De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 3 juni pagina 1

3 juni 1916 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N?, 2032 Zaterdag 3 Juni «. 1916 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. O R O B I O D E C A S T R O Jr. en Dr. F R E D E R J K VAN EEDEN Abonnement per 3 maanden / 1.65 Voor het Buitenl. en de Koloniën p. j., bij vooruitbetaling fr. p. mail , 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken en Stations verkrijgbaar 0.125 UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM Advertentiën van l?5 regels/1.25, elke regel meer .... ?0.25 Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina, per regel . . , 0.30 Reclames, per regel ,0.40 INHOCDi Bladz. 1: Vreemd Bloed. Artikel 100, door v. H. Het Groote Nieuws, door F. v. Eeden. Confetti. 2: Standbeeld Stadhouder Willem III. Buitenl. Overzicht, door G. W. Kernkamp. Die Znknnft der 800. Internationale, door Herm. Fernan. 3: Feuilleton: De Grafsteenen op Goenong Besie, door Rata Langie. fc Voor Vrouwen, door Elis. M. Bogge. Uit de Natuur, door dr. H. W. Heinsius. 6: Babindranath Tagore als Zanger, door Noto Soeroto. Vacantieoorsns in Paedagogiek, door Th. M. K. Aan B. en W. van Amsterdam. Het Drama van Mor gen, door Arn. Saalborn. Voetbal in Amsterdam, door Friso. 7: hetto-Tentoonstelliog, door D. 8. van Znideu. Onderdeel Tympaan op het Eon. Paleis oftewel een bekend Minister van Staat als slaaf weggevoerd. Boekbespreking, door Henri Borel. 9: De Tentoonstelling van .Onze Vloot", door Gezagvoerder. 12: Fin. en Economische Kroniek, door J. D. Santilhano. Overwinningsklanken, door M. 8.?Leekenspiegel. Weder Een rste-Klasse Voetbalclub in Am sterdam, teekening van Joh. Braakensiek. Spreekzaal. Sohaakrnbriek, red. dr. A. G. Olland. Damrubriek, red. K. de Jonge. Bijvoegsel: De Balgaren en Duitschers vallen in Griekenland, teekening voor de Amsterdammer" van Johan Braakensiek. I1IHIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM VREEMD BLOED De loop van zaken met het naturalisatieontwerp, waarbij de meerderheid der Kamers ondanks zwaarwichtigen tegen stand, een aantal Wilhelm's, Heinrichs en Karls zonder onderzoek van' beteekenis tot Nederlanders heeft verheven, is daar om zoo bijzonder bedroevend, omdat zij weer een onrustbarend bewijs oplevert van de grenzenlooze naïveteit, die in onze hooge staatskringen nog steeds ten aanzien van onze duurzame veiligheid te heerschen schijnt. Ook indien van geen der bij deze naturialisatie betrokkenen iets bijzonders te duchten is, blijft het in beginsel glad verkeerd, thans zoo maar en zonder noodzaak vreemdelingen het burgerrecht eti den burgertitel te verleenen. Kon dan niet met de gewone vreemdelingen-gastvrijheid worden volstaan? Terwijl Amerika zucht onder zijne hyphenated" burgers, in wie sinds den oorlog de oude gist" van hun Duitsche afkomst weer is gaan werken, en die des noods tegen hun nieuwe vaderland complotteeren ;... terwijl in België de regeering gedu rende de eerste dagen van den inval nog gevestigde Belgen" van Duitsche herkomst heeft moeten executeeren, omdat zij geheime diensten aan 't oude vader land waren gaan bewijzen; geeft in Nederland een Minister van Justitie deze gemoedelijke wijsheid ten beste: De ondervinding heeft geleerd, dat het land, dat aan den vreemdeling zijne gastvrijheid schonk, het land, waarin hij een groot gedeelte van zijn leven doorbracht, zich vrienden wierf, zich een bestaan schiep, waarin hij zich een vrouw koos en zijne kinderen zag geboien worden, op hem een onweer staanbare aantrekkingskracht uitoefent. Waarom zouden wij thans minder ver trouwen hebben in de aantrekkingskracht van ons land voor den vreemdeling, dan vroeger ?" Aldus sprak mr. Ort de Kamer toe. Maar de meest afdoende repliek had hij kunnen vernemen uit de te Amsterdam verschijnende Deutsche Wochenzeitung für die Niederlande, welke reeds bij be spreking van het Voorloopig Verslag over ons ontwerp schreef (nummer van 16 April 1916). Es verlangen verschiedene Abgeordnete dasz in der Zukunft nur solche Leute naturalisiert werden sollen, von denen zu erwarten sei, dasz sie den niederlandischen Interessen dienten. Diese Herren Abgeordneten leiden wirklich nicht an Moralltatsdusel. Sie ver langen also von einem Deulschen, der sich notgedrungen naturalisieren lassen musz urn nach dem Buchstaben des Gesetzes seinen Geschdften als Staatsburger nachgehen zu können, dasz er bei dieser formeller" Hautung auch noch das deutsche Herz preisgiebt ader sich urn Heuchler herabwürdigt!" Daar heeft men precies onze vrees: Waarachtig verlangen sommige idiote Hollanders ook nog, dat de Duitschers, die zich om hun zakenbelangen tot Ne derlander laten" naturaliseeren, zouden ophouden zich Duitschers te voelen, en Nederlandsche belangen zullen voor opstellen!" Neen, nu nog mooier Maar wie zoo schrijft, is het orgaan der genaturaliseerden zelf: HET orgaan van de Duitsche kolonie's in Nederland. Zij kunnen evenwel gerust zijn. Het officiëele Den Haag is blijkbaar minder idioot, en... minder veeleischend. *** Naar verluidt, heeft het Departement van Justitie nog een ganschen stapel natu ralisaties gereed, die nu geleidelijk zul len worden afgewerkt. Bovenstaand citaat ter lezing aanbe velend, spreken wij de meening uit, dat de Minister van Justitie en zijne volge lingen hierdoor te argeloos met 's lands belang omspringen. Naar dan evenwel gezegd wordt, zijn er onder de adspiranten inderdaad lie den, wier zaak volkomen onbetwijfelbaar en zuiver staat, en voor wie groote persoonlijke belangen, welke ook met 't Nederlandsche belang overeenkomen, de naturalisatie wettigen. Dan is in elk geval dit te hopen: Dat in 't vervolg elke zaak op zich zelf nauwkeuriger zal worden onder zocht, en apart behandeld, door de volksvertegenwoordiging zelve, die er verantwoordelijk voor is! Niet voor niets heeft de Grondwet volgehouden, dat elke naturalisatie speciaal door de Kamers moet worden besloten. Op het oogenblik is dit eene forma liteit geworden. Men wordt Nederlander door de gecombineerde werkzaamheid van eenen brigadier van politie en eenen adjunct-commies. De rest komt vanzelf. Durft de Kamer het beginsel der ont houding niet te aanvaarden, dan moet zij althans het beginsel van de nauw keurige schifting invoeren. Zij dient bij het eerstvolgende stel van 25, naren eigen weg te gaan, en het denk beeld te aanvaarden, door Prof G. A. van Hamel aan de hand gedaan: de naturalisatieontwerpen harerzijds opdragen aan eene Commissie van Voorbereiding, die de belanghebbenden in persoon hooren zal, de belangen overwegen moet, een vaste lijn trekken en de Kamer in staat stellen met dien ernst te beslissen, welke thans in deze ernstige zaken ontbreekt. Zoo zal de naturalisatie tenminste weer iets hoogers worden, dan eene zaak van onrustbarend naïeve administratieve routine. Juist de onbezorgdheid, welke wij in dezen vreezen te bespeuren, brengt er ons toe, nog eene andere wonderbaar lijke omstandigheid ter sprake te brengen, op 't gevaar af, in dezen voor maanziek versleten te worden. Wordt er voldoende aaudaeut aan geschonken, dat er lii ons leger als soldaat eenige duidenden Dnitselie jongens aanwezig zij ii? Echte Duitsche jongens, aldaar geboren en getogen, die geen Hollandsch spre ken, wier ouders of gezin in Duitsch land wonen, en die, men leze er ook maar eens de ervaringen van Melis Stoke in ons blad op na onze kazernes zijn binnengetreden onder 't zingen van de Duitsche volksliederen, terwijl zij ook thans nog weten te verzekeren dat: wir (Deutsche) siegen." Er moeten stukjes van het Nederland sche leger zijn, waar men beter met Duitsch, dan met Nederlandsch terecht komt. Wie om verklaring vraagt van deze allermerkwaardigste omstandigheid, zij verwezen naar het Vestigingsverdrag, dat Nederland den 17n December 1904 met Duitschland gesloten heeft. Wij zijn hiertoe, evenals tot een nieuwe bepaling in de'Militiewet van 1901, groo tendeels gedrongen geworden door aller lei moeilijkheden, welke door Duitsch land aan aldaar gevestigde Nederlanders in den weg werden gelegd. Maar de regeling is toch te grifweg aanvaard, en 't blijft een der onsterfelijke verdiensten des heeren Schaper, haar uit vrees voor Duitsche invloeden, -in 't parlement per tinent bestreden te hebben. Uit dit tractaat dan is o. a. deze ab surde toestand voortgevloeid : dat sinds dien de autoriteiten van Westfalen, Ruhrgebied enz. ons bij elke lichting eenige honderden jongens hebben thuis be zorgd", welke jongens nooit iets met Nederland te maken hadden gehad, in Duitschland waren geboren, opgevoed en schoolgegaan, en geheel tot Duit schers opgekweekt. Doch zij moesten dan door ons gehoorzaam worden inge lijfd. Gewoonlijk hadden hunne ouders zich reeds op jeugdigen leeftijd als arbei ders in de Duitsche industriegebieden gevestigd, en waren zij alleen daarom nog niet tot de Duitsche nationaliteit overgegaan, omdat Duitschland hen Nederlanders blij ven liet. Dit bracht immers mede, dat de zoons in de Nederlandsche kazernes of forten hunnen diensttijd ver vulden ! Daarna gingen ' zij weer terug. Bij 't uitbreken van den oorlog zijn nu al deze jongens andermaal door de Heimat naar Nederland overgebracht, en hier zonder meer in dienst gesteld. Zij vormen nu het bovengenoemde contingent. Zegt men, dat volgens onze eigen boven uitgesproken meening, de oude afkomst ook bij deze Nederlanders moet nawerken, dan is 't antwoord, dat men hier inte gendeel juist met de zoo geweldig nationaliseerende kracht van Duitschland te rekenen heeft. Want of heusch van zulke soldaten ooit goede dienst voor Nederland verwacht mag worden, wanneer de vijand eens kwam te zijn....? Maatregelen, om dus deze uitheemsche krachten maar liever ongebruikt te laten, schijnen wel van zekere zijde voorge steld, maar niet getroffen te zijn. Zelfs plachten de jongeren van tijd tot tijd voor hunne verlofdagen weer eventjes uit de Nederlandsche kazerne naar de Duitsche Heimat te trekken, en zijn daar soms met de verkregen kennis dan weer achtergebleven ook! Dit heeft zó'n omvang aangenomen, dat die verloven moesten stop gezet. Men kan de vrees voorheta/feg-oecf vertrouwen niet van zich afzetten. v. H. * * * ARTIKEL 100 Er moge na de herhaalde vrijspraak van den heer Schröder nog eens op worden ge wezen, hoeveel rechtsonzekerheid er bestaat omtrent de feiten, die den particulier kun nen blootstellen aan eene strafvervolging, misschien aan een ernstige veroordeeling, wegens het in gevaar brengen der onzij digheid. Vager en onbruikbaarder wetsbepaling dan art. 100 van het Wetboek van Straf recht, laat zich niet denken, en dit brengt eene verwarring voort, die n voor de par ticuliere rechtszekerheid, n voor 't prestige der justitie, n voor de zorg voor onze neu traliteit, schadelijk kan werken. Het voorschrift laat de vraag: welke han delingen dan eigenlijk gevaar voor onze onzijdigheid opleveren, geheel aan den betrokkene over. En daar nu eenmaal eene mogendheid, die onze onzijdigheid zou willen verbreken om ons land in den oorlog mede te slee pen, daarvoor allerlei aanleidingen of voor wendsels zou kunnen aangrijpen, kan ook eigelijk niemand een pijl hierop trekken. Dat ook particulieren tot een verbreking van de onzijdigheid, of een casus belli aan leiding kunnen geven, lijdt geen twijfel. In allerlei oorlogsverklaringen aan Neder land, b.v. in die van Engeland in 1672 en in 1784, wordt ook een beroep gedaan op on geoorloofde handelingen van Nederlandsche onderdanen, en anderzijds hebben ook de uitgeweken patriotten mee den Franschen inval van 1793 uitgelokt. Maar ook de Troon rede van 1914 hield nog den kooplieden eene algemeene waarschuwing voor. Welke handelingen 't dan kunnen zijn, dit vermogen echter de particulieren, en eigen lijk ook de rechtbanken nauwelijks te beoordeelen. Hoogstens de regeering heeft hierop kijk. Wanneer nu evenwel de Amsterdamsche advocaat-generaal in zijn requisitoir tegen den heer Schröder deze onze meening om trent de groote ruimte van artikel 100, heeft aangehaald, om de veroordeeling van den beklaagde te erlangen, dan is daarmee toch van onze opinie, slechts een gedeeltelijk dus een onjuist gebruik gemaakt. O.i. wordt artikel 100 daardoor vrijwel illu soir, dat het alleen hem treft, die het gevaar voor de verbreking van onze onzijdigheid heeft ingezien en beoogd. Reeds daarom kon de heer Schröder zoo min als de beklaagden in vorige gevallen worden veroordeeld, omdat dit opzet, naar voor ieder duidelijk is, ontbrak. Wij zou den zelfs tot dusverre geen voorbeeld weten aan te halen, waarin deze voorwaarde voor de strafbaarheid, dit opzet, wél heeft be slaan, dan alleen wellicht bij den consulgeneraal, die op 31 Maart 't valsche paniekbericht heeft verspreid, doch dien men ten slolte blijkbaar ongemoeid heeft gelaten. Intusschen herhalen wij, wat wij reeds in het Tijdschrift voor Strafrecht schreven, dat de vaagheid en onbruikbaarheid van dit artikel aan de Regeering de taak oplegt, om een reeks overzichtelijke duidelijke en bijzon dere regels uit te vaardigen, waaraan men zich houden kan, en die de voornaamste hande lingen betreffen, waardoor haars inziens bijzondere personen de onzijdigheid in ge vaar kunnen brengen. Algemeene vermanin gen doen hier of te veel, of te weinig. De vraag van het opzet is daardoor meteen van de baan. Het strafwetboek bedreigt van te voren overtreding van deze regeerings voor schriften met straf, en dus kan de justitie dan ook meer bereiken dan door... naast beklaagden als den heer Schröder te hakken. Hoe" verward ten onzent nog steeds de maatregelen ter handhaving van de onzijdig heid zijn te boek gesteld, leert een zooeven daarover verschenen proefschrift van den heer L. Carsten. Hoe onvolledig en onduidelijk, leert ook telkens nog de praktijk. v. H. miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii HET GROOTE NIEUWS De leezers van de Groene zullen zich weiligt herinneren dat ik in mijn laatste be schouwing bij 't Licht van de Oorlogsvlam" voor goede verstaanders een aandui ding gaf van het allereerste wat de menschheid noodig heeft: n. 1. een Hart. Dat woord was bedoeld in figuurlijke en materieele beteekenis. De figuurlijke bedoe ling is duidelijk genoeg. Dat er gebrek is aan hart" in den zin van naastenliefde, dat behoef ik niet te herhalen. De materieele beteekenis zal niet zoo al gemeen begreepen zijn. De menschheid ontbeert tot nog toe een orgaan dat voor het gansche organisme het zelfde doet wat het hart doet voor het individueele lichaam. Het distribueeren van de onmisbare voedingstof voor het lijf het bloed, voor de maatschappij het aequivalent van stoffelijke goederen, het geld, zoodanig dat alle andere organen juist ont vangen wat zij noodig hebben voor het zuiver en krachtig functionneeren. De vorming van zulk een maatschappelijk hart is de eerste eisen van gerechtigheid, de noodzakelijkste voorwaarde voor het bereiken van een aardsche broederschap, en daardoor van een Hooger Geestelijk Leeven. De Mammon is een goede godheid, mits hij rechtvaardig worde gediend. Het geld is niet verachtelijk slijk, maar een nuttig en on misbaar ingrediënt voor onzesamenleeving. Het is het bloed der maatschappij. Alleen daar waar zijn loop wordt gestremd door onrecht, door monopolie, door privilege, door bedrog, door dwang en geweld, daar ontstaan de kwalen en ellenden waaronder wij allen lijden. Veelen zullen de waarde van deeze min of meer dichterlijke beeldspraak niet hebben erkend. Daarom verheugt het mij te kun nen wijzen op een boek waarin een bij uit stek practisch en helderdenkend Amerikaan, door aandachtige beschouwing der teegenwoordige toestanden in Europa, hetzelfde denkbeeld uiteen zet. President Wilson heeft een bevoegd man, Charles Ferguson, schrijver van een aantal belangrijke economisch-wijsgeerige studies, naar Europa gezonden, tot het onderzoek van de verhouding, in Europa, onder ver schillende regeeringsvorni, tusschen kapitaal en industrie, en tusschen de regeeringen en het volk. Het resultaat van zijn onderzoek heeft Ferguson neergelegd in een boekwerk, ge titeld: The Oreat News", het Groote Nieuws. Ferguson behoort niet tot een politieke partij, maar dat hij Socialist is, in den ruimsten zin, blijkt duidelijk genoeg uit zijn werk. Zijn inzichten wijken daarin van die der politieke Socialisten af, dat hij, eeven als ik, geen heil ziet in den klasse-strijd, noch in politieke actie die niet berust op een machtige economische organisatie. Socialisme, zegt hij, is volstrekt machte loos als het de zakenwaereld tracht te ooverheerschen door politieke verkiezingen en het werven van stemmen. Maar daaruit volgt niet dat de geest en de bedoeling van het socialisme het socialiseeren van de gemeenschap en het vernietigen van privilege en monopolie daarom moet worden opgegeeven. Inteegendeel, het socialisme zal oprijzen uit zijn teegenwoordige verwarring, op den dag dat het zijn pogingen opgeeft om de waereld van zaken (business) door verkie zingen en stemmen-meerderheid te bevechten. Dat wil dus zeggen, wat ik nu reeds twintig jaren lang de socialisten aan 't ver stand poog te brengen, dat zij zich moeten losmaken van het Duitsche theoretische, intellektualistische systeem, om liever onmiddelijk reekening te houden met de wer kelijkheid, en zelf actief in te grijpen in de waereld van geldhandel, van zaken doen, van productie en distributie. Van den dag dat de socialisten den Marxbijbel naar den antiquaar brengen, als his torische curiositeit, om verder liever uit eigen oogen te zien en naar eigen aandrift te handelen, van dien dag zal hun victorie beginnen. * Geen Duitsche dogma's, geen dikke econo mische boeken hebben ze noodig, maar dieper wijsgeerig inzicht, en een vrij oordeel oover de eischen van het moment. De doemwaardige dwaasheid van deeze tijden is het denkbeeld dat een mensch, of een klasse, of een volk zich deugdelijk ver rijken kan door een ander mensch, of klasse of volk armer te maken. Ziedaar ook de fundamenteele dwaasheid waardoor deeze oorlog is veroorzaakt. Ook zonder opgeschroefde naastenliefde, uit welbegreepen eigenbelang is de kapita listische waan, die verrijking zoekt door Inzendingen voor deze rubriek gelieve men te adresseeren aan het Redactiebureau, met op den omslag het motto: .Confettt'. Voorburg, 20 Mei '16 Naar aanleiding van mijne opmerkingen *) betreffende het niet tentoonstellen van voor Duitschland minder vleiende platen uit de Groene" door de Haagsche Courant, ben ik genoodzaakt, in dit geval amende honorable te doen. Dinsdags was de plaat nog niet verwis seld. Later in de week blijkt zulks wel geschied te zijn. A. F. L. *) Zie rubriek Confetti" in het nummer van 20 Mei