De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 10 juni pagina 12

10 juni 1916 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 10 Juni '16. - No. 2033 1915/16 1914/15 Hoofdbank f 4.227.642 111.486.958 Bijbank 368.416 5.316.142 Agentschappen , 15.472.780 54.815.833 ' f20.06U838 f71.618.933 Middelcijfers . Hoogste cijfers Laagste cijfers 1915/16. 81.724.985 140.114.824 52.302.800 1914/15. f 92.860.512 160060475 49.589.075 Dat niettegenstaande ook bij de Hoofdbank de .disconteeringen voor den handel aan zienlijk zijn afgenomen, de verdiende rente slechts eene betrekkelijk kleine vermindering aanwijst, is-aan de omstandigheid te danken, dat aldaar doorloppend een vrij belangrijk bedrag aan: schatkistpapier gedisconteerd is. , Hoe groot het gemiddelde bij de Bank in beide jaren ondergebrachte schatkistpapier geweest is, kan uit het verslag niet worden nagegaan, maar uit enkele cijfers kan afgeleid worden, dat het verschil niet zeer groot is geweest. Vermoedelijk is het middencijfer per saldo iets lager geweest dan in 1914/15, mede in verband met de in den laatsten tijd veelvuldigere en in toenemende bedragen plaatsing van schatkistpapier buiten de Bank. Beleeningen en voorschotten in rekeningcourant wijzen in de middelcijfers, zoowel als in de genoten rente minder groote ver schillen aan dan disconteeringen, maar toch blijken ook bij beleeningen in den loop van het boekjaar zeer belangrijke fluctuatiën te hebben plaats gehad. Vooral is dit het geval geweest bij beleeningen op effecten, zooals uit onderstaand staatje blijkt: ' , liillllllimililiiiiiiiiliiiiiiiiiriiliililliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiMiiii Overwinnings-klanken uit Vredestijd Twee oorlogsdocumenten" Vór mij liggen twee documenten; het zijn geen vergeelde en gezegelde perkamentrollen, en vermoedelijk zijn ze niet eenig in hun soort. Ook waren zij nimmer bedoeld, om nog eens te voorschijn te worden ge haald, en bekeken met andere oogen als die van iemand, die een oogenblik verstrooiing zoekt. Want het zijn twee oude nummers van Duitsche humoristische weekbladen." Maar, nietwaar, in alle tijden zijn er pamflettisten en kunstnijveren geweest, die nooit vermoed hebben, dat wij nu met belang stelling hunne pretentie-looze voortbreng selen zouden beschouwen als specima van tijdgeest en volkspsyche. En waarom zouden de oude nummers van de Lustige Blatter en de Simplicissimus als zoodanig minder belangrijk zijn, dan de kluchten van Brederode of de papyrusrollen uit de bibliotheek van Alexandrië? De tijden gaan zoo snel, dat de hoofd artikelen in dagbladen van vór 1914 op politiek gebied nog slechts lang overwon nen dwalingen" schijnen gepropageerd te hebben. Het is alles zoo anders geloopen. Wat er van de beide oorlogszuchtige grap pen, die ik hier wil doen volgen ook anders uitgekomen is, n sterk element manifesteert zich nog heviglijk in de harde waarheid van het heden, en dat is de geprononceerde branie-trek der Germanen, die ik Siegesrazernij zou willen noemen. In Juli 1905 gaf de Simplicissimus een Friede-mU?Frankreich-nummer .uit, en Th. Heine gaf daarin eene serie teekeningen, onder den gemeenschappelijken titel: Wenn Deutschland wieder siegen wiirde. Hij teekende Furst Bülow met de aureool t van Nationalheillge om de slapen,* en", Opgemerkt dient daarbij te worden, dat terwijl de cijfers zich in 1914/15 in opgaande richting bewogen, in 1915/16 juist het tegen overgestelde plaats had. In laatstgenoemd jaar was het hoogste cijfer tevens het aanvangscijfer en het laagste cijfer tevens het slatcijfer; in 1914/15 daarentegen werd het laagste cijfer kort voor het uitbreken van den oorlog (in Juni 1914) bereikt, terwijl het hoogste bedrag nagenoeg aan het einde van het boekjaar aangetroffen wordt. In tegenstelling met hetgeen bij de dis conteeringen is waargenomen is de vermin dering der beleeningen bij de agentschappen in verhouding minder sterk geweest dan bij de hoof d ban k. De gestadige en zeer aanzienlijke toename van den goudvoorraad van de Bank en in verband daarmede de niet minder aanzienlijke vermeerdering van de bankbiljetten-circulatie en rekening-courantsaldo's waren reeds uit de weekstaten van de Bank bekend. Alleen zij hier aangestipt, dat de goudvoorraad van f289 millioen op 31 Maart 1915 tot f517 millioen op 31 Maart 1916 en sedert nog verder tot f 543 millioen is toegenomen, terwijl bovendien belangrijke partijen goud buiten de grenzen nog onder debiteuren in het,buitenland zijn verantwoord. De bank biljetten-circulatie klom van f472 tot f618 millioen en sedert verder tot f 645 millioen. In zijn verslag wijst de president, in ver band daarmede, er nog op, dat die vermeer dering gepaard ging met eene verschuiving in de percentsgewijze verhouding ten gunste der groote coupures (boven f 100) en meer bepaaldelijk bij de biljetten van f 1000, die op 31 Maart 1916 ruim een kwart van de geheele circulatie uitmaakten, tegen 13.80 pet. op 31 Maart 1915.'Hij voegt daaraan toe: het kan wel niet anders of deze verschui ving moet worden uitgelegd als eene op potting van groot bankpapier, dus ook als een symptoom van groote geldruimte." Met allen eerbied voor het gezag van den presi dent wil het mij voorkomen, dat het woord oppotten" hier niet op de juiste plaats is. Aan dat woord is m.i. toch het begrip ver bonden van een onberedeneerd, onjuist ver zamelen van betaalmiddelen uit wantrouwen. Dit moge bij het begin van de oorlogscrisis het geval geweest zijn, thans is dit zeker nief'zoo en is het groote bedrag aan bank papier in circulatie en rekening-courant saldo's grootendeels een gevolg van de omstandigheid, dat er geen emplooi voor te vinden is. Op een andere plaats in zijn verslag zegt de president ook, dat goud in nog veel Dan loopen de oorlogsschepen bij dozijnen van stapel, en er wordt zooveel champagne vergoten bij het doopen, dat van Borkum tot aan de Memel geen visch meer nuchter is. van zeer (*?. (Simpl.) de Duitsche pers lijkt mij echter juist voorzien, evenals de teekening, waarin hij de vaderlandsche geest meent te kunnen versterken door de minnen een mengsel van geweervet en poetspommade te doen slikken. Hoe hij ten slotte het einde van een (Simpl.) toonde daarin minder zienerschap dan in een anderen prent, waarin de Ordensregen zich zelfs tot de honden uitbreidt. Vergis ik (Simpl.) mij niet al te zeer, dan loopen op het oogen blik inderdaad Parijsche en Londensche honden met imitatie-ijzeren kruisen! Of de derde plaat het Zabern-incident Duitschen krijgsman zichzelf spreken. (Simpl.) voorstelt, moge voor Intusschen zijn er veel oudere symptomen te vinden van de Duitsche Sieges-razernij. Zoo publiceerde op 21 Juni 1900, dus in vollen vredestijd, de Lustige Blatter een geweldig oorlogsnummer, onder den titel: Der Zukunftkrieg zwischen Deutschland and England. Het nummer beoogde mede te werken aan de snelle uitbreiding der Deutsche Hochsee-flotte," welke quaestie toen urgent was. De titelplaat spreekt reeds voor zichzelf: N (Simpl.) voorspelt, durf ik niet zeggen, de houding (Lustige Blatter) Rule Germania. Vervolgens wordt het verloop der fictieve gebeurtenissen in alle détails beschreven, vanaf de oorlogsverklaring tot aan de Sieg." De aanleiding tot den oorlog wordt ge vonden in een incident te Kaapstad, waar de Duitsche consul weigert op Chamberlain's verjaardag de vlag uit te steken. Er ont staat een telegrammen-wisseling tusschen de Wilhelmstrasse en Downingstreet, en, hoewel de staatssecretaris v. Bülow de zaak aart een Europeesch scheidsgerecht wil voor leggen, blijkt het conflict onvermijdelijk. Tirpitz vraagt in den Rijksdag een crediet van drie milliarden, en Bebel verzet zich daar niet tegen, evenmin als zijne partijgenooten, integendeel, men zingt tesamen de Sang an Aegir," en de credieten worden aangenomen. (L. BI.) De herinnering aan het glorierijk '70?'71 doet besluiten, reeds onmiddellijk de zalen van het slot Wilhelmshöhe (waarheen Napo leon III vervoerd werd) gereed te maken (L. BI.) voor de ontvangst van het Engelsche staatshoofd. Graaf Zeppelin ontwerpt een Luft-D.Zug," waarmede het kanaal zal overgestoken worden, terwijl een luchtvloot wordt ge(L. Bi.) vormd door een vliegende brigade op vliegmachines, systeem Lilienthal. (Het komt mij intusscnen voor, dat er een kieschere manier te vinden geweest ware, om Lilienthal, een der Duitsche lucht-pioniers, te huldigen. Lilienlhal viel dood bij het be proeven van een door hem geconstrueerd zwaarder-dan-de-lucht toestel). Doch "reeds vór de oorlog begint, heeft de Engelsche handelsgeest dezen in het voor deel der Duitschers bestemd. De firma Vickers, Maxim en Co., heeft een toestel uitgevonden, dat exploisieve stoffen op grooten afstand kan doen ont branden, en biedt dit aan de Duitsche ad miraliteit te koop voor n millioen mér, dan de Engelsche regeering geven wil. (L. BI.) Buitengewone zienersgaven legt de schrij ver aan den dag bij het weergeven van het genre van eenige oorlogs-verzen; de Duitsche Parnassus levert wagonladingen krijgslie deren, van het genre: Schlachtgesang. Kommt nur her tlbet's Meer, Ihrl könnt was erleben, aber sebr l Wir wir sind geiüstet und wir schlagen fest. was sich von Euch nicht gerade sagen Laat: Hurrah l H: * # Chamberlain tracht onmiddellijk Frankrijk's bondgenootschap te winnen, en belooft in ruil daarvoor: Elzas Lotharingen, de beide Rijn-oevers, en... Kiaatschau. Doch slechts de grootere mate de eigenschap heeft om door het publiek voor oppottipg gezocht te zijn." Ook deze uitspraak schijnt mij niet geheel door de feiten gewettigd te zijn. Uit de cijfers van het verslag blijkt toch, dat de voorraad gouden munt van de Bank van f 63Vs millioen op T April 1914 tot f 66 mil lioen op l April 1915 en f 70l/s millioen op l April 1916 gestegen is, terwijl er in die periode toch geen niéuw goud aangemunt is. Als er dus van oppotting van goud" gesproken mag worden, dan schijnt die eerder bij de Bank dan bij het publiek ge zocht te moeten worden. In verband met het de voorgaande week te dezer plaatse besprokene, verdient het ook de aandacht, dat de Bank een voorraad van slechts f 16.855 of 3371 stuks gouden vijf gulden stukken heeft, zoodat feitelijk alle van deze muntsoort aangemaakte stukken in omloop zijn. Het is mij niet bekend, hoeveel vijfjes in het geheel zijn aangemunt, maar vermoedelijk is het bedrag niet heel groot. Aangezien men deze muntsoort nage noeg nooit in de circulatie ziet, schijnt hier wel aan oppotting gedacht te moeten worden. De vraag is echter of dat oppotten niet veeleer een gevolg is van het betrekkelijk geringe bedrag, dat er van aangemunt is en dat zij meer als zeldzaamheid" door de gelukkige bezitters worden "Vastgehouden. Bij eenige ruimere aanmunting zouden zij vorst van Monaco laat zich, op persoonlijkaandringen van den Prins van Wales, overhalen. Intusschen trachtten ook wij zegt de schrijver hoewel wij reden hadden op onze eigen kracht te mógen vertrouwen, onze bondgenooten aan hunne plichten te herinneren. In Oosten rijk was weer een Tsechische strooming losgebroken, en de hulp van dezen bond genoot bepaalde zich tot het ingooien der ruiten bij Duitsche kooplieden te Praag. Ook Italië wilde liever niet meedoen. Er ont stonden hevige Kamer debatten, gedurende ;) welke de Uebermensch" d'Annunzio met zijn aanhang het geheele Palazzo Montecitorio al spoedig het karakter vaq curiosum" ver liezen en in de actieve circulatie dienst kunnen doen, om althans voor een deel de plaats in te nemen van de grovere zilveren munt. Opmerking verdient het, dat in de laatste weken de zilvervoorraad bij de Bank weder aan het toenamen is en, na begin April tot ongeveer een millioen gedaald te zijn, den 3den Juni weder bijna 6 millioen was. Of schoon n zwaluw nog geen zomer maakt en het niet te zeggen valt f deze beweging zal aanhouden ook in December en Ja nuari j.l. was de zilvervoorraad tot 6 millioen geklommen schijnen toch voor het oogen blik de jongste aanmuntingen van zilver en uitgifte van nieuwe zilverbons de circulatie met betaalmiddel van kleine c'oupures ver zadigd te hebben. Trouwens uit de beide laatste jaarverslagen der Bank blijkt, dat in 1914/15 ... f 24.446.246 en in 1915/16 . . . 10.437.499 zilvergeld in de binnenlandsche circulatie is afgevloeid, of tezamen bijna 35 millioen. Voegt men daarbij, dat op l dezer ruim HVs millioen zilverbons in omloop waren, dan heeft.de binnenlandsche circulatie sedert het begtn van den oorlog nagenoeg 50 mil lioen additioneele kleine betaalmiddelen ge absorbeerd of ca. f 8 per hoofd der bevolking. J. D. SANTILHANO Het enthousiasme te Berlijn was enorm ; vreemde mannen en vrouwen omhelsden (L. BI.) vernielde, en aldus als vertegenwoordiger der Vredespartij de overhand kreeg. Dan begint de oorlog, die zich uitsluitend ter zee ontwikkelt. Door het heerlijkste Hohenzollern-Wetter" begunstigd, speelt zich de vernieling van de Engelsche vloot op de kust van Helgoiand, voor de oogen van millioenen opgetogen Duitschers af. (L. Bi.) elkander op straat. De vredesvootwaarden : Engeland betaalt W milliard pond sterling; Ierland wordt een republiek. Canada wordt Amerikaansch. Egypte wordt Franse hZanzibar wordt Duitsch. Rhodesia Oost-Indic wordt Russisch. De kaap kolonie en Natal worden met de Z.-Afr. Republiek tot eene Monarchie onder het erfelijk bewind der Ktügers vereenigd.... (L. BI.) Een opstand in Engelsch-Indië breekt uit, en de rebellen, aangevoerd door den van St.Helena ontvluchten boerengeneraal Cronjé, behalen de overwinning. Inmiddels was op Wilhelmshöhe reeds een hoog Engelsen gezelschap bijeen, het einde van den oorlog naderde. Eerst werden de mijnen, waarmede Enge land zich omgeven had, verwijderd", de (L. BI.) Duitsche Garde-Regimenten landen, en in 15 minuten is het Engelsche leger ver slagen ... de weg naar Londen is open. Intocht der Djitschers te Londen (L. Bi.) * * * En daarmede is de Duitsche koorts-droom voorloopig ten einde. Dat het niet zoo heelemaal als grap bedoeld is, moge blijken uit een Epiloog in versvorm, dien ik hier volgen laat: Epilog : Und die Moral von der Geschicht? Leicht ist sie zu fixiren ; Was hier geschildert, war zwar nicht, wird auch wohl kaum paisiren. 1) Das Bild, das hier entworfen ist, Erscheint gewiss phantastisch, Die Wahrheit, wie mann leicht ermisst, Verfahrt nicht halb so drastisch. Und denn noch! ziehst Du alles ab, Was Scherzhaft hier genommen, Bleibt noch ein Rest, der lautet knapp: So dhnlich kann's schon kommen!" Denn völlig unberechenbar Ist ja die Weltgeschichte, Vielleicht schon heute 2) ber's Jahr Giebt's ernst're Kriegsberichte. Und grundlich werden helm gegeigt Die oden Floltenhasser. Denn uns're Zukunft, wie gezeigt. Liegt wirklich au f dem Wasser I 2) En hiermede hoop ik u getrouwelijk ver teld te hebben van verwachtingen, waarvan de vervulling of vernietiging niet lang meer kunnen uitblijven. MELIS STOKE 1) Zeer juist, corr. 2) 20 Juni 1900, corr. 3) Unter 'm Wasser ? corr.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl