De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 24 juni pagina 2

24 juni 1916 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 24 Juni '16. - No. 2035 Inzendingen voor deze rubriek gelieve men te adresseeren aan het Redactiebureau, met op den omslag het motto: ,Confettf'. Tooneel-Kroniek De boert van een in 't stuk optre denden knecht en de taal van zijn be minde zijn van (zulk?) een gehalte, dat wij het stuk daarom (waarom anders ?) niet kunnen aanbevelen, témeer (te minder?), daar het niet een enkele uit~ drukking, maar (vaar is de tegenstel ling?) onmisbare deelen van het geheel l geldt." (Msb.) i De beert en de taal zijn van verdacht gehalte, en toch onmisbare deelen van het geheel! ' Moge de komende circulaire nu echter eens lijk oordeelt, dat des Zater dags (Vrijdags) voor, en om daartoe te geraken, zij den minister spoedig herstel zijner zenuwen toegewenscht." (Msb.) Dien schrijver ook! * Indien de afslager zich vergist, heeft deze het recht zich te herstellen, en mogen partijen van zoodanige vergis sing geen misbruik maken. (Veil-Conditiën) Een matig gebruik is echter toegestaan. * Door plotselinge omstandigheden wordt een Huis gevraagd, ook geneigd te arbeiden met aankomende werkkracht, alle werk verstaande. (Adv.) De knecht is zeker gemobiliseerd. Als er maar zoo'n ijverig, alzijdig ontwikkeld huis te krijgen is! llllllllllllllltltlllllllllllllllllllllllllllllllIllllllllllttHIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII begeerte, maar van wegcijfering! Het drukt de gedachte uit, die tot ons kwam in het schrijven van eenen geachten landgenoot. Hij schrijft: alle Staten moeten zich verdeemoedigen, en hunne inschikkelijk heid betoonen om tot een vreedzamer samenleving te geraken. Laat Nederland een begin maken, en de offers brengen van een gedeelte van zijn grondgebied, door de grenzen een voudiger te maken. Waarom bieden wij bijvoorbeeld niet aan, ons tevreden te stellen met als landgrenzen den paralel van Breskens, en de meridiaan van Sappemeer?" Ach ja, waarom niet? v. H. Het Russische Offensief Terwijl ik deze regels schrijf, duurt de kanonnade voort," lees ik daar juist in het bericht van een Duitschen oorlogscorrespondént, die aan zijn blad seint uit Czernowitz, reeds ontruimd door de burgerlijke bevolking en waar de Russische granaten slag op slag inslaan. Ik mocht laatst nog wel schrijven, dat het echte ras van oorlogscorrespondenten Is uitgestorven! Met een greintje fantasie en een beetje lokale kennis had deze man op een veilige plaats achter het front een bericht kunnen opstellen, waarin een even scherpe reuk van ontploffende granaten en brandende huizen hing; misschien had hij dit zelfs klaar kunnen spelen in het redactie bureau van zijne courant. Maar alleen om aan het Berliner Tageblatt de piimeur te geven van een verhaal van het bombarde ment van Czernowitz, opgeteekend door een ooggetuige, geschreven terwijl de ka nonnade nog voortduurt," waagt hij er zijn hachje aan en stelt hij zijn telegram op in de ongezellige schrijfkamer van een ontvolkt hotel, waar elk oogenblik een scherf van een Russische granaat hem de vulpen uit de hand en het lorgnet van den neus, mitsEduard Meyer aan het Woord Een Duitsch historicus over de Europeesche politiek De bekende Berlijnsche hoogleeraar in de oude geschiedenis, Eduard Meyer, geniet ook ten onzent een groote reputatie. Zijn Qeschichte des Altertums is ook hier zeer gewaardeerd als een meesterwerk in zijn soort. Scherpzinnige kritiek paart zich hier aan zeer omvangrijke kennis; de gave om de groote momenten naar voren te brengen wordt geëvenaard door die om ook het oogenschijnlijk minst belangrijke feit zijn plaats in het historische wereldgebeuren te geven; de compositie is even voortreffelijk als de synthese van het beroemde boek. Maar met den roem de meest geprezen en stellig ook meest gelezen oude geschiedenis te hebben gegeven, is Eduard Meyer niet tevreden geweest. Door den stroom van den tegenwoordigen tijd is hij gegrepen; hij heeft zich historisch rekenschap willen geven van de tegenwoordige wereldcrisis. Met ge lukkigen greep vatte hij een onderwerp aan, dat zijn landgenopten stellig boven alle andere belang móst inboezemen; hij ging de geschiedenis van Engeland na en zette uiteen, hoe Engeland in den loop der eeuwen is gegroeid en hoe het achtereenvolgens met verschillende groote zeemogendheden in conflict is geraakt, met Spanje, met Ne derland, met Frankrijk, en hoe het steeds heeft overwonnen, dank zij zijn handige, om niet te zeggen listige, gemeene politiek. Zoo komt Eduard Meyer tot het groote Engelsch-Duitsch conflict, waarin Engeland opnieuw al zijn laagheden ten toon spreidt, maar waarin het niet zal overwinnen; want tegen Duitschland zal Engeland niet opge wassen blijken; op het blanke schild der Duitsche ridderlijke dapperheid zullen alle giftpijlen afstuiten. gaders de hersenen uit het hoofd kan slaan. En dit risico aanvaardt hij, wetende dat er toch lezers zullen zijn, die zelfs durven twij felen de waarborg van echtheid, gelegen in het Terwijl Ik deze regels schrijf, duurt de. kanonnade voort l" Het risico van mijn bedrijf als bultenlandsch-overzicht-schrijver van De Amster dammer is iets minder groot dan dat van den correspondent van het Berliner Tageblatt"; maar toch mag ook ik mij de weelde ver oorloven, dit overzicht te beginnen met de woorden: Terwijl ik deze regels schrijf, duurt de kanonnade voort." Op het oogen blik lijkt het zelfs op trommelvuur. Het geknetter van de vuurpijlen is niet van de lucht. De slag bij Waterloo, hedenavond in den Prinsentuin te Leeuwarden opnieuw geleverd, eindigt met een brillant vuurwerk. Zoo stuurt het goedgunstige lot ook mijne gedachten naar den kant van Rusland, al zit ik, in plaats van in een hotel te Qernowitz, aan de schrijftafel van De Nieuwe Doelen te Leeuwarden. Want al hebben de Russen bij Waterloo niet meegevochten, 1815 zal voor ons blijven beteekenen: het einde van den tijd van Napoleon, en het was de kolos Rusland, die Napoleon heeft verpletterd. In de jaren om en bij 1815 gaf Rusland den toon aan. De Kozak deed toen opgeld, Het sentimenteele liedje van den Kozak, die afscheid neemt van zijne geliefde: Schone Minka, ich musz scheiden," werd overal gezongen. Wij in onzen tijd denken bij het woord Kozak eerder aan luizen dan aan minnegekweel. Maar wij denken toch veel aan den Kozak, vooral in de laatste weken. Onlangs stond hij afgebeeld ineen Fransche courant; daaronder de woorden: Daar ben ik weer!" Inderdaad, Rusland is er weer. Een jaar geleden scheen het te hebben afgedaan. Week op week zagen wij het Russische front terugwijken; in het najaar scheen het zelfs niet onmogelijk, dat Moskou door de Duitsch-Oostenrijksche legers zou worden bezet; men begon de kansen van een win terveldtocht in Rusland te berekenen; de herinnering aan het jaar 1812 leefde weer op; er werd verkondigd, dat de Duitschers en Oostenrijkers wel de middelen zouden vinden om zich te vrijwaren voor een ramp, als waardoor la grande armee" zoo gru welijk werd geteisterd. Tot een bezetting van Moskou is het niet gekomen; zelfs de Dnjepr-linie werd niet bereikt; ook Riga en Dunaburg bleven in Russisch bezit. Maar tot diep in het Russi sche land trokken de Duitschers en Oosten rijkers toch op; dat zij niet verder gingen, werd eerder als een vastgesteld plan van hun generalen staf beschouwd, dan toege schreven aan de defensieve kracht van de Russische legers. En welke gevolgen voor de binnenlandsche toestanden in Rusland verwachtte men niet van de Duitsch-Oostenrijksche over winningen! Rusland zoo meenden velen; en vooral de Duitsche historicus Schiemann, een uit nemend kenner van Russische toestanden, profeteerde aldus Rusland gaat zijn onder gang tegemoet, wanneer het zich niet haast om vrede te sluiten. De regeering heeft hare onmacht getoond om de organisaties te scheppen, noodig voor het voorzien in alles, wat aan een leger van millioenen moet worden toegevoerd; met name de aanmaak van munitie is geheel onvoldoende gebleken. Zelfs al zou de Doema den bezem gebruiken en de onbekwamen en oneerlijken uit de hooge regeeringsposten verwijderen, dan nog zal dit te laat zijn; de vijand rukt op naar het hart van het land; het leger kan geen tegenstand meer bieden; de finan ciën zijn uitgeput; alom heerscht ontevre denheid; -elk oogenblik kan een revolutie uitbreken. Al deze verwachtingen zijn bedrogen uitgekomen. De gebeurtenissen van 1905 en 1906 hebben zich niet herhaald. De overgroote meerderheid van het Russische volk heeft gevoeld, dat thans alle nationale krachten moesten samenwerken voor dit ne, groote doel: de bevrijding van den Russischen bodem. Reeds in het voorjaar van 1916 bleek, dat Rusland weder op kracht begon te komen, toen het in Armenië de Turken terugdreef en zich van West-Perzië meester maakte. Maar op het Europeesche oorlogstooneel bleef het groote offensief nog uit. Totdat, in het begin dezer maand, generaal Broesilov het sein tot den aanval gaf. Zullen het nu, evenals voor honderd jaar geleden, wederom de Russen zijn, die de Men bemerkt, dat ook aan Eduard Meyer de gewone objectiviteit van den geschiedvorscher is gaan ontbreken, zoodra het woord Engeland maar wordt genoemd. In zijn boek England, Seine staatliche und politische Entwicklung und der Krieg gegen Deutschland (Stuttgart und Berlin, J. B. Cotta'sche Buchhandlung Nachfolger) heeft hij een schoone gelegenheid verzuimd zijn landgenooten ob jectief het groote conflict van dezen oorlog te laten zien. Het Duitsche gezichtspunt is zeer eenvoudig en in Duitschland gemeen goed; dat behoeft waarlijk een groot ge leerde niet meer met argumenten te staven. Maar het was de plicht van een historicus van de beteekenis van Eduard Meyer ge weest, ook de keerzijde van de medaille te laten zien, Engeland in dezen strijd te doen kennen, zooals niet de gewone Duitscher, maar de geschoolde geschiedvorscher het ziet. Hij had aan zijn volk duidelijk moeten maken, dat deze groote oorlog geen gevolg is van de duivelsche slimheid van Eduard VII en zijn volgelingen en van de geestelijke ontaarding van het Engelsche volk. Hij had duidelijk moeten laten uitschijnen, dat hier twee groote machten van geheel verschil lenden oorsprong en karakter door natuurnoodwendigheid op elkander zijn gebotst: twee volken, die elkander zeer slecht be grijpen, twee staten, die naar geheel ver schillende beginselen zijn ingericht, twee groepen van belangen, die sedert jaren el kander noodig hebben, maar tegelijk elkander zoeken te verdringen. Van zulk een opvatting zien wij in het boek van Eduard Meyer geen spoor. Meer dan eens beklaagt hij zich terecht, dat men in Engeland Duitschland zoo slecht begrijpt. Welnu, het geheele boek van Eduard Meyer is een voldingend bewijs, dat men een groot Duitsch geleerde kan zijn en toch van En geland zoo goed als niets kan begrijpen. Wie in den Engelschman, vooral den Engelschen staatsman van alle tijden niets dan beslissing over het lot van Europa brengen ? In elk geval gebeurt er op geen ander oorlogstooneel nog iets, waardoor die be slissing zou kunnen worden gebracht. Bij Verdun houden de Franschen nog stand; na de verovering van het fort Vaux hebben de Duitschers geen verderen voort gang kunnen maken; het is mogelijk, dat zij thans troepen, die anders voor Verdun bestemd waren, naar het oostelijke front moesten sturen. Maar ook al zal het hun niet gelukken, Verdun te nemen, dan nog is dit voor de