Historisch Archief 1877-1940
12
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
17 Juni 16. - No. 2034
l
<!?"
f,
Onze Dam-Prijsvraag
Hieronder laten wij eenige voorstellen
onzer lezers, inzake de bestemming van
htt Damterrein, in woord en beeld volgen.
Blijkbaar zijn er zér vele, die hunne ge
dachten over dit vraagstuk hebben doen
gaan, getuige de stapel oplossingen die
ons bereikte.
:Intusschen meenen we goed gedaan te
hebben, ze niet alle te publiceeren, ten einde
de verwarring niet ten top (e doen stijgen.
Eenige voorstellen, die onseene bekroning
?Waard dochten, en tevens vertegenwoordigers
mogen heeten van categorieën verwante
denkbeelden, volgen hier:
TWEEDE AFDEELING
(Teekeningen):
Teekening van S. G.
Het Jos. Loopuit-monument, opgericht
door 't dankbaar volk van Amsterdam.
IIIIIIIIIIIIIHII. iiiiiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiMiiiiii
VRAQENRUBRIEK
voor
Algemeene Wetenswaardigheden
Men gelieve de vragen voor deze rubriek in te
zenden aan het Redactiebureau, met op den omslag
bet motto Leekensplegel", en onder opgave van
naam en adres (die als vertrouwelijk zullen worden
beschouwd.)
C. N. te A. Bestaat er een niet kostbare
handleiding voor uitspraak en beteekenis van
bij ons veel gebruikte vreemde woorden ? In
mijn bezit is een Verklarend Zakwoorden
boek van M. J. Koenen, dat zeer duidelijk
is, doch te weinig woorden bevat.
Behalve het Verklarend Zakwoordenboek
van Koenen, bestaat van denzelfde ook nog
een Verklarend handwoordenboek dat wer
kelijk vrij volledig is het bevat ruim
75 duizend woorden en uitdrukkingen, met
aanduiding van het accent en de uitspraak
en heel wat vreemde woorden verklaart.
(Prijs f2.75).
Uitgebreidere werken zijn Algemeen Ver
klarend Woordenboek, 5e druk van Kramers'
Algemeene Kunstwoordentolk, herzien en ver
meerderd door H. Zondervan (f 7.50) en
Baale, Handboek van vreemde woorden en
uitdrukkingen, citaten, technische termen enz.
(f 8.25).
P. G. v. S., 's Gr. Bestaat er ook een
werkje waarin omschreven zijn de pro
gramma's der politieke partijen, welke thans
in de Staten-Generaal zijn vertegenwoordigd?
KANTTEEKENINGEN VAN EEN
LANDSTORMPLICHTIGE
VI
(Notities, uit een militair zak
boekje, gevonden door onzen
medewerker Melis Stok e, in
de omgeving eener
Amsterdamsche kazerne.)
Over het synthetisch element in de africhting
van den recruut.
Bij nader beschouwing ware het wél zoo
passend geweest, in een minder pretentieus
bovenschrift mijne simpele vertogen aan te
kondigen. Alsnog, als blijk van mijn berouw
in dezen, de volgende nadere toelichting:
Wanneer iemand u of mij verzocht, of
gelasten mocht de neus te snuiten, dan zouden
wij ons daar twijfel ik niet aan intuïtief
van dezen taak kwijten op eene wijze, die
zeer zekerlijk de tevredenheid van onzen
lastgever zoude op
wekken. Dit ge
val heeft echter
allén betrekkin g
tot de burgerlijke
samenleving.
Een militaire
lastgever toch,
zou als volgt te
werk gaan: zon
der uitleg of in
leiding zou hij
de volgende
reeks van beve
len tot ons rich
ten:
Breng de rech
terhand naar de
rechter broekzak.
Steek deze (de
hand) er in.
Knel de
vingerstesamen, en
grijp de zich in
de broekzak be
vindende
neusdoek stevig vast.
Breng snel en
krachtig de hand
EERSTE AFDEELING
(Puntdichten):
EERSTE PRIJS:
Dam-Terrein
De schim van Naatje Eendracht"
Gij weet niet, wat het doel zal zijn
Van 't nu weer vrije Dam-terrein"
Vandalen! Waarom mij verbannen?...
Zet er maar weer een Naatje" neer,
Licht keert de Eendracht" tot u weer
En helpt u die bij verd're plannen.
Haarlem, L. C. STEENHUIZEN
TWEEDE PRIJS:
De bouwplannen gane toch door!
We maoke fan ons mooie plaen
E' faene reuze-faefer,
En arm en raek en groot en klaen
Die flsjt er dan fol aefer!
Dat is fan ouds 'en dorstig les,
De flsjer mot 'en glaossie:
Soo komt er sonder taedferlies
De herreberg-combinaossie...
P. v. D. te R.
DERDE PRIJS:
Het Damterrein
De toekomst van het Damterein
Moet, naar 't mij voorkomt, deze zijn:
Men stel de Toekomsf'-proffen
In ijz'ren kooi daar 't volk ten toon,
Zij hebben dan 't verdiende loon
En 't land blijft vrij van moffen!
H. v. C.
en:
Het Lido van het Noordsch Venetië
Binnen ettelijke jaren
Als de Raad althans gewiekst is
Ziet men tal van zaal'ge paren
In den Dam, die dan bain mixte is.
N. N.
Voor de Amsterdammer" geteekend
door Wybo Meyer
DERDE AFDEELING
(Puntdichten metjeekeningen):
De Dam als glijbaan
Het Damterrein dat is geknipt
Om er 'n glijbaan op te maken.
Men kan zich daar zeer goed ontdoen
Van zekere booze snaken.
Hop! voor je 't weet, ligt in de plas....
Ach so! Ach wie! Ach was! Ganz nassl
Teekening en puntdicht van HENRI FRAN QOIS
Mr. P. J. M. AALBERSE,
de nieuw benoemde hoogleeraar aan de
Technische Hoogeschool
Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Illlll ...... IIII1IIIIIII1IMIMIII
Antwoord van den Stier op den brief
van een Koe aan haar Man
(Ingezonden door A. J. WESSEL, Rotterdam)
Mijn beste Kee, ik laat je weten
Dat ik je brief ontvangen heef
Je hebt mij dus nog niet vergeten
En wees maar blij dat jij nog leef
Men zag er met bebloede koppen
Vol afschuw, en dat deed mij smart
Ik kon het toch niet best verkroppen
In opstand kwam mijn stierenhart,
Verwacht geen dankbaarheid der menschen
Dan ben je als ied're koe zoo stom
Of wij het nu al anders wenschen
Het helpt ons niets, we zijn maar dom
De menschen zijn veel wreeder beesten
Terwijl men van ons vleesch geniet
Barbaren zijn het vaak de meesten
Dat geeft ons koeien, veel verdriet
Wat heeft een koe al niet te lijden
Eer ze goed en wel verslonden is.
Het was al droef ons wreed te scheiden
En met 't transport liep 't heel'maal mis
Dat zaakje was toch niet in orde
En Posthuma trok zich dat an
Wellicht is hij toen ziek geworden
't Is maar een mensch, dus alles kan.
Niet om zoo'n heerschap voor te spreken
Maar ondank is toch 's wereld's loon
Ik heb het leven goed bekeken
Het is geen nieuws, maar heel gewoon.
Toch doet het goed, want 't is bewezen
Dat op de misdaad volgt de straf
Jou brief heeft iedereen gelezen
En heel de natie staat nu paf!
U vindt die programma's in het bekende
jaarboekje Parlement en Kiezer; afzonderlijk
zijn ze in 1909 uitgegeven in 9 deeltjes h
f 0.40 onder den titel Onze politieke partijen
en in een vijftal deeltjes Politieke en sociale
programma's verzameld door N. Oosterbaan.
J. W. te A. U zoudt mij verplichten mij
te willen mededeelen de beste manier voor
het overhouden van azaleas nadat ze uitge
bloeid zijn.
Ik heb er reeds een bij den bloemist ge
daan, maar daar is ook niets van terecht
gekomen.
De meeste menschen tobben, als de azalea's
uitgebloeid zijn, met het bewaren dezer
planten.
Het beste is zé, als de bloemen zijn afge
vallen, in een ongestookte kamer, op een
koele, lichte plaats te bewaren tot half Mei,
en de planten voldoende water te geven om
ze matig vochtig te houden. Gedurende den
zomer zet men de planten op een luwe,
(waarin zakdoek) naar buiten, en vervolgens
naar boven, tot op circa 2 cM. afstand van de
neus. Haal diep adem.
Breng de zakdoek naar de neus, zoodat
beide openingen geheel door het doek om
geven zijn. Pers nu krachtig de lucht uit
de longen door de neusholte naar buiten,
en zorg daarbij de mond gesloten te houden....
De rest zal ik u
kiesch-en-kuisch-heidshalve besparen.
Nu is het ieder individu, na nauwkeurige
bestudeering dezer oefeningen, overgelaten,
ze in goede volgorde uit het hoofd te leeren.
Pas wanneer dit op straffe van hech
tenis geschied is, gaat de instructeur er
toe over de reeks bewegingen zonder
tusschenbevelen", en in snel tempo te doen
afwerken.
Indien deze leerwijze wordt toegepast op
een klasse van zeg dertig menschen, dan
komt men voor het zonderling geval te staan
dat na een week studie slechts twee
zonnige plaats, zoo mogelijk in den tuin,
en besproeit ze daar geregeld. Daar de
azalea geen nachtvorst kan verdragen, moet
ze einde September of begin October binnen
gehaald worden. Plaats ze dan op een lichte
en luchtige plaats, besproeide kroon dagelijks
en zorg vooral dat de aardkluit niet droog
wordt; maar laat ook na het gieten geen
water op het schoteltje staan. Houd de
planten in een licht, onverwarmd vertrek
tot de knoppen beginnen te kleuren, en zet
ze daarna matig warm.
Het afvallen der bladeren wordt soms
met succes tegengegaan door de planten
eenmaal per dag aan de onderzijde te be
spuiten.
Dat uw proef bij den bloemist niet goed
uitgekomen is, wil nog niet zeggen dat dit
niet de juiste weg is; men vergete niet dat
er ook in de kweekerij van een specialiteit
wel enkele dood gaan.
of drie hunner de neus kunnen snuiten...
hoe schitterend ook hunne antecedenten in
dezen mogen zijn. En het zwaartepunt der
verklaring ligt in het feit, dat het kostelijk
materiaal, dat ons door de natuur als intuïtie
wordt gegeven, brutaalweg genegeerd wordt,
en plaats moet maken voor een reeks
model-bepalingen", wier noodzakelijk onder
ling verband den eenvoudige van geest
ontgaat.
Slechts weinigen zijn in staat de integraal
van deze oneindige hoeveelheid nietigheden
voor zich zelve te bepalen.
Men zal mij van militaire zijde tegen
werpen, dat een zelfde beweging door allen
op dezelfde Wijze uitgevoerd moet worden,
en ik twijfel er niet aan, dat een groot
aantal inmiddels vergetene
ontleedkundigen zich ernstiglijk heeft bezig ge
houden met de differentiatie van een schijn
baar simpele beweging als rechts-om-keert".
Hier zoude ik het voorbeeld willen aan
halen van mijnen strijdmakker Hannes, die,
na bijna 3 maanden ernstiglijk oefenens, en
behebd zijnde met bijkans middelmatige
verstandelijke vermogens, nog niet in staat
is mij op de voorgeschrevene wijze de rug
toe te wenden.
Intusschen riep ik hem eens op straat,
toen hij voor mij uit dandineerde, aan met
den modelkreet: Amodjo! kameroad, gao
je mee 'n joajempie hikken ?"
Tot mijn schrik en verrassing voerde hij
snel en behendig het rechts-om-keert op
onverbeterlijke wijze uit.'
Hannes l" zoo kreet ik verheugd
Hannes, ge hebt het te pakken!"
'k Hèd'r nog geen eene gepakt!" deed
hij naïef, niet begrijpend.
Rechts om keert!' deed ik triomfantelijk.
De lach bestierf hem op de lippen.
Mójij me nou k pèste... ?"
Hij had hét niet geweten!
En ziet!
Nog worstelt mij kameraad met het euvel,
en struikelt over zijne consciëntieus ge
poetste schoenen, wanneer het fataal bevel
klinkt!
Ik zeide u te zullen spreken over het
synthetisch element
den recruut.
En ge zult mij begrepen hebben :
ik bedoel het noodzakelijk opklimmen van
de bijzondere stellingen tot eene algemeene.
En alweer licht ik dit toe met
rechtsom-keert".
De eerste stelling van deze beweging is:
plaats de linker voet schuin vór de rechter,
in een hoek van circa 90 graden met den
oorspronkelijken stand, zoodat de wreef op
ongeveer 2 cM. afstand is van de punt
van ... mijn hemel! het is mij niet mogelijk
het alles op te schrijven... het duizelt mij
van standen, stellingen en tusschentellen....
Het is zoo met duizenderlei oefeningen op
de plaats, met het geweer..., erbarmen !
Het is alles gecompliceerd, en schijnbaar
zonder noodzaak. En ik weet niet anders
te doen, dan in starre ontzetting de be
zoedelde handen ineen te slaan, krijtend de
cosmische, zij het gemeenplaatselijke roep
van : Waarom ?"
De starre blik" en lijnen".
De soldaat is kenbaar aan ... neen, denk
niet dat ik u wil gaan pateeren met de
resultaten van het door mij genoten militaire
onderwijs. Ik wilde slechts zeggen,, dat een
soldaat kenbaar is aan zekeren
geestesafwezigen, starren blik.
Hiermede is slechts de soldaat
binnende-kazerne bedoeld; zijn blik is als die van
chauffeurs, die van achter hun stuur
vreemdstrak in vage verten kunnen staren.
Dat is de blik van den afwachtende, voor
wien de perspectieven eindeloos, en tegelijk
zoo benauwend eng opdringend zijn. Dat is
de blik, waarmede een nabij Sloterdijk op
gestelde schildwacht over drassig grasland
tuurt, waarover hij weet het geen
vijand naken zal.
Dat is de blik van den willooze, voor
wien het tijdsbesef in nevelen van
belangstellingloosheid vergaan is.
De kostelijke uren van jeugd worden
gretiglijk stuk voor stuk, of bij dozijnen van
de dragensmoede schouders geworpen, en
de nog restende tijd-last gaat benauwend
zwaar wegen, daar de gedachten er zich op
concentreeren, en geen belangstelling ze tot
gebodene centra kan afleiden.
Wachten en tijd-dooden, dagen lang, en
als opperst ideaal: De Lijn''. Deze is de
vervulling en het doodsbed van wenschen;
wanneer de lijn, de rustige betrekking, ver
kregen wordt, dan is de situatie van den
gebrekkige als die van een in de sneeuw
ingeslapen reiziger... hij slaapt in, en zacht
sterft de energie van zijn jeugd in het ver
raderlijk bed.
Vaders en voogden, laat uwe zonen en
pupillen geen lijnen" verkrijgen; laat hen
zich interesseeren voor hun dienst, voor
hun simpelen taak. Want waarlijk, voor wie
zoekt, is dikwerf een uitleg te vinden voor
schijnbaar verwerpelijke zaken en harde
maatregelen.
Voor wie zoekt, zeg ik, want al te weinig
wordt ons de beteekenis verklaard van onzen
bescheiden rol in het militair verband.
MELIS STOKE,
landstormplichlige
(Teekeningen van Henriv.d. Velde)