De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 27 mei pagina 9

27 mei 1916 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

27 Mei '16. - No. 2031 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Stilleven (Mej. Coba Ritsema) Schilderijen voor Musea I.IBREITNER: VENTSTER (Kunsthandel VAN GOGH) Niet dit is wat trekt tot Breitner, dat de schilder aarzelde en zich bezon en langzaam den bouw der schoonheid optrok tot den stflsten spits het is iets anders; de schilder wilde iets anders. In «den besten tijd van zijn werk was de waereld hem vol opdagend geweld van kleur. Deze kleur had niet de bizarre scherpte noch de bizarre wrangheid van het moderne; zij kwam van een sonoor samenspel af (zie Jacob Maris); zij vertoonde den volklinkenden invloed daarvan. Zij was niet objectief zoo zeer als die der latere luministen; zij was Hollandsen in zóverre, dat zij, wat hier schildersgenot heet bij ons in het land, zocht, en onstuimig zocht. Zij heeft de kracht zeker gehad om soms uitbundig te bereiken, wat zij met hartstocht wou: zware kleur vol dqdeltfk gevoeld teven. Een schilderij, dat ik juist zag (bij Van Gogh t'Amsterdam) is daarvan een ken merkend voorbeeld. Ook hier vindt ge de sonoriteit in de hevigheid, ook hier is het gezochte, 't onmiddellijk als levensvol aan doen, bereikt. De voorstelling van dit werk: de Ventster" is een vrouw met een heng selmand op 't eerste plan. Achter haarjs een stadsgezicht onder een grijze lucht, vol Ventster (Breitner) van diepe kleur. Rood en blauw is de dracht van de vrouw, en dit rood en dit blauw is van een stout geweld, zoodanig dat het schilderij er overmoedig haast van leeft. Maar deze twee hoofdkleuren zijn niet de eenige, die schoon zijn. Laatst besprak ik een waterverfteekening van den zelfden schilder, een avendstraat, en de meest juiste benadering van het geheel leek mij 't samen te vatten in de uitdrukking: dat de kleur was- als van bruine violen met gele harten. Ook hier zijn de bruinen" der bruine violen te vinden, en het geel van een figuurtje is van een onwezenlijke, tooverachtige rijkdom, zooals het staat tegen 't blauw en rood van een mouw, 'boven de grauwende sneeuw. En er is nog iets wat in dit werk mij be koort : het geheel is uit n aandoening, die, naar rede, het schilderij in alle hoeken beheerscht. En om dit al, om deze kracht, ont dit rood, en dit blauw, om dit violengeel en viole-bruin, om de vol opstijgende figuur, en om het stadsgezicht, lijkt mij dit werk een werk voar een museum. Daar vindt het de noodlge ruimte voor zijn sonoor geweld. II. COBA RITSEMA: STILLEVEN (No. 282 OP SINT LUCAS) Het stilleven op Lucas" van Coba Rit sema is een schilderij, dat ik niet voor de eerste keer zie. Integendeel. Ik ken het, zoo ver dat kan, na verschei dene malen beziens. En h«* schijnt mij een werk " toe, dat deze schilderes p zeker voldoende wijze zou vertegenwoordigen in een museum. Wanneer ge het ten scherpste woudt keuren naar den kteur-bouw, zoudt ge wellicht met reden kun nen beweren, dat het iets scheef trekt" naar links. Dit is een gevoel en een gevoelszekerheid die ik tel kens heb, maar, er voor staand, heb ik tevens tel kens de stellige gevoelsze kerheid, dat het een kleurenspel is vanjjroote waarde; dat het geel, blauw, groen, goud, rood, en grijs, door de vormen die deze kleu ren hebben, een geheel formeeren dat telkens op nieuw treft door gulle voor naamheid. Er is een breed heid en een kleurzekerheid in, bij een groot-zien van het gegeven, die mij me nigmaal opnieuw'doen ver bazen, dat het werk al lang niet aangekocht is voor een goede, openbare ver zameling. En te scherper treft mij het uitblijven van dezen aankoop (het schilderij was ook in den Haag te zien) wanneer ge weet, welke daden van on belangrijke vermeerdering hunner verzamelingen mu seumcommissies durven bestaan. PLASSCHAERT De Belgiese taalgroeperingen i Evenals de Belg zich slechts een vaag idee vormt van de in Nederland bestaande godsdienstige en geestelike stromingen, wor telende in eeuwen oude gedachten- en gevoelsevolutie, zoo heeft de Nederlander allén maar een zeer onduidelike voorstel ling van de taaibeweging in België, geboren uit de even bewogen als onzelfstandige geschiedenis yan het Belgiese volk. En geen wonder! In het Belgiese huishouden leven naast elkander Vlaming en Waal, Flamingant en Franskiljon, Wallingant en neo-Belg, welke allen vertegenwoordigd zijn in de politieke groeperingen van liberalen, katholieken en socialen. Aldus kent België het bestaan van de flamingant tout pur", welke aan geen politiek doet, omdat vol gens! hem politiek het grote struikelblok is van het flamingantisme, en daarnaast de kathqlieke flamingant; de liberale flamingant, de sociale flamingant, weUpwkuiten de politiek geen heil voor de vlaamse beweging ver wachten. Dezelfde afwisseling treft men aan onder de franskiljons en wallinganten, ofschoon, dit dient gezegd, deze laatstén zich steeds veel meer op een zuiver taai standpunt hebben geplaatst. Onder hun in vloed zijn de onzijdige" flaminganten in de allerlaatste jaren veel talrijker geworden, doch de taalstrijd had zich in het Vlaamse kamp nog lang niet weten los te maken van de in België alles beheersende politiek. Wie nu bedenken wil, dat de Belg niet zo bedaard en bedaagd is als de Hollander, en het onberedeneerde gevoel veel sterker vat op hem heeft, zal allicht beseffen ener zijds dat het in de Belgiese huiskamer nu en dan erg rumoerig moest toegaan en an derzijds dat de taak der regering om door al die onstuimigheid heen het staatkundig bootje in de juiste koers te houden niet te onderschatten valt. Tot nadere belichting van een en ander diene de volgende om schrijving der hierboven onderscheiden taalgroeperingen. II Vooreerst de etniese grondlaag: Vlaming en Waal. Gedeeltelik van eenzelfde oorsprong, werden beiden door de samenloop van ge-, schiedkundige en aardrijkskundige omstan digheden taalkundig gescheiden, in strijden en lijden hebben ze evenwel n lot ge deeld n waren ze in de vrijheid, n in de verdrukking schouder aan schou der vindt men ze op de Groeningerkouter in 1302, aan de Ijzer in 1914 taalverschil heeft nooit hun saamhorigheid verbroken of hen tegen elkander in 't harnas gejaagd beiden zijn eeuwen lang geweest de onbe wuste weaktuigen >»n dejttfborgen inzichten der geschiedenis. #M Ipnwenaandeel der overwinning in 1302 kwam de Vlamingen toe, en met recht mogen zij er op joemen welke Vlaming zal echter zonder schaamte bepeinzen, dat Vlaanderen toen ook tegen kinderen van eigen land ten strijde toog, tegen de Leliaert11, de aanhanger van Frankrijks taal, wiens idealen later door vreemde heersers zouden worden verwezenlikt, ten dele altans, tot grote schade van Vlaanderens eigendommelikheid en zelfstandige ont wikkeling. Uit de vreemde overheersing is in Vlaanderen de Franskiljon of Fransgezinde geboren, in de ogen van de Vlaamsgezinde of Flamingant, een aristo of par venu, die met minachting neerziet op al wie de taal van zijn Vlaamse dienstboden spreekt en de fransonkundigen als onmon dige wezens beschouwt een man, die met Frans allén de wereld rondreist en de andere talen en beschavingen negeert, door zijn hooghartigheid een diepe kloof graaft tussen hem en zijn volk en voor dat volk verloren gaat, erger, door zijn koppig vasthouden aan voorrecht en gemakzucht, dat volk de weg -naar ontwikkeling en hogere beschaving verspert. Zelf denkt de Franskiljon