Historisch Archief 1877-1940
21 Mei '16. No. 2031
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Een nieuw Duitsch Modehaus"
en een nieuw Duitsch Modeteekenaar
Cecile Sorel, de Fransche actrice, die zich
steeds, hoe de mode ook was, kleedde in
een wijde rok en een nauw sluitend lijfje
zal dus nu haar zin krijgen. Meermalen
heeft zij beweerd en ook door de daad
' trachten te bewijzen dat dit de vrouwelijke
mode bij uitnemendheid was.
Heeft ook Madame Charles Cahier niet
een dergelijke lof verkondigd van het Rococo
costuum. Ik herinner mij het concert nu
eenige jaren geleden waar zij, in een stijf
uitstaand zijden kleed nauwkeurig geïmi
teerd naar de mode uit dien tijd, optrad.
Het was een wat aan het café-chantant
herinnerende vertooning.
Maar reclame, reclame, als men het door
het eene . de eenvoudige voor zich zelf
sprekende kunst niet bereiken kan, dan
is er nog een andere weg, 4Je gewoonlijk
echter niet zoo blijvend is.
Hoe moet het nu'met de Duitsche mode
gaan nu de stijl der kleeding zoo absoluut
Fransch is? Het is wel op een treurig
fiasco uitgeloopen met alle pogingen om
een eigen Duitsche mode te scheppen.
Heel vroeger, toen men zich niet zoo ge
makkelijk van het eene land naar het andere
verplaatste, was het begrijpelijk, dat ieder
volk zijn eigen mode had. Toch heeft Parijs
reeds gedurende eeuwen de mode aange
geven en het is thans ook in Parijs dat de
geheele wereld het geheim van de elegance
komt zoeken etfhet is Parijs dat ieder seizoen
het ideale beeld voor ons teekent, dat alle
vrouwen trachten nabij te komen.
Deze modeheerschappij is reeds een oude
traditie. In de 18de eeuw werd ieder jaar
van uit Parijs een klein koffertje naar het
Duitsch modeprentje van Otto Haas-Heye
iiitiniiiiiimiiiiiiii
Het Nederl. Schoolmuseum
Er zullen hetl wat Amsterdammers zijn,
die meenen hun stad goed te kennen en
die toch niet weten, dat het bovengenoemd
museum in onze stad te vinden is, noch
minder, dat het gelegen is aan de Prinsen
gracht 151, schuins over de Noordermarkt.
En toch reeds meer dan twintig jaren is
het Nederlandsch Schoolmuseum daar ge
vestigd, terwijl de inrichting sinds 1877
bestaat, doch toen in andere perceelen huis
vesting vond en telkens uitbreiding
noodig had.
In dit museum is sinds de oprichting
zooveel mogelijk bijeen gebracht, wat op
het gebied van onderwijs in ons land ver
scheen; het onderwijs moet hier genomen
worden in den ruimsten zin des woords,
dus lager, middelbaar en gymnasiaal, maar
ook sinds de laatste jaren huishoud- en
kookonderwijs en in den allerlaatsten tijd ook
het ambachts-onderwijs, doch de lagere
school vraagt, zooals van zelf spreekt, het
leeuwendeel der ruimte.
En nauwelijks heb ik het woord ruimte"
neergeschreven, of ik denk aan den
voortdurenden zorg van den directeur J. van der
Esch, voor wien dit woord steeds door twee
andere woorden voorafgegaan wordt en die
.slechts van gebrek aan ruimte" weet te
spreken. Want in het gebouw, dat uit twee
verdiepingen bestaat en waarin men door
galerijen nog wat meer plaats heeft weten
te vinden, is geen hoekje onbezet en staat
alles veel te dicht opeen gedrongen. Eerlijk
gezegd, lijkt het museum hier en daar te
veel op een pakhuis en zouden verschillende
afzonderlijke vertrekken het tentoongestelde
veel beter tot zijn recht doen komen.
Niemand is meer hiervan overtuigd dan het
bestuur en de directeur, maar zooals bij
vele dezer particuliere ondernemingen is
gebrek aan geld hier de ergste kwaal.
Als dit mogelijk was, zou de interessante
oude school zeker in een afzonderlijk ver
trek moeten worden onder gebracht, die
school van onze voorvaderen, welke thans
midden in de benedenzaal, tusschen allerlei
andere nieuwe schoolmeubelen en leermid
delen in, staat. Daar zou wat aardigs te
maken zijn van die oude lange banken voor
zes of acht leerlingen, de lessenaar van den
bovenmeester met plak, ongeluksvogel,
schandbord, ezelsbord, roskam enz. Want
zachtzinnig waren de oude schoolmeesters
niet en behalve de plak werd ook een heel
ruwe kam gebruikt, om weerbarstige kin
deren tot reden te brengen. Of wel, de ondeu
gende leerlingen moesten met het schand
bord om déhals staan, de domme hielden
Fransch modeprentje van Qeorge Barbier
buitenland verzonden, dat een pop bevatte,
geheel volgens de laatste smaak gekleed.
Een zending waar de vrouwen van de vreemde
hoven met ongeduld op wachtten.
Nu zijn de omstandigheden veranderd en
is deze pop vervangen door de modebladen
die over de geheele wereld verspreid wor
den. Het is thans toch ook zeer logisch
dat .ee»land of liever gezegd een stad de
lijn aangeeft waarlangs de kleeding zich
bewegen zal.
Toch zal de mode altijd in ieder land
een anderen indruk maken omdat zij door
verschillende rassen en individuen gedragen
wordt en iedere vrouw er zich dat uitkiest
waar haar gestalte, gelaatskleur, haar geheele
wezen zich het beste bij aanpast. Zie maar
eens, hoe 'n geheel ander voorkomen eenzelfde
mode in Frankrijk, Engeland of Duitschland
heeft.
Vasthoudend als het Duitsche ras nu een
maal is, blijft het volhouden en probeert
het iets onmogelijks een eigen mode
te maken. Al sedert het begin van den
oorlog zeurt men daar nu al over een
Deutsche Hutmode" enz. als of deze kwestie
van eenig wezenlijk belang is.
Het geeft de mislukking van zijn streven
nog steeds niet toe. Het grove lijdschriftje
Der Kleiderkasten" dat, zonder eenige ori
ginaliteit en distinctie, bedoeld was om de
verfijnde Gazette du bon Ton" te vervan
gen heeft zelfs in Duitschland fiasco geleden.
Nu is er weer een nieuw modeacademie
Modehaus Alfred Marie" ontstaan waar
een man als Otto Haas-Heye, die zich artist
noemt, hetzelfde werk tracht te doen als
Le Pape, Bakst, Barbier en Martin.
Hij teekent smakelooze vrouwenfiguren,
buitengewoon conventioneel van houding.
En zóbelangrijk worden deze scheppingen
door den artist gevonden dat hij van zijn
een bord met een ezel boven hun hoofd en
wie den ongeluksvogel naar zijn hoofd kreeg,
moest zelf hem bij den meester komen
brengen, om daar zijn gerechte straf te
ondergaan. Aan de wanden zouden enkele
van de fraaie, kunstige schrijfvoorbeelden
kunnen worden gehangen, waar ze zeker
meer de aandacht zouden trekken dan thans
in de laden, waarin ze steeds moeten worden
bewaard. Uit de voorraad oude lees- en
leerboeken zouden ook eenige meer op den
voorgrond kunnen komen en de andere in
de onmiddellijke omgeving kunnen worden
geborgen. En het zou niet al te anachro
nistisch kunnen heeten, indien in dit lokaal
het letterrad van Niewold, de leestafels van
Prinsen en dergelijke methodes uit het
begin der vorige eeuw mede een plaats
vonden.
Een ander lokaal zou een klasse moeten
herbergen, zooals ze vooral van 1860?1890
in onze scholen gevonden werden, veel beter
dan het vorige maar ijselijk doodsch en
koud en daarnaast zou dan het schoollokaal
uit den tegenwoordigen tijd moeten komen
in zijn vroolijke gezelligheid met de nieuwste
modellen houtsneden liet maken en deze
in Luxus" en andere Ausgaben" aan de
markt brengt.
Het is alles grof en zonder eenige be
schaafdheid ,wat deze modeteekenaar maakt
en hoe pretentieus. Aardig is het zijn werk
eens met dat van een Fransch kunstenaar
te vergelijken.
Modern heeft hij willen zijn maar uit het
geen hij maakt, blijkt dat de ware moderne
geest dezen Duitscher nog niet deelachtig is.
Het pleit niet voor de Duitsche smaak
dat deze gewrochten van het Modehaus"
daar succes hebben. ATY BRUNT3J
Vrouwelijk doen en denken
VI
Nu het in onze dagen geen zeldzaamheid is,
dat vrouwen studeeren, en ook prompveeren,
komt men soms voor een moeielijk geval
te staan met... de betiteling. En zoo is 't
me dezer dagen gebeurd, dat ik de punt
van mijn penhouder heb zitten stukbijten,
r ik 't met mezelf eens was hoe ik een
vrouwelijke doctor in de staatswetenschap
pen zou moeten betitelen.
Het allereenvoudigste ware natuurlijk om
alle titels in den ban te doen, en ik geloof
niet, dat een vrouw er bepaald op gesteld
is om als zeergeleerd te worden aangespro
ken. Maar de mannen? O! hé! Ik heb nog
menigmaal ondervonden dat, ondanks onze
moderne tijden, vele heeren der schepping
heel erg gesteld blijken op hun
weledelgestrengheid of zeergeleerdheid, en ik denk
nu opeens aan den professor, wiens vrouw
per ongeluk een brief had opengemaakt, die
alleen voor hem bestemd was. Toen hij het
geopende cpuvert zag, keek hij zijn vrouw
aan over zijn brilleglazen en vroeg alleen:
Zijt gij de .hooggeleerde", lieve ?"
leermiddelen, zooals die thans onze kinderen
inderdaad prettig bezig houden.
Rijk, provincie en gemeente steunen het
Schoolmuseum, ook enkele gemeenten bui
ten Amsterdam doen- dit, verder verschil
lende vereenigingen op onderwijsgebied,
maar de steun is nog steeds te onvoldoende
om tot uitbreiding over te gaan.
Tot nog toe is het Schoolmuseum ten
onrechte slechts bijna uitsluitend door
onderwijzers, leeraren, aanstaande onder
wijzers enz. bezocht en toch beliep het
aantal bezoekers in het laatste verslagjaar
een getal van 4977. Het spreekt van zelf,
dat het tentoongestelde voor de hierboven
genoemde categorieën van het hoogste ge
wicht is. Toen ik er mijn laatste bezoek
bracht, waren er juist een groot aantal
meisjes van eenbijzondereR. K. Kweekschool
te Bergen, die onder leiding van de
zustersonderwijzeressen een lang bezoek brachten
in verband met het examen voor onderwij
zeres ; zoo vinden zij, die voor de hoofd
akte studeeren, voor bijzondere aktes wer
ken ; zij, die gelukkig over dien tijd heen
zijn, maar zich uit liefde tot het onderwijs
Leeszaal
Zou -de professorale heer op dezen titel
gereageerd hebben, indien hij daarmee niet
hpogelijk'.' ware ingenomen?
Zoolang wij dus nog geen wet of
algemeene bepaling hebben, die alle titels afschaft,
zoodat wij alleen kennen., heeren en me vrou
wen en mejuffrouwen, zoolang heeft de vrouw
evengoed recht op den titel als een man,
maar... als ik mij tot een vrouwelijk
advocaat wend, wil het er niet bij me in,
dat ik schrijf aan... weledgestrenge vrouwe,
want mejuffrouw mr. zoo en zoo" is nóg
niet voldoende.
Het strenge vind ik niet passend bij het
woord vrouw, al heeft men hier slechts te
doen met niets zeggende, koude, stijve vor
men, waaraan men geen andere beteekenis
behoeft te hechten, dan dat het zijn: words."
Het weledzeergeleerde vrouwe klinkt mij zoo
ijselijk blauwkouslg in de ooren, ofschoon
er bewijzen te over zijn, dat een geleerde,
of geletterde vrouw nog geen blauwkous
behoeft te wezen.
Of zou het mogelijk zijn, dat van de
vrouwen uitging het initiatief tot het over
boord gooien van titels, die tot de waarde
van den mensen niets af of aan doen; zou
t mogelijk zijn dat door haar werd inge
voerd de goede gewoonte om met voorbij
zien van alle gestrengheid en achtbaarheid,
eerwaardigheid en geleerdheid, de menschen
eenvoudig weg werden genoemd:
Den heer doctor, meester, domine, enz.
zoo en zoo," dus slechts te vermelden het
beroep of de faculteit, waarin een of andere
graad behaald werd.
Ik zou zoowel voor heeren als voor dames
willen invoeren den algemeenen titel: aan
een advocaat. Den heer, of mevrouw, of
mejuffr. mr. Z. Aan een doctor: den heer
of mevrouw of mejuffr. dr. Z. Aan een inge
nieur (die noch dr. noch mr. heet te zijn).
Den heer of mevrouw of mej. .ing. Z.
Ik weet, dat men aan dames meestal zoo
schrijft, maar dit is meten met twee maten.
Waarom aan mannen anders dan aan vrou
wen? Er bestaat nu wel geen straf op,
indien elk doet naar eigen goedvinden in
deze, maar... lezer, u vergeet de conventie!
Zij slaat in ijzeren boeien. Van haar komen
wij niet los, indien wij ons zelf niet vrij
maken. Men wil niet graag voor onvormelijk
worden aangezien. Een onvolledige betite
ling bezorgt ons soms een scheef oog van
dengene, wiens hulp wij komen inroepen.
Het: geef liever een titel te veel dan te
weinig," is nog altijd geldig voor de lieve,
ijdele menschenkinderen.
En zoolang het recht van de ijdelheid
nog geldt, eisch ik: gelijke monniken, gelijke
kappen.
Ik ben ten einde. raad, weet nog altijd
geen passenden titel voor mijn
weledelgestrenge of zeergeleerde vrouwe.
Is er iemand uwer, die dit vraagstuk kan
brengen tot een bevredigende oplossing?
E. C. v. D. M.
Mevrouw is boven aan het
gymnastiseeren."
Geachte Redactrice,
Mag ik naar aanleiding van het artikel
dat onder bovengenoemden titel in het
nummer van 20 Mei 1.1. in de Groene"
verscheen van de hand van Frederike |. v.
Uildriks, nog iets in het midden brengen?
Uit den inhoud blijkt duidelijk dat de
schrijfster een warm voorstandster is van
gymnastiek voor de vrouw, maar waarom
koos zij dan dezen titel, die, ja, wél de
aandacht zal hebben getrokken, maar die
den velen spotters, den velen niet- en half
overtuigden zulk een welkome aanleiding
geef t haar pleidooi niet als ernst op te nemen?
Mij geeft deze titel het gevoel van och
Heer, bewaar mij voor mijne vrienden, tegen
mijn vijanden zal ik mijzelf wel verweren";
want waarom moet mevrouw juist
gymnastiseeren op het visite uur? Is dat niet het
op de hoogte van hun tijd willen houden,
daartoe steeds overvloedige gelegenheid.
Maar wat vooral ook meer moet gebeuren,
is dat de ouders een bezoek aan ons School
museum gaan brengen, zij zullen misschien
meer dan de andere bezoekers de hulp van
den directeur en zijn helpers en helpsters
behoeven, maar dezen zijn daartoe steeds
gaarne bereid en zij zullen den bezoekers veel
uit kasten en laden laten zien, dat anders zou
worden voorbijgeloopen.
Hierboven sprak ik reeds over de oude
schrijfvoorbeelden, slechts een curiositeit
zoo gij wilt, maar dan toch eene, die de
aard van den tijd, waarin de penneconst"
op deze wijze betracht werd, ongetwijfeld
typeert. Maar in diezelfde afdeeliag vindt
men ook de tegenwoordige schrijfmethodes
en wie zijn kinderen beklaagt over het vele,
dat zij thans moeten leeren, zal zien, dat in
dit opzicht het onderwijs zeker practischer
is geworden.
De jonge moeder heeft veel gelezen van
dr. Montessori en zou ook wel eens willen
zien, wat haar leermiddelen nu eigenlijk
zijn: het museum heeft niet alleen daarvan
een volledige verzameling, maar ook van
de boeken, die erover verschenen zijn, ja
zelfs van de artikelen pffo en contra, die aan
deze nieuwe methode gewijd zijn. En in
een rustig hoekje kan de moeder op haar
gemak de zaak bestudeeren.
De meisjes worden ouder, op de school
wordt handwerkonderwijs gegeven, maar
het gaat toch anders dan moeder zelf heeft
gekregen. Er wordt b.v. de methode van
mevrouw Jouwersma gevolgd. Laat de moe
der nu eens op een middag naar het
schoolmuseum gaan; zij kan met die geheele
methode of met een andere kennismaken
en als haar dochtertje met haar over het
handwerkonderwijs spreekt, of thuis zelf een
handwerkje maakt, kan moeder van voor
lichting dienen, weet zij in elk geval waar
het op aan komt.
Het onderwijs in plant- en dierkunde is
heel wat anders en beter dan in onze jonge
jaren. En als vader met zijn kinderen wan
delt, zou hij wel wat meer willen vertellen:
hij krijgt zoo vaak het idee, dat de kinderen
er meer van weten dan hij zelf. Kom, laat
ook hij eens naar het schoolmuseum gaan;
de stereoscopen achter in de bovenzaal met
de mooie verzamelingen van Burdet zullen
hem veel uit de natuur laten zien, waarvan
hij zelfs nooit een vermoeden had. En als
hij er wat meer van weten wil, de directeur
zal hem in de bibliotheek wel den weg
wijzen. En op gebied van aardrijkskunde
die jongens vragen tegenwoordig zoo veel
meest ongeschikte, ongewenschte oogenblik
van den dag, tenzij mevrouw haar
gymnastie-tijd gebruikt om de haar bezoe
kende dames meteen een. lesje te geven en
te overtuigen van het grbote nut ervan!! t
Zelf groot voorstandster van gymnastiek en
?die al sedert 6 jaar geregeld eiken dag be
oefenend (ademhalingsgymnastiek, methode
dr. med. Keiler?Hoerschelmann, Zürich) en
daarvan de uitstekende gevolgen ondervin
dend, kan ik niet anders dan deze, of een
andere beproefde methode, ten zeerste aan
de vele vrouwen, die niet veel tijd en
gelegenheid hebben om haar lichaam te
verzorgen, aanbevelen. Maar juist voor
dezulke, zeg ik er bij, doe dat dan ook zoo
practisch mogelijk, doe het 's morgens vór
ge u geheel hebt aangekleed, 't liefst op
een beschut Jbalcon; de last en de moeite
zijn dan al heel gering, de tijd die 't in
beslag neemt eveneens; als ge 's morgens
n kwartier vroeger opstaat, is dat, zoo
spoedig ge de methode kent,- juist genoeg.
Alwie er meer van wil weten, ben ik gaarne
bereid, nadere inlichtingen te geven.
Met dank voor de plaatsing, hoogachtend
C. SANDERS-HUIDEKOPER
Amersfoort.
* *
Onze Vrouwenclub
Zoo langzaam aan kunnen wij aan 'de
mogelijke verwezenlijking gaan denken van
de plannen, die wij vrouwen koesteren om
trent de oprichting van een Vrouwenclub
met Vereenigingsgebouw te Amsterdam.
Naar wij vernemen traden reeds een groot
aantal leden toe, zoowel te Amsterdam als
elders woonachtig. Voor de beide fondsen,
het oprichtingsfonds en het waarborgfonds,
werd reeds geteekend voor een bedrag van
pl.m. ? 10.000. Zooals bekend is, wordt van het
waarborgfonds groot circa/100.000 jaarlijks
? 1000 (abusievelijk stond laatst in ons ver
slag/100) verkocht en door loting afgelost.
Het is gewenscht, dat vooral ook in de
omgeving van Amsterdam de plannen van
oprichting en inrichting der Vrouwenclub
zoo ruim mogelijk worden bekendgemaakt,
waartoe een ieder die voor de zaak voelt,
kan medehelperi.
Alle inlichtingen, ook circulaires .worden
gaarne verstrekt door de voorzitster mej.
J. F. de Wilde, P. C. Hooftstraat 169. Het
secretariaat is gevestigd Weteringschans 49.
? -*
Verzoeke alle stukken voor de
rubriek Voor Vrouwen" in te zenden
Koninginneweg 93, Haarlem.
Koningsplein ,9
AMSTERDAM f<S
^
LUIERMANOEN
No. l f 60.
No. 2 90.
No. 3 125
No. 4 175.
Vraagt gedetailleerde
:?: FrpcoBrant. :?:
zal hij in hetzelfde hoekje ook zeker veel
van zijn gading opdoen.
Of de prospectussen van nieuwe kost
scholen aanwezig zijn, weet ik niet, wel die
van oude; het is stichtelijk daarin te lezen,
hoe deze inrichtingen alle modellen van
paedagogisch beleid waren, waar de secon
dant of ondermeester echter zoo in hooge
eere stond, dat voor hem met nieuwjaar,
kermis en dergelijke gelegenheden een fooi
van een rijksdaalder moest worden gestort,
al was voor de dienstbode slechts een daalder
fooi verschuldigd. Liefhebbers van zulke oud
heden kunnen hier nog veel meer hun hatt
ophalen.
Dicht in de buurt van al dat ouds, is
een afdeeling voor het onderwijs aan licha
melijk en geestelijk misdeelde kinderen
Een blindenatlas van J. Tenge trekt zeer
de aandacht; verder het werk van zwak
zinnige kinderen.Wie van oordeel is, da t tegen
woordig er voor al deze soort van stumperds
veel te veel werk wordt gemaakt, zal zien
tot welk een graad van ontwikkeling deze
kinderen toch nog kunnen worden gebracht
en, naar wij hopen, anders over dit onder
wijs gaan spreken.
Het is niet mogelijk in een weekbladartikel
nader aan te geven, hoe op elk'gebied hier
de ouders even goed als de onderwijzers
hun voordeel kunnen doen en hoe zij vooral
hier kunnen leeren, geheel met hun school
gaande kinderen mee te leven.
Eén zaak ontbreekt nog, die in een
nieuw gebouw zeker ook aanwezig zal moe
ten zijn, n.l. een gehoorzaal, waarin van tijd
tot tijd aan belangstellenden in en buiten
het onderwijs verschillende nieuwe methodes
kunnen worden gedemonstreerd en door
verklarende voordrachten kunnen worden
toegelicht.
Misschien als dit artikel vele bezoekers
aan het Nederlandsch Schoolmuseum bren
gen zal, zijn daarbij ook, die tot de uitbrei
ding zouden kunnen meewerken, hetzij door
persoonlijke bijdragen, hetzij door het be
pleiten van subsidies in colleges, waarin
zij zitting hebben. Behalve Amsterdam, ga
ven ook de gemeentebesturen van Rotterdam,
Lwiden, Haarlem, Culemborg en Wassenaar
een subsidie; dit aantal kan en moet nog
zeer vermeerderen, volgens getuigenis van
hen, die in het buitenland dergelijke inrich
tingen hebben bezocht, overtreft dit Neder
landsch Schoolmuseum de andere in vol
ledigheid. Laat Nederland blijk geven dit te
waardeeren. TH. M. KETELAAR
N.B. Het Schoolmuseum is geopend alle
werkdagen, behalve Maandag, van lOtot 4uur.