geallieerden slechts een nega tief resultaat; wat men van hen, wat men vooral van het Engelsche leger in Frankrijk verwachtte: een poging om de Duitschers terug te drijven, blijft nog altijd uit. Op het Italiaansche-Oostenrijksche front schijnt voorloopig het gevaar afgewend, dat de Oosterijkèrs in de vlakte van Venetië zullen afdalen; de geweldige aanval van de Russen zal hen wel dwingen, het grootste gedeelte van hunne macht te gebruiken ter verdediging van Gallicië en Hongarije; maar de kans, dat de Italianen in de naaste toe komst veel zullen bijdragen tot de beslis sing in dezen oorlog, mag nog als gering worden beschouwd. Op het Balkanschiereiland hebben de ge allieerden nu -al' maanden lang de expeditie voorbereid, die Servië zal moeten heroveren en de verbinding van Belgrado met Constantinopel afsnijden. Maar hoe lang zal het nog duren, eer het leger, dat in de om geving van Saloniki is bijeengebracht, zich in beweging zal zetten? Wat ook de toekomst moge brengen, op het oogenblik zijn het alleen de Russen, die de slagen toebrengen, en als vanouds zijn het weer de Oostenrijkers, die ze krijgen Of nu het Russische offensief het even wicht in dezen oorlog eindelijk zal verbreken? Het is al zoovele malen gebeurd, dat een met groote kracht ingezet offensief spoedig verslapte of in elk geval geen resultaten opleverde, evenredig aan de opgewekte verwachtingen, dat men ook ditmaal zich er niet over zou verwonderen, wanneer zulks het geval bleek te zijn. En het voorbeeld van den correspondent van het Berliner Tageblatt kan wederom ieder, die zich aan voorspellingen zou willen wagen, tot voorzichtigheid aanmanen. Hij besloot zijn telegram uit Czernowifz met de woorden: wij, die in de stad zijn ge bleven, gelooven dat de Russen er niet in zullen komen", en op het oogenblik, dat ik het laatste gedeelte van dit overzicht schrijf, vliegt de mare reeds door Leeuwarden, dat Czernowitz is gevallen! Ook in Boekowina zijn de Oostenrijkers dus op den terugtocht. Zal Roemenië nu de kans waarnemen? Maar in de eerste maanden van 1915 heeft het de Russen tot aan de grens van Hongarije zien naderen, zonder zich daardoor te laten bewegen om zijne onzijdigheid prijs te geven; waarom zou het thans zich laten verleiden door geringer waarborg, dat het aan den kant van de winnende partij komt te staan? Aan n voorspelling durf ik mij wagen: de komende maanden zullen feilen strijd brengen, op meer dan n oorlogstooneel. Voor de vredesgeruchten, die eenigen tijd geleden door Europa gingen, was reeds toen weinig reden; thans minder dan ooit. Tot diep in het najaar zullen de oorlogvoerende partijen hare positie zooveel mogelijk trach ten te verbeteren; eerst dan zullen zij de beslissing nemen, of zij een nieuwen oor logswinter zullen ingaan. Voorloopig blijft het woord aan het kanon. 18-19 Juni 1916. G. W. KERNKAMP Yoean Shi Kai f De overleden president der Chineesche Republiek herdacht door Mr. P. H. FROMBERQ Oul-lid van het Hooggerechtshof in Nederlandsch-lndië De dood van president Yoean Shi Kai, die China's Napoleon had willen worden, door zich den keizerskroon op het hoofd te drukken, heeft naar alle waarschijnlijkheid de oplossing gebracht van een toestand, die uiterst kritiek begon te worden. Hij werd gewantrouwd door vele Chineezen, die zich zijn dubbelzinnige rol her inneren in 1898 gespeeld, toen hij, door keizer Kwang Soe in vertrouwen genomen in de dagen dat deze China op stormachtige wijze wilde hervormen, den keizer en diens plannen bij de keizerin-weduwe en haar reactionnaire Mandsjoe-partij aanbracht, het geen de vlucht van 's keizers hervormings een slim, rederijk huichelaar kan zien, is niet in de eerste plaats geroepen om ons als gids voor de Engelsche geschiedenis te dienen. Overal ziet deze geleerde gemeen heid en fariseeïsme. Een staatsman als sir Edward Grey is een tweede Ignatieff, de vader van den leugen. En de Engelsche staatslieden zijn des te gevaarlijker, daar zij altijd schoone woorden en verheven denkbeelden bij de hand hebben, waarmede zij de wereld begoochelen. De Duitschers zijn veel eerlijker en openhartiger, maar daarom ook veel minder gezien buiten hun land. Wir haben erleben mussen, dasz englische Gentlemen vor keinem Verbrechen zurückscheuen, wenn sie nur den auszeren Schein wahren". Dat is al erg genoeg. In de proef stond bovendien nog bis zum Meuchelmord"; maar het werd bij de cor rectie geschrapt, daar Eduard Meyer meende daarvoor geen bewijs te hebben. Maar nu heeft hij blijkens de voorrede het voldingende bewijs in handen. Men kent de ge schiedenis van den lerschen agitator sir Roger Casement, die na het uitbreken van den oorlog naar Duitschland is gevlucht en daar tegen Engeland ageerde; men bedenke, dat hij Engelseh onderdaan is, en stelle zich voor, hoe men in Duitschland een Elzasser zou noemen, die in Frankrijk samenzweert tegen Duitschland. Welnu, de Engelsche regeering staat dezen Casement naar het leven en tracht hem door sluipmoord om te brengen. Maar als bewijs heeft Eduard Meyer een in zijn oogen voor de Engelsche regeering zedelijk vernietigend stuk. Ziehier: Britsen Legatipn. Christiania. Norway. On behalf of the British Government I promis that if, through information given by Adler Christensen, Sir Roger Casement be captured either with or without nis companions, the said Adler Christensen is to receive from the British Government the sum of 5000 to be paid as hèmay desire. Adler Christensen is also to enjoy perYoean Shi Kai minister Kang Yoe Wei, de onthoofding van diens volgelingen, en de interneering van den ongelukkigen keizer ten gevolge had. De vreemdelingen in China herinneren zich hoe Yoean Shi Kai een groot aandeel nam in het dempen van den gevaarlijken bokser opstand, dien dollen, wanhopigen uitval van een vernederd volk tegen westersche inhalig heid en westersch materialisme. Zij herinneren zich met dankbaarheid, hoe hij het bevel van de keizerin-weduwe om de Europeesche nederzettingen te Tientsin aan te vallen, niet uitgevoerd en daardoor de levens van vele Europeanen gered heeft. Een daad, waarvoor de keizerin-weduwe zelve hem later zeer erkentelijk was. Yoean Shi Kai was voor alles een practisch man, die begreep, dat de geduchte krachten van het Westen en van Japan, met aanhalingen uit de Chineesche klassieken, met den cultus van het schoone en littéraire, niet af te weren zijn, integendeel dat China, wil het een gelijkwaardige plaats in de internationale statengemeenschap innemen, zich westersche methoden moet eigen maken. Hij vormde een steeds aangroeiend, op Europeesche wijze uitgerust en geoefend leger. Op zijn aandringen werd gebroken met het verouderd systeem van opvoeding en met de ouderwetsche examens, hoofd zakelijk gericht op kennis van de Chineesche klassieken, maar minder geschikt voor het moderne practische leven. De inrichting van 't onderwijs en der examens naar westersche methoden, trad daarvoor in de plaats. Hij toonde zich een bitteren vijand van opium gebruik en opiumhandel, en het bekend edict, waarbij de opiumverkpop geleidelijk verboden wordt, is op zijn aandringen uitgevaardigd. Ook tot afschaffing van het pijnigen bij het onderzoek en de be straffing van misdadigers werkte hij mede. Voortdurend bleef zijn aandacht gevestigd op verbetering van het belastingwezen en vooral op de uitbreiding van verkeersmid delen goede wegen, post, telegraaf, spoor wegen en stoombootlijnen waardoor de macht van de centrale regeering steeds ver meerderde. Want Yoean Shi Kai was over tuigd, dat een volk gelijk het Chineesche, waarin sedert eeuwen de familie, het dorp, de stad, de provincie, de verschillende be roepen en bedrijven in gilden vereenigd, zichzelven regeeren, boven alles behoefte heeft aan een sterk centraal gezag om deze min of meer losse eenheden bijeen te voegen, tot een natie te vereenigen ter bereiking van gemeenschappelijke doeleinden, als het tot stand brengen van binnenlandsche hervor mingen, China sterk te maken tegenover de machtige naburen die het omringen, ver trouwen te wekken op de internationale geldmarkt. In den strijd tusschen Noord en Zuid, tusschen troon en revolutie, bleek Yoean Shi Kai de onmisbare man. Toen na den dood van keizer Kwang Soe en van de keizerin-weduwe, Prins Chun als regent in naam van den jeugdigen troonopvolger het bewind in handen nam, zond hij, gedachtig aan diens vroeger optreden tegen keizer Kwang Soe, Yoean Shi Kai wegens rheumatiek in de beenen" naar huis. Maar toen de revolutie in October 1911 was uitge broken, riep het Hof en de Mandsjoe-partij Yoean Shi Kai ijlings naar Peking op, om den toestand te redden. Dit bleek niet meer mogelijk. Omgekeerd was Yoean Shi Kai ook voor de revolutionnairen, nadat de Republiek was uitgeroepen, de onmisbare sonal immunity and to be given a passage to the United States should hèdesire it. M. de C. Findley, ff. B. Minister. Wij nemen aan, dat dit document echt is, maar merken op, dat het geen datum draagt. Maar wat bewijst het dan ? Toch niets anders, dan dat de Engelsche regeering veel waarde hechtte aan de arrestatie van Sir Roger. Hoe kan men een beschuldiging van sluipmoord op zulk een lossen grond bouwen? .Verstaat Eduard Meyer eigenlijk wel En gelseh? is men aarzelend geneigd te vragen. Zoo is de methode; lichtvaardig wordt alles geloofd, wat tot schade van Engeland zou strekken. Wij geven daarvan nog twee voorbeelden, die van belang zijn, omdat zij ons eigen land betreffen. Men kent de geschiedenis der in Brussel gevonden documenten, die zouden bewijzen, dat België zelf feitelijk zijn neutraliteit lang vór 1914 had opgegeven door zich in te laten in besprekingen met Engeland en Frankrijk, die tegen Duitschland waren ge richt. Dat deze besprekingen, zooals uit de stukken zelf ten duidelijkste blijkt, alleen golden voor het geval Duitschland begon met België's neutraliteit onder den voet te loopen zooals in 1914 werkelijk is ge schied dat wordt in Duitschland niet op gemerkt. Eduard Meyer is ook goed in de leer en noemt deze onderstelling een onbe duidend voorwendsel. Maar hij voegt daaraan nog iets over Holland toe. Hij zegt: Ebenso haben die Niederlande der Versuchung widerstanden, trotz des slarken Drucks, den England auf ihre Kusten und ihren Handel und vor allem auf ihren Kolonialbesitz ausüben kann. lm April 1906 nat der englische MilitarattachéOberst Barnardiston,dem belgischen Generalstabschef mitgeteilt das er zurzeit wenig Hoffnung auf eine Unterstützung oder eine Intervention Hollands habe". Dabei ist es geblieben". Is nu het eene aangehaalde zinnetje zwaar genoeg JUDITH" Brief van Z.Edachtbareaan zijne Vrouw Beminde Vrouw u zult wel schrikken Als u dit briefje van mij leest. Ik ben een ander mensen geworden Sinds ik bij Judith ben geweest. Ik voel me heel wat liberaler, Al bleef ik even kuisch en rein. Ik vind dat onbedekte koonen Nu niet meer zoo onzedig zijn. Er kwamen lieve meisjes dansen Het was geen polka en geen wals. Ze droegen nog al korte rokjes En liepen met een bloote hals. Bij ons in Brabant, zou 'ik meenen Heeft zoo'n vertooning niets geen zin. Dat naakte zou ze maar bederven Ze zoeken schuinigheid er in. Die Judith is 'een aardig schepsel Een meisje uit Jeruzalem, Dat Holofornes ging bedaren Met hare oogen en haar stem. Ze maakt hem eerst verliefd en dronken; Dan haalt ze uit haar pon een dolk-: Ze hakt zijn hoofd af om een hoekje En redt daardoor het Joodsche volk. Ik zat te rillen en te beven Toen Judith hem bestraffen ging. Ze bracht het hoofd mee in een doekje En groosde met dat enge ding. Als dat bij ons nog mocht gebeuren En ik zoo'n Judith maar eens had... Dan kon ze heel wat koppen snellen In onze diep verdorven stad. Het is een zedige vertooning En alles netjes wat je ziet. Ze vrijen, zonder dat ze zoenen, Hoe of dat kan begrijp ik niet. Al is 't nog zoo mooi en deftig En voor den reine alles rein ... Bij ons moet ik het stuk verbieden U weet wel hoe die luidjes zijn. man, de man van het oogenblik, met wiens optreden alleen China's uiteenvallen, de scheiding tusschen Noord en Zuid, kom worden voorkomen. Men herinnert zich hoe dr. Soen Yat Sen,, de voorloopige president der Republiek,. vrijwillig aftrad ten behoeve van Yoean Shii Kai, die definitief tot president der Repu bliek gekozen werd, waarmede de eenheid! van China bewaard bleef en de Republiek-,, ook in de oogen der buitenlandsche mogend heden, bevestigd werd. Yoean Shi Kai heeft gedurende zijn pre sidentschap niet op rozen gewandeld. Bot singen tusschen de regeering, die naar centralisatie wan macht streefde, met het Chineesche parlement, waarin het meerendeel uit radicale elementen bestond, die over alles hun controle wilden laten gaan, blevem niet uit. Achtereenvolgens werd de partiji der uiterste radicalen, de Kuo Ming Tang,, ontbonden, de voorloopige constitutie her zien in dien zin, dat de macht van het' uitvoerend gezag belangrijk werd versterkt;, en werd het parlement geschorst en vervan gen door een uit alle partijen samengestelde^ Raad van State. Ten slotte scheen de cen tralisatie van het gezag tot herstel van het keizerschap, zij het dan ook van een con stitutioneel keizerschap, te leiden. Neemt: men in aanmerking dat Yoean Shi Kai voor zich zelf steeds een aanhanger der consti-tutioneele monarchie is geweest, dan behoeftt bij zijn streven naar herstel van het keizer schap, niet uitsluitend aan zelfzuchtige: bedoelingen te worden gedacht. itiiiiiiiiiiiiiiimiiii' pm deze geheele conclusie te dragen ? Weet iemand in ons land iets van den steiken druk, dien Engeland in 1906 op onzen handel en onze koloniën zou hebben uitgeoefend om ons politiek murw te maken ? Wie het weet, mag het zeggen. Het andere geval is dit. In April 1914 bracht Koning George V met den Minister Grey een officieel bezoek aan Parijs; daar is met de Fransche regeering en met den Russischen gezant Iswolski de grondslag gelegd van een militair-politieke conventie lusschen Engeland en Rusland als aanvulling van het Fransch-Russische bondgenootschap en de Engelseh-Fransche entente. Den 26en Mei d. a. v. is dan te Petersburg een vaste overeenkomst dienaangaande gesloten. Onder' meer vertelt Eduard Meyer: Des weiteren rechnete man darauf, dasz es gelingen werde,, Danemark und Holland zum Anschlusz an< die Verbündeten zu zwingen". Dat is zeker een belangrijke mededeeling als zij waar is! Maar is zij waar? Hoe zou Eduard Meyer achter het geheim hebben kunneni komen van een Engelsen-Russische overeen-komst, zoo kort vór den oorlog gesloten ?' Hoe hij deze dingen weet, zegt hij niet. Is. zijn grond beter dan in de bovengenoemde' gevallen ? Het gewichtige document zal tochi niet in Brussel zijn gevonden? Wij ver namen er tot dusverre niets van. Zonder het stuk zelf te kennen, moeten wij ons van een oordeel onthouden. Maar er is hier' luimte voor zeer ernstigen twijfel. Het is toch wel bedroevend, dat groote' geleerden, die ook in het buitenland terecht een grooten naam hebben, op deze wijze hun wetenschap compromitteeren. Want hoe kan men hun in het algemeen vertrouwen, als zij in de dingen van onzen tijd te kort schieten. Het is een van de niet geringe offers, die wij aan den oorlog moeten brengen, dat wij het vertrouwen op de Duitsche wetenschap ons voelen ontzinken^ H. BRUGMANS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl