Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
3 Juni '16. - No. 2032
Hijgen omdat we al onze aandacht gaven
aan stern-bussen en wetgeevingen. We be
merkten dat de zaken-orgahisatie sterker
was dan alle partijen; en we beweerden
hardnekkig dat dit anders moest zijn. Dat
was onze zeer ernstige fout. Het
zakensysteem is niet alleen sterker dan alle poli
tieke macht, maar het behoort dat ook te
z^n. Banken, beurzen, kamers van koophan
del zijn uiteraard machtiger dan stembussen
en kiesvergaderingen.
Wij zullen bemerken dat zei f-bestuur
vereischt de socialiseering van het flnantieweezen,
door de ontwikkeling, in elke locale groep,
van een blijvend en georganiseerd publiek
centrum voor de administratie van crediet".
(A permanent and organic political primary
for the administration of credit).
Zulk een organic political primary" be
schouwt Ferguson als de kiemcel van de
moderne werkdadige gemeenschap.
Alleen door zulk een maatreegel zullen
wij de klasse-strijd zien verdwijnen,
eevenals de verschijnselen van handels-krisen en
finantleele panieken.
Dit.is het «groote nieuws", de uitkomst
van Ferguson's onderzoek.
Aan financiers zoowel als aan socialisten
zij dit boek,. dat zulk.een Waardevolle steun
bevat voor mijn meer-intuïtieve inzichten,
te? aandachtige leezing aaobevoolen.
;;Hjer .is naar hnja fcjeenyig de lijn van
geringste weerstand die het snelste voert
naar de door allen zoo gewenschte duur
zame .vreede.
Natuurlijk zal zich onmiddelijk een fel
verzet oopenbaren. Want duizenden leeven
van het onrecht dat moet worden aangetast.
Het heimelijk gekonkel der groote financiers,
het infame geschacher in fondsen, het on
zinnig verkwisten van gemeenschapsgoed
aan volkoomen incompetente, leeg-loopende
en. beu zelen de menschen, het zonder ver
antwoordelijkheid ophoopen van
benoodigdheeden voor allen, uit willekeur of hebzucht
dat alles moet en zal verdwijnen.
In gewoone tijden zou er oover zulke
plannen een heidensch spektakel opgaan.
Maar nu staat het mes op de keel. Het
gedonder der granaten dringt dór, zelfs tot
den stillen coupon-knipper in de bank-kluis.
FREDERIK VAN EEDEN
iiiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimiii
In zake De Toekomst"
Ook uit 't geen wij mededeelden van de
meubileering der 7*oeA:omsrbureau's op
Duitsche kosten, trachten de betrokkenen zich
door tegenspraak te redden. Dit soort tegen
spraken berust evenwel blijkens de ons be
kende gegevens op niets anders dan op
listige diplomatieke chicanes, zooals b.y.
deze: de Nieuwe Uitgeversmaatschappij"
ontkent, wat de Redactie van De Toekomst"
gedaan heeft, enz.
Het is te onbelangrijk en zou te veel
ruimte vragen op deze onderdeelen in te gaan.
Wij zullen dus na de opgedane ervaring,
ons als regel ook met verdere tegenspraken
niet onledig houden; doch volstaan hier
eens voor al met de verklaring: dat wij niets
hebben gepubliceerd of zullen publiceeren,
dat niet ook in rechten aanstonds en
onomstootelijk zou kunnen worden gestaafd.
Dit geldt dan eveneens voor de
mededeeling, dat de heeren van De Toekomst
hunnen arbeid zijn begonnen op door het
Duitsch gezantschap betaald meubilair, en
zulks totdat deze meubels door dit gezant
schap of daaraan zijdelings verbonden per
sonen als Dr. Wichert, den leider der
perszaken, zijn teruggenomen.
Eveneens voor de mededeeling, dat de
heer Valter zijnen tendentieuzen
schrijversarbeid verricht in voortdurende samenwer
king met het Duitsche gezantschap; 't geen
trouwens reeds sinds lang zoo is, want zijne
beide brochures, over de Oorzaken van den
wereldoorlog", en het lasteilijke, door
Bodenstein ontmaskerde pamflet over Botha, heeft
hij eveneens op kosten van dit gezantschap
in de wereld gebracht.
v. H.
Onze Doopsgezinde neven
in Rusland
Familiezwak hebben de Nederlanders toch
eigenlijk niét veel. Trots congressen en
Vlaamsche beweging hebben wij met de
Zuld-Nederlandsche broeders nooit een druk
verkeer onderhouden; onze neven in
ZuidAfrika hebben wij pas aan ons hart gedrukt,
sinds wij leerden zingen: Kent gij dat volk
vol heldenmoed ?" vór dien tijd waren wij
niet zoo trotsch op de familiebetrekking;
'maar om onze neven in Rusland hebben
wij ons nooit bekommerd, vermoedelijk reeds
hierom niet, omdat het den meesten onzer
onbekend was, dat wij ze hadden.
Ja, dat er een Nederlandsche kolonie te
St. Petersburg en vermoedelijk nog in een
paar andere groote steden van Rusland is;
dat er indertijd door Czaar Peter heel wat
Nederlanders naar Rusland zijn gebracht
dat weten wij wel. Maar dat er in
ZuidRusland, in de buurt van Odessa en ten
N. van de Krim, dat er aan de Wolga, bij
Samara en Saratov, ja dat er zelfs in het
uiterste Oosten van Russisch-Azië, in het
Amoer-gebied menschen wonen van Neder
landsche afkomst, allen bij elkaar wel een
honderdduizend dit zal alleen aan de
Doopsgezinden onder mijne lezers bekend
zijn. Want ook de Russische neven, waar
voor ik uw aandacht vraag, zijn Mennonieten.
Deze volgelingen van Menno Simonsz
zijn niet rechtstreeks uit Nederland en
Rus. land geïmporteerd. Als tusschenstation op
die reis hebben landstreken in het tegen
woordige West- en Oost-Pruisen gediend.
Reeds in de 13de en 14de eeuw treft men
Vlaamsche en Hollandsche kolonisten in
Pruisen aan; maar die zijn opgegaan in de
overige bevolking. Toen de handel op de
Oostzee toenam, vestigden zich verscheiden
Nederlanders in Danzig; in den Artushof,
een soort van gildensocieteit, hadden zij
hun eigen bank. Van den Nederlandschen
invloed in Danzig spreken nog de huizen
en stoepen in het oude stadsgedeelte; de
Koggenthor is het werk .van een
Amsterdamschen bouwmeester.
Hermann Fernau.
Hermann Fernau werd 1883 te Breslau
(Pruisen) als zoon in een arbeidersgezin
geboren. Minder uit drang dan wel uit nood
zaak werd hij koopman en leefde als zoo
danig achtereenvolgens in Duitschland,
Zwitserland, Engeland en Frankrijk.
Reeds vroeg stelde hij levendig belang
in litteratuur en politiek-sociale vraagstuk
ken; hij debuteerde als schrijver met een
klein boekje over kinder-opvoeding (?Wie
man mit Kindern von der Liebe redet"
Leipzig 1908).
In het bijzonder arbeidde hij voor de ver
werkelijking van een Duitsch-Fransche over
eenkomst en vertaalde Gustave Hervé's
Elsass Lothringen", (München 1913), waarin
de bekende Fransche socialist den wereld
oorlog voorspelde en den Duitschers (helaas
zonder resultaat) voorsloeg, met Frankrijk
het Elzas-vraagstuk tot eene vriendschappe
lijke oplossing te brengen, en den oorlog
te vermijden.
Weinige weken vór het uitbreken van
den oorlog gaf Fernau zijn eerste grootere
werk uit, nl. die Französische Demokraüe
(Miinchen 1914), een verzameling van op
stellen over kultur-politische" toestanden
onder de derde Republiek, waarvan de lectuur
juist nu zeer belangrijk is, aangezien veel
van hetgeen in dat boek voorspeld is, door
den wereldoorlog wordt bevestigd.
Algemeen bekend werd Fernau's naam
door zijn begin 1916 uitgegeven werk:
Gerade weit ich Deutscher bin!
Voor de Amsterdammer" schreef Herm.
Fernau:
Die Zukunft derSozialistischen
Internationale
von HERM. FERNAU
Der moderne Krieg unterscheidet sich von
den früheren ganz wesentlich dadurch, dass
er, um erfolgreich durchgeführt zu werden,
mit allen Energien und Hilfsmitteln inszeniert
werden muss. Wo früher der zur Kriegf
hrung nötige Hass auf das Bereich der Ar
meen beschrankt blieb, dort wird er heute
auf die Völker selbst bertragen. Denn
insofern der Hass des Feindes belebend auf
die Kriegsleistung eines Volkes wirkt, ist er
ein moralisches Gebot des modernen Krieges
geworden.
Maar aangezien Menno Simonsz toen nog
niet leefde, zijn de Mennomieten er pas
later gekomen. Dat waren ook niet zulke
deftige menschen als de rijke kooplieden,
die feestgelagen hielden in den Artushof.
Tegenwoordig zijn de Doopsgezinden onge
veer de crème de la crème van de
Protestantsche kerkgenootschappen; als ik niet
Hersteld-Lutersch was, zou ik Doopsgezind
willen wezen. Maar van hooge komaf is de
Doopsgezinde Sociëteit toch eigenlijk niet:
een mengelmoesje van Sacramentisten (dit is
niet compromitteerend; de meeste menschen
denken ook niets bij dien naam), van
Wederdoopers (dit is erger; want iedereen weet,
dat dit onfatsoenlijke menschen waren, die
aan veelwijverij deden en de gemeenschap
van goederen invoerden) en van aanhangers
van Menno Simonsz. Wat een respectabele
menschen moeten die laatsten geweest zijn,
dat zij, ondanks de versmelting met
Wederdoopers, het klaar speelden om de voor
vaderen te worden van de tegenwoordige
Doopsgezinde Sociëteit!
In den loop der 16de eeuw vestigden zich
een groot aantal Nederlandsche vluchtelingen
in het tegenwoordige West- en Oost-Pruisen;
het waren voor een groot deel boeren uit
Friesland en Waterland; ze verstonden de
kunst om water in land te veranderen en
hebben o.a. in de Weichseldelta heel wat
land ingepolderd. Nog tegenwoordig woont
er bij Elbing, Marienburgen Pruisisch Holland
een bevolking, die in taal en gebruiken van
de rest verschilt en nog het merk draagt
van hare Nederlandsche afkomst.
Ook naar de omstreken van Danzig kwamen
Nederlandsche Sacramentisten,
Wederdoopers en Mennonieten; ook hier ontstond uit
het mengsel van deze drie n gemeente,
die der Mennonieten. In de stad mochten zij
aanvankelijk niet wonen; de Luthersche
regeering vond hen een verdacht volkje;
zoo vestigden zij zich hoofdzakelijk in Schot
land, een buurschap vlak bij Danzig. Eersf
in 1656, toen de Danzigers de voorsteden
in brand staken om hunne stad beter te
kunnen verdedigen tegen de Zweden, werden
de Mennonieten binnen de muren opgenomen.
Maar het burgerrecht bleef hun nog lang
onthouden; en uit allerlei bedrijven werden
zij geweerd.
Toen ik, nu ruim 9 jaar geleden, langs de
Oostzee trok om in allerlei archieven te
snuffelen, heb ik ook geneusd in het archief
van de Mennonieten-gemeente te Danzig,
die nog altijd bestaat. De tegenwoordige
Mennonieten zijn volop Duitschers geworden;
Der moderne Krieg fordert also, dass alles
was irgendwie international, w^ltbürgerlich,
universell gesinnt und organisiert war, vor
der Idee des gefahrdeten Vaterlandes
verschwinde. Die katholische Kirche zum Bei
spiel, die machtigste internationale
Organisation der Welt, ist seit Kfiegsausbrüch
in einer ausserst misslichen Lage. Sie
kann es keinem recht machen, denn ihre
Lehre ist international, die Forderungen
aber, die die kriegführenden Nationen an
sie stellen, sind national. Die Katholiken
der verschiedenen Lander fühlen sich also
nicht mehr als Mitglieder einer grossen
Religipnsgemeinschaft, deren oberstes Gesetz
es ist, sich in Christo zu lieben, sondern
vornehmlich als Angehörige ihrer
Vaterlander, deren oberstes Gebot es ist, das
Vaterland des anderen zu hassen.
Das ganz gleiche Bild bietet sich uns in
der roten Internationale. Nur dass hier die
Tragik fast zur Komik wird. Denn in der
katholischen Kirche ist die internationale
Idee nur eine zufallige Erscheinung ihrer
Organisation und Verwaltung. In der
sozialistischen Arbeiter-internationale aber ist sie
ausserdem noch Programm, Ideal und Ziel.
Arbeiter aller Lander vereinigt euch!" hallen
Marx und Engels verkündet. Nicht dieses
oder jenes Vaterland wollten die Arbeiter
erobern, sondern die Welt. Die Genossen"
behandelten jeden als Trottel, der von nah
oder fern mit der nationalen Idee der b
rgerlichen Ideologen" liebaugelte. Program
massig verweigerten sie de m Nationalstaat
die Budget, programmassig spieen sie Gift
und Galle gegen die Militarrüstungen der
Nationalstaaten und programmassig verk
ndeten sie den grossen Zukunftsstaat, wo der
vom Kapitalismus befreite Arbeiter auf den
Trümmern ausbeuterischer Vaterlandchen
eine neue Politik der universellen Vers
hnung und Brüderschaft einleiten würde.
Es waren erhebende Momente, wenn auf den
internationalen Sozialistenkongressen die
Führer der Internationale einmütig auf die
Regierungen ihrer Vaterlander schimpften.
Noch zwei Jahre vor Kriegsausbruch
betonten deutsche und französische Sozialisten
auf den Versöhnungskongressen in Bern und
Basel ihre absolut internationale Gesinnung
und bedrohten ihre Regierungen mit der
Revolution, wenn sie es wagen sollten, einen
Krieg zu entfesseln.
Der Leser weiss heute, was hinter dieser
Phrasendrescherei gesteckt hat. Namlich
nichts. Als es hiess: Das Vaterland ist in
Gefahr! da zeigte sich, was niemand gewusst
natte und was die Regierenden der krieg
führenden Lander in ihren kühnsten
Hoffnungen niemals erwartet hatten. Dass es
namlich unter diesen internationalen Helden
eigentlich gar keine Internationalisten gab,
sondern nur Deutsche, Franzosen, Russen
u.s.w.
So stiirzte unter dem Hohngelachter des
Kriegsgottes diestolze Arbeiterinternationale
zusammen.Heute stehen sich die Angehörigen
dieser Weltverbrüderungsorganisation in
bitterster Feindschaft gegenüber.
Wir anderen, die wir uns niemals auf
internationale Programme festgeschworen
und folglich auch nichts zu erkiaren und zu
rechtfertigen haben, stehen traurig zur Seite.
Wir haben den Sozialismus nicht nur als
Reformator des Arbeiterschicksals geschatzt,
sondern namentlich auch als Bollwerk gegen
die in Europa zusehends berhandnehmende
Kriegslust. Wir sahen den Krieg kommen
und haben oft genug vor ihm gewarnt; man
hat uns nicht geglaubt. Und brigens fehlte
uns, wenn wir vom kommenden Krieg
sprachen, ein wenig die Ueberzeugung. Wir
hielten ihn in unserem Zeitalter nicht mehr
für möglich. Denn just die stolze
Arbeiterinternationale mit ihren Millionen
Mitgliedern und Kapitalien, mit ihrer machtigen
Presse und Literatur, war unsere letzte und
starkste Hoffnung.
Die Internationale is tot, es lebe die
Internationale!" so rufen schon heut einige
unentwegte und voreilige Sozialisten in den
Schlachtenlarm hinaus. Wird und kann diese
vom Krieg zerstörte Internationale wieder
maar in de tweede helft der 18de eeuw
spraken de Danziger-Mennonieten nog Ne
derlandsen. Hans van Steen, destijds de
oudste der gemeente", correspondeerde
blijkens zijn brievenboek nog in het Neder
landsch met de oudsten der gemeente te
Elbing en te Heubude (vlak bij Danzig).
De alleroudste documenten van het be
staan der gemeente zijn verloren gegaan;
maar in het archief vindt men nog afschriften
van oude ledenlijsten, die tot de zestiende
eeuw teruggaan; daaruit blijkt, dat de ge
meente gedurende de geheele zeventiende
eeuw toevoer van nieuwe leden uit Neder
land kreeg. Men vindt er familienamen bij
als: Abbing, Van Almonde, Van Amersfooit,
Bestvader, Van Beuningen, Bruining,
Cornelissen, Donner, Van Dijk, Van Kampen,
Simons, Van Soest, enz.; als er onder mijne
Doopsgezinde lezers soms iemand nieuws
gierig is naar de andere namen, moet hij
maar eens bij mij navragen.
Voor de Mennonieten in West-Pruisen
braken kwade dagen aan, toen dit land na
de eerste deeling van Polen bij Pruisen werd
ingelijfd. Tot nog toe waren zij getrouw
kunnen blijven aan het Doopersche beginsel
om geen wapenen te dragen; maar zij vrees
den, dat Frederik de Groote zich om hunne
gemoedsbezwaren niet zou bekreunen. Daarin
vergisten zij zich; hij bleek ten slotte bereid
om Mennonieten buiten het leger te laten,
zoo zij den krijgsdienst voor een goede
som afkochten. Maar heelemaal gerust op
dit punt waren zij toch niet; zij vreesden,
dat zij toch te eeniger tijd het soldatenpak
zouden moeten dragen; en vooral onder den
opvolger van Frederik den Groote werd
het zeer twijfelachtig, of de regeering nog
langer rekening zou houden met hunne ge
moedsbezwaren.
Dat is toen de aanleiding geworden tot
de eerste emigratie naar Rusland. Op
uitnoodiging van de Russische regeering ves
tigden zich een aantal Pruisische Menno
nieten aan beide zijden van den Dryepr,
in het gouvernement Jekaterinoslaw, en
stichtten daar de kolonie Chortitz. In ver
volg van tijd kwamen er nieuwe kolonisten
bij, altijd Mennonieten uit Pruisen; omstreeks
1850 telde de kolonie al 18 dorpen met 8600
inwoners.
Ook naar andere streken van Rusland
weken Pruisische Mennonieten uit, toen zij
in hun eigen land meer en meer door de
regeering in het nauw gebracht werden,
wanneer zij aan het geloof hunner vaderen
trouw wilden blijven. Kort na 1800 stichten
Generaal J. S. GALLIENI t
Oud-Minister van Oorlog van Frankrijk,
Oud-Gouverneur van Madagascar,
in het begin dezer week overleden.
aufleben ? Wird sie das gleiche internationale
Programm haben wie die frühere? Wenn
ja, wird sie in einem neu organisiereten
Europa wenigstens mannhafter zu ihrem
Programm stehen als dieses Mal? Oder
wird der Triumph der nationalen Ideen auch
noch nach dem Kriege so stark nachwirkend
sein, dass sich in jedem Lande ein
Nationalsozialismus entwickeln wird, der den
Nationalsozialismus des Nachbarlandes mit
Hass und Verachtung behandelt?
lm wesentlichen gab es bisher zwei
Sozialismen in der Welt: einen politischen und
einen wirtschaftlichen. Der politische Sozi
alismus wurde in Frankreich mit der grossen
Revolution geboren und schrieb die
allgemeinen Menschen- und Bürgerrechte auf
seine Fahnen. Der wirtschaf tliche Sozialismus
entwickelte sich etwa fünfzig Jahre spater
aus diesem politischen und machte aus den
allgemein menschlichen Forderungen der
Revolution spezifische Arbeiterforderungen.
Das grosse Ideal des politischen Sozia
lismus war das Wohl aller Menschen,
das die Verwirklichung der
demokratischrepublikanischen Staatsform zur
Voraussetzung hatte. Das grosse Ideal des wirtschaft
lichen Sozialismus deutscher Tendenz war
das Wohl der Arbeiterklasse, das die
Abschaffung des Klassenstaates und die
Errichtung der kollektivistischen Gesellschaft als
Voraussetzung hatte. So erklarte der
wirtschaftliche Sozialismus alle politischen
Reformfragen für nebensachlich, da solche Re
formen mit der Abschaffung der
kapitalistischen Wirtschaftsweise von selbst entstehen
würden.
In den letzten vierzig Jahren hat der
wissenschaftliche" Sozialismus dem
idealistischen Sozialismus politischer Tendenz
mehr und mehr aus dem Felde gedrangt
und sogar in Frankreich, dem Geburtsland
der politisch-sozialistischen Ideologie, die
Oberhand gewonnen. Unter dem Einfluss
von Marx und Engels und ihrer Nachfolger
wurde der Sozialismus mehr und mehr
eine Magenfrage. Denn als Marx 1864 dje
erste Internationale begründete, da schwebte
ihm nicht die universelle Brüderlichkeit
aller Menschen vor Augen, so wie die
grosse Revolution sie ertraumt batte, son
dern mehr eine egoistische
Arbeiter-solidaritat zwecks Aufhebung der Lohnarbeit,
die er als die Wurzel aller sozialen (und
auch politischen) Uebel hinstellte.
Folgezij een kolonie in de buurt van de
landengte van Perekop. In 1850 vertrokken er
weer 260 West-Pruisische
Mennonietenfamilies naar de omstreken van Saratow,
aan de Wolga; zes jaren later een ongeveer
even groot aantal naar Samara; en in 1859
werd de kolonie bij Perekop de
moederkolonie van een vestiging in het
Amoergebied.
Vermoedelijk zijn er later nog meer
Pruisische Mennonieten naar Rusland ge
trokken, omdat in 1862 de dienstplicht ook
aan hen werd opgelegd. Maar verder dan
1860 gaat het boekje van dr. W. Mannhardt
over Die Wehrfreiheit der Altpreussischen
Mennoniten niet, waaraan ik de straks ge
noemde gegevens over de emigratie naar
Rusland ontleen.
Maar zoo zal een lezer vra-gen wat
heeft dit allemaal- nu te maken met den
oorlog? want in een Buitenlandsch Over
zicht" moeten wij wat van den oorlog te
hooren krijgen.
Laat ons hopen, dat wij het nog zullen
beleven, dat er in buitenlandsche overzichten
ook over andere dingen dan den oorlog wordt
geschreven. Maar, zoo het voorloopig dan
een wet van Meden en Perzen moet zijn,
dat in deze rubriek zaken van staat en
oorlog" worden besproken er is verband
tusschen onze Doopsgezinde neven in Rusland
en dezen oorlog.
Niet, dat zij hem aangestookt hebben; zulke
ontaarde Mennonieten zijn het niet. Maar wel
zijn zij ontaard van hun Nederlandsche af
komst. Toen zij naar Rusland kwamen, waren
het al Duitschers, met nog een dun Neder
landsen vernisje. Dat vernisje zal er in
Rusland wel heelemaal af zijn gegaan. Voor
de Russische regeering van tegenwoordig
zijn zij Duitschers, dus vijanden; daarom
wil die hen het land uitzetten.
Volgens een bericht in de Nieuwe Rott.
Courant van 27 Mei 11. zal de heele kolonie
in de buurt van Odessa, omstreeks 80.000
menschen, van huis en hof worden verdreven.
Van een kolonie te Odessa en omgeving
maakt het boekje van-Mannhardt geen ge
wag; maar misschien is de kolonie in het
gouvernement Jekaterinoslaw of die in de
buurt van de landengte van Perekop be
doeld. 80.000 lijkt wel wat veel; maar mis- j
schien zijn de Mennonieten nog in dit opzicht
aan de oud-vaderlandsche zeden trouw ge
bleven, dat zij zich rijkelijk hebben ver
menigvuldigd.
De met uitzetting bedreigde Mennonietea
hebben zich wat doet een mensch al niet
Algemeene vergadering
Nederlandsch Tooneelverbond
JONKH. A. W. G. VAN RIEMSDIJK
VAN PRO DOMO" EN ZOO VOORT
NEEMT HET WOORD :
Dames, Heeren .... pracht-subsidie
Nederlandsch Jooneelverbond.
De Tooneelschool, restauratie
Reorganisatie
Toestand nu gezond!
(applaus).
Heel wat arbeid, Hoofdbestuur
Zinspreuk: Luctor et Emergo"
Overwinnen op den daar
De Tooneelkunst puur
Heilig vuur!f
(applaus).
Aechte Daemes, aechte Heeren
Spelen mee
Nieuwste stuk: Het kopje thee"
Hirsch, succes met zijn toiletten
Krijgt zijn naam op de biljetten.
Delikate dilettanten
Afternoon-tea-lanterfanten
Bob-sleigh, Sandwich,
Button-hole,
Maken school
Onze taal in Mrs. O.
Lijkt wel Nederlandsch of zoo.
Dames, Heeren, de Tooneelschool
Nederlandsch Tooneelverbond
Restauratie en Subsidie
Damnd" gezond.
(applaus).
Dames, Heeren, half twee
Déjeuner.
(applaus).
richtig enthalt das bekannte Erfurter
Einigungsprogramm der deutschen
Sozialdemokratie die Forderung der Republik nur noch
als Dekoration und Deklamatipn. lm brigen
erklarten die deutschen Sozialisten jedenr
der es horen wollte, dass die Staatsformi
Nebensache sei.
Verhangnisvolle Einseitigkeit.
Unbegreifliche Blindheit der Anhangender
materialistischen" Geschichtsauffassung! Wie
konnlen sie die Tatsache bersehen. dass es in
der Welt noch weit schlimmere Dinge für
den Arbeiter gibt als das Kapital? R
ckIMMIII IIMIIIIIimillllllllll
HIIMIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlllllr
Sanatogen
Enkele lepels daags
sterken zenuwen en lichaam.
2O.OOO Artsen
erkennen dit schriftelijk.
in den nood ? tot Dr. Abraham Kuyper
gewend, toen deze onlangs te Boeda-Pest
vertoefde; zij hadden klaarblijkelijk in hunne
couranten een van de vele interviews ge
lezen, die de Hongaarsche journalisten hem
hebben afgeperst. Want zoo zij hunne
Nederlandsche afkomst konden bewijzen,
hoopten zij door de Russische regeering
met rust te worden gelaten.
Of het nu is, omdat Dr. Kuyper met de
Mennonieten niet veel op heeft, omdat die
ten slotte de oorzaak zijn van het nieuwe
eed-welje, dat zijne conscientie zoo gegriefd
heeft, of omdat hij het in Boeda-Pest te druk
had met het ontvangen van bezoeken van'
ministers en gezanten hij heeft zich in
elk geval met een Jantje van Leiden van het
verzoek der Russische Mennonieten af gemaakt
en hen, volgens de N. R. Ct., verwezen naar
Danzig, omdat daar een onderzoek in het
stedelijk archief hen wellicht zou kunnen
helpen."
In Danzig hadden de heeren van het archief
ook geen tijd; maar men herinnerde zich
daar, dat eenige jaren geleden een Neder
landsche dame, met een Poolschen of
Rus1sischen naam, een onderzoek had ingesteld
naar de geschiedenis der Nederlandsche
kolonisten in Pruisen, die zou de Russische
Monnonieten wel aan een certificaat van
Nederlandsche afkomst kunnen helpen.
En toen waren onze neven aan het goede
adres gekomen. Mejuffrouw dr. F. Szper,
thans leerares aan de H. B. S. te Enkhuizen,
promoveerde in 1913 aan de Amsterdamsche
Universiteit op een proefschrift, getiteld:
Nederlandsche nederzettingen in West-Prui
sen gedurende den Poolschen tijd." Die kan
aan de menschen uit Odessa, of waar zij
dan ook vandaan mogen komen, precies
vertellen, wie hunne bet-bet-pvergrootvaders
zijn geweest, en hun de bewijzen verschaffen,
dat zij uit Nederland via Pruisen naar Rus
land zijn gekomen. Nu het contact is gelegd
tusschen Enkhuizen en Odessa, komt de zaak:
in orde. Mejuffrouw dr. Szper zal niet rusten,.
voor zij de Russische regeering overtuigd
heeft, dat de 80.000 menschen, die voor
Duitschers werden aangezien, van Neder
landschen bloede zijn. Haar naam zal tot
in lengte van dagen door onze Doopsge
zinde neven in Rusland worden geprezen.
En als zij, na den oorlog, in de groote
vacantie eens uit Enkhuizen weg wil, weet
zij, dat zij in de omstreken van Odessa een
aangenaam zomerverblijf zal vinden.
30 Mei 1916
G. W. KERNKAMP