j.l. Een goede: De temperatuur was gedurende het liefdadigheidsconcert be paald ondragelijk. Er heerschte een philan-tropische hitte." (Verslag) Een Engelsch blad juicht in opgewonden vreugde: Wij boorden een Zeppelin in de lucht." * De 22-jarige grondwerker, tegen wien verleden week 3 maanden gevangenis straf werd geëischt wegens diefstal van een Amersfoortsch burger, is heden door de rechtbank tot voormelde straf ver oordeeld." (Utr. Dagblad) De burger daarentegen werd onmiddellijk in vrijheid gesteld. * Drukfoutje Tot huldiging van den jubilaris had men een eerepoort opgelicht." verarming van anderen, zoo snel moegelijk te verscheuren en te verdoemen. En wat is dan het groote nieuws" dat Ferguson in Europa heeft geleerd en dat hij nu in een oopenlijk rapport, onder offlcieele sanctie, zijn landgenooten meededeelt ? Ik zal zijn eigen woorden gebruiken: Het hart van het finantie-weezen is zoo eenvoudig als het evangelie van Galilea. Het is duister gemaakt door de professioneele financiers eeven als het evangelie duister is gemaakt door de theoloogen. Het hart van het finantie-weezen is de ruil van publiek crediet teegen privaat-crediet, op condities die de goederen-productie - in gang brengen. In zijn eenvoud beschouwd moet het iedereen duidelijk worden dat dit de meest intieme en gewichtige van alle sociale en politieke functies is. Zij bepaalt de plaats en de macht van ieder individu in de gemeenschap. Zij is een gezag dat uitgeoefend behoorde te worden in denzelfden geest als het Universitair en oopenbaar onderwijs, door menschen waarvan het praktische oordeel en de toewijding aan het gemeenebest door iedereen kan worden vertrouwd". Dat wil dus zeggen dat het finantie- en bankweezen behoort te staan ouder onmiddelijk publiek beheer, met volle oopenheid, op dezelfde wijze als het postverkeer en het onderwijs worden geadministreert. De moderne Bank, als crediet-centrum is het meest subtiele en machtige orgaan dat ooit verscheenen is in het universeele politieke veld. Er is maar n dringend politiek probleem en dat is het menschelijk maken van het zaken-systeem. Dit is wat ik voor zes jaren de Amerikanen heb voorgehouden en wat nu door Ferguson nadrukkelijk wordt herhaald. Ik sprak van kloppende vaten" die bij lagere dieren nog de plaats vervullen van een hart. In een lager organisme wordt het bloed voortbewogen door kloppende vaten op verschillende plaatsen van het lichaam. Zoo is het zaken- en finantie weezen der menschen nog niet tot eenheid en organi satie gekoomen. Het geld wordt voortge stuwd door afzonderlijk staande, onverant woordelijke, kleine centra, en de zoo gewichtige functie van de administratie van publiek en privaat crediet geschiedt in het duister, zonder controle, zonder eenheid. Er is geen natie, zegt Ferguson, die niet wotdt verarmd en uitgemergeld door de verkeerde administratie van de soevereine macht van crediet, in 't belang van een leegloopende, incompetente klasse. Dit veroor zaakte den oorlog. De incompetente b uzelklasse was niet van plan die te weeg te brengen. Ze begrepen er niets van. Ze dreeven weg... naar den afgrond." De president van de New York Life insurance Company verklaarde voor de Kamer van Koophandel dat onder teegenwoordige condities er op onze., kleine planeet zelfs geen plaats kon zijn voor twee wed-ijverende soevereine machten. We moeten er dus op voorbereid zijn, om door ontzettende ver woesting en slachting te koomen tot een oplossing van de vraag wie der concurreetende machten een nieuw Romeinsch Rijk zal stichten naar 't niodel van Cesar of we moeten trachten een waarachtige demo cratie te stichten. We zijn teleurgesteld in onze sociale worste

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl