Historisch Archief 1877-1940
N?, 2032
Zaterdag 3 Juni
«. 1916
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS,
Mr. E. S. O R O B I O D E C A S T R O Jr. en Dr. F R E D E R J K VAN EEDEN
Abonnement per 3 maanden / 1.65
Voor het Buitenl. en de Koloniën p. j., bij vooruitbetaling fr. p. mail , 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken en Stations verkrijgbaar 0.125
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM
Advertentiën van l?5 regels/1.25, elke regel meer .... ?0.25
Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina, per regel . . , 0.30
Reclames, per regel ,0.40
INHOCDi Bladz. 1: Vreemd Bloed. Artikel
100, door v. H. Het Groote Nieuws, door F. v.
Eeden. Confetti. 2: Standbeeld Stadhouder
Willem III. Buitenl. Overzicht, door G. W.
Kernkamp. Die Znknnft der 800. Internationale,
door Herm. Fernan. 3: Feuilleton: De
Grafsteenen op Goenong Besie, door Rata Langie.
fc Voor Vrouwen, door Elis. M. Bogge. Uit de
Natuur, door dr. H. W. Heinsius. 6: Babindranath
Tagore als Zanger, door Noto Soeroto.
Vacantieoorsns in Paedagogiek, door Th. M. K. Aan
B. en W. van Amsterdam. Het Drama van Mor
gen, door Arn. Saalborn. Voetbal in Amsterdam,
door Friso. 7: hetto-Tentoonstelliog, door
D. 8. van Znideu. Onderdeel Tympaan
op het Eon. Paleis oftewel een bekend Minister
van Staat als slaaf weggevoerd. Boekbespreking,
door Henri Borel. 9: De Tentoonstelling van
.Onze Vloot", door Gezagvoerder. 12: Fin. en
Economische Kroniek, door J. D. Santilhano.
Overwinningsklanken, door M. 8.?Leekenspiegel.
Weder Een rste-Klasse Voetbalclub in Am
sterdam, teekening van Joh. Braakensiek.
Spreekzaal. Sohaakrnbriek, red. dr. A. G.
Olland. Damrubriek, red. K. de Jonge.
Bijvoegsel: De Balgaren en Duitschers vallen
in Griekenland, teekening voor de Amsterdammer"
van Johan Braakensiek.
I1IHIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM
VREEMD BLOED
De loop van zaken met het
naturalisatieontwerp, waarbij de meerderheid der
Kamers ondanks zwaarwichtigen tegen
stand, een aantal Wilhelm's, Heinrichs en
Karls zonder onderzoek van' beteekenis
tot Nederlanders heeft verheven, is daar
om zoo bijzonder bedroevend, omdat zij
weer een onrustbarend bewijs oplevert
van de grenzenlooze naïveteit, die in
onze hooge staatskringen nog steeds ten
aanzien van onze duurzame veiligheid te
heerschen schijnt.
Ook indien van geen der bij deze
naturialisatie betrokkenen iets bijzonders te
duchten is, blijft het in beginsel glad
verkeerd, thans zoo maar en zonder
noodzaak vreemdelingen het burgerrecht
eti den burgertitel te verleenen. Kon dan
niet met de gewone
vreemdelingen-gastvrijheid worden volstaan?
Terwijl Amerika zucht onder zijne
hyphenated" burgers, in wie sinds den
oorlog de oude gist" van hun Duitsche
afkomst weer is gaan werken, en die
des noods tegen hun nieuwe vaderland
complotteeren ;...
terwijl in België de regeering gedu
rende de eerste dagen van den inval
nog gevestigde Belgen" van Duitsche
herkomst heeft moeten executeeren, omdat
zij geheime diensten aan 't oude vader
land waren gaan bewijzen;
geeft in Nederland een Minister van
Justitie deze gemoedelijke wijsheid ten
beste:
De ondervinding heeft geleerd, dat
het land, dat aan den vreemdeling zijne
gastvrijheid schonk, het land, waarin
hij een groot gedeelte van zijn leven
doorbracht, zich vrienden wierf, zich
een bestaan schiep, waarin hij zich een
vrouw koos en zijne kinderen zag
geboien worden, op hem een onweer
staanbare aantrekkingskracht uitoefent.
Waarom zouden wij thans minder ver
trouwen hebben in de aantrekkingskracht
van ons land voor den vreemdeling, dan
vroeger ?"
Aldus sprak mr. Ort de Kamer toe.
Maar de meest afdoende repliek had
hij kunnen vernemen uit de te Amsterdam
verschijnende Deutsche Wochenzeitung
für die Niederlande, welke reeds bij be
spreking van het Voorloopig Verslag
over ons ontwerp schreef (nummer van
16 April 1916).
Es verlangen verschiedene
Abgeordnete dasz in der Zukunft nur solche Leute
naturalisiert werden sollen, von denen
zu erwarten sei, dasz sie den
niederlandischen Interessen dienten.
Diese Herren Abgeordneten leiden
wirklich nicht an Moralltatsdusel. Sie ver
langen also von einem Deulschen, der
sich notgedrungen naturalisieren lassen
musz urn nach dem Buchstaben des
Gesetzes seinen Geschdften als Staatsburger
nachgehen zu können, dasz er bei dieser
formeller" Hautung auch noch das
deutsche Herz preisgiebt ader sich urn
Heuchler herabwürdigt!"
Daar heeft men precies onze vrees:
Waarachtig verlangen sommige idiote
Hollanders ook nog, dat de Duitschers,
die zich om hun zakenbelangen tot Ne
derlander laten" naturaliseeren, zouden
ophouden zich Duitschers te voelen, en
Nederlandsche belangen zullen voor
opstellen!"
Neen, nu nog mooier
Maar wie zoo schrijft, is het orgaan
der genaturaliseerden zelf: HET orgaan
van de Duitsche kolonie's in Nederland.
Zij kunnen evenwel gerust zijn. Het
officiëele Den Haag is blijkbaar minder
idioot, en... minder veeleischend.
***
Naar verluidt, heeft het Departement
van Justitie nog een ganschen stapel natu
ralisaties gereed, die nu geleidelijk zul
len worden afgewerkt.
Bovenstaand citaat ter lezing aanbe
velend, spreken wij de meening uit, dat
de Minister van Justitie en zijne volge
lingen hierdoor te argeloos met 's lands
belang omspringen.
Naar dan evenwel gezegd wordt, zijn
er onder de adspiranten inderdaad lie
den, wier zaak volkomen
onbetwijfelbaar en zuiver staat, en voor wie groote
persoonlijke belangen, welke ook met
't Nederlandsche belang overeenkomen,
de naturalisatie wettigen.
Dan is in elk geval dit te hopen:
Dat in 't vervolg elke zaak op zich
zelf nauwkeuriger zal worden onder
zocht, en apart behandeld, door de
volksvertegenwoordiging zelve, die er
verantwoordelijk voor is!
Niet voor niets heeft de Grondwet
volgehouden, dat elke naturalisatie
speciaal door de Kamers moet worden
besloten.
Op het oogenblik is dit eene forma
liteit geworden. Men wordt Nederlander
door de gecombineerde werkzaamheid
van eenen brigadier van politie en eenen
adjunct-commies. De rest komt vanzelf.
Durft de Kamer het beginsel der ont
houding niet te aanvaarden, dan moet
zij althans het beginsel van de nauw
keurige schifting invoeren.
Zij dient bij het eerstvolgende stel van
25, naren eigen weg te gaan, en het denk
beeld te aanvaarden, door Prof G. A. van
Hamel aan de hand gedaan: de
naturalisatieontwerpen harerzijds opdragen aan
eene Commissie van Voorbereiding, die
de belanghebbenden in persoon hooren
zal, de belangen overwegen moet, een
vaste lijn trekken en de Kamer in staat
stellen met dien ernst te beslissen, welke
thans in deze ernstige zaken ontbreekt.
Zoo zal de naturalisatie tenminste weer
iets hoogers worden, dan eene zaak
van onrustbarend naïeve administratieve
routine.
Juist de onbezorgdheid, welke wij in
dezen vreezen te bespeuren, brengt er
ons toe, nog eene andere wonderbaar
lijke omstandigheid ter sprake te brengen,
op 't gevaar af, in dezen voor maanziek
versleten te worden.
Wordt er voldoende aaudaeut
aan geschonken, dat er lii ons
leger als soldaat eenige
duidenden Dnitselie jongens aanwezig
zij ii?
Echte Duitsche jongens, aldaar geboren
en getogen, die geen Hollandsch spre
ken, wier ouders of gezin in Duitsch
land wonen, en die, men leze er ook
maar eens de ervaringen van Melis Stoke
in ons blad op na onze kazernes zijn
binnengetreden onder 't zingen van de
Duitsche volksliederen, terwijl zij ook
thans nog weten te verzekeren dat: wir
(Deutsche) siegen."
Er moeten stukjes van het Nederland
sche leger zijn, waar men beter met
Duitsch, dan met Nederlandsch terecht
komt.
Wie om verklaring vraagt van deze
allermerkwaardigste omstandigheid, zij
verwezen naar het Vestigingsverdrag,
dat Nederland den 17n December 1904
met Duitschland gesloten heeft.
Wij zijn hiertoe, evenals tot een nieuwe
bepaling in de'Militiewet van 1901, groo
tendeels gedrongen geworden door aller
lei moeilijkheden, welke door Duitsch
land aan aldaar gevestigde Nederlanders
in den weg werden gelegd. Maar de
regeling is toch te grifweg aanvaard, en
't blijft een der onsterfelijke verdiensten
des heeren Schaper, haar uit vrees voor
Duitsche invloeden, -in 't parlement per
tinent bestreden te hebben.
Uit dit tractaat dan is o. a. deze ab
surde toestand voortgevloeid : dat sinds
dien de autoriteiten van Westfalen,
Ruhrgebied enz. ons bij elke lichting eenige
honderden jongens hebben thuis be
zorgd", welke jongens nooit iets met
Nederland te maken hadden gehad, in
Duitschland waren geboren, opgevoed
en schoolgegaan, en geheel tot Duit
schers opgekweekt. Doch zij moesten
dan door ons gehoorzaam worden inge
lijfd. Gewoonlijk hadden hunne ouders
zich reeds op jeugdigen leeftijd als arbei
ders in de Duitsche industriegebieden
gevestigd, en waren zij alleen daarom
nog niet tot de Duitsche nationaliteit
overgegaan, omdat Duitschland hen
Nederlanders blij ven liet. Dit bracht immers
mede, dat de zoons in de Nederlandsche
kazernes of forten hunnen diensttijd ver
vulden ! Daarna gingen ' zij weer terug.
Bij 't uitbreken van den oorlog zijn nu
al deze jongens andermaal door de
Heimat naar Nederland overgebracht,
en hier zonder meer in dienst gesteld. Zij
vormen nu het bovengenoemde contingent.
Zegt men, dat volgens onze eigen boven
uitgesproken meening, de oude afkomst
ook bij deze Nederlanders moet nawerken,
dan is 't antwoord, dat men hier inte
gendeel juist met de zoo geweldig
nationaliseerende kracht van Duitschland te
rekenen heeft.
Want of heusch van zulke soldaten ooit
goede dienst voor Nederland verwacht
mag worden, wanneer de vijand eens
kwam te zijn....?
Maatregelen, om dus deze uitheemsche
krachten maar liever ongebruikt te laten,
schijnen wel van zekere zijde voorge
steld, maar niet getroffen te zijn. Zelfs
plachten de jongeren van tijd tot tijd
voor hunne verlofdagen weer eventjes
uit de Nederlandsche kazerne naar de
Duitsche Heimat te trekken, en zijn daar
soms met de verkregen kennis dan weer
achtergebleven ook! Dit heeft zó'n
omvang aangenomen, dat die verloven
moesten stop gezet.
Men kan de vrees voorheta/feg-oecf
vertrouwen niet van zich afzetten.
v. H.
* * *
ARTIKEL 100
Er moge na de herhaalde vrijspraak van
den heer Schröder nog eens op worden ge
wezen, hoeveel rechtsonzekerheid er bestaat
omtrent de feiten, die den particulier kun
nen blootstellen aan eene strafvervolging,
misschien aan een ernstige veroordeeling,
wegens het in gevaar brengen der onzij
digheid.
Vager en onbruikbaarder wetsbepaling
dan art. 100 van het Wetboek van Straf
recht, laat zich niet denken, en dit brengt
eene verwarring voort, die n voor de par
ticuliere rechtszekerheid, n voor 't prestige
der justitie, n voor de zorg voor onze neu
traliteit, schadelijk kan werken.
Het voorschrift laat de vraag: welke han
delingen dan eigenlijk gevaar voor onze
onzijdigheid opleveren, geheel aan den
betrokkene over.
En daar nu eenmaal eene mogendheid,
die onze onzijdigheid zou willen verbreken
om ons land in den oorlog mede te slee
pen, daarvoor allerlei aanleidingen of voor
wendsels zou kunnen aangrijpen, kan ook
eigelijk niemand een pijl hierop trekken.
Dat ook particulieren tot een verbreking
van de onzijdigheid, of een casus belli aan
leiding kunnen geven, lijdt geen twijfel.
In allerlei oorlogsverklaringen aan Neder
land, b.v. in die van Engeland in 1672 en in
1784, wordt ook een beroep gedaan op on
geoorloofde handelingen van Nederlandsche
onderdanen, en anderzijds hebben ook de
uitgeweken patriotten mee den Franschen
inval van 1793 uitgelokt. Maar ook de Troon
rede van 1914 hield nog den kooplieden
eene algemeene waarschuwing voor.
Welke handelingen 't dan kunnen zijn, dit
vermogen echter de particulieren, en eigen
lijk ook de rechtbanken nauwelijks te
beoordeelen. Hoogstens de regeering heeft
hierop kijk.
Wanneer nu evenwel de Amsterdamsche
advocaat-generaal in zijn requisitoir tegen
den heer Schröder deze onze meening om
trent de groote ruimte van artikel 100, heeft
aangehaald, om de veroordeeling van den
beklaagde te erlangen, dan is daarmee toch
van onze opinie, slechts een gedeeltelijk
dus een onjuist gebruik gemaakt.
O.i. wordt artikel 100 daardoor vrijwel illu
soir, dat het alleen hem treft, die het gevaar
voor de verbreking van onze onzijdigheid
heeft ingezien en beoogd.
Reeds daarom kon de heer Schröder zoo
min als de beklaagden in vorige gevallen
worden veroordeeld, omdat dit opzet, naar
voor ieder duidelijk is, ontbrak. Wij zou
den zelfs tot dusverre geen voorbeeld weten
aan te halen, waarin deze voorwaarde voor
de strafbaarheid, dit opzet, wél heeft be
slaan, dan alleen wellicht bij den
consulgeneraal, die op 31 Maart 't valsche
paniekbericht heeft verspreid, doch dien men ten
slolte blijkbaar ongemoeid heeft gelaten.
Intusschen herhalen wij, wat wij reeds in
het Tijdschrift voor Strafrecht schreven, dat
de vaagheid en onbruikbaarheid van dit
artikel aan de Regeering de taak oplegt, om
een reeks overzichtelijke duidelijke en bijzon
dere regels uit te vaardigen, waaraan men zich
houden kan, en die de voornaamste hande
lingen betreffen, waardoor haars inziens
bijzondere personen de onzijdigheid in ge
vaar kunnen brengen. Algemeene vermanin
gen doen hier of te veel, of te weinig.
De vraag van het opzet is daardoor meteen
van de baan. Het strafwetboek bedreigt van
te voren overtreding van deze regeerings voor
schriften met straf, en dus kan de justitie
dan ook meer bereiken dan door... naast
beklaagden als den heer Schröder te hakken.
Hoe" verward ten onzent nog steeds de
maatregelen ter handhaving van de onzijdig
heid zijn te boek gesteld, leert een zooeven
daarover verschenen proefschrift van den heer
L. Carsten. Hoe onvolledig en onduidelijk,
leert ook telkens nog de praktijk.
v. H.
miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
HET GROOTE NIEUWS
De leezers van de Groene zullen zich
weiligt herinneren dat ik in mijn laatste be
schouwing bij 't Licht van de
Oorlogsvlam" voor goede verstaanders een aandui
ding gaf van het allereerste wat de
menschheid noodig heeft: n. 1. een Hart.
Dat woord was bedoeld in figuurlijke en
materieele beteekenis. De figuurlijke bedoe
ling is duidelijk genoeg. Dat er gebrek is
aan hart" in den zin van naastenliefde, dat
behoef ik niet te herhalen.
De materieele beteekenis zal niet zoo al
gemeen begreepen zijn.
De menschheid ontbeert tot nog toe een
orgaan dat voor het gansche organisme het
zelfde doet wat het hart doet voor het
individueele lichaam. Het distribueeren van
de onmisbare voedingstof voor het lijf
het bloed, voor de maatschappij het
aequivalent van stoffelijke goederen, het geld,
zoodanig dat alle andere organen juist ont
vangen wat zij noodig hebben voor het
zuiver en krachtig functionneeren.
De vorming van zulk een maatschappelijk
hart is de eerste eisen van gerechtigheid,
de noodzakelijkste voorwaarde voor het
bereiken van een aardsche broederschap, en
daardoor van een Hooger Geestelijk Leeven.
De Mammon is een goede godheid, mits hij
rechtvaardig worde gediend. Het geld is niet
verachtelijk slijk, maar een nuttig en on
misbaar ingrediënt voor onzesamenleeving.
Het is het bloed der maatschappij. Alleen
daar waar zijn loop wordt gestremd door
onrecht, door monopolie, door privilege,
door bedrog, door dwang en geweld, daar
ontstaan de kwalen en ellenden waaronder
wij allen lijden.
Veelen zullen de waarde van deeze min
of meer dichterlijke beeldspraak niet hebben
erkend. Daarom verheugt het mij te kun
nen wijzen op een boek waarin een bij uit
stek practisch en helderdenkend Amerikaan,
door aandachtige beschouwing der
teegenwoordige toestanden in Europa, hetzelfde
denkbeeld uiteen zet.
President Wilson heeft een bevoegd man,
Charles Ferguson, schrijver van een aantal
belangrijke economisch-wijsgeerige studies,
naar Europa gezonden, tot het onderzoek
van de verhouding, in Europa, onder ver
schillende regeeringsvorni, tusschen kapitaal
en industrie, en tusschen de regeeringen en
het volk.
Het resultaat van zijn onderzoek heeft
Ferguson neergelegd in een boekwerk, ge
titeld: The Oreat News", het Groote Nieuws.
Ferguson behoort niet tot een politieke
partij, maar dat hij Socialist is, in den
ruimsten zin, blijkt duidelijk genoeg uit zijn werk.
Zijn inzichten wijken daarin van die der
politieke Socialisten af, dat hij, eeven als
ik, geen heil ziet in den klasse-strijd, noch
in politieke actie die niet berust op een
machtige economische organisatie.
Socialisme, zegt hij, is volstrekt machte
loos als het de zakenwaereld tracht te
ooverheerschen door politieke verkiezingen en
het werven van stemmen.
Maar daaruit volgt niet dat de geest en
de bedoeling van het socialisme het
socialiseeren van de gemeenschap en het
vernietigen van privilege en monopolie
daarom moet worden opgegeeven.
Inteegendeel, het socialisme zal oprijzen
uit zijn teegenwoordige verwarring, op den
dag dat het zijn pogingen opgeeft om de
waereld van zaken (business) door verkie
zingen en stemmen-meerderheid te bevechten.
Dat wil dus zeggen, wat ik nu reeds
twintig jaren lang de socialisten aan 't ver
stand poog te brengen, dat zij zich moeten
losmaken van het Duitsche theoretische,
intellektualistische systeem, om liever
onmiddelijk reekening te houden met de wer
kelijkheid, en zelf actief in te grijpen in de
waereld van geldhandel, van zaken doen,
van productie en distributie.
Van den dag dat de socialisten den
Marxbijbel naar den antiquaar brengen, als his
torische curiositeit, om verder liever uit
eigen oogen te zien en naar eigen aandrift
te handelen, van dien dag zal hun victorie
beginnen.
* Geen Duitsche dogma's, geen dikke econo
mische boeken hebben ze noodig, maar
dieper wijsgeerig inzicht, en een vrij oordeel
oover de eischen van het moment.
De doemwaardige dwaasheid van deeze
tijden is het denkbeeld dat een mensch, of
een klasse, of een volk zich deugdelijk ver
rijken kan door een ander mensch, of klasse
of volk armer te maken.
Ziedaar ook de fundamenteele dwaasheid
waardoor deeze oorlog is veroorzaakt.
Ook zonder opgeschroefde naastenliefde,
uit welbegreepen eigenbelang is de kapita
listische waan, die verrijking zoekt door
Inzendingen voor deze rubriek gelieve men
te adresseeren aan het Redactiebureau, met op
den omslag het motto: .Confettt'.
Voorburg, 20 Mei '16
Naar aanleiding van mijne opmerkingen *)
betreffende het niet tentoonstellen van voor
Duitschland minder vleiende platen uit de
Groene" door de Haagsche Courant, ben ik
genoodzaakt, in dit geval amende honorable
te doen.
Dinsdags was de plaat nog niet verwis
seld. Later in de week blijkt zulks wel
geschied te zijn. A. F. L.
*) Zie rubriek Confetti" in het nummer
van 20 Mei j.l.
Een goede: De temperatuur was
gedurende het liefdadigheidsconcert be
paald ondragelijk. Er heerschte een
philan-tropische hitte." (Verslag)
Een Engelsch blad juicht in opgewonden
vreugde:
Wij boorden een Zeppelin in de lucht."
*
De 22-jarige grondwerker, tegen wien
verleden week 3 maanden gevangenis
straf werd geëischt wegens diefstal van
een Amersfoortsch burger, is heden door
de rechtbank tot voormelde straf ver
oordeeld." (Utr. Dagblad)
De burger daarentegen werd onmiddellijk
in vrijheid gesteld.
*
Drukfoutje
Tot huldiging van den jubilaris had
men een eerepoort opgelicht."
verarming van anderen, zoo snel moegelijk
te verscheuren en te verdoemen.
En wat is dan het groote nieuws" dat
Ferguson in Europa heeft geleerd en dat
hij nu in een oopenlijk rapport, onder
offlcieele sanctie, zijn landgenooten meededeelt ?
Ik zal zijn eigen woorden gebruiken:
Het hart van het finantie-weezen is zoo
eenvoudig als het evangelie van Galilea.
Het is duister gemaakt door de
professioneele financiers eeven als het evangelie
duister is gemaakt door de theoloogen. Het
hart van het finantie-weezen is de ruil van
publiek crediet teegen privaat-crediet, op
condities die de goederen-productie - in
gang brengen.
In zijn eenvoud beschouwd moet het
iedereen duidelijk worden dat dit de meest
intieme en gewichtige van alle sociale en
politieke functies is. Zij bepaalt de plaats
en de macht van ieder individu in de
gemeenschap. Zij is een gezag dat uitgeoefend
behoorde te worden in denzelfden geest
als het Universitair en oopenbaar onderwijs,
door menschen waarvan het praktische
oordeel en de toewijding aan het
gemeenebest door iedereen kan worden vertrouwd".
Dat wil dus zeggen dat het finantie- en
bankweezen behoort te staan ouder
onmiddelijk publiek beheer, met volle oopenheid,
op dezelfde wijze als het postverkeer en het
onderwijs worden geadministreert.
De moderne Bank, als crediet-centrum is
het meest subtiele en machtige orgaan dat
ooit verscheenen is in het universeele
politieke veld.
Er is maar n dringend politiek probleem
en dat is het menschelijk maken van het
zaken-systeem. Dit is wat ik voor zes jaren
de Amerikanen heb voorgehouden en wat nu
door Ferguson nadrukkelijk wordt herhaald.
Ik sprak van kloppende vaten" die bij
lagere dieren nog de plaats vervullen van
een hart. In een lager organisme wordt het
bloed voortbewogen door kloppende vaten
op verschillende plaatsen van het lichaam.
Zoo is het zaken- en finantie weezen der
menschen nog niet tot eenheid en organi
satie gekoomen. Het geld wordt voortge
stuwd door afzonderlijk staande, onverant
woordelijke, kleine centra, en de zoo
gewichtige functie van de administratie van
publiek en privaat crediet geschiedt in het
duister, zonder controle, zonder eenheid.
Er is geen natie, zegt Ferguson, die niet
wotdt verarmd en uitgemergeld door de
verkeerde administratie van de soevereine
macht van crediet, in 't belang van een
leegloopende, incompetente klasse. Dit veroor
zaakte den oorlog. De incompetente b
uzelklasse was niet van plan die te weeg te
brengen. Ze begrepen er niets van. Ze
dreeven weg... naar den afgrond."
De president van de New York Life
insurance Company verklaarde voor de Kamer
van Koophandel dat onder teegenwoordige
condities er op onze., kleine planeet zelfs
geen plaats kon zijn voor twee wed-ijverende
soevereine machten. We moeten er dus op
voorbereid zijn, om door ontzettende ver
woesting en slachting te koomen tot een
oplossing van de vraag wie der
concurreetende machten een nieuw Romeinsch Rijk
zal stichten naar 't niodel van Cesar of
we moeten trachten een waarachtige demo
cratie te stichten.
We zijn teleurgesteld in onze sociale
worste