Historisch Archief 1877-1940
12
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
24 Juni '16. No. 2035
TJIT
IIIIIIIII1III1IMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
zonder bezwaar voort kan gaan, niet alleen
de honderden millioenen Amerikaansche
fondsen, die sedert het begin van den oor
log door Europa naar Amerika verkocht zijn,
te absorbeeren, maar bovendien nog meer
dan een milliard dollar in verschillende
Europeesche en Zuid-Amerikaansche leenin
gen vast te leggen. Tot nog kort voor den
oorlog was Amerika nog niet rijk genoeg
om de zeer belangrijke bedragen, die het
voor de ontwikkeling van zijn spoorweg
wezen en andere industrieën behoefde, uit
sluitend uit eigene middelen te vinden en
had daartoe den steun van het sedert eeuwen
geaccumuleerde kapitaal van Europa noodig.
Waar nu sedert het begin van den oorlog
die toevoer van nog moeilijk te ontbeeren
Europeesch kapitaal afgesneden was en
bovendien scheepsladingen vroeger door
Europa opgenomen Amerikaansche fondsen
naar het land van oorsprong terugverkocht
werden, moet zich de invloed daarvan ten
-slotte p de geldmarkt doen gevoelen.
Aanvankelijk was dit nog niet zoo merk
baar. Behalve in de zoogenaamde
oorlogsbedrijven werden de zaken over het algemeen
ingekrompen en hoopte zich het aldus vrij
komende binnenlandsch kapitaal bij de
Banken op. Van week tot week namen de
deposito's bij die instellingen toe en daar
er slechts weinig emplooi voor die gelden
was, bleven de disconteeringen en beleenin
gen in verhouding gering en steeg de
surplus-reserve tot vroeger ongekend hooge
cijfers. Een gevolg daarvan was wederom,
dat de banken, die niet bestaan kunnen van
het ongebruikt laten der bij haar gedepo
neerde gelden, maar al te geneigd werden
een groot deel harer middelen ten dienste te
stellen voor het financieren van de groote
transacties der buitenlandsche leeningen en
het aankoopen, maar vooral beleenen van
aanzienlijke posten tot nu toe in het bui
tenland gehouden Amerikaansche fondsen.
Want het moet hier opgemerkt worden, dat
van al die reuzen-leeningen, die in de laatste
twaalf maanden in Amerika heeten geplaatst
te zijn; van de door de Britsche regeering
gemobiliseerde en in Amerika beleende
Amerikaansche fondsen slechts weinig door
het publiek opgenomen is en het grootste
deel achter de schuine deur bij de banken
en eroote maatschappijen ligt. Dit zoude dan
verklaren, waarom de beleeningen bij de
NewYorksche banken en trustmaatschappijen,
die einde Mei 1915 2.176 millioen bedroe
gen, einde Mei 1916 tot 3.205 millioen
gestegen zijn.
Op zich zelf zoude daar niets op aan te
merken zijn, omdat het verleenen van voor
schotten tot het legitieme bedrijf dier
in' stellingen behoort, maar waar het op zoo
grooten schaal geschiedt en het bovendien
zeer twijfelachtig schijnt of noemenswaardige
gedeelten van die fondsen bij het publiek
ondergebracht kunnen worden, zullen de
banken hare faciliteiten aan de markt moeten
inkrimpen. Gelukkig is oogenblikkelijk door
den handel weinig vraag voor accomodatie
en luiden de berichten eenstemmig, dat de
vraag naar disconteering van handelspapier
zeer gering is. Maar waar wij het
oogstseizoen naderen en het binnenland voor de
beweging van den oogst middelen aan
New-York zal moeten onttrekken, is het
niet onwaarschijnlijk, dat de geldmarkt in
de eerstvolgende maanden nog verder zal
aantrekken.
Het komt mij daarom voor, dat de apathie,
die de New-Yorksche markt thans aan den
dag legt, ondanks de gedecideerd gunstige
factoren in handel en nijverheid, alleszins
verklaarbaar is uit de positie van de geld
markt en de verwachting voor de naaste
toekomst. De overige bovengenoemde poli
tieke factoren mogen het hunne er toe bij
dragen om die apathie te verscherpen, maar
zij zijn m. i. slechts bijkomende omstandig
heden.
Waar ik hierboven gesproken heb van de
gunstige spoorwegontvangsten, zal het wel
licht interesseeren eenige cijfers te geven van
de voornaamste spoorwegsystemen, waarvan
de waarden hier te lande verhandeld wor
den. Ik laat daarom hier de bruto- en
nettoontvangsten voor tien maanden (l Juli?30
April) der laatste vier jaren volgen:
Atchison, Topeka & Santa Fe
1916
1915
1914
1913
1916
1915
1914
1913
Bruto's
$109.860.000
98.112.000
92.959.000
98.907.000
Baltimore ty Ohio
Netto's
40.960.000
34.806.000
31566.000
33.256 000
91.121.000
74.877.000
82.024.000
83.573.000
$ 26.289.000
21.574.000
21 917.000
22.800.000
Canadian Pacific
1916 1105.117.000 $ 41.160000
1915 84.092.000 28.454000
1914 109.964.000 36.127.000
1913 115.816.000 39.114.000
Chicago, Milwaukee & S/. Paul
1916 f 87.372.000 $ 31.453.000
1915
1914
1913
1916
1915
1914
1913
1916
1915
1914
1913
1916
1915
1914
1913
1916
1915
1914
1913
S
1916
1915
1914
1913
76.380.000 24 189.000
77.140.000 25.759.000
79.114.000 26.733.000
Denver & Rio Grande
$ 20.784.000 f 7.506.000
18223.000 5.271.000
19.625.000 5.141.000
20.667.000 5.709.000
Illinois Central
$ 57.186.000 t 11.377.000
52.391.000 9.717.000
53870.000 10.043.000
53.773.000 8.953.000
Kansas City & Southern
$ 8.732000 $ 3.478.000
8.412000 3.055.000
9.127.000 3.383.000
., 8.951.000 3.352.000
Norfolk & Western
$ 47.023.000 $ 20.484.000
34.646.000 11.893.000
36.995.000 11.951.000
36.095.000 12.695.000
't Louis & San Francisco
$ 40.701.000 $ 13.158.000
36.148.003 11.365.000
36.098.000 10.130.000
38.645.000 13.021.000
Southern -Railway]
1916 / 58.058.000 $ 17.315.000
1915 52.539.000 10.923.000
1914 58.862.000 16.754.000
1913 57.777.000 17.571.000
Union Pacific
1916 g 86.633.000 $ 33.658.000
1915 73.046.000 25.527.000
1914 77.987.000 27.012.000
1913 78.804.000 29.716.000
Wabash
j 28.641.000
, 24.399.000
, 25.381.000
, 26.558.000
8.986.000
5.398.000
5.144.000
6.123.000
1916
1915
1914
1913
Van de volgende maatschappijen loopen
de opgaven over een tijdvak van 9 maanden
van l Juli tot 31 Maart:
Erie Bruto's Netto's
1916 $ 48.232.000 $ 16.014.000
1915 40.694.000 8511.000
1914 45.947.000 8.553.000
1913 47.156.000 12.090.000
Chicago, Rock-Island & Pacific
1916 $ 56.875.000 $ 15.123.000
1915 54.826.000 13811.000
1914 52.176.000 13.717.000
1913 54.410.000 14.282.000
Louisville & Nashville
1916 j 44.709.000 g 15.180.000
1915 39.130.000 , 9.210.000
1914 46.004.000 12061.000
1913 44.867.000 12.096.000
Missouri Pacific
1916 g 47.962.000 $ 12.850000
1915 44.653.000 12.221.000
1914 46.029.000 11.114.000
1913 47.568.000 11.261.000
Southern Pacific
1916 #113.895.000 $ 35.382.000
1915 97.146.000 27.050.000
1914 105.032.000 29.47 l.QOO
1913 108.287.000 34.415.000
Western Pacific
1916 $ 5.487.000 $ 1.931.000
1915 4.150.000 830.000
1914 4.702.000 858000
1913 4.620000 1.261.000
Uit deze cijfers blijkt dus, dat bijna al deze
maatschappijen den achteruitgang der beide
voorgaande jaren in het loopende jaar ruim
hebben ingehaald en dat zelfs in enkele
gevallen de uitkomsten van 1915/16, die van
hel reeds vrij gunstige jaar 1912 13 belang
rijk overtreffen.
J. D. SANTILHANO
De heer Henri Dekking... en de
zekerheid
De heer Henri Dekking heeft iets in het
Tooneelverbond gezegd... en hij is hier
komen zeggen, dat hij dit heeft gezegd.
Dat klopt mathematisch en die mathematica
strekt Dekking tot eere, evenals zijn
goede hart.
Nu haalt hl] evenwel mij erbij, mij en het
Nationaal-Klemz-Tooneel. Hij vindt dit voor
Poolman wat onzeker... en 't doet, zegt
hij heel zeker, de delinquent geen goed.
Waarin die onzekerheid voor de zeggens
rijke, zekere heer Dekking schuilt, heeft hij
niet gezegd. Was er dan bij het oud? ge
zelschap zoo'n groote zekerheid... en bij
welk gezelschap is dit zoo overgroot?
Dekking zal dan ook bedoelen de arti
stieke hand. Ja-ja... de heer Dekking, die
zich nu zoo zeker voelt en met zoo'n ophef
van zekerheid gewaagt, is het misschien
vergeten, dat hij bij mij als literair journa
list debuteerde in een weekblad, dat al heel
wankel en onzeker was. Wat hem niettemin
leidde naar de zekerheid van het Rott.
Nieuwsblad!
Ik vermoed, dat onder de vele teekenen
van verontwaardiging, Henri Poolman, de
paar regels van mij, waarin ik hem vroeg:
is het waar- dat je er weggaat en kunnen
we eens praten," niet het onaangenaamste
heeft gevonden. Immers, hier was meer dan
luttel beklag, hier kwam een daad. Die
daad, omdat het van mij komt, van een jong
gezelschap kan misschien in de oogen des
heeren Dekking niet zoo groot zijn, de
kieschheid om dit niet te zeggen moet hij
zich nog aanleeren. Poolman en ik kennen
elkaar al twintig, vijfentwintig jaren, uit
die glansrijke periode... een periode, die
we denken te doen herleven.
De zeggingsrijke heer Dekking wil,
terwille van Henri Poolman, het publiek rechter
doen wezen, ik vermoed om tegen het oude
gezelschap te propageeren. Doch dan heeft
datzelfde publiek ook waarborg te geven ...
voor Poolman. En dit kan 't best als we
straks, in Oktober beginnen, hem, den
grooten artiest, volle steun en waardeering
te verleenen. Het oude gezelschap zal dan
al voldoende gestraft zijn door zijn verlies.
Een man als Henri Poolman is een sieraad
en een trekkende kracht voor elk gezel
schap. Dat de anderen in gebreke bleven
beslag op hem te leggen en dit overlieten
aan ons, de jongsten ... wel, daarvoor ver
dienen we geen hoon, allerminst van Dek
king, die het voor twintig jaren niet ver
smaadde, dat ik zijn gaven wist te waardeeren,
nu nog afgescheiden ervan dat hetgeen we
thans beoogen een nationale daad is, waar
voor geen tooneelkunstenaar te groot kan
wezen.
Aan ons jong, nieuw gezelschap hebben
we noodig de allerbesten, de allerfijnsten,
de allergrootsten... en eveneens de jon
geren, de illusie-vollen.
Dat de heer Dekking het gaat eigenlijk
buiten mij om Bart Kreeft zoo blameerde,
dit grieft me meer dan zijn overige laat
dunkendheid. Dit blameert evenwel niet
een artiest als Kreeft, doch wel zijn
beschimper zelf, die daarmee een doorslaand
bewijs geeft niets van tooneelspeelkunst af
te weten. Poolman staat te hoog om Kreeft
er voor te smalen.
Scheveningen, B Juni 1916.
G. VAN HULZEN
iiiminiiinmi iiiiiMitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinmiiiim
Onze Planken-Helden]
l xni
Het woord Varsity"
Wij ontvingen een opmerking van een
onzer lezers, die zich geërgerd heeft aan
het woord Varsity'' in ons nummer van
10 dezer en daarvoor liever een Hollandsen
woord in de plaats wil stellen.
Ongetwijfeld ware een woord als
Universiteits-roeiwedstrijd" voor ons land
juister dan het koeterwaalsch Engelsen,
maar aan den anderen kant moet de schrij
ver bedenken, dat Varsity" nu eenmaal
een soort strijdkreet in onze studenten
wereld is geworden en de vox populi ook
iets biteekent. FRISO
* * *
SAM PRAEGER; naar de natuur geschetst
voor de Amsterdammer" door Joh. G. S.
Reeds menige fiere Plankenheld
werd als zoodanig hier vermeld,
zijn daden werden opgeteld
als op een brievenweger;
doch, wie nog niet deze' eer genoot,
hoewel hij edel is, en groot,
dat is een held van balk en noot:
de pianist Sam Praeger.
Wanneer door 't dalende gordijn
des schouwburgs aan het Leidsche plein
aan 't turend oog onttrokken zijn
de helden en prinsessen,
dan stijgt alras een zoet gekweel
uit het orkest van rood fluweel:
daar huist de dierb're filomeel
Sam Praeger (met z'n zessen).
Zijn teedere hand beroert 't klavier,
ondanks het entre-acte getier,
of slaat gracieus een maat-van-vier
voor d' allerschoonste deunen ...
totdat, als 't schelletje weer klinkt,
de glimlach om zijn lippen slinkt,
... het lied verstomt, en Praeger zinkt
ineen met droevig kreunen.
Men breekt zijn lied met luid gebel,
het licht gaat uit, en bliksemsnel
is ieder stil, om 't naderend spel
in stilte te ontvangen...
Men denkt niet, zoete minstreel, hoe
men u maar zonder ba of boe
doet zwijgen... sla uw boeken toe
vol onbegrepen zangen.
Maar nauw is 't kroonlicht weder vel,
of in zijn onder-aardsche hol
komt weer Sam Praeger in zijn rol,
en doet de toetsen zingen...
En vol bezieling klinkt het lied
van Praeger, dien geen mensen ooit ziet:
Een wérkelijk minstreel laat zich niet,
door narren-bellen dwingen.
Gij zijt, o nooit volprezen Sam
de Troubadour van Amsterdam!
MELIS STOKE