijd als leeraar in theorie,
compositie en orgel aan het Fuchsschen
Konservatorium. In 1898 werd hij zwaar ziek
en was langen tijd aan het ouderlijk huis
gebonden. Na zijne genezing vestigde hij
zich te München, in 1900.
Evenals Bach een groot deel zijner orgel
muziek heeft gebouwd op den evangelischen
koorzang, heeft Reger ook een groot aantal
Choralfantasien für Orgel" geschreven. De
leidende gedachte bij de compositie dezer
stukken is, niet den cantus firmus, maar
den tekst van het geheele kerkgezang voor
de muzikale Gestaltung" tot maatstaf te
laten dienen. Alzoo ontstonden
choralfantasien op Eine feste Burg ist unser Gott",
Freu dich sehr, o meine Seele", Straf
mich nicht in deinem Zorn", enz.
De rijkdom van fantasie en de prachtige
bewerking stempelden Reger tot orgel-com
ponist bij uitnemendheid.
Velen, zelfs Anti-Regianer" erkennen de
hooge waarde dezer Choralfantasien, maar
De Huidige Toestand
(Teekenine voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck)
Moeder Vrede: Kom maar gauw hier kinderen."
De Kinderen: Ja moeder, wij willen wel, maar..."
iimiiiiiimmiiiimimimiiiiliiimimiiimi iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiililiiilllllilliniliiliiiiii
het tooneel heersche de eere-dienst van
het woord!
De katholieken, die de gedichten vanden
heer dr. A. Schaepman kennen en zijne hulde
aan het woord", zullen dit beötnen.
J. H. RössiNQ
IIIIIIIIHIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIII
Vaarwel
Wij wisten 't van den eersten dag,
dat nimmer dit geluk zou duren:
het heeft door onzen schuwen lach
gehuiverd in de zaligste uren,
en mochten onze wenschen al
der toekomst zonnigen top betreden:
diep vór ons duisterde het dal
der onverhoorde, stille beden.
Nu scheiden w' in zijn eeuwigen nacht
als vredeloozen. Geen der sterren,
der blijde droomen hemelwacht,
zal met ons zijn op onzen verren,
verloren weg door de eenzaamheid.
Mijn ziel was sterk in stage zorgen:
dit leed heeft me aan u neergevlijd,
het hoofd droef in uw schoot geborgen.
eenheid behooren te brengen. Het zeggen
is het gewichtigste eener geheele voorstel
ling. De regisseur zou met goed en overlegd
zeggen van allen, eer hebben behaald. Vooral
daar hij uitnemend materiaal ter zijner be
schikking had. Laat decor, costuum, ver
lichting iets, desnoods veel te wenschen
overlaten, het is jammer, doch schaadt
niet; als het zeggen goed en hoofdzaak
is, behoudt het dichtwerk zijn kracht. Op
iuiiiiiiiiiiiiii:HiiiiiiiiiiiiiiiiiitmiiiHiiimiiiiiM!imihiimiiiiiimjiiiMii
omtrent zijne werken voor orgel-solo zijn
de gemoederen zeer verdeeld. Daarin ver
weet men hem eene ziekelijke, onlogische
getüftelte" fantasie l En dat is nu juist
het karakteristieke, dat Regers kunst gemeen
heeft met die van Bruckner, Brahms,
KHn§er, Hugo Wolf e. a. en dat niet direct
egrepen wordt.
Men mag, men kan de groote, waarachtige
kunstenaars toch niet vergelijken bij de
alle-dag-menschen. Zij voelen, denken, on
dervinden alles anders! Zij praten het pu
bliek niet naar den mond en geven eigen,
zij het dan ook vreemde, ongewone kunst.
En allen weten we het, dat alles wat zich
verheft boven het gewone niveau, uitgekreten
wordt voor ziekelijk, onlogisch, ontoereken
baar, enz.
Der Geist der Zeiten ist eben wirklich",
zooals Goethe zegt, der Herren eigner
Geist, in dem die Zeiten sich bespiegeln".
Een componist als Reger laat zich niet
dwingen door de zoogenaamde muzikale
logica welke deze of gene voor recht of
wettig houdt. De eeuwige wetten der schoon
heid, vrij van alle Zünftelei" of
schoolwijsheid, diézijn het, die hem regel en richt
snoer geven! En Reger deed naar den raad
van Hans Sachs: Er slellt sie (die Regel)
selbst, und folgt ihr dann!"
Het zou mij te ver voeren een volledig
overzicht te geven van zijn werken; ik wil
in 't kort nog even releveeren het
Regerconcert" op 19 Januari 1907, wat een evene
ment was in het Amsterdamsche muziek
leven. Avonds te voren was hij aangekomen
en wij hadden maar ne repetitie van het
O, neig dan voor de laatste maal
u over mij en schenk me uw zegen,
laat ons de bittere vreugd bokaal
ook moedig tot den bodem leegen,
want deze hooge smarten mag
geen klacht ontwijden en geen weenen
Wij wisten 't van den eersten dag.
Vaarwel. God moge u troost verleenen.
J. W. VAN ClTTERT
Illlllllllll HUI Illlllllll IIIIIIIIU
reusachtig moeilijke duo voor 2 pianos, nog
wel op den concert-dag zelf! Ik trilde en
beefde als 'n juffers hondje toen ik het thema
inzette! Na de zesde of zevende variatie
stond hij op van den vleugel. M'n hart stond
bijna stil van angst dat hij m'n spel niet goed
vond. Bijna klappertandend vroeg ik:?w
nschen Sie et was?" waarop hij zei: Ach, was!
blos eine Cigarette!" Na deze opluchtende
mededeeling speelden wij verder en aan 't
slot drukte hij mij beide handen en gaf mij
eene enorme louange. Hoe dankbaar was ik!
Niet enkel hém, maar ook m'n zuster, die
mij een heerlijke steun geweest was in de
voorbereiding van het concert! Wij wandel
den naar huis en uit pure blijdschap kocht
ik in elke sigarenwinkel, die wij voorbij
kwamen clgaretten voor hem. Hij rookte
steeds door en toen ik eindelijk zei geen
voorwerp meer in huis te hebben dat voor
aschbakje dienen kon, antwoordde hij in z'n
grappig, Beiersch dialect: Schad't ja niks,
nachstes Mal bring ich meine Bade-Wanne
mit!" De concerten met Max Reger be
hooren tot de mooiste herinneringen van
mijne muzikale loopbaan!
En nu is deze geniale man weggerukt in
de volle kracht van zijn werkzaam leven.
Zijn opus 52, no. l componeerde hij op:
Alle menschen mussen sterben", en op. 52,
no. 2, op: Wachet auf, ruft uns die Stimme".
De goddelijke stem heeft hem opgeroepen
en wij buigen 't hoofd voor het groote
mysterie, bewarend de herinnering aan een
groot, gaaf kunstenaar, aan een goedmoedig,
eenvoudig mensch!
HENRIET TE ROLL