andersom. Als dankbare bewonderaar van Frankrijk, aan wie hij alles, ook zijn onafhankelikheid ver schuldigd is, verwacht hij van de kennis van 't Frans, een internationale taal en de taal der diplomatie, alle heil voor Vlaanderens polijsting. Die kennis is voor hem het" redmiddel der laag gezonken Vlaamse ge westen en omdat de Vlaamse Beweging die kennis niet bevordert, integendeel de Franse invloed vermindert, kant hij er zich met alle geweld tegen. De Franskiljon gelooft eveneens in het bestaan door de eeuwen heen van twee nationale talen in Vlaanderen, eist daarom van de Belgiese staat Frans onderwijs voor zijn kinderen en Frans als De Eeuw der Helden (Teékening voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck) 'ig VROUWELIJKE POLITIEAGENT: Schaam jij je niet, je te beklagen inplaats van trotsch te zijn dat je eenige druppels bloed voor het Vaderland hebt mogen storten?" bestuurstaal; hij spreekt doorgaans ook wat Vlaams dialekt en is er diep van overtuigd het belang der Vlamingen beter te dienen dan de Flamingant. De Flamingant is zijn erfvijand en die der franse kuituur, we^ke hij niet allén uit Vlaanderen, doch uit geheel België verban nen wil naar zijn oordeel een dweper, wiens verstandelike vermogens gepantserd zijn tegen elke beschavingsdoorbraak. De Flamingant stelt zich zijne mede strijders heel anders voor, eerst als schuchtere schooljongens, hard Frans blokkend" om er te komen, want Frans moet in België iedereen kennen, die wat worden wil, dat is Wet en Frans spreken de groten en de rijken later, als denkende jongelingen, die, beseffend, dat dit geforceerde Frans aan leren de geestelike groei van hun volk be lemmert, met de onstuimige kracht ener idealistiese jongelingschap storm lopen tegen sleur en voorrecht, en, zingend van Vlaanderens groots verleden, ^Jaanderens aan staande opstanding verkonden nog later, de rijpere man, rekening houdend met ge schiedenis en evolutie en staatkunde, zelf begrenzend zijn ideaal wegens dieper in zicht der werkelikheid, niet minder over tuigd, doch meer bezadigd, meer toegevend, naar het oordeel der jongeren, welke dromen van roemrijke daden en ongeduldig naar de onmiddellijke verwezenlijking hunner idealen uitzien, al te inschikkelik zelfs, steeds blij vend de flamingant, wars van elke vreemde inmenging, voor wie de zaak van Vlaan deren heilig is en nauw verbonden met België's groei en vooruitgang warm va derlander op elke leeftijd, wijl flamingant. Flamingant en Franskiljon strijden tegen elkander in Vlaanderen om het overwicht; in de laatste jaren evenwel heeft de Frans kiljon ook steun gezocht en gevonden bij enkele Walen, die in de vorderingen van de Vlaamse taalstrijd een gevaar zagen voor de stoffelike belangen der Waalse bevolking en als kampioenen dier belangen de naam van Wallinganten hebben gekregen. Deze laatstén zijn het, die de bestuurlike scheiding van Vlaanderen en Wallonië hebben vooruitgezet als oplossing van het taaivraagstuk in België, en daardoor dit vraagstuk op den voorgrond hebben geplant, hetgeen de fla minganten nog niet had kunnen bereiken. Rest nog de Neo-Belg, een literair-intellectueel product, verzonnen door zekere fransschrijvende letterkundigen, dat vereni gend in zich een aantal Vlaamse en Waalse hoedanigheden en gebreken, een verzoe ningstype wezen moet van de tegenstrijdige elementen, levend buiten en boven de taal kwestie, met het Frans als gemeenschappelik verbindingsmiddel. III Sedert de behandeling der laatste militiewet, toen de van flamirigantiese zijde ge vraagde indeeling van het jeger in Vlaamse en Waalse regimenten zo jammerlik schip breuk leed, en vooral sedert de Gentse ten toonstelling in 1913 was de strijd tussen bovenstaande taalgroeperingen zeer vinnig geworden en dreigde de penne- en woorden twist zich zelfs in daden te zullen omzetten, waarvan de gevolgen niet waren te over zien, indien de massa, onderde aanhoudende druk der leiders zich in beweging zette. De reaktie tegen die voor de regering en de gewone, voor het taaivraagstuk weinig voe lende Belgiese burger zeer onverkwikkelike richting, bleef wel niet uit, doch menigeen vroeg zich niet zonder bezorgdheid af: waar moet dat heen en zou er waarheid schuilen onder de bewering van sommige pessimisten, dat België's nationaliteit slechts een hersen schim is, een diplomaties kaartenhuis, dat ineenstorten zal bij de eerste stormwind ? Het antwoord op die vraag kwam spoe diger dan iemand verwachtte. Door het Duitse ultimatum en het nobele krachtige antwoord van Koning Albert kwam België tot bezinning en terug tot het besef zijner volkseenheid, zijner nationaliteit, in de diepste en breedste zin van het" woord, dier echte nationaliteit, welke groot e daden schept, rood van bloed en glorie. Waal en Vlaming, Flamingant en Franskiljon, Wallingant en Neo-Betg, werden zich de werkelikheid van België's bestaan bewust, de eenheid hunner verscheidenheid, de onwezenlikheid hunner schijnbare vervreemding, en de strijd om taalvrijheid verdween voor de strijd om de den Belgen sedert eeuwen heilige staatsvrijheid. Dat bewust-zijn, hetwelk de kracht van de toekomstige Belgiese staat zal uit maken, Js sedert dien steeds sterker gewor den: men vrage het aan de verdrukten in België en aan de bannelingen, welke in stilzwijgendheid hun leed verkroppen! En als later het oordeel geveld zal worden over Vlaanderens en Walkmië's loyaliteit, dan zal het zijn naar de daden' van bloed en glorie, niet naar de woorden van diegenen, welke bij het aanschouwen van de lijdens krampen van hun vege moederland, de ver dwaasde moed bezitten het slaan van nieuwe wonden als hoogste redmiddel te beproeven. Hun wacht straks de zware door professor Struycken voorspelde straf: Gij zult als vreemdelingen staan in uw eigen land!" R. VERDEYEN. Toor Dames. Hoeren en Kinderen worden naar maat gefabriceerd in zuiver wol, half wol, Lahmann: batoen en fll d'ecosse. verder alle soorten kousen en sokken. Eenig adres: ÏVo'214 Gez. VAN HUIDEN. THE RED STAR SODA WATER C HIGH-CLASSJÖANUFACTURERS OF AERATED AND MINERAL WATERS Eenig Importeur P. J. V ER A AR - Amsterdam. Levensverzekering-Maatschappij ie Stettiii. Directie voor Nederland: S. VAM" LIER Ez. Vflgendam 8, Amsterdam. Verzekerd Kapitaal... 565 millioen gulden. Waarborgfondsen .... 255 millioen gulden. ? Hoogste lijfrente . Vrijgevige voorwaarden. BAKKER & TEERINK ? AMSTERDAM TELEFOON 6828 UTRECHTSCHED WARSSTRA AT 17-19 - - BIJ DE REGrTJLIERSGKACHT -BINDEN SCHOOL- EN STUDIEBOEKEN GELEQENHEIDS ALBUMS PORTEFEUILLES ENZ. Gevraagd, tegen billijken prijs, een 2e hands Fototoestel 9X12. Brieven aan het bureau van dit blad onder letter D. 'otterdamsche Maatschappij van verzeKgrin^opheNeven .Ouclehavenk^de N r. I. Plan C, Rotter dam.. !?? LeveDsverzekeriüg in iederen vorm. Concurreerende tarieven. Directie Telef. 1240 (Directie 1239) P. R. MEES - J. BRÜNSTING. Augustaschool ? Nimrodpark ? Hilversum. Individueel Onderwijs in kleine klassen, afgewisseld met slöjd, tuinarbeid, excursies enz. Afd. A, opleiding H. B. S. en Gymnasium Afd. B, vervolgklassen; hoogere opleiding en voort gezet Onderwijs. Beperkt, huiselijk internaat, evenals de school vlak bij de bosschen. Uitvoerig prospectus bij den Directeur: CHR. H. J. RAAD. 12 CYLINDER Automobielen overtreffen alle verwachtingen door qualiteit, souplesse en degelijke afwerking H. ENGLEBERT & Co., Den Haag